Paus Franciscus heeft woensdag vanaf het balkon van de Sint-Pieter het Urbi et Orbi uitgesproken, de traditionele zegen „voor de stad en de wereld”. Vanuit zijn rolstoel sprak hij duizenden toeschouwers toe.
In zijn kersttoespraak riep de katholiek leider onder meer op tot vredesonderhandelingen tussen Rusland en Oekraïne, om „de wapens tot zwijgen te brengen” in het „gekwelde Oekraïne”. Hij zei te hopen op een „eerlijke en duurzame vrede” tussen de twee landen. Eerder dit jaar ontving de paus kritiek van Oekraïne, omdat hij het land opriep de moed te verzamelen om „de witte vlag te wapperen”. Daarmee doelde hij op onderhandelingen om de oorlog te stoppen.
De paus besteedde ook aandacht aan de oorlog tussen Israël en Hamas en zei dat de humanitaire situatie in Gaza „zeer ernstig” is. „Laat het schieten ophouden,” zei hij, „laat de gijzelaars bevrijd worden en de door honger en oorlog uitgeputte bevolking geholpen worden.” Ook gingen zijn zegeningen onder meer uit naar „de christelijke gemeenschap in het zuiden van Libanon en in Syrië, op dit fragiele moment”.
Verder stond de paus stil bij de kinderen in de Democratische Republiek Congo die „sterven aan een mazelenepidemie”, bij de humanitaire ramp in Soedan en bij de gewapende conflicten en „het terrorisme” in onder meer Niger, Mozambique en Burkina Faso. De slechte humanitaire situatie in die landen wordt volgens de paus nog eens verergerd door „de verwoestende effecten van de klimaatverandering”, die mensenlevens zal kosten en miljoenen wereldwijd zal ontheemden, aldus de paus.
Voor de verjaardagen van mijn kleinkinderen doe ik elk jaar een donatie aan Stichting Jarige Job. Een feestje voor een ander kind, dat idee. Dit jaar wordt Tess zeven, en mag ze voor het eerst meebeslissen naar welk goed doel het geld gaat. „Kinderen met kanker”, zegt ze resoluut. Omdat ze de oorlog in Gaza op het Jeugdjournaal volgt en zich zorgen maakt over de kinderen daar, stel ik dat als alternatief voor. Ze kijkt me aan: „Nee oma, daar komen toch bijna geen hulpgoederen meer binnen.”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
In Amsterdam Oud-West kwam ik Mary Zeldenrust tegen, althans haar gezicht, zoals ik me dat nog goed herinnerde. Met een brede glimlach keek ze me aan vanaf het omslag van een boek met de titel Gesprekken met Mary Zeldenrust. Het bleek in 1984 uitgekomen en lag nu gratis in een doos met afgedankte boeken.
Wie was Mary Zeldenrust, willen nu natuurlijk mijn jongere lezers, ademloos van nieuwsgierigheid, weten. Mary Zeldenrust-Noordanus (1928-1984) was een bekende Nederlander die regelmatig op tv verscheen, vooral in haar belangrijkste functie: voorzitter in de jaren zestig van de NVSH, de Nederlandse Vereniging Voor Seksuele Hervorming, die zich toelegde op hulpverlening en voorlichting over anticonceptie en seksualiteit. Ze stierf op 55-jarige leeftijd aan kanker.
Ik herinner me haar als een welbespraakte, bevlogen vrouw. Zo werd ze een boegbeeld in „de bevrijding van het geslachtsleven uit de hypocrisie van een burgerlijk-religieuze moraal”, zoals in het voorwoord wordt gesteld. Ze beschouwde zich niet als een volbloed feministe. „Het feminisme heeft enkele goeie dingen”, zei ze tegen Bibeb van Vrij Nederland, „maar als totaliteit kan ik het niet uitstaan”. Ze ergerde zich aan „die te grote heftigheid en te grote eenzijdigheid”.
Het boek bevat tal van uitgebreide interviews. Wat mij verbaasde was een macabere overeenkomst van de jaren zestig met de huidige tijd: ook Zeldenrust werd in haar functie van NVSH-voorzitter al ernstig bedreigd. „Als ik ergens gezegd had dat de pil aan minderjarigen verstrekt moest worden (…) werd ik onmiddellijk met de dood bedreigd. Met scheldkanonnades over de telefoon, met dreigbrieven.” Ze besloot daarom haar kinderen nooit alleen thuis te laten.
Toen ze zei dat de NVSH ook over homoseksualiteit moest nadenken, beet een Kamerlid haar toe dat daarmee de subsidie voor de consultatiebureaus niet zou doorgaan. Wat ze vooral bepleitte: meer vrijheid om strijd te kunnen voeren. „Vrijheid in jezelf, vrijheid om je kinderen te plannen, financiële vrijheid, om op andere fronten überhaupt een gevecht te kunnen aangaan.”
Ook in haar eigen privéleven zocht en vond ze die vrijheid, al wilde ze zich daarover in deze interviews niet uiten. Wel komt herhaaldelijk het feit ter sprake dat zij en haar echtgenoot Dick met een bevriend echtpaar, Jaap en An Muijlwijk, samenwoonden in Rotterdam.
„Jullie commune bestaat nu vijf jaar”, zegt Bibeb in 1975 tegen haar. Zeldenrust reageert geïrriteerd en wil het geen commune noemen: „We leven als één gezin, maar de kinderen en allebei de echtparen hebben een eigen kamer. Je moet je kunnen afzonderen.” Ze weidt uit over het praktische nut, niet over de intieme oorzaak.
Larissa Pans, die aan een in 2026 te verschijnen biografie van Mary Zeldenrust werkt, zei daarover in Biografieportaal: „Ze werd verliefd op een getrouwde vrouw die met haar man en twee kinderen bij hen introk. Ze hadden een open relatie, ook hun mannen konden er andere contacten op nahouden.”
Daarmee rijzen vragen over haar eigen seksuele geaardheid. Dat zij als ex-NVSH-voorzitter daarover wilde zwijgen, was uiteraard haar goed recht, maar het bewees ook dat de strijd voor meer seksuele vrijheid nog lang niet voltooid was.
Polen gaat vanaf maandag 7 juli „tijdelijk” grenscontroles uitvoeren aan zijn grenzen met Duitsland en Litouwen. Dat zei de Poolse premier Donald Tusk dinsdag bij een persconferentie .
Volgens Tusk is de maatregel een reactie op de grenscontroles die Duitsland aan de Poolse grens uitvoert. Bij die controles stuurt Duitsland asielzoekers terug naar Polen. Volgens Tusk zorgde dat voor „spanningen” in zijn land, en een gevoel van „ongelijkheid”.
Polen heeft naar eigen zeggen al langer te maken met een migratiecrisis. Aan de oostgrens zetten Rusland en Belarus volgens de regering-Tusk migrantenstromen in als wapen om de EU te destabiliseren. Bij een persconferentie op maandag zei Tusk dat Polen „een hoop tijd, geld, zweet en, helaas, bloed” heeft geïnvesteerd om de grens met Belarus „hermetisch” af te sluiten.
Geen uitzondering
Nationalistische oppositiepartijen in Polen beschuldigen de liberale regering van Tusk er evenwel van grote aantallen ongedocumenteerde migranten toe te laten. Extreemrechtse activisten voerden de afgelopen tijd zelfs op eigen houtje „controles” uit aan de grens met Duitsland.
Polen is met zijn grenscontroles geenszins een uitzondering in Europa. Het Schengen-verdrag, waar vrijwel alle EU-landen onder vallen, stelt in principe dat landen geen grenscontroles mogen uitvoeren. Maar tijdelijke grenscontroles zijn in het geval van een crisis wél toegestaan. Op 1 juli hadden 11 van de 29 Schengenlanden gebruik gemaakt van die uitzondering om grenscontroles in te voeren, schrijft nieuwssite Politico.
Volgens premier Tusk wil Polen zich graag aan de internationale wetten en verdragen houden, maar heeft het nu geen keus. „We hebben het Schengen-verdrag verdedigd, en zullen voorstanders blijven van een Europa zonder grenzen en zonder reisbeperkingen”, aldus Tusk. „Maar die wil moet er ook zijn bij onze buurlanden.”