Toen ik een tijd geleden een uitnodiging kreeg voor ‘koffie’ met de hoofdredactie, wist ik van tevoren wat de boodschap zou zijn. Als de hoofdredactie wil praten, moet je als freelancer eigenlijk hard wegrennen om het vonnis zo lang mogelijk uit te stellen.
Er was iets over ‘meer nuance’ – racisme en genocides verdragen geen nuance, daarmee legitimeer je ze – en dat mijn geluid er al ‘heel veel is’. Ik struikel inderdaad over de talloze Marokkaans-Nederlandse vrouwelijke columnisten. Dacht ik vanuit mijn achtergrond en ervaring een ander perspectief mee te brengen, werd ik me daar even ontnuchterd.
Maar dit wordt geen treurig afscheid, integendeel. Als ik één les heb geleerd de afgelopen jaren, dan toch zeker dat zegeningen en goed nieuws soms vermomd komen als tegenslag.
Het grappigste wat deze column me heeft opgeleverd is een block op Twitter van Wilders; hij liet me er onbedoeld mee weten dat hij mijn columns leest. De machtigste politicus van het land die zo overstuur raakt van kritiek dat-ie de moeite neemt je naam op te zoeken, profiel aan te klikken en voor block te kiezen. Wat een bange, sneue man die als een kleuter dramt en zielig ineenkrimpt bij weerwoord. Zo’n zinloze actie ook, ik zou zijn berichten niet eens kunnen vermijden als ik mijn best deed.
Macht heeft tegenmacht nodig, anders ontsporen de verhoudingen en dat is precies de situatie waarin we zitten. Ontspoorde maatschappelijke verhoudingen dankzij opportunistische politici die hun eigen carrière belangrijker vinden dan het algemeen belang en media die politiek verslaan alsof het entertainment is en niet direct in de levens van mensen ingrijpt.
Dat zag je het best na de verkiezingswinst van Wilders: terwijl bicultureel en progressief Nederland misselijk werd, bespraken presentatoren de uitslag vrolijk alsof het om het Eurovisie Songfestival ging.
De gevolgen van die militant naïeve houding zien we overal terug: in de VS waar Trump en zijn corrupte kongsi van alfamannetjes de democratie afbreken, hier bij ons waar vier liegende, stoethaspelende partijleiders en een ijdele, hakkelende trekpop als premier (het bewijs dat je als man niks hoeft te kunnen om hoog te eindigen) alles kapotmaken waar decennia aan is gebouwd.
Alles wat ze aanraken, vergaat: de cohesie in de samenleving, de menselijkheid, het klimaat, de wetenschap. Daar kunnen mensen nu nog om lachen, ‘linkse hobby’s’ kraaiend, maar als er straks een tekort is aan artsen, de armoede en ongelijkheid toenemen en we achterblijven, omdat de slimme wetenschappers zijn wegbezuinigd, zullen er bittere tranen van verontwaardiging vloeien. En dan mogen we niet eens ‘zie je wel’ zeggen, want God verhoede dat je mensen aanspreekt op hun verantwoordelijkheid.
Ik blijf restaurants bespreken, maar volgend jaar vindt u hier iemand anders. Ik heb het een voorrecht gevonden om iedere twee weken deze plek in de krant te vullen en het was een genoegen om uw aardige, bemoedigende en hartverwarmende berichten te ontvangen. Vooral de mensen die de moeite namen een brief of kaart te sturen, raakten me diep.
In deze gitzwarte tijd, waarin politici racisme normaliseren en ze straffeloosheid en een genocide steunen, waren het uw woorden van steun die me ontroerden en sterkten. De komende tijd ga ik weer andere verhalen maken waarop ik me verheug, maar ik ga u en deze plek missen. Ik hoop u mij ook.
Hassnae Bouazza is schrijver, journalist, columnist en programmamaker. De hoofdredactie is haar erkentelijk voor haar bijdragen op deze plek.
Bewoners die anderhalf, twee dagen in bed blijven liggen door het gebrek aan personeel. De sterke geur van urine in de kamers. Onbemande groepen. Huilende zorgverleners. Bewoners die elkaar krabben en slaan. Die muren besmeuren met poep.
De Volkskrant beschreef de schokkende misstanden die in elk geval sinds vorig jaar plaatsvonden in het Amsterdamse verpleeghuis Ottho Heldring, een locatie van de grote Amsterdamse zorgorganisatie Cordaan. Ottho Heldring is een klein verpleeghuis, er wonen ruim zeventig ouderen met dementie of niet-aangeboren hersenletsel.
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, die toeziet op de kwaliteit van zorg, is sinds vorige maand op de hoogte na meldingen van familie van bewoners, zegt inspectiewoordvoerder Frank Wassenaar. Welke actie de inspectie onderneemt is nog niet bekend.
1. Wat speelt er precies bij Ottho Heldring in Amsterdam?
In januari van dit jaar sturen personeelsleden van het verpleeghuis een ‘brandbrief’ aan de directie, schrijft de Volkskrant. Er is sprake van verwaarlozing van cliënten, schrijven ze: niet-nageleefde zorgplannen, ernstig tekortschietend toezicht, medicatiefouten. „Mensonterend en schaamteloos”, citeert de krant uit de brief. „Wij zouden onze ouders nooit naar Cordaan brengen.” De directie praat met hen, de situatie lijkt te verbeteren maar valt daarna weer terug. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd raakt pas in november dit jaar op de hoogte, als een van bewoners melding van de misstanden maakt: Saida Zemouri, wier 87-jarige dementerende vader in het verpleeghuis woont. Er komen meer meldingen binnen, sommige anoniem. De inspectie neemt onmiddellijk contact op met Cordaan. Het directieduo van de zeventien Cordaan-verpleeghuizen stapt op en, zo meldt de Volkskrant, er zijn in Ottho Heldring „ineens” meer uitzendkrachten en flexwerkers aan het werk. Een woordvoerder van Cordaan zegt in een korte telefonisch reactie dat er inderdaad meer tijdelijke zorgkrachten zijn ingezet en dat intussen de zoektocht naar vast personeel in „volle gang” is.
2. Tot welke actie kan de inspectie overgaan?
De ‘toezichtsactiviteiten’ lopen nog, meldt woordvoerder Wassenaar, en dus doet de inspectie geen uitspraak over mogelijke maatregelen. In algemene zin zijn er meerdere opties, mocht ze daartoe besluiten. De Inspectie kan overgaan tot ‘verscherpt toezicht’. Er is dan, zegt Wassenaar, „half het vertrouwen” dat een verpleeghuis de problemen zelf kan verhelpen en intussen houdt de inspectie de vinger aan de pols. De inspectie vraagt bijvoorbeeld maandelijks een voortgangsrapportage op en gaat vaker langs bij een locatie. Optie twee is strenger: de ‘aanwijzing’. Dat is de opdracht om op zeer korte termijn de grootste problemen te verhelpen: zorg binnen twee maanden wél voor voldoende personeel in dienst. Zorg ervoor dat je binnen een maand de protocollen voor medicatieveiligheid verbetert. Deze donderdag legde de inspectie nog een aanwijzing op aan verpleeghuis Amandelbloesem Woonzorg Groep, een kleinschalige Amsterdamse woonzorgorganisatie voor ouderen met dementie en/of lichamelijke beperkingen. De Inspectie sprak na een bezoek aan Amandelbloesem van „ernstige tekortkomingen in de zorg”. Zo sluit de deskundigheid van zorgverleners niet aan „op wat de cliënten nodig hebben”. De aanwijzing komt in dit geval neer op een cliëntenstop: tot dit verpleeghuis voldoet aan de normen voor goede zorg mag het geen nieuwe cliënten aannemen.
Smaak drie uit het arsenaal aan maatregelen is het strengst en komt voor als volgens de inspectie acuut optreden nodig is: het ‘bevel’. Daarmee moeten alle cliënten worden overgedragen aan een andere zorgaanbieder. Die maatregel legde de inspectie op 31 mei op aan verpleeghuis Rayan in Amersfoort. Drie dagen eerder zag de Inspectie op die locatie dat bewoners vervuild waren, dat de zorg ondermaats was en er sprake was van „hoge gezondheidsrisico’s”, onder meer door gebrek aan controle rond medicijngebruik van bewoners.
Lees ook
Bezuinigingen ouderenzorg voor 2025 geschrapt
Zo’n bevel is een uitzondering. Hij lijkt bij Ottho Heldring niet te worden opgelegd – dan was dat vermoedelijk al gebeurd. „Er is contact met Cordaan en we hebben hun de nodige vragen gesteld. Over de inhoud daarvan mogen we wettelijk nu nog niets zeggen”, aldus Wassenaar.
3. In hoeverre zijn deze misstanden representatief voor de ouderenzorg?
„Er zijn heel veel goede verpleeghuizen”, zegt Wassenaar. „Het woord ‘uitwas’ lijkt me hier op zijn plaats.” Tegelijkertijd: er zijn structurele, sectorbrede problemen die misstanden in de hand werken.
Er is een tekort van veertienduizend verpleeghuismedewerkers en dat loopt naar schatting op tot ruim vijftigduizend over tien jaar. Het woord ‘onderbezetting’ komt telkens terug, bij misstanden als die in verpleeghuis Ottho Heldring.
De Inspectie constateerde dat bewoners vervuild waren, de zorg ondermaats was en dat sprake was van ‘hoge gezondheidsrisico’s’
Door een wankel personeelsbestand gaan zorgverleners sneller over tot het opleggen van dwang, constateert de inspectie. Zoals het opsluiten van patiënten op hun kamers en het plaatsen van een bedhek. Dwang moet zo min mogelijk worden toegepast. Maar, zo constateert de inspectie: zeker zodra gaten in het rooster worden gedicht met ingevlogen personeel dat de bewoners niet kent, neemt de kans op dwang toe.
Wat in algemene zin meespeelt: de bejaardentehuizen zijn afgeschaft, het overheidsbeleid is gericht op steeds langer thuis wonen. Voor plaatsing in een verpleeghuis kom je pas in aanmerking als de zorgbehoefte zo zwaar is, dat thuiszorg en mantelzorg niet meer verantwoord is. Zwaardere zorg betekent hogere werkdruk, en dat betekent hogere kans op uitval. In Ottho Heldring ging een getal rond van „bijna 25 procent” ziekteverzuim. Gevolg: nóg hogere werkdruk.
Eén ding staat vast: de zorgvraag zal in vergrijzend Nederland niet afnemen. Het aantal ouderen neemt toe, zij worden bovendien steeds ouder. De kans op dementie neemt met het ouder worden toe: het RIVM rekent op een half miljoen mensen met dementie in 2050. Juist die aandoening brengt een grote zorgvraag met zich mee voor personeel.
Of het aantal incidenten à la Ottho Heldring toeneemt, durft de inspectiewoordvoerder niet te zeggen: vergelijking met recente jaren is alleen al lastig door de coronapandemie: toen vonden er minder inspectiebezoeken plaats, men wilde de zorgverleners niet voor de voeten lopen.
Feit is dat factoren die misstanden in de hand werken aan invloed lijken te winnen. Ottho Heldring mag een ‘uitwas’ zijn, de onderliggende oorzaken zijn dat niet.
Lees ook
Op papier een prachtig idee: een mantelzorgwoning op het eigen erf. ‘Maar dan ziet de gemeente beren op de weg’
De nieuwe dienstregeling van NS? Daar heeft de oudere dame in de intercity op station Zwolle geen mening over. „Ik ga sinds lange tijd weer met de trein.” Ze nam altijd de auto van Zandvoort naar haar zus in Beilen, tussen Hoogeveen en Assen. „Maar dat gaat nu niet meer. Ik ben 93.”
Zittend op een klapstoeltje op het balkon probeert ze de reisinformatie te bellen. De intercity naar Groningen staat al een tijdje stil in Zwolle. „De omroepberichten zijn zo zacht, ik kan niet verstaan wat er aan de hand is.”
Het achterste treinstel van de intercity blijkt defect. Alle reizigers moeten overstappen naar het voorste deel. Dat is overvol, de 93-jarige vrouw vindt nog net een zitplaats.
Ook andere reizigers in Zwolle hebben weinig klachten die specifiek gaan over de nieuwe dienstregeling. Niet alleen NS voerde op 15 december een nieuwe dienstregeling in. Alle ov-bedrijven in heel Europa maakten een nieuw spoorboekje.
In Zwolle moet je wat langer wachten op de sprinter naar Emmen, zegt iemand. De aansluiting op de bus naar Hardenberg kan beter, zegt een ander. In de intercity van Zwolle naar Schiphol hopen de vele reizigers met rolkoffers vooral op een vlekkeloos begin van de kerstvakantie. Als ze maar op tijd zijn om in te checken.
Zo zijn het vooral de bekende problemen op het spoor – kapotte treinen, vertragingen – waar reizigers in Zwolle zich druk over maken. De conclusie na een week rijden volgens de nieuwe dienstregeling: het nieuwe NS-rooster neemt de oude problemen niet weg.
Onderhoud
Het grootste probleem: onderhoud. Er moet de komende jaren meer werk dan ooit worden gedaan aan het spoor. Volgend jaar besteedt ProRail naar schatting 30 procent meer geld aan herstel, onderhoud en vernieuwing.
Dat merk je aan de nieuwe dienstregeling. Er gaan bijvoorbeeld geen extra treinen naar Duitsland: vlak bij de grens bij Zevenaar wordt volop gewerkt aan het spoor.
Je ziet het ook aan de manier waarop NS de nieuwe dienstregeling heeft opgebouwd. In de vorige grote herziening in 2017 was Zwolle het beginpunt. Hier komen vele lijnen uit alle richtingen samen.
Toen de puzzel in Zwolle was gelegd, volgde de rest van Nederland. Deze keer was echter Amsterdam Centraal het startpunt. Het knooppunt kent zo’n grootschalige verbouwing – klaar rond 2030 – dat de planners van NS een aantal listen moesten verzinnen.
Zo rijdt de Intercity Direct (ICD) vanuit Rotterdam via de hogesnelheidslijn niet meer naar Amsterdam Centraal. De ICD komt aan op Zuid, bij het WTC. Daar is echter geen ruimte om te keren of lang te blijven staan voor de terugweg, dus rijdt de ICD door naar Lelystad of Amersfoort.
Grootste pijnpunt
Freek Bos van reizigersvereniging Rover noemt de hogesnelheidslijn „het grote pijnpunt in de nieuwe dienstregeling”. De hsl tussen Amsterdam, Schiphol, Rotterdam en Breda is al jarenlang de zwakste schakel van het spoor. „Verder vallen de problemen met de nieuwe dienstregeling relatief mee”, zegt Bos. Op de hsl mogen treinen slechts met aangepaste snelheid rijden (120 km/u, geen 200 of 300 km/u) vanwege constructiefouten aan viaducten.
Dit jaar kwam slechts 68,4 procent van de hsl-ritten op tijd aan, meldde NS vrijdag. De afspraak met de overheid is dat 82,1 procent van de hsl-ritten op tijd is (minder dan 5 minuten vertraging). In 2023 was het 73,6 procent. Het gemiddelde van alle treinen (intercity’s, sprinters, hsl) is dit jaar 88,9 procent. Dat is net binnen de afspraken.
Bij de nieuwe dienstregeling heeft NS vooral geprobeerd meer treinen op het spoor te krijgen: 1.600 per week, ruim 6 procent meer dan in topjaar 2019. Er rijden bijvoorbeeld meer treinen zoals een metro: om de 10 minuten (naar Schiphol en rond Rotterdam).
Die laatste sprinters weerspiegelen de toekomstvisie van NS en ProRail: in Nederland gebruiken we de trein als metro, voor een snelle rit naar werk, studie of afspraak. En niet als een lange reis, met zoiets als de Oriënt Express. Daarom ontbreken in de meeste NS-treinen ook voorzieningen om te eten of te slapen.
Geen personeelstekort
NS klaagde nog niet zo lang geleden over tekorten aan personeel en materieel. Hoe kan het dan meer treinen laten rijden? „Op dit moment hebben we geen personeelstekort”, zegt een NS-woordvoerder. „Er zijn voldoende mensen om de dienstregeling te rijden. Maar voor de toekomst wordt het lastig door de krappe arbeidsmarkt. Dat geldt voor machinisten, conducteurs en monteurs.”
Relatief veel NS’ers gaan de komende jaren met pensioen, zegt hij. „Een vergrijzend personeelsbestand tegenover een krappe arbeidsmarkt – daar hebben veel bedrijven mee te maken.”
Nieuwe treinen heeft NS nog onvoldoende. Dat betreft vooral de Intercity Nieuwe Generatie. De ICNG wordt nog steeds trager geleverd dan verwacht. In plaats daarvan moet NS ouder materieel blijven huren. En die oude treinen zijn veel gevoeliger voor storingen – zo merkten vrijdag de 93-jarige dame op station Zwolle en haar medereizigers, die op weg waren naar het noorden.
De oudejaarsconference was ooit, in de dagen van Wim Kan en Wim Sonneveld, een televisiemoment op één avond voor het hele land. Maar het is al jaren een almaar uitdijend en florerend genre, met vele zijtakken.
Naast de grote producties voor tv op NPO en RTL zijn er diverse andere initiatieven, die zich soms beperken tot optredens in één stad. Zo is André Manuel onderdeel van een groep comedians die de Twentse Eindejaarsconference opvoert in het Wilmink Theater in Enschede en in Breda presenteert theater Chassé Theater vier keer Klaar met het Jaar met comedians Ruud Smulders, Un Dos Stress, 155 en Pieter Verelst.
In dit artikel zetten we vijf grote oudejaarsconferences die landelijk toerden naast elkaar. De vier mannen in het rijtje maakten al vaak tot heel vaak een oudejaarsconference. Betrekkelijk nieuw en fris is de tweede editie van de Vrouwejaars, een bonte avond met alleen vrouwelijke makers – dit jaar ook voor het eerst op televisie.
Uitzending op televisie lukt niet alle conferences. Je moet ervoor naar het theater. Radio en internet dienen soms als alternatief medium. Bij RTL zegde Guido Weijers deze zomer in tweede instantie zijn oudejaars af. Weijers speelde sinds 2006 al elf maal een oudejaarsconference, voor SBS6 en RTL. Pieter Derks neemt dit jaar de oudejaars bij de NPO voor zijn rekening. In 2013 maakte hij er al een die alleen op de radio te horen was, maar nu maakt de Nijmeegse cabaretier er voor het eerst een voor televisie. De bespreking daarvan volgt na de uitzending.
Lees ook
Pieter Derks over maken van zijn oudejaars in 2013: ‘Ironie en subtiliteiten doen het niet altijd goed op tv’
Dolf Jansen: ‘De ongewone Nederlander’
Motto: „Heel geruststellend vind ik iets dat twee weken geleden bekend is gemaakt door premier Dick Schoof: er zitten geen racisten in het kabinet.”
Onderwerpen: Veel politiek-Den Haag. Ook aandacht voor de naaktslakkenplaag en agressie tegen conducteurs, apothekers en leerkrachten.
Uitwerking: Dolf Jansen (61) – maker van tientallen oudejaarsconferences – houdt in De ongewone Nederlander uitvoerig de Nederlandse regering en haar plannen tegen het licht. De voorstellingstitel verwijst naar de door populisten geliefde en door Jansen minder geliefde term „gewone Nederlander’. Dilan Yesilgöz („de vrouw met meer lettergrepen dan inhoud”), Reinette Klever en Marjolijn Faber („een kruising tussen weduwe Rost van Tonningen en Greet Hofmans”) krijgen wegens opvallende uitspraken en/of beleidsvoorstellen nog wat extra aandacht toebedeeld.
Dit geldt ook voor Caroline van der Plas, van wie Jansen een aantal opzienbarende quotes heeft verzameld op een A4’tje. Het publiek bepaalt door te roepen wanneer hij ze zal voorlezen.
Verder houdt Jansen een vurig pleidooi voor de meerwaarde van een oprecht gesprek met andersdenkenden.
Beste grappen: „Er zijn mensen die denken dat satire altijd links is, totdat RTL meer betaalt.”
En: „Als god had gewild dat we haver zouden melken dan had hij er wel uiers aan gemaakt.”
Conclusie: Een weinig memorabele oudejaarsconference. Jansens mening over het Nederlandse kabinet is uitgesproken, maar veel grapjes over kabinetsleden zijn nogal voorspelbaar. Jansen doet goedbedoelde pogingen tot een gesprek met de zaal, maar dat wordt niet zo interessant. De twee ritmische gedichten die hij bevlogen voordraagt, treffen wel doel. (JB)
Diverse cabaretiers: ‘Vrouwejaars’
Motto: „We hebben geen asielcrisis, maar een zielcrisis.”
Onderwerpen: Noodpakketten, André Hazes, de wolf, Dick Schoof, Kamala Harris, Marjolein ‘ik ben beleid’ Faber, Navalny, Gaza.
Uitwerking: Presentatoren Yora Rienstra en Teddy Tops verwelkomen zes acts: allemaal vrouwen, dat is het concept. Ze vragen het publiek wat ze achter willen laten in 2024: „Eenpersoonstent”, „suiker”, „burgerlijkheid”, „gevoel van machteloosheid”.
Veel vrouwen, veel vormen: Kiki Schippers bezingt mislukkingen van 2024, Asmae Amaddou en Sandy Bosmans presenteren spoken word. Amaddou schetst in een verpletterend gedicht het leven in Gaza. Katinka Poldermans neemt het publiek mee door een ‘beslisboom’, die hilarisch is.
Janneke de Bijl en Vera van Zelm leveren geslaagde mini-oudejaarsconferences. Van Zelm over meer vrouwen in de politiek: zo had ze het niet bedoeld. Ze persifleert de Instagramfilmpjes van Dilan Yesilgöz, die daarin haar „inhoud” verkoopt: „Ik houd van Dolly Parton, dit is mijn lievelingstas, een pogrom mag nooit meer voorkomen.”
Beste grap: Janneke de Bijl: „Doordat steeds meer vrouwen hun oogleden laten liften lijk ik steeds meer moe. Terwijl: ik ben niet moe, ik ben 42.”
Conclusie: Bij de Vrouwejaars gebeurt in korte tijd heel veel. Als je één boodschap meeneemt, is het: 2024 was niet best, maar 2025 zal slechter worden. De positieve noot komt van Janneke de Bijl, die oproept het tijdschrift Vriendin ter hand te nemen, vanwege de geruststellende factor. In 2025 is iedereen gebaat bij een vraag als ‘Hoe vol mag die wasmachine nou echt?’ en bij ‘Kruidenboter 2.0’. (HH)
Vincent Bijlo: ‘Winterkriebels’
Motto: „Het echte cellentekort zit tussen de oren van het kabinet.”
Onderwerpen: Het nieuwe radicaal-rechtse kabinet. De twijfel van Pieter Omtzigt. Yesilgöz. Wilders. Premier Schoof. Navo-chef Rutte. Asielzoekers. Politiek in 1974. Elon Musk. Donald Trump. AI. De paus. Informateur Ronald Plasterk. Lentekriebels. Nepnieuws. Biodiversiteit.
Uitwerking: Bijlo is een gedreven, soms iets te haastige verteller, die het jaar uitgebreid en tot in detail doorneemt. Daarbij veer je op bij de aforismen waar hij mee strooit: „We zijn veel te tolerant geworden voor intolerantie”; „Nepnieuws is het nieuwe opium van het volk”; „Trollen zijn de bedwantsen van het internet”, „Schoof is de portier van het theater die per ongeluk op het toneel terecht komt”.
Opmerkelijk is dat de driekoppige band en zangeres Mariska Reijmerink tussendoor op muziek gezette gedichten opvoeren. Mooi, maar niet erg ‘oudejaars’.
Beste grap: Met zijn muzikanten doet Bijlo een gymnastiekoefening, die hij ‘Nederland in Beweging’ noemt, met kleine stapjes in alle richtingen. Een extra stapje naar rechts is „Radicaal!”, en twee extra stapjes naar rechts is „Extreem!”
Conclusie: Een klassieke oudejaars die je meevoert langs alle spraakmakende gebeurtenissen van het jaar. Bijlo is een prettige gids die met onverholen spot beziet hoe Nederland verandert en hoe het rechtse denken de overhand heeft gekregen. Dat baart hem zorgen, maar uiteindelijk maant hij zichzelf en het publiek om hoop te houden. Hoop is het enige houvast. „Hoop is zij aan zij. Hoop is wij”, luidt het refrein van zijn slotlied. Het publiek in Den Hoorn haakte enthousiast in. (RR)
Freek de Jonge: ‘Vrede op aarde’
Motto: „Geef ons vrede op aarde.”
Onderwerpen: Het nieuwe kabinet. Pieter Omtzigt. Geert Wilders. Premier Schoof. Faber. Asielbeleid. Het bejaardenhuis. AI. Dorp versus stad. Daklozen. Verkeer. De vleesindustrie. Het onbegrip tussen jong en oud. Gaza.
Uitwerking:Vrede op aarde is deels een actuele, politieke show, met krachtige uithalen aan politici. Freek de Jonge ziet de twijfel van „tragische held” Omtzigt en de hoogmoed van de „meelijkwekkende mens” Wilders. Oprecht boos is hij op de politici die minister Sigrid Kaag voor „heks” uitmaakten.
Een andere lijn in het programma zijn wandelingen door zijn dorp en door Utrecht, die hem een kapstok bieden voor allerhande geestige observaties, associatieve zijpaden en rake speldenprikken over de huidige tijd. Hij signaleert onder meer de grote haast van pakjesbezorgers, het grootschalig doden van dieren en de „omgrijzing” in het land.
Beste grap: Een lange anekdote aan het einde van het programma blijkt uiteindelijk een metafoor voor de eenzaamheid van Dick Schoof.
Conclusie: Terugkerende vraag bij Freek is: „Waar zijn we in beland?” Hoe werd iemand als Martin Bosma in godsnaam voorzitter van de Tweede Kamer? Keer op keer giert zijn stem op karakteristieke wijze de hoogte in om de gekte in het land te illustreren. Zijn beweeglijke spel en zijn zingende manier van spreken zijn een belangrijke factor in dit bruisende optreden. Elke blik en elke klemtoon drukt zijn ongeloof en verbijstering uit. (RR)
Jan Beuving: ‘2025-1’
Motto: „De enige weg uit deze tijd is het contact met de ander.”
Onderwerpen: Het nieuwe kabinet. Zwart-witdenken. Oorlogen. Polarisatie. Het onbegrip tussen jong en oud. Racisme. Aleksej Navalny. Theo Nijland. George Groot. De dalende acceptatie van homoseksualiteit. Afnemende biodiversiteit. De naaktslak.
Uitwerking: Beuving hanteert een moordend tempo, met in elke zin wel een gedachte of grap. Via originele zijwegen komt hij uit op de grote thema’s van het jaar. Een lied over zijn zoon die elf wordt en zijn eerste smartphone krijgt, reflecteert op het „gif” dat sociale media kunnen zijn. De politieagent die aan de livestreamende Darren Watkins vraagt Who are you?, omdat de immens populaire YouTuber een gillende menigte op de been brengt, leidt hem tot de overweging dat de grootste kloof in de samenleving die tussen jong en oud is.
Het onbevatbaar leed in oorlogen bespreekt hij kort in een gitzwart, sarcastisch blokje dat hard aankomt: Gaza, Syrië, Jemen, Oekraïne en „Over de Oeigoeren hoorden we dit jaar niks. Geen bericht, goed bericht.”
Zijn rijmende liedjes zijn ontroerende of stekelige, maar steeds taalkunstige vlechtwerken, welluidend gezongen, en van opwindende muziek voorzien door Tom Dicke op piano en Izak Boom op snaren en accordeon. Een paar keer kruipt hij ook verrassend in de huid van een ander personage, voor een ander perspectief. In een terugkerend verhaal verpakt hij zijn geïnternaliseerd racisme, de „poep” in zijn hoofd.
Beste grap: „Tijd voor een ode aan een cabaret-collega die ermee gestopt is dit jaar. Hij heeft tientallen jaar getoerd, prachtige programma’s gemaakt, iconische liedjes geschreven. Hij werd dit voorjaar 70 en hij vond het mooi geweest. Ik heb het natuurlijk over Theo Nijland.”
Conclusie: Beuving geeft een vlekkeloze demonstratie, in vele voorbeelden, hoe genuanceerd denken eruit kan zien, wat een tweede kans is en hoe je dan vrede en vergeving zou kunnen bereiken. Niet prekerig, maar beeldend. Niet racisme van anderen afkeuren, maar je eigen verkeerde gedachten blootleggen. Boos zijn op van alles, en dan nuanceren. Zijn conclusie: „Ik wil ergens voor staan, maar het lukt me niet om te kiezen. Want alles heeft voortdurend twee kanten.”
Dat alles in een programma dat loeistrak gecomponeerd is en overdadig gevuld met sterke grappen en rake gedachten. Beter was Beuving nooit. Hij maakt niet alleen een zinderende oudejaars, maar op de valreep ook een van de beste cabaretvoorstellingen van het jaar. (RR)