Column | Rusland saboteert continu de Europese democratie. Hoe lang blijft de EU de andere kant op kijken?

Het wordt steeds duidelijker wie op 24 november heeft geprobeerd om via Tiktok de eerste ronde van de Roemeense presidentsverkiezingen te manipuleren: Rusland. Uit documenten van de geheime dienst, vrijgegeven door de zittende president, blijkt dat zonneklaar. Influencers werden betaald om massaal de extreemrechtse, pro-Russische kandidaat Calin Georgescu op TikTok te promoten. De campagne van Georgescu, die op 5 november amper 1 procent scoorde in de peilingen en drie weken later 22,94 procent van de stemmen kreeg, werd mede gefinancierd door een TikTok-account van de directeur van een internetbedrijfje in de Karpaten dat links en rechts – via Zuid-Afrikaanse platforms – grote sommen geld heeft uitgedeeld.

TikTok werd die dag overspoeld met Georgescu-clips, verspreid door 25.000 accounts die plotseling actief werden. Daarbij werd geen politieke partij vermeld, waardoor wetten voor politieke reclame werden omzeild. Door slimme hashtags kregen die clips maximale verspreiding. Rond 24 november werden er tienduizenden cyberaanvallen uitgevoerd op Roemeense digitale systemen, vanuit 33 landen. Anoniem natuurlijk. Maar ze waren te herleiden tot criminele platforms in Rusland.

Dit is een keiharde aanval op een Europese democratie. De vraag is hoe lang Europese regeringen de andere kant op blijven kijken. Het wordt hoog tijd dat politici in Nederland en andere Europese landen ophouden met mooi weer spelen, en burgers duidelijk maken dat Rusland een hybride oorlog tegen Europa voert. Het leven in het welvarende, aangeharkte Europa is nog altijd goed. De vraag is hoe lang nog. Dit kan zo van de rails lopen. Rusland, waarschuwt het rapport, spant extreemrechtse Europese politici en criminelen voor zijn kar: „Rusland heeft het internet overspoeld met verhalen die verdeeldheid zaaien, ten gunste van mensen en politieke groeperingen die de mening van het Kremlin delen (extremisten, nationalisten, populisten, anti-systeempolitici, enz).”

Dit najaar heeft Rusland in Moldavië geprobeerd een referendum en presidentsverkiezingen te saboteren. Daarbij zijn kennelijk actieplannen gevonden om meer Europese democratieën lam te leggen. Afgelopen maanden heeft het ook diverse sabotage-acties uitgevoerd op Europese infrastructuur. De Oostenrijkse krant Der Standard zette onder de kop ‘Moskou’s sabotage-oorlog in Europa’ de zestien belangrijkste in 2024 op een rij. Een greep: ontploffende pakjes in een Duits DHL-distributiecentrum, geplande aanslag op de directeur van technologiegroep Rheinmetall, brandaanslag op een Pools winkelcentrum, doorgesneden datakabels tussen Zweden en Litouwen en tussen Finland en Duitsland, beschadiging van internetkabels in Frankrijk, vergiftigd water bij een NAVO-basis in Duitsland, ronselen van saboteurs via Telegram in heel Europa, hacking van politieke partijen waaronder de Duitse CDU. Nogmaals, dit is het topje van de ijsberg. Veiligheidsdiensten weten ongetwijfeld meer. Maar burgers zijn niet dom. Ze hebben vragen. Wie zat er bij voorbeeld achter de mysterieuze inbraken in Finse watertorens en, onlangs, in Zweedse waterzuiveringsinstallaties? En vooral: hoe voorkomen we dat dit uit de hand loopt?

Politici doen hier niets mee. Ze kachelen rond in achterhoedegevechten over woke en over illusoire grenscontroles. Maar het grotere verhaal vertellen ze niet. Tijdens een tweedaagse conferentie, vorige week in Valle d’Aosta, wijdde de Franse denktank Le Grand Continent daar een debat aan. De Canadese historicus Ian Garner, die in Warschau werkt, constateerde: „Rusland vertelt zijn verhaal veel beter dan wij in Europa. Het ramt het erin, elke dag: het Westen valt ons aan, we vechten om te overleven. Daar klopt niets van. Maar de spin is sterk. Wij hebben dringend ook een verhaal nodig. Een Europees verhaal.”

Hij heeft gelijk. Zelfs NAVO-baas Mark Rutte, in een vorig leven nog kampioen struisvogelen, viel hem donderdag bij: „Het is tijd om ons geestelijk op oorlog voor te bereiden.” Europa moet zijn democratie en zijn openbare voorzieningen verdedigen. Dat kan alleen als politici en bestuurders een realistisch beeld van de situatie schetsen en het publieke debat aangaan over nationale en Europese beleidsprioriteiten voor komende jaren. Als ze willen dat burgers waakzaam zijn en niet blijven ronddwalen in samenzweringstheorietjes („Wij lokken Rusland uit”), moeten ze in beweging komen. En eindelijk hun verantwoordelijkheid nemen.