N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Filmprijzen De thriller As Bestas neemt het waargebeurde verhaal van de moord op een Nederlandse bioboer als uitgangspunt. Het viel zaterdag in de prijzen.
Het plattelandsdrama As Bestas is in Sevilla de grote winnaar geworden van de Goya’s, de belangrijkste Spaanse filmprijzen. De thriller van regisseur Rodrigo Sorogoyen won in totaal negen prijzen, waaronder die voor beste film, beste regisseur, beste montage, beste cinematografie, en beste originele scenario. De speelfilm neemt het waargebeurde verhaal van de moord op een Nederlandse bioboer als uitgangspunt.
In 2010 verdween de tot Nederlander genaturaliseerde Duitser Martin Verfondern bij het Galicische gehucht Santoalla, in het noordwesten van Spanje. Pas jaren later werd zijn lichaam bij toeval aangetroffen. Verfondern zou na een hoogoplopend conflict over de opbrengsten van de houtkap bij het dorp zijn doodgeschoten door de zoon van de buurman. As Bestas vertelt een gelijkaardig verhaal, alleen gaat het om een Frans echtpaar en is de komst van een windmolenpark bron van het burenconflict.
In de film raakt hoofdrolspeler Antoine met zijn vrouw Olga, die samen biologische tomaten verbouwen voor de plaatselijke markt, na zijn verhuis verwikkeld in een grimmige burenruzie. Hun buren, twee veeboeren kunnen niet verkroppen dat Antoine tegen de komst van lucratieve windmolens heeft gestemd. De intimiderende pesterijen escaleren steeds verder en leiden uiteindelijk tot Antoines dood.
Ook individueel werd As Bestas tijdens de Goya’s bekroond. Naast de Franse acteur Denis Ménochet, die beste hoofdrolspeler won, kreeg zijn Spaanse collega Luis Zahera de award voor beste mannelijke bijrol. De film trok al ruim 700.000 toeschouwers en werd in mei al goed ontvangen op het Filmfestival van Cannes, waar het buiten competitie werd gepresenteerd. In 2016 was de verdwijning van de Nederlandse boer al onderwerp van de documentaire Santoalla, die te bewonderen was op het International Documentary Filmfestival Amsterdam (IDFA).
Honderden demonstranten hebben vrijdag het lokale parlementsgebouw van de noordwestelijke Georgische regio Abchazië bestormd. Dat melden internationale persbureaus. In het gebouw werd gestemd over een wet die Russen zou toestaan vastgoed te kopen in de regio. Door de onrust zei de president van het door Rusland bezette Abchazië, Aslan Bzhania, vrijdag dat hij de wet gaat intrekken.
De demonstranten gooiden stenen en eieren naar het parlementsgebouw, dat staat in de regionale hoofdstad Soechoemi. Een vrachtwagen reed hard tegen een hek. De politie gebruikte traangas en wist de demonstranten buiten te houden, schrijven de persbureaus, maar beelden op sociale media suggereren dat de demonstranten wel degelijk het gebouw binnen zijn gegaan.
De mensen die protesteren tegen de voorgestelde wet, zijn vooral bang dat zij zelf de markt uit worden gewerkt door rijke Russische vastgoedinvesteerders. En dat de wet de Russen nog meer macht gaat geven in de separatistische regio, die zo’n 245.000 inwoners telt. Na een oorlog verloor Georgië het grootste deel van Abchazië in 1993.
In dat jaar sloot de regio zich aan het verband van voormalige Sovjetstaten. Het resterende deel raakte het land in 2008 kwijt door de Russisch-Georgische oorlog. Voor Rusland is Abchazië een onafhankelijke republiek. Volgens een groot deel van de internationale gemeenschap is het een autonome republiek binnen het territorium van de staat Georgië.
Lees ook
‘Poetin is een slang. Als ik hem zie, krab ik zijn ogen uit’
Een vuurstraal daalt neer op het bos en maakt korte metten met iedereen die zich tussen de bomen verschuilt.
Het is geen drakenscène uit Game of Thrones, maar een vloeibaar thermiet spuwende drone die Oekraïense strijdkrachten inzetten tegen het Russische leger. Het filmpje circuleert sinds september op sociale media en past in een lange reeks frontvideo’s van drones die soldaten en militaire voertuigen uitschakelen met explosieven vanuit de lucht. Dood en verderf, verpakt in hardrock en snedige teksten: dat is oorlogspropaganda in de 21ste eeuw.
Huiveringwekkend. Vooral de wetenschap dat dit soort drones, in elkaar geknutseld met 3D-printers en huis-tuin-en-keukentechniek, niet alleen aan het front kunnen vliegen. De ingrediënten zijn overal te koop en de killer drones zijn net zo makkelijk in te zetten voor terroristische aanslagen, op plekken waar geen oorlog woedt. Wat kun je daartegen doen?
Luitenant-kolonel Arjen Nijkamp moest even slikken toen hij de vliegende vlammenwerper zag. Daar helpt geen kippengaas tegen – dat materiaal spannen Russische soldaten boven de loopgraven om drones af te weren.
‘Head Joint Nucleus C-UAS’ staat op zijn visitekaartje: counter-uncrewed aircraft systems, drones dus. Het counter-drone peloton telt tientallen specialisten die vallen onder het Grondgebonden Luchtverdedigingscommando ,
Regelmatig worden zij door de politie ingeschakeld om te assisteren bij de beveiliging van grote evenementen – potentiële plekken voor aanslagen. Denk aan de intocht van Sinterklaas, Koningsdag, de Nationale Dodenherdenking op de Dam of de NAVO-top in Den Haag. Nijkamp: „Vroeger waren we bang voor een man in een vrachtwagen. Het gevaar komt nu ook van boven. Je moet denken in drie dimensies.”
Hightech hondenkennel
Het counterdrone-testcentrum zit in een voormalige hondenkennel op een kazerne in de Peel. Hier hebben ze toestemming om met hightech wapens te experimenteren om droneaanvallen af te weren. Eigenlijk is vliegen met drones in de buurt van een vliegveld verboden, maar voor Nijkamp is een telefoontje naar luchtmachtbasis Volkel, om de hoek, genoeg.
Naderende drones zie je aankomen met detectiecamera’s, radars of met microfoons die het zoemende geluid opvangen – detectie is vaak een combinatie van die methoden. De mobiele radars van het Nederlandse bedrijf Robin Radar, ooit ontwikkeld door TNO om vogels te herkennen, kunnen de kleinste drones waarnemen. Defensie doneerde onlangs nog 51 van deze systemen aan Oekraïne.
Om drones uit te schakelen hoef je ze niet per se neer te schieten. ‘Jammen’ met stoorzenders is een gangbare strategie. De draagbare stoorzenders kun je enigszins nauwkeurig richten en hebben een reikwijdte van ongeveer twee kilometer. Ze drukken het controlesignaal van de dronepiloot weg met een krachtiger signaal, op de wifi-frequenties. Dan krijgt de drone geen instructies meer, blijft stil hangen of keert terug naar de thuisbasis.
De andere optie is verstoring van het GPS-signaal, maar dat is gevaarlijk in gebieden waar luchtvaartverkeer is.
Drones hacken kan ook: je verstoort dan de geplande route en dwingt de drone te landen op een veilige plek. Hacken is lastiger nu de drones hun datacommunicatie versleutelen. Volgens de wet is het bovendien computervredebreuk, dus niet toegestaan. Maar dat is je laatste zorg als er een drone met een granaat op je afkomt. Moderne drones zijn al ‘storingsproof’: als het signaal verstoord wordt, navigeren ze verder op basis van beeldherkenning of gebruiken lidar, een combinatie van radar en laser die in het donker werkt. Zo vinden ze zelf hun doel, in een tevoren aangegeven gebied. Kunstmatige intelligentie doet de rest.
Paraplu
Nijkamp gaat voor in het magazijn van de voormalige hondenkennel, daar ligt materiaal waar de C-UAS-unit mee oefent. De meeste antidrone-apparatuur is mobiel; ze past ook op het dak van een gebouw, om tijdens de Dodenherdenking een beschermende ‘paraplu’ boven de menigte op De Dam te creëren. Die keer dat het C-UAS-team ingreep, ging het om iemand die de regels overtrad, maar geen kwaad in de zin had.
Als storen niet werkt, dan zijn de tragere drones te ‘pakken’ door een vangnet af te schieten met een andere drone, zoals de Dronecatcher van het Nederlandse Delft Dynamics. Neerschieten met kogels is lastig – zeker bij de nieuwste generatie FPV-drones (first person view); die halen 300 kilometer per uur, sneller dan een racewagen.
De filmpjes uit Oekraïne openden bij het grote publiek de ogen voor gevaar uit de lucht en antidronemaatregelen hebben in Europa hoge prioriteit. De EU benadrukt tegelijkertijd hoe nuttig drones kunnen zijn, bijvoorbeeld voor snel hulptransport met medicijnen en medische hulpmiddelen – niet alleen voor makelaarsvideo’s.
Maar bij evenementen moeten ze wegblijven. De Franse politie haalde tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Parijs vijftig drones uit de lucht. „Die detectie is nog niet waterdicht. Je zit er eigenlijk op te wachten dat het een keertje mis gaat”, zegt Wiebe de Jager.
Hij is een ervaren dronepiloot en houdt op dronewatch.nl het nieuws bij – ook dat over de snelgroeiende anti-dronemarkt. Er is strenge regulering voor waar en hoe je met drones mag vliegen, en waar je je moet registreren. Regels beschermen echter niet tegen terreuraanslagen.
Zijn eerste drone kocht De Jager tien jaar geleden: een DJI Phantom 2 Vision Plus. Hij betaalde destijds 1.100 euro voor een drone van anderhalve kilo waar hij een kwartiertje mee kon vliegen. Tegenwoordig heb je voor de helft een drone die zes keer lichter is en drie keer zo lang vliegt, met een veel betere camera en sensoren om botsingen te mijden. „De dronetechniek gaat knetterhard en is bijna niet te reguleren.”
If it flies…
De politie organiseerde in het verleden droneclashes, wedstrijdjes om te oefenen tegen goede dronevliegers. In de militaire wereld is het allang geen spelletje meer. Het front verandert in Star Wars. Drones die vechten tegen drones, of je schiet ze met lasers uit de lucht, zoals Israëls Iron Beam, die met 100 kilowatt vermogen een euromunt op tien kilometer afstand kan raken. Het kost alleen stroom, geen kogels.
Over vijf jaar hebben we dat ook in Nederland, denkt luitenant-kolonel Nijkamp. Het past ook in zijn ‘toolbox’ maar is niet het meest handige wapen voor inzet in Nederland: schiet je een drone uit de lucht boven een menigte, dan raken er toch mensen gewond.
Een andere variant is high power microwave, een elektromagnetische golf die een onzichtbare mokerslag uitdeelt aan de elektrische motors in een drone. Je mept er in één keer een zwerm drones mee uit de lucht. Zoals leverancier Epirus zegt: „If it flies, it dies.”
Dat is een oude slogan uit het Amerikaanse leger, zegt Nijkamp. „In dit dronetijdperk moet je het aanpassen. If it flies, you die.”
De coalitie van de linkse Sri Lankaanse president Anura Kumara Dissanayake, die afgelopen september de verkiezingen in zijn land won, heeft vrijdag ook een meerderheid in het nationale parlement gewonnen. Dat meldt de Sri Lankaanse verkiezingscommissie. Dissanayake’s marxistische National People’s Power (NPP)-coalitie won 159 zetels, een tweederdemeerderheid in het parlement van in totaal 225 zetels.
Hiermee heeft Dissanayake een groot mandaat verkregen als president, en pakt zijn beslissing om direct na zijn eigen uitverkiezing in september van dit jaar parlementsverkiezingen uit te schrijven goed voor hem uit. In het vorige parlement had Dissanayakes partij, de communistische Janatha Vimukthi Peramuna (JVP), maar drie zetels.
Onderhandelen met het IMF
Nu er zoveel NPP-leden in het parlement komen, zien Sri Lankanen ook niet meer „dezelfde gezichten” in de politiek tegen wie Dissanayake zelf campagne voerde.
Dissanayake (55) zit al lange tijd in het parlement en voert een linkse politiek. Hij verwijt de oude garde van de Sri Lankaanse politiek dat die corrupt is, en geeft die partijen de schuld van de inflatie en de hoge prijzen voor voedsel en brandstof. Twee jaar geleden, in 2022, leidden die problemen tot grote protesten en het gedwongen vertrek van president Gotabaya Rajapaksa.
Diens opvolger en vanouds politieke tegenstrever – maar evenzeer onderdeel van de elite van het land – Ranil Wickremesinghe bracht strenge hervormingen, belastingverhogingen en andere bezuinigingen om de financiën van het land op orde te brengen. Volgens Dissanayake werd daarmee de bevolking van het land opnieuw de dupe van de politici.
Hij won de presidentsverkiezingen in september met onder meer de campagnebelofte dat hij opnieuw zou onderhandelen met het Internationaal Monetair Fonds voor betere voorwaarden voor een financieel herstelpakket. Met zijn kersverse parlementaire meerderheid kan voor zo’n procedure worden ingestemd. Hetzelfde zou gelden voor het ontmantelen van de verregaande presidentiële bevoegdheden – die volgens hem bijdragen aan corruptie, machtsmisbruik en vriendjespolitiek – waartegen Dissanayake ageerde toen hij nog in de oppositie zat.