Opinie | Het beste cadeau: de muziek delen

Terwijl de wereld om mij heen verandert transformeert mijn decembergevoel in ongemak en ik besluit tenminste geen Sinterklaas te vieren, want is de overvloed van de kerstmaand nog van deze tijd? Na een gezellige avond met mijn min of meer alleenstaande vrienden kwamen we gezamenlijk tot het besluit 5 december dit jaar niet te vieren. Uit protest tegen verkwisting en weggegooid geld. Tenslotte is het een dag als alle andere. Hoogstens een attentie voor elkaar, maar het hoeft niet.

Een paar dagen later zwicht ik, mijn drang naar gezelligheid speelt me parten en ik koop alsnog kleine cadeautjes voor ze die ik van plan ben voordien persoonlijk te bezorgen. Een attentie, meer niet.

Om de verspilling tegen te gaan maar misschien ook om mijn schuldgevoel af te kopen, besluit ik de sinterklaascadeautjes in kranten en oud muziekpapier (vooral kopieën van gespeelde orkestpartijen) te verpakken. Wat heb ik een pret als ik op een novemberavond zelfgenoegzaam plaatsneem achter een grote tafel met al die cadeautjes om me heen: de jolijt kan beginnen!

Maar ver kom ik niet. Tussen de verspreide cadeaus en sierlinten valt mijn oog op een krantenartikel over zingeving en geluk van Lodewijk Dros, die de Amerikaanse hoogleraar sociale psychologie Roy Baumeister citeert. Met het lezen van het artikel slinkt mijn voorpret. Want hoeveel geluk schuilt er in de zoveelste Happy Socks, grappige kerstsjaal van de HEMA of ouderwetse cd met Enigmavariaties van Edward Elgar? Ben ik zelfzuchtig als ik cadeautjes geef die mijzelf meer plezier bezorgen dan de geschonken cadeaus? Volgens Baumeister is geluk eigenbaat. Onzeker weeg ik de cd die ik in een opwelling na een bijzondere dag gekocht heb, in mijn handen. Ongemak en lichte schaamte vechten tegen mijn missie om te pas en te onpas mensen met muziek gelukkiger maken en ik denk aan een week terug.

Altvioolmaatjes

Het was een spontaan, door onze contrabassist Wilmar de Visser bedacht orkestproject: wij, het Radio Filharmonisch Orkest, repeteerden één dag bij uitzondering samen met amateurs. Zonder precies te weten wat het inhield, meldde ik me aan om mee te spelen.

Op een woensdagochtend hingen in de studio al overal kerstlichtjes. Iedereen was deze ochtend enthousiast, bekende en onbekende musici druppelden samen met hun instrumenten binnen en beklommen het podium. Op de lege stoel naast mij schoof een oudere man met een altviool onder zijn arm aan. Al snel vertelde hij dagelijks computers te repareren maar sinds zijn kinderen het huis uit waren, maakte hij weer tijd voor muziek. Hoeveel hij ook viool speelde, altviool had zijn voorkeur.

We keken nu samen naar het wonderlijke orkest waar klarinetten of saxofoons tussen de strijkers van geluk straalden. De blazerssectie zag er ook uitgedijd uit met acht fagotten en tien fluiten plus enkele andere instrumenten extra. Zelfs de koperblazers waren verdubbeld en toen ik Ab Nieuwdorp achter zijn tuba zag glunderen, begreep ik dat we live aan zijn NPO Klassiek-radioprogramma De Klassieken deelnamen.

Dirigent Leonard Evers stond al met zijn dirigeerstokje te zwaaien. We begonnen het thema van de Enigmavariaties van Edward Elgar te spelen. Het was wennen maar het samenspel ging boven verwachting goed. Zodra ik op de altviool begon te strijken, schakelde zich zoals gewoonlijk het oordelend vermogen in, dat meestal goed samenwerkt met het controlecentrum. Maar dus niet vandaag. Ik zocht met mijn stok naar de vertrouwde klankkleur, stoeide met mijn intonatie om aan het orkestgeluid te voldoen en raakte in verwarring omdat het me niet lukte. Wat ik gewend was werkte niet.

Toen mijn lessenaarmaatje ineens stopte met spelen, keek ik op en vloog uit de frase. Hij glimlachte. „Ik wist niet dat professionals ook fouten maken!” Eerder onzeker dan ontdaan begon ik met hem mee te grinniken, de sfeer tussen ons versoepelde. Hij vertelde onmiddellijk dat het zijn langgekoesterde droom was een keer met een „echt” orkest te mogen spelen. Zijn onbevangenheid verzachtte iets in mij.

Innerlijke controleur

Ineens herinnerde ik me dat Elgar het thema op een avond zo maar bedacht had. Moe na een hele dag lesgeven zat hij na het eten aan de vleugel en improviseerde. Pas toen zijn vrouw, gelokt door de mooie melodie, bij hem kwam zitten, begon hij hun vrienden in de muziek te portretteren. Zijn vrouw lachte om de grappige karaktertrekjes of om de blaffende hond die hij tussen de frasen naar muziek vertaalde. Later zou Elgar het stuk orkestreren met het doel publiek en zijn vrienden te vermaken.

Mijn vaste overtuiging dat je alles perfect moet spelen, had weinig met plezier te maken. Zodra ik de innerlijke controleur verdreven had, voelde ik me vrij om onbeschroomd te genieten. Hoe meer ik de eenvoud verwelkomde, hoe levendiger mijn speelplezier werd. De musici om mij heen glimlachten en we bewogen op het ritme van Elgars muziek die ons transformeerde tot een organisch geheel.

Toen Leonard Evers de muziek onderbrak en over het mysterie van de Enigmavariaties vertelde, dat tot vandaag een beetje onopgelost was, besefte ik dat het niet draaide om de noten van de Pathétique-sonate van Beethoven die in Elgars thema verborgen zouden zijn, maar om de onvoorwaardelijke liefde voor muziek van de amateurs tussen ons in alle eenvoud te delen met de vaardigheid en passie van ons, de musici van het orkest.

„Dat was het beste cadeau dat me ooit overkwam, wat een geniaal idee”, riep mijn altvioolbuurman naar links en rechts tijdens de gezamenlijke lunch na afloop, „voor herhaling vatbaar!”

Onmogelijk weerstaan

De bezieling van de ochtend en de ontmoeting in de muziek gonsde door mijn lijf. Toen ik later deze dag cadeautjes inkocht voor Sinterklaas, zag ik een cd met de Enigmavariaties van Elgar in een outlet van een tweedehands boekwinkel. Ik kon die onmogelijk weerstaan.

Het is laat geworden, mijn half ingepakte cadeautjes liggen nog steeds voor me, het artikel over geluk en zingeving heb ik uit. De herinnering aan de schoonheid van de dag vol Elgars muziek drukt op mijn „evolutionair-psychologische knoppen” – zoals Roy Baumeister dat zou noemen. Ik pak mijn telefoon en, tegen mijn besluit in om geen Sinterklaas te vieren, nodig ik alle vrienden die deze avond niet van plan waren het te vieren, uit voor een sfeervolle Sinterklaasavond.