Vorig jaar wereldwijd circa 50.000 vrouwen vermoord in intieme (familie-)sfeer

Afgelopen jaar zijn wereldwijd wederom tienduizenden vrouwen in de familiesfeer vermoord. Omgerekend doodden romantische partners en andere familieleden dagelijks met opzet 140 vrouwen. Dat blijkt uit een maandag gepubliceerd rapport van de Verenigde Naties (VN).

In 2023 werden bijna 85.000 vrouwen en meisjes met opzet gedood. In 60 procent van de gevallen (circa 51.100 vrouwen) was de dader een romantische partner of ander familielid. Een jaar eerder ging het naar schatting om 48.800 gevallen. De toename komt volgens de VN niet doordat moord op vrouwen vaker plaatsvindt, maar omdat er betere data over beschikbaar is.

Relatief gezien waren Afrikaanse vrouwen vorig jaar het vaakst slachtoffer van opzettelijk dodelijk geweld door partners of familieleden (bijna 3 slachtoffers per 100.000 Afrikanen). In Amerika en Oceanië ging het om respectievelijk 1,6 en 1,5 slachtoffers per 100.000 mensen. In Azië (0,8 per 100.000 Aziaten) en Europa (0,6 per 100.000 Europeanen) vond dergelijk geweld significant minder vaak plaats, stellen de onderzoekers. Tegelijkertijd roepen de onderzoekers op om terughoudend te zijn bij het trekken van conclusies over continentale verschillen, omdat de schattingen op basis van beperkte gegevens zijn gemaakt.


Lees ook

Moord is op z’n retour in Nederland, al lijkt het niet zo

Politieman doet in een woning nader onderzoek naar een moord  Foto  ANP /Rob Engelaar

Onheilspellende signalen

In een aantal gevallen kan femicide voorkomen worden, menen de onderzoekers. Uit Franse, Zuid-Afrikaanse en Colombiaanse data (over een langere periode) blijkt dat er van 22 tot 37 procent van de gedode vrouwen al meldingen bekend waren van fysieke, seksuele of psychologische mishandeling door toedoen van partners. De onderzoekers zien in onder meer contactverboden een oplossing.

Lang niet alle landen houden het aantal vrouwen dat wordt vermoord door romantische partners en andere familieleden goed bij. De VN-organisaties beschikten in 2020 over data uit 75 landen, maar in 2023 is dit aantal gehalveerd. Een nog kleinere groep landen rapporteert volgens de VN-richtlijnen, terwijl dit volgens de onderzoekers zou bijdragen aan het adresseren van de problematiek. Ondanks de gefragmenteerde data kunnen de onderzoekers naar eigen zeggen toch bovenstaande conclusies trekken.