Nauwkeurig hart van een geavanceerde atoomklok

Ieder scheikundig element heeft zijn eigen plek in het Periodiek Systeem. Ieder element heeft ook een bijzonder verhaal. Ook strontium.


Illustratie Lynne Brouwer

In 2010 vonden paleontologen een slagtand van een wolharige mammoet die ruim 17.000 jaar geleden in Alaska leefde. Een chemische analyse toonde bijna van week tot week waar dit dier, genaamd Kik, rondstruinde. Dankzij de strontium-isotopen in de slagtand.

Strontium is een zacht, zilverwit metaal dat in contact met lucht oxideert en geel kleurt. Het is erg reactief. De Ierse scheikundige Adair Crawford ontdekte het element eind achttiende eeuw in een mineraal dat opdook in een loodmijn bij het Schotse dorp Strontian. Het mineraal werd daarom strontianiet genoemd en het element strontium. Strontium is niet schaars. Bijna 0,04 procent van de aardkorst bestaat eruit – net iets meer dan zwavel.

Hoe verraadden strontium-istopen de levensloop van Kik? Dat heeft te maken met de verhouding tussen de stabiele isotopen strontium-87 en strontium-86 in de bodem, die per gebied verschilt. Die verhouding komt via het grondwater ook in oppervlaktewater, planten en dieren terecht. Omdat strontium chemisch gezien lijkt op calcium, wordt het in dieren opgenomen in botten en (slag)tanden.

De strontiumverhouding in de verschillende groeilagen van Kik’s slagtand konden de onderzoekers vergelijken met de verhouding op verschillende plekken in de bodem van Alaska. Zo konden ze per levensfase bepalen waar de mammoet was. Kik bleek in zijn 28 jaar durende leven maar liefst 70.000 kilometer te hebben afgelegd.

Op dezelfde manier kan ook de herkomst van andere dieren, gewassen en mensen bepaald worden. Bij mensen komt strontium terecht in het tandglazuur van kiezen die grofweg zich tussen het derde en zestiende levensjaar vormen. Zo kunnen archeologen aan de hand van de strontiumverhoudingen in kiezen achterhalen waar iemand opgroeide.

Strontium kreeg in de jaren vijftig een slechte naam door de kernproeven in die periode. Hierbij kan het radioactieve isotoop strontium-90 vrijkomen en als radioactieve stof neerdalen (fall-out). Als je dat binnenkrijgt kan deze radioactieve variant in je botten en tanden terecht komen. Dat vergroot de kans op leukemie en botkanker.

Glas van beeldbuistelevisies

Gecontroleerd gewonnen uit gebruikte splijtstofstaven van kernreactoren, kan strontium-90 ook gebruikt worden als energiebron. De radioactieve straling kan elektriciteit opwekken voor apparatuur op lastig bereikbare plekken, zoals boeien op zee of afgelegen weerstations.

Niet-radioactief strontium heeft ook enkele toepassingen. Het werd in het glas van beeldbuistelevisies verwerkt om schadelijke röntgenstraling die vrijkomt tegen te houden. Sommige soorten lichtgevende verf bevatten strontiumaluminaat. En als je dieprood vuurwerk ziet of flares die een voetbalstadion in rode rook hullen, dan kijk je waarschijnlijk naar strontiumcarbonaat of andere strontiumzouten.

Natuurkundigen werken aan atoomklokken met strontiumatomen. Atoomklokken meten de tijd door te kijken naar de ijzeren regelmaat waarmee atomen heen en weer springen tussen twee energieniveaus. De frequentie waarmee ze ‘tikken’ hangt af van de soort atomen. Klokken met strontiumatomen in plaats van de nu gangbare cesiumatomen, lopen pas na 15 miljard jaar een seconde uit de pas.