Ajax gaat fors saneren: bestuurlijke top ziet dat huidige bedrijfsmodel niet langer houdbaar is

Na jaren met financiële en organisatorische groei, gaat Ajax fors snijden in de organisatie. Door de slechte sportieve prestaties en mindere transferresultaten in de afgelopen jaren is de clubleiding gedwongen de operationele kosten omlaag te brengen. De verwachting is dat minimaal 20 procent van het personeelsbestand wordt geschrapt – er werken zo’n vijfhonderd mensen bij de club. De sanering raakt vrijwel alle afdelingen – van de jeugdopleiding en de scouting tot het eerste elftal en commerciële zaken. Dit zeggen Ajax-bestuurders tegen NRC.

In een reactie bevestigt een woordvoerder van Ajax donderdag dat de club kijkt naar manieren om „structureel kosten te besparen.” Maar het is „veel te voorbarig om in te gaan op vragen hierover”. Op 17 oktober is het personeel geïnformeerd over ophanden zijnde bezuinigingen, laat de woordvoerder weten, die verder „wil benadrukken dat de continuïteit van de organisatie, zelfs bij een scenario zonder Europees voetbal, voldoende is gewaarborgd”.

In opdracht van de raad van commissarissen stelde financieel directeur Susan Lenderink in de afgelopen maanden een herstelplan op. Volgens betrokkenen zijn per afdeling de bezuinigingsdoelstellingen inmiddels min of meer duidelijk, de precieze invulling wordt op dit moment uitgewerkt.

Het uitgangspunt is dat Ajax de komende jaren met een fundamenteel kleinere organisatie gaat werken. Mede door het sportieve én economische succes in de periode 2019-2022 is het personeelsbestand flink gegroeid. De afgelopen vijf jaar steeg het aantal fte met honderd naar 474 dit jaar.

„Nu moeten de toeters en bellen eraf”, zegt een bestuurder, die evenals andere betrokkenen spreekt op voorwaarde van anonimiteit. Er is nog geen duidelijk streefcijfer, maar bronnen gaan uit van een krimp naar 300 tot 350 voltijdsbanen.

Rode cijfers

Over het afgelopen boekjaar leed Ajax een relatief klein netto verlies van 9,8 miljoen euro op een omzet van 152 miljoen, bleek uit het in september gepubliceerde jaarverslag. Het mislopen van de lucratieve Champions League (twee jaar op rij) en twee dramatische transferzomers zijn belangrijke oorzaken voor de rode cijfers. Op het eerste oog leken de financiële resultaten mee te vallen, zeker afgezet tegen het robuuste eigen vermogen van 226 miljoen.

Maar het was vooral dankzij de inkomsten uit de transfers van onder anderen Jurriën Timber, Edson Álvarez en Mohammed Kudus dat Ajax een veel groter verlies kon afwenden – het operationele tekort bedroeg afgelopen jaar bijna 40 miljoen euro.

De clubleiding ziet dat dit bedrijfsmodel niet langer houdbaar is. De koers was de afgelopen jaren gericht op (internationale) expansie, een begroting die uitging van Champions League-deelname en waarde-ontwikkeling van talentvolle spelers die uiteindelijk voor tientallen miljoenen worden verkocht.

Door de uitspraak in de zaak van Lassana Diarra bestaan er binnen Ajax flinke zorgen over de toekom-stige winstgevendheid van de transfermarkt. Het Europees Hof van Justitie oordeelde in oktober dat transferregels van wereldvoetbalbond FIFA, die het spelers de facto onmogelijk maken hun contract op te zeggen, in strijd zijn met het vrije verkeer van werknemers en de vrije mededinging tussen clubs. Wat de precieze gevolgen zijn is nog niet duidelijk, maar zeker is dat het fundament onder het transfersysteem wankelt. Juist Ajax is als opleidingsclub sterk afhankelijk van de inkomsten uit transfers.

Bestuurders vragen zich daarom af of Ajax in de toekomst nog wel in staat is om spelers voor hoge bedragen te verkopen – transfersommen van 40 miljoen euro of meer waren tot voor kort gebruikelijk. En dat terwijl de liquiditeit in de markt vóór de Diarra-uitspraak al minder was. Afgelopen transferzomer gaven clubs wereldwijd 10 procent minder uit in vergelijking met een jaar eerder, berekende het Internationale Centrum voor Sportstudies in Zwitserland. De gevolgen daarvan werden gevoeld bij Ajax, dat moeilijk spelers wist te verkopen.

Die ontwikkelingen dwingen Ajax tot een meer „duurzame” en „rationale” strategie, zoals betrokkenen het noemen. Het salarisbudget – het salarishuis van de selectie – wordt aanzienlijk versoberd. Ajax betaalde zijn spelers afgelopen seizoen opgeteld ruim 62 miljoen euro, wat al 12,5 procent minder was dan het seizoen ervoor, maar nog altijd meer dan andere Nederlandse clubs. Het streven is om dit nog verder af te bouwen – richting 40 miljoen euro, zegt een ingewijde. De hoogte van het salarisbudget is in het profvoetbal een belangrijke indicator voor sportief succes.

Koerswijziging

De besparingsoperatie raakt het transferbeleid van technisch directeur Alex Kroes. Hij moet zich richten op ‘goedkopere’ spelers die bereid zijn voor lagere salarissen te tekenen, een koerswijziging die afgelopen zomer al is ingezet. Het is volgens een betrokkene uitgesloten dat Ajax in de komende jaren spelers van 15 miljoen euro of meer koopt.

Tegelijkertijd zal Kroes volgende zomer voor minimaal tientallen miljoenen spelers moeten verkopen om een zwaar financieel verlies af te wenden. Dat betekent dat het moeilijk wordt een goed bod op bijvoorbeeld de talentvolle Jorrel Hato (18) af te slaan – de verdediger heeft volgens transfermarkt.nl een marktwaarde van 30 miljoen.

Een probleem is dat diverse kernspelers, zoals Jordan Henderson (34) en Steven Berghuis (32), door hun relatief hoge leeftijd weinig restwaarde hebben. Extra complicerende factor is dat zij hoge salarissen hebben, die nog zijn afgesloten in de vette jaren.

Een relatief kleine afdeling als de scouting zal anders te werk moeten gaan om geld te besparen. Doel is om reizen slimmer te plannen, zodat scouts niet continu op pad zijn.

Om live-scouting (het ter plekke beoordelen van spelers) effectiever te maken, wordt in de voorbereiding meer gebruik gemaakt van video-scouting. Ook op commerciële afdelingen én in de jeugdopleiding moeten de kosten omlaag.

De geplande bezuinigingen verhogen de druk op de club die sportief weliswaar enigszins is opgekrabbeld, maar bestuurlijk nog altijd wankel is. Financieel directeur Lenderink kondigde onlangs haar vertrek aan per uiterlijk 1 maart, een beslissing die volgens ingewijden los staat van de besparingen. Commercieel directeur Menno Geelen is algemeen directeur ad interim sinds het ontslag dit voorjaar van Alex Kroes, vanwege een aandelenaffaire. Kroes keerde later terug als technisch directeur, maar zonder tekenbevoegdheid. Marijn Beuker, directeur voetbalzaken, is nog geen jaar in dienst van Ajax.

Gebrekkig toezicht

Op de achtergrond speelt bovendien een strijd tussen de raad van commissarissen (rvc) en de amateurvereniging Ajax, die met 73 procent van de aandelen grote invloed kan uitoefenen op de beursgenoteerde voetbalclub. De vereniging verweet de commissarissen de voorbije jaren onder meer gebrekkig toezicht op transferbeleid en financiën. Stemmingmakerij, vindt de rvc, het is juist het activisme van de vereniging dat de club zo moeilijk bestuurbaar maakt. Drie commissarissen maakten vorig voorjaar bekend op te stappen, terwijl ook oudgedienden Leo van Wijk en Michael van Praag, iets meer dan een jaar geleden ingevlogen om een vorige bestuurscrisis te beslechten, er genoeg van hebben.

Drie vervangers zijn inmiddels gevonden, zij worden in principe benoemd op de aandeelhoudersvergadering op 16 december. Over de opvolger van rvc-voorzitter Van Praag is niettemin gesteggel ontstaan. De vereniging schoof eerder Diederik Karsten, oud-topman van kabelbedrijf Liberty Global, naar voren als ideale kandidaat. Maar de commissarissen vinden hem ongeschikt. Hij zou niet de visionair zijn die Ajax kan helpen bij het ontwikkelen van een nieuwe bedrijfsstrategie in financieel zwaardere omstandigheden.