Bij alle grote zorgverzekeraars gaat de premie voor de basisverzekering volgend jaar omhoog. Net voor het verstrijken van de deadline maakten ook de ‘grote vier’ dinsdag tegen het eind van de avond hun premies voor 2025 bekend. De gemiddelde stijging is volgens vergelijkingssite Zorgwijzer 11 euro per maand.
Bij Zilveren Kruis gaat de meest gekozen premie 156,25 euro per maand kosten, een toename van 8,80 euro. Bij VGZ stijgt de basispremie met bijna 12 euro naar 157,30 euro. Iets hoger is de stijging bij CZ, met veertien euro naar bijna 160 euro. Bij Menzis betaal je straks 156,25 euro, een stijging van 9,50 euro.
Het kabinet kondigde de verhoging van de premies al aan in de Miljoenennota. Toen werd voorspeld dat de zorgpremie in 2025 met ongeveer 10 euro per maand zou stijgen. Hoewel enkele zorgverzekeraars met eigen middelen de stijging hebben kunnen dempen, is het gemiddelde bedrag dus hoger uitvallen.
Stijgende kosten
Verzekeraars wijzen, net als het kabinet eerder, naar de gestegen lonen en prijzen in de zorg. 12 november is jaarlijks de dag waarop zorgverzekeraars hun premies bekend moeten maken. In tegenstelling tot eerdere jaren werd tot het laatste moment gewacht met het openbaren van de premies voor het volgende jaar.
DSW maakte zoals gebruikelijk als eerste de premies bekend, bijna twee maanden geleden. Het maandbedrag daar gaat met 9,50 euro omhoog naar 158,50. DSW pleitte toen voor maatregelen om de zorg betaalbaar te houden, onder meer door marktwerking terug te dringen.
Ook Menzis grijpt de bekendmaking van de nieuwe premie aan om het kabinet op te roepen tot het maken van keuzes. De zorgverzekeraar verwacht dat de premies de komende jaren blijven stijgen, onder meer doordat steeds meer mensen zorg nodig hebben. Dit kan leiden tot langere wachtlijsten en overbelasting van medewerkers.
Het kabinet wil het eigen risico in 2027 verlagen van 385 naar 165 euro. De verwachting is dat de zorgpremie daarmee verder zal stijgen.
We hadden er eigenlijk niet meer op gerekend maar we hebben een nieuw Koningslied. Donderdagavond presenteerden de zangeressen Merol en Elmer hun ‘Prinses Pil’ in de talkshow Bar Laat (NPO1). Ze gingen gekleed in roze en hemelsblauwe prinsessenjurken. Merol had een laatmiddeleeuws kapsel met twee torentjes op het hoofd. Cornettes heten die, of Venetiaanse hoorns.
Het vorige Koningslied verscheen in 2013 te ere van de troonsbestijging van koning Willem-Alexander. De kreupele lyriek ervan verenigde het volk in diepe hoon. De strofe „De dag die je wist dat zou komen” werd een staande uitdrukking. Merol wilde in haar Koningslied niet zingen over de voormalige ‘prins Pils’ maar over zijn dochters. Volgens de zangeres willen die uit hun ingesnoerde prinsessenleven breken om flink „naar de getver” te gaan. Ze willen „niet wuiven naar het volk, maar snuiven met het volk’’. Ze verlangen naar nachten vol roeswaar, ze willen worden „gevingerd in een Dixie”.
Met de lyriek zit het dit keer wel goed. Op een bedje van feestelijke electronica zingt Merol: „Prinses Pil, ik wil pillen slikken/Kutkasteel kan mijn billen likken/ Papa laat me gaan”. Elmer rapt erachteraan: „Toet toet/ Daar gaat mijn koets/ Ik heb blauw bloed/ en een rare hoed/ En ik kauw goed/ op die pil in mijn snoet”. Op Koningsnacht treden de twee merels op in het Concertgebouw.
In Uitvlucht (NPO3) volgt Max Terpstra ook jongeren die willen vluchten uit hun levens door zich te verliezen in drank en drugs. Of games, porno, een eetstoornis. Terpstra’s eigen gokverslaving was onderwerp van de reeks Verslaafd aan verliezen. Wellicht geeft hem dat een goede ingang bij de vijf jongeren die hij een jaar lang volgt. Heel bijzonder is deze reeks niet, de verhalen van verslaafden zijn vaak verteld op tv.
Een rotjeugd, psychische problemen – ze hebben allemaal een goede reden om de roes te zoeken. De autistische Donovan is net jarig geweest, wat hem confronteerde met zijn vergooide leven: „Ik haat mijn verjaardag. Dan denk ik: ik ben weer een jaar nutteloos geweest.”
Jonge verzorgers
De jongeren in de mooie realityserie Zorgen (NPO3) volgen een pad wat juist aantoonbaar nuttig is: ze beginnen aan een opleiding tot verpleegkundige. Zestien, zeventien jaar zijn deze MBO-leerlingen. Erg jong. Heilige engelen die zichzelf opofferen zijn ze beslist niet. En dat voelt verfrissend. In het klaslokaal zijn ze lacherig, dwars, ruw. Ze kankeren bloemrijk op het vroege opstaan, op de stank, op de onveiligheid – oude mensen kunnen schelden, slaan, je bij de borsten grijpen. Ze gruwen vooral van het wassen van de „billen en piemels”. Je houdt je hart vast als deze kinderen worden losgelaten op onze broze ouderen en zieken.
Maar dan komt de metamorfose: zodra ze aan de stage beginnen, ontpoppen de meesten zich tot kordate verzorgers die met liefde en plezier met de patiënten omgaan. Vooral bij Keyssy is de metamorfose opvallend. Op haar veertiende verloor ze haar moeder, sindsdien moet ze voor zichzelf zorgen. Dat gaat niet makkelijk: „Wedstrijd verloren, Kevin vast, dit betalen, dat betalen”. Ze is blijven zitten wegens te veel spijbelen („Ik had wat thuissituaties”) en straalt in de lessen grote tegenzin uit. Maar als ze in het tehuis is, met haar haren los, lijkt ze iemand anders. Gezegend is degene die Keyssy aan haar bed vindt.
De lange afdaling, ik weet het wel, zo gaan we allemaal, maar het is toch confronterend om de blote vervallen lijven in beeld te zien. Daardoor wordt de weerzin van de jongeren wel invoelbaar. En dat ze van alles moeten overwinnen maakt hun werk des te bewonderenswaardig.
Corwin Winkelman kust zijn vrouw Ilona Hartensveld welterusten in de hal van het Amsterdam UMC. Zij neemt de lift naar de vijfde verdieping, vaatchirurgie. En hij wandelt door naar nefrologie in toren F. Ze zijn 29 jaar samen, vannacht slapen ze voor het eerst onder hetzelfde dak in een andere slaapkamer.
Morgen worden ze allebei geopereerd. Ze gingen er onbevangen in. Nonchalant bijna. Maar nu, in zijn eentje in het ziekenhuisbed, razen de emoties door zijn lijf. „Ik heb een engeltje op mijn schouder”, post hij op Facebook. Bij het bericht staat de Hello Kitty-kat afgebeeld in de vorm van een nier: Hello Kidney.
De volgende dag vergezelt Corwin zijn vrouw naar de operatiekamer. Na wat laatste onderzoeken trekt hij zelf ook een blauw operatieschort aan. Met ferme passen rijden ze hem naar de operatiezaal waar een medisch team van acht hem opwacht.
Auto-immuunziekte
Corwin Winkelman (56) is een van de 1,8 miljoen Nederlanders met chronische nierschade. Op het moment van de niertransplantatie, begin december 2022, werken zijn nieren nog maar voor 5 procent. Ze voeren hun taken, zoals afvalstoffen uit het bloed halen en de bloeddruk regelen, onvoldoende uit waardoor zijn lichaam zichzelf vergiftigt.
Zolang Corwin geen goed werkende nier heeft, moet hij dialyseren.Foto Selma van der Bijl
Nierschade is vaak het gevolg van diabetes of hoge bloeddruk. Bij Corwin raakten zijn nieren beschadigd door de ziekte van Berger, een auto-immuunziekte die hij al had, maar zeven jaar geleden na een flinke verkoudheid en een streptokokkeninfectie ‘wakker werd’. Daarna holde zijn nierfunctie achteruit.
Als Ilona Hartensveld (51) hoort dat haar man een nier nodig heeft, weet ze: die wil zij hem geven. En ze hebben geluk: Corwin en Ilona hebben dezelfde bloedgroep en hun weefseltype komt voldoende overeen om een transplantatiematch te zijn.
Ze plannen de operatie zorgvuldig: na de verbouwing van hun nieuwe huis en voordat de drukte bij hun bedrijf voor schoolfotografie begint. Het was ergens ook wel romantisch, samen in het ziekenhuis. Een operatie als ultieme bezegeling van hun liefde.
Spanning
Een week na de operatie heeft Corwin een buik als een ballon. De afvalstoffen hopen zich op. Hij kan niet eten, niet naar het toilet en slaapt nauwelijks. De artsen doen er alles aan om afstoting te voorkomen. Van een boost met prednison tot plasmaferese, waarbij het bloed wordt gefilterd zodat de antistoffen uit zijn bloed verdwijnen.
Op sociale media schrijft Corwin de spanning van zich af. Meerdere keren per dag, en vaak ook ’s nachts, post hij een update. Vrienden, familie, collega’s en onbekenden beginnen hem te volgen. Corwin krijgt veel berichtjes en likes. „Ik zat ín mijn telefoon”, zegt collega An Bosma. „Het was zo’n mooi verhaal, ik wilde zo graag dat het zou lukken.”
Corwin voor en na de tweede transplantatie.
Foto’s Selma van der Bijl
Twee weken na de operatie post hij: „Het avontuur is ten einde. Ik moet de manier waarop ik mijn leven kan leiden gaan heroverwegen. Maar eerst is het wachten tot dit kostbare cadeau uit mijn lichaam verwijderd kan worden.”
Een paar dagen later zit An aan zijn bed. Corwin is er zo slecht aan toe dat zelfs zijn familie nog niet langs is geweest, maar Ilona wil graag dat An zelf over haar plan vertelt. „Als er een tweede kans komt, wil ik je donor zijn”, zegt ze. Ze heeft het uitgebreid met haar partner besproken en is vastberaden: ze is gezond, haar dochters zijn volwassen. Dus waarom niet? „Het kan een mooi cadeau zijn aan mezelf als ik dat voor een ander kan doen.”
Zombie
In de maanden na de mislukte transplantatie is Corwin aangewezen op dialyse. Drie keer in de week gaat hij naar het ziekenhuis waar hij vier uur lang op een machine wordt aangesloten die de functie van de nieren overneemt. De rest van de dag ligt hij meestal doodmoe en misselijk op bed. Hij is 54, vader van een dochter van dertien, partner, vriend en ondernemer, hij loopt hard, drumt, en heeft sinds hij als kind lymfeklierkanker overleefde een gigantische levensdrang. Een half leven is voor hem geen leven.
Corwin koppelt ’s ochtends na de nachtdialyse af van de machine.Voor het eerst in jaren dat mag Corwin van zijn arts eindelijk weer in bad mag.Elke maand komen er eenMaandelijkse levering van ongeveer zo’n 40veertig dozen met in totaal ongeveer 450 kg aan vloeistoffen, opvangzakken en slangensets.
Een verpleegkundige raadt peritoneale dialyse aan, thuisdialyse waarbij het eigen buikvlies de afvalstoffen uit het bloed filtert en via een katheter afvoert. Het klinkt ideaal, maar tijdens het slapen kruipt de katheter omhoog waardoor de vloeistoftoevoer geblokkeerd raakt en de machine elk anderhalf uur een snerpend alarm laat horen. Corwin slaapt nauwelijks. Overdag voelt hij zich een zombie.
Het Amsterdam UMC laat weten dat een tweede transplantatie mogelijk is. Internist-nefroloog Neelke van der Weerd is daar zelfs groot voorstander van. Als die lukt, gaat zijn kwaliteit van leven omhoog, en zijn levensverwachting. Van de nierpatiënten die tussen de 45 en 65 jaar starten met dialyseren, overlijdt de helft binnen vijf jaar. „Dat is een slechtere prognose dan bij veel type kankers.”
Het probleem is het tekort aan donornieren. Sinds de wijziging van de donorwet in 2020, waardoor iedereen potentieel orgaandonor is, tenzij je anders aangeeft, daalde de wachttijd weliswaar licht, maar er staat nog altijd twee tot vier jaar voor, afhankelijk van iemands bloedgroep. Voor Corwin meer omdat hij bij de eerste transplantatie weefselantistoffen aanmaakte en nu als ‘immunologisch complex’ wordt gezien.
De wachtlijst waar Corwin op staat is voor een nier van een overleden persoon. Een nier van een levende donor gaat twee keer zo lang mee, maar een wachtlijst voor levende organen bestaat niet. Die moet je zelf vinden.
De drie potentiële donoren die zich spontaan bij Corwin en Ilona meldden, onder wie An, worden na onderzoek in het ziekenhuis niet geschikt bevonden. „Donoren moeten 100 procent gezond zijn, en in dat gezonde lijf gaan we snijden. Daar moet je goed over nadenken”, zegt Neelke van der Weerd. Toch ziet ze steeds vaker dat mensen een nier doneren. Vooral aan een partner, een broer of zus, maar er zijn ook vrienden, buren, mensen die elkaar kennen van voetbal of die op dezelfde markt werken. Van de 1.126 nieren die vorig jaar werden getransplanteerd kwam 43 procent van een levende donor, 60 procent daarvan had geen familieband.
Met de billen bloot
Corwin en Ilona zijn ondernemers. Vijf maanden na de mislukte transplantatie lanceren ze een website om op zoek te gaan naar een nier voor Corwin. „Ik wil nog niet dood, dus dan maar met de billen bloot”, zegt hij in een interview met Hilversums Nieuws. Hij kijkt intens in de camera. Ilona omhelst hem.
De oproep levert zeventien potentiële donoren op. Een ervan is Marjolein Blanken, de partner van collega An. Ze heeft Corwin één keer gezien op een bedrijfsfeestje. „Ik was enthousiast over het idee, dus toen An niet werd opgeroepen voor verder onderzoek, dacht ik: dan neem ik het stokje over.” Dat zij zelf ooit werd geboren met hulp van een spermadonor, speelt mee in de beslissing. „Ik weet van mijn biologische vader dat hij doneerde vanuit altruïsme. Ik vind het mooi om in zijn voetsporen te treden.”
Marjolein blijkt geschikt te zijn als nierdonor – alleen: ze is geen match met Corwin. Ze kunnen wel deelnemen aan het landelijke cross-overprogramma. Hierbij doneert de donor van een ander een nier aan Corwin en andersom. Vier keer per jaar zijn er matchingsrondes waarbij zeven transplantatieziekenhuizen hun koppels ‘inbrengen’ bij de Transplantatiestichting.
Anoniem
An (l), Marjolein (m) en Ilona (r) nadat Marjolein haar nier heeft gedoneerd. Rechts: Marjolein en Corwin,nadat beiden zijn geopereerd.
Foto’s Selma van der Bijl
Een halfjaar later heeft Van der Weerd de ‘gouden nier’ gevonden. Met z’n vieren gaan ze naar het ziekenhuis: Corwin, Ilona, Marjolein en An. Ze installeren zich in hun kamer en na de laatste onderzoeken lunchen ze samen in de kantine. Elders in het ziekenhuis doorloopt een ander koppel dezelfde procedure.
Bij een cross-overtransplantatie blijven de koppels vanwege hun privacy anoniem. Het is ook niet relevant volgens Corwin. Voor hem is Marjolein zijn donor. „Dankzij haar heb ik straks een nier. En een leven.” Geëmotioneerd schudt hij zijn hoofd. „Ik snap niet dat je dit voor mij doet.” Een nier doneren bij leven kun je maar één keer doen. „Ik wil niet alleen aan mezelf en mijn eigen kleine kring denken”, zegt Marjolein. „Als An ooit een nier nodig heeft, hoop ik ook dat er iemand opstaat om haar de kans op leven te geven.”
De eerste dagen na de operatie lijken een herhaling van wat er gebeurde na de eerste transplantatie, meer dan een jaar eerder. Steeds als er bloed wordt afgenomen, is de boodschap: de nier werkt niet. Corwin krijgt weer prednison, weer plasmaferese. Na een week staat Van der Weerd aan zijn bed. „Het ziet er niet goed uit”, zegt ze. Het lijkt erop dat zijn lijf weer antistoffen aanmaakt. Om afstoting te voorkomen, geeft ze hem medicatie die zijn immuunsysteem voor lange tijd platlegt.
Corwin kan de gedachte dat er weer „een nier van een ander is verknald” nauwelijks verdragen. Voor de operatie heeft hij al tegen Ilona gezegd dat hij niet meer wil dialyseren. Wat als het toch weer moet, vraagt zij zich af. Wil hij dan nog wel door?
Twee verdiepingen lager ligt Marjolein in haar ziekenhuisbed. Het zal toch niet allemaal voor niets zijn geweest, schiet er door haar hoofd. Ze wist dat de kans groot is dat de nier niet zou aanslaan. Toch kan ze een huilbui niet voorkomen.
Naar Malaga
Als iedereen het bijna heeft opgegeven, gaat de nier aan het werk. En dat doet hij nu al meer dan een jaar. Stukje bij beetje haalt Corwin de verloren tijd in met zijn vrouw en dochter. Eerst voorzichtig, naar Antwerpen, dan naar Parijs, Londen en binnenkort naar Malaga. Dankzij de medische wetenschap en hun grote netwerk heeft Corwin zijn leven terug.
Van der Weerd ziet dat veel patiënten het moeilijk vinden om mensen in hun omgeving te vragen of ze een nier kunnen missen. Ook voor een openbare zoekvraag, zoals die van Corwin, moet je sterk in je schoenen staan, volgens de nefroloog. „Het geeft hoop als mensen interesse hebben, maar soms willen ze er iets voor terug of ze zien ervan af. Met die teleurstelling moet je elke keer omgaan.”
Voor mensen die wat hulp kunnen gebruiken is er het Nierteam aan Huis, dat voorlichting geeft aan het netwerk van de patiënt over alle mogelijke behandelingen bij nierfalen, inclusief nierdonatie bij leven.
Toen ze 30 jaar samen waren in 2023 gaf Ilona deze nier van keramiek – gemaakt door de tante van Corwin – cadeau aan Corwin als symbool van geloof, hoop en liefde.Foto Selma van der Bijl
Het herstel is Marjolein tegengevallen. Waar Ilona na een paar weken de oude was, duurde het bij haar bijna een jaar. Ze heeft er nooit spijt van gehad. Ze hoeft alleen maar te kijken naar de kaart die ze van Corwins dertienjarige dochter kreeg. „Je bent een moedig persoon. De wereld heeft meer mensen zoals jij nodig.”
Het Openbaar Ministerie gaat de grootste scheepsbouwer van Nederland, Damen Shipyards, vervolgen voor omkoping, valsheid in geschrifte en witwassen bij de verkoop van schepen in Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Dat meldt het OM vrijdagochtend in een persbericht. Het gaat om Damen Shipyards in Gorinchem en Damen Naval Shipyards in Vlissingen, de tak die marineschepen bouwt. Ook wordt het bedrijf gedagvaard voor het overtreden van de sanctiewet na het uitbreken van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne.
Het OM vervolgt ook een aantal (oud-)directieleden van de scheepsbouwer. Bronnen rond het onderzoek bevestigen dat het om oprichter Kommer Damen gaat, zijn zoon Arnout Damen die nu bestuursvoorzitter is, en René Berkvens, bestuursvoorzitter tussen 2006 en 2019. Ook Stephen Hobson, een tussenagent voor Damen in het Caribisch gebied, wordt vervolgd. Noch het OM, noch Damen wil dat bevestigen.
Defensieuitgaven
De timing van het besluit is precair. Een veroordeling kan zeer negatief uitpakken voor het bedrijf. Damen Shipyards mag dan vier jaar lang niet meedingen naar overheidsorders. Damen Shipyards is de grootste leverancier van de Nederlandse marine. Zeker nu de defensieuitgaven in Europa worden opgeschroefd, kan het bedrijf veel geld mislopen. In een verklaring zegt het bedrijf dat „Damen liever zijn aandacht alleen richt op de versterking van de Nederlandse maritieme sector en het bijdragen aan het tegengaan van de defensiebedreigingen die de huidige geopolitieke situatie met zich meebrengen” dan zich te moeten verweren tegen „vermoedens van het OM”.
Het besluit volgt op acht jaar onderzoek. In 2017 viel opsporingsdienst FIOD het bedrijf binnen. In 2018 en 2019 onthulde NRC, in samenwerking met Lighthouse Reports, de dubieuze verkoopmores binnen het bedrijf. Er waren onregelmatigheden bij de verkoop van een schip in Sierra Leone, bij de verkoop van een oorlogsschip in Indonesië via een agent die vermoedelijk steekpenningen kreeg, en over de dubieuze rol van de tussenhandelaar van Damen in Trinidad en Tobago die nu wordt vervolgd.
Ook bleek dat Damen veertien keer fouten had gemaakt bij het aanvragen van exportpolissen bij Atradius DSB, dat namens de Nederlandse staat deals verzekert. Sancties hierop bleven uit.
‘Eén zending kraantjes’
Een woordvoerder van Damen laat weten dat het bedrijf de afgelopen tijd in „goed gesprek” was met het OM over alle kwesties. De gesprekken konden mogelijk uitmonden in een schikking. Maar de gesprekken strandden in de periode dat de Volkskrant nieuwe corruptieverdenkingen publiceerde en tv-programma Nieuwsuur onthulde dat het bedrijf mogelijk sancties tegen Rusland overtrad. De woordvoerder van Damen: „Toen heeft het OM de gesprekken gestaakt, en nu zitten we hier.” Andere bronnen melden dat de gesprekken vastliepen op onwil aan de kant van Damen.
In een verklaring beklaagt Damen zich over het feit dat veel zaken oud zijn, voornamelijk om valsheid in geschrifte draaien en niet om corruptie, en dat sommige zaken al beoordeeld zijn door de Wereldbank. De woordvoerder wil benadrukken dat de dagvaarding voor het overtreden van sanctiewetgeving „groot lijkt”, maar slechts „één zending van kraantjes” betreft. „Damen heeft het dossier beoordeeld en concludeert dat het OM geen haalbare zaak heeft.” Het OM verwacht dat de rechtszaak in de tweede helft van dit jaar begint.