Wat vindt NRC | Europa moet veel sneller verantwoordelijkheid nemen voor zijn eigen veiligheid

Decennialang hebben de Europese NAVO-landen de garanties voor hun veiligheid grotendeels kunnen uitbesteden aan de militaire leider van het bondgenootschap, de Verenigde Staten. Met de terugkeer van Donald Trump in het Witte Huis zal Europa een steeds grotere bijdrage moeten leveren aan zijn eigen defensie.

Acht jaar na Trumps eerste verkiezingszege mag de onzekerheid over de toekomstige veiligheid in Europa geen verrassing meer zijn. Tijdens zijn chaotische eerste ambtstermijn liet Trump geen misverstanden bestaan over zijn trans-Atlantische ideeën. Hij flirtte met een Amerikaans vaarwel aan de NAVO en maakte duidelijk dat landen die onvoldoende meebetalen aan de defensierekening onder zijn presidentschap niet hoeven te rekenen op militaire steun, ongeacht de uitleg van artikel 5 van het NAVO-verdrag.

Inmiddels is de veiligheidssituatie in Europa dramatisch verslechterd, met een bloedige Russische oorlog tegen Oekraïne, pal aan de NAVO-grens, en steeds brutalere sabotageacties vanuit Moskou tegen andere Europese landen. Niets wijst erop dat het Kremlin aanstuurt op vrede, integendeel. Met Trump in het Witte Huis neemt de onzekerheid over de Amerikaanse internationale koers drastisch toe.

Ondanks de waarschuwingen en de toegenomen dreigingen zijn de reacties in Europa nog altijd lauw. Veel landen hebben hun strijdkrachten na de Koude Oorlog jarenlang uitgekleed. De trage reactie op de recente ontwikkelingen is zorgwekkend, en gevaarlijk voor de veiligheid en de stabiliteit. Ja, de Europese defensie-industrie wordt nieuw leven ingeblazen, en Oekraïne krijgt miljarden steun. Maar zelfs met de miljarden uit Washington blijkt de militaire hulp niet genoeg om de Russen tegen te houden in Oekraïne.

Decennia van schuilen onder de vleugels van Washington heeft Europa veiligheid en voorspoed gegeven, maar ook luiheid, en een gebrek aan urgentie om de verdediging van de vrijheid zelf ter hand te nemen. De Europese defensie-industrie is op dit moment niet efficiënt en te veel nationaal georiënteerd. Zelfs nu, bijna drie jaar na Poetins grootscheepse invasie in Oekraïne, blijven negen van de 32 NAVO-lidstaten met hun defensie-uitgaven onder de norm van 2 procent van het bruto binnenlands product. Dat zou al moeten worden opgeschroefd naar 3 procent om de NAVO slagvaardig te houden. In Brussel circuleren al bedragen van 500 miljard euro voor de komende jaren.

De taken waar Europa zich voor ziet gesteld zijn enorm, en complex. Niet alleen moet in hoog tempo een moderne defensie-industrie worden opgebouwd – de Europese landen zullen dat gezamenlijk moeten doen, en gecoördineerd: wapensystemen moeten op elkaar aansluiten, en Europa is beter af als niet elk land zijn eigen tanks, drones en jachtvliegtuigen ontwikkelt.

Behalve standaardisatie van wapens zouden de Europese landen afspraken moeten maken over specialisatie van de krijgsonderdelen: niet elk land zou over een volledige luchtmacht, landmacht en marine hoeven beschikken. Gesprekken over meer samenwerking tussen de krijgsmachten, in welke vorm dan ook, zijn dringend nodig. Net zoals een discussie over een toekomstige Europese nucleaire strategie, voor het geval de VS hun atoomparaplu zouden wegtrekken.

Europa ontwaakt langzaam uit een diepe slaap. Tijd voor kleine stapjes vooruit is er niet meer, wil het continent zijn veiligheid in de toekomst kunnen waarborgen. Het zal jaren duren, en de prijs zal hoog zijn. Maar een alternatief is er niet.