Ook fictie is munitie in een culturele oorlog

Sjoerd de Jong

Toch jammer dat Nederland zo’n povere traditie heeft met satirische romans over het academische leven, zoals Engeland die kent. Na Onder professoren (1975) van W.F. Hermans is het nooit meer iets geworden. Zonde, want de klucht ligt in de Academie meters dik voor het opscheppen.

In Groningen werd net een docent ontslagen die studenten een warboel aan alternatieve inzichten bijbracht; in Amsterdam is een ander vanaf een zelfgebouwde brandstapel al weken non-stop aan het twitteren over de woke hel waar hij in zit. Inmiddels is hij omarmd door anti-woke duiveluitdrijvers die hem presenteren als de reïncarnatie van Galileo Galilei.

Dat kan beter. Medio jaren tachtig studeerde ik filosofie aan wat gewichtig de ‘Centrale Interfaculteit’ heette. Dat was een safe space waar een visitatiecommissie nu acuut een rolberoerte van zou krijgen. We hadden een metafysicus die berooid door India doolde, een neo-thomist die worstelde met het geloof (en verloor), een Hegeliaan die hegelser was dan Hegel zelf, koele taalfilosofen, wilde postmodernisten en een fenomenoloog die elk tentamen weer gruwde van het „logisch-rekenende denken” (ik knikte en kreeg een negen). De enige formulieren waren die van de wetenschapsfilosoof die hij struikelend door het trappengat liet dwarrelen.

Maar het waren wél (nou ja, meestal) strenge leraren die ons Kant, Hegel, Husserl en Wittgenstein lieten lezen, in het Duits en ongekuist. Ik bedoel maar, alleen aan de overgereguleerde, bedrijfsmatige universiteit van 2023 kunnen de lichtgewichten en aanstellers die nu opzien baren verschijnen als wetenschappelijke ‘dissidenten’. Aan de Centrale Interfaculteit waren ze het gebouw uitgelachen.

Ze passen wel in de tijdgeest. Die is er een van ‘sociale hypochondrie’ (Willem Schinkel), een voortdurend tasten naar enge plekjes. Van radical chic relativisme, waarin complotdenken geldt als maatschappijkritisch ‘narratief’. En – nog meer – van fanatiek-ideologische cultuurstrijd.

Mikpunt van die strijd is nu dichter Pim Lammers, die ooit een ambigu verhaal schreef over pedofilie. Wereldwijd is het een conservatief thema, en een obsessie van extreem-rechts: onze kinderen ‘redden’ (voor de vrouwen is het al te laat) van satanische globalisten die hen offeren op het altaar van de lhbtiq+-beweging. Of op de vergadertafel van het WEF.

Verbazend? Nee, ook literatuur kan inzet van maatschappelijke strijd worden – zie de rel rond de wenselijke vertaler van Amanda Gorman, toen ook een dichter zich terugtrok (zónder bedreigingen). Brave uitleg wat fictie is mist dan ook totaal het punt. Het gaat er niet om dat Wybren van Haga moet „leren” (NRC) wat een roman is. Dat weten hij en andere aanjagers van deze giftige hetze best, het doet er alleen niks toe. In hun cultuurstrijd is ook fictie scherpe munitie.

Dat wisten we aan de Centrale Interfaculteit al.

Sjoerd de Jong schrijft elke donderdag op deze plek een column.