De inrichting van het landschap bij Valencia heeft de gevolgen van het noodweer versterkt

In de regio Valencia viel op 29 en 30 oktober extreem veel regen. Klimaatverandering wordt veel genoemd als oorzaak. Maar dat is niet de enige factor die de ernst van de ramp heeft bepaald. „De menselijke inrichting van het landschap wordt vaak vergeten.” Vier vragen over het noodweer in Spanje.

1Wat is de oorzaak van de extreme regenval in Spanje?

Boven het zuidoosten van Spanje had zich een zogeheten DANA gevormd, een depresión aislada en niveles altos, zoals het in Spanje wordt genoemd. Een geïsoleerd lagedrukgebied op hoogte. In het Engels heet het een cut-off low.

Hoe ontstaat een DANA*?
Een geïsoleerde depressie, op hoogte

De polaire straalstroom is een snel bewegende band van erg koude westenwinden die over het noordelijk halfrond op een hoogte van 5 à 10 km zich beweegt. Hij kan snelheden bereiken van wel 180 km per uur.
Soms beweegt de straalstroom zich naar het zuiden, waardoor een geïsoleerd lagedrukgebied ontstaat. in dit gebied ontstaat ook de DANA (D).
De DANA komt compleet los van de originele straalstroom en ontwikkelt zijn eigen circulatie.
A. Warme, vochtige lucht stijgt op uit de Middellandse Zee. B. Deze lucht vormt onweerswolken. C. Als ze samenkomt met de koude luchtmassa van de DANA, ontstaat heftige regenval.

  • Depresión Aislada en Niveles Altos

DANA is een bijna jaarlijks terugkerend weerfenomeen dat zich in het najaar ergens boven het Iberisch Schiereiland vormt. Het begint ermee dat zich in de jetstream, een van west naar oost waaiende sterke wind op zo’n 5 tot 10 kilometer hoogte, een zuidwaartse uitstulping van koude lucht vormt. Die trekt over de dan nog vrij warme Middellandse Zee – in dit geval was die zee 1 à 2°C warmer dan gemiddeld. Het lagedrukgebied raakt gaandeweg afgesnoerd en kan dan lang op dezelfde plek blijven liggen. Door de botsing van koude noordelijke lucht, met warme lucht uit de Middellandse Zee „ontstaat er een instabiel systeem met sterk op en neer gaande bewegingen”, zegt Bart Verheggen, klimaatdeskundige van het KNMI. Warme lucht kan in zo’n systeem heel snel opstijgen, en ook snel condenseren. „Wat naast onweer en storm ook in korte tijd heel veel regen en hagel kan geven”, zegt Verheggen.

2Is het ook toe te schrijven aan klimaatopwarming?

Het is lastig aan te geven in hoeverre klimaatverandering aan deze gebeurtenis heeft bijgedragen. Dát het een rol heeft gespeeld, is voor Verheggen duidelijk. De Middellandse Zee warmt op, en was nu ook relatief warm voor de tijd van het jaar. „Er verdampt dus verhoudingsgewijs veel water uit.” Daarbij is de lucht wereldwijd de afgelopen eeuw warmer geworden. „Hoe warmer de lucht, hoe meer waterdamp die kan bevatten, hoe meer regen eruit kan vallen.”

Tegelijk is het verschijnsel NADA verre van uniek. Vorig jaar, in de eerste week van september, had de Spaanse meteorologische dienst (Aemet) code rood afgegeven voor de regio’s Madrid en Toledo omdat zich daar een NADA had gevormd. Verheggen stuurt data van het weerstation in Valencia. De grootste hoeveelheid neerslag viel daar in 1956, op 17 november: 262 mm (in Nederland valt nu gemiddeld 875 mm per jaar). Verder zijn er in Valencia dagpieken van om en nabij de 150 mm in onder meer 1950, 1966, 2000, 2008. Verheggen: „Nu is er lokaal meer dan 400 mm gevallen, een recordhoeveelheid.”

Wikipedia meldt ook nog een grote overstroming in Valencia tussen 12 en 14 oktober 1957, als gevolg van hevige regenval. Er kwamen 81 mensen om het leven. In hoeverre toen sprake was van een DANA, durft Verheggen niet te zeggen.

3Is omvang van de ramp verergerd door landschappelijke kenmerken?

„Steeds vaker krijgt het klimaat de schuld bij ernstige overstromingen en branden. Maar vergeet de menselijke hand niet”, zegt hydroloog Roelof Stuurman van kennisinstituut Deltares, die in kustgebieden over de hele wereld werkt. Valencia ligt in een kustvlakte. Het directe achterland is heuvelachtig. En daarachter komen al snel bergen. „De bergen zijn vaak kaal gemaakt, en de bebouwing begint al aan de voet.” Als het regent in de bergen, is er weinig dat het water tegenhoudt.

Dat ziet ook Maarten Kleinhans, hoogleraar biogeomorfologie van rivieren en estuaria aan de Universiteit Utrecht. „In stroomgebieden over de hele wereld heeft de mens het landschap zo ingericht dat water met een rotgang wordt afgevoerd.” Bossen, die water vasthouden, zijn op veel plekken gekapt. „Een heel lichte helling is dan al genoeg om het water naar beneden te jagen. Waar het water zich verzamelt, krijg je vanzelf wateroverlast, en erger.”

Ook is er veel landbouw in de regio, ziet Schuurman. „Het gebruik van steeds zwaardere landbouwmachines zorgt voor verdichting van de bodem, waardoor regenwater lastiger infiltreert.”

In dit geval was het voorafgaand aan de regen ook nog eens erg droog geweest in de regio Valencia, voegt Jeroen Aerts, hoogleraar water en klimaatrisico aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, nog toe. „Waardoor de bodem is verhard, en nóg lastiger water opneemt.”

Schuurman stelt voor „om elke perceeleigenaar te verplichten water te gaan vasthouden.” Kleinhans: „We weten al honderden jaren hoe we water kunnen vasthouden. Natuur is hierin onze vriend. En nou een beetje opschieten graag!”

Aerts wijst er nog op dat met de hevige regenval enorm veel vruchtbare grond is weggespoeld. „Ik verwacht dat de landbouw daar de komende jaren last van krijgt.”

Deze beelden van de Sentinel Hub-satelliet toont de schaal van de overstromingen in Valencia.Foto NASA/AFP

4Kwam de waarschuwing voor extreem weer op tijd?

De Spaanse weerdienst Aemet gaf op dinsdagochtend half acht ‘code rood’ af voor extreem weer rondom Valencia. Het instituut zag de zware regenval al dagen van tevoren aankomen, maar zette de waarschuwing volgens protocol pas op het hoogste niveau nadat de drempelwaarde van 200 mm neerslag was bereikt. Vervolgens duurde het uren voordat de lokale overheid waarschuwingen voor levensgevaar afgaf.

Het tijdig waarschuwen voor naderend onheil behoort tot de meest efficiënte manieren om klimaatschade te voorkomen. Maarten van Aalst, directeur van het KNMI en hoogleraar rampenpreventie aan de Universiteit Twente, noemde in een interview in NRC de cycloon Amphan, die in de zomer van 2020 over Bangladesh raasde, een mooi voorbeeld. Daarbij kwamen ongeveer 120 mensen om het leven. Een vergelijkbare en waarschijnlijk zelfs iets minder sterke cycloon Bhola vijftig jaar eerder, geldt nog steeds als de dodelijkste natuurramp sinds mensenheugenis, met meer dan 300.000 slachtoffers. Het is volgens Van Aalst „de combinatie van tijdig waarschuwen, voldoende schuilgelegenheden en zorgen dat mensen weten wat ze moeten doen”, die maakt dat het aantal slachtoffers door klimaatrampen enorm is gedaald.

Het was pas de tsunami van 2004, waarbij meer dan 200.000 mensen omkwamen, die heeft geleid tot het besef dat er, grote winst te behalen valt door zogeheten early warning systems. Voor bijna een derde van de wereldbevolking zijn dat soort systemen nog niet beschikbaar.

Op de klimaattop in 2022 in het Egyptische Sharm-el-Sheikh werd het Early Warnings for All Initiative gelanceerd. Doel is om wereldwijd kennis op te bouwen over klimaatgerelateerde risico’s, betere voorspellingen te doen en mensen goed voor te bereiden op het voorkomen van schade (aan zichzelf en de omgeving).

Of die lessen ook altijd worden getrokken is wel de vraag. Na de overstromingen in de zomer van 2021, waarbij in Duitsland ongeveer 180 mensen omkwamen, besloot in oktober van dat jaar de deelstaat Rheinland-Pfalz dat geld uit het fonds voor Fluthilfe uitsluitend gebruikt mocht worden voor herstel van de ontstane schade. Huizen zijn weer opgebouwd op de oude, soms risicovolle plekken. Het geld mocht niet besteed worden aan het minder kwetsbaar maken van gebouwen voor nieuwe overstromingen. Intussen waarschuwen klimaatwetenschappers dat dit soort heftige neerslag vaker gaat plaatsvinden.