Historische afstraffing voor Japanse regeringspartij, maar sterke oppositie ontbreekt

In Japan ligt een politieke crisis in het verschiet na een verpletterende verkiezingsnederlaag zondag van de Liberaal Democratische Partij (LDP), de regeringspartij die al sinds 1955 bijna onafgebroken aan de macht is.

„Het was een moeilijke verkiezing”, vertelt de teleurgestelde premier Shigeru Ishiba aan verslaggevers.

De nederlaag is het gevolg van aanhoudende corruptieschandalen en economische onzekerheden, die de populariteit van de partij hebben aangetast. Met het verlies van belangrijke zetels, en daarmee prominente politici, moet de regeringspartij zich klaarmaken om een nieuwe coalitie te vormen, maar de grootste oppositiepartijen zeggen bij voorbaat al geen samenwerking te willen aangaan.

Toen zondagavond van 445 van de 465 zetels de uitslag definitief was, stonden de LDP en zijn kleine coalitiegenoot Komeito op 209 zetels; ze hadden er 279. De grootste oppositiepartij, de Constitutionele Democratische Partij, was in deze nog onvolledige uitslag gestegen van 98 naar 143 zetels.

„Ik ben blij dat ik mijn zetel heb kunnen beschermen, maar we moeten veranderen”, vertelt Yasushi Katsume, LDP-partijlid. Hij is zichtbaar opgelucht nadat duidelijk werd dat hij zijn zetel in het eerste kiesdistrict van Kyoto heeft behouden. Dit district stond in de schijnwerpers: al ruim veertig jaar won de LDP hier, maar dit jaar wist Katsume slechts met een minieme marge zijn plek in het parlement veilig te stellen.

Op andere plekken wordt de LDP geconfronteerd met kiezers die steeds kritischer staan tegenover de partij die al decennialang het politieke landschap domineert. Onder de vele politici die verloren in hun district zijn niet alleen opkomende bestuurders, maar ook gevestigde namen.

Japanse kiezers brengen een stem uit op een stembureau in Tokio, zondag.
Foto FRANCK ROBICHON / EPA

Ook de bekende oud-minister van Onderwijs Hakubun Shimomura, een van de zwaargewichten van de LDP, verloor zijn zetel. Het is een verrassende nederlaag: „We moeten het vertrouwen terugwinnen”, verklaarde een aangeslagen Shimomura, nadat hij een diepe buiging maakt om zijn campagneteam te bedanken.


Lees ook

Zittende macht in Japan onder druk door corruptie en economische tegenslag

Premier Shigeru Ishiba (rechts van de man met microfoon) tijdens een campagnebijeenkomst in Fukushima.

Corruptie en wanbeleid

In de hoofdstad Tokio boekte de oppositie veel winst, met als grote winnaar de Constitutionele Democratische Partij (CDP). In het centrale district Minato wist Akihiro Matsuo ten koste van de LDP met meer dan de helft van de stemmen een overtuigende overwinning binnen te slepen. „Het moet afgelopen zijn met de politieke corruptie”, vertelde hij aan verslaggevers. Ook Harumi Yoshida, een prominent CDP-kandidaat in Tokio, wees op de bredere problematiek die de verkiezingsuitslag heeft beïnvloed. „Deze keer lette het hele volk niet alleen op de diepgewortelde corruptie van de LDP, maar ook de economische gevolgen van jarenlang wanbeleid”, aldus Yoshida.

Yoshihiko Noda, de leider van de oppositionele Constitutioneel Democratische Partij, constateerde tevreden dat zijn partij het in de hoofdstad Tokio uitstekend heeft gedaan.
Foto Philip FONG / AFP

De grootste oppositiepartijen, de CDP en de Japanse Innovatie Partij (JIP), pleiten beiden voor verlaging van de btw, de zorgpremie en het pensioen. De koopkracht is de laatste jaren flink gedaald vanwege de lage koers van de yen en stagnerende lonen. Volgens peilingen van de nationale omroep NHK zijn dit de vraagstukken waar het merendeel van de Japanners zich het meeste zorgen om maken. Het zijn ook precies de pijnpunten van de LDP, onder wier bewind het land al drie decennia matige economische groei ziet.

Toch blijft de stabiliteit van de LDP voor veel Japanners aantrekkelijk. Ondanks de verzwakte positie behoudt de regeringspartij een aanzienlijk deel van de zetels in het Lagerhuis. Vooral op het platteland en onder oudere generaties weet de partij zijn vaste aanhang te behouden.

Vraagtekens over oppositie

Ondertussen slaagt de gefragmenteerde oppositie er niet in een eenduidig en betrouwbaar alternatief neer te zetten. Zo boekte de Democratische Partij van Japan (DPJ) in 2009 een historische overwinning en kreeg zij de meerderheid in het parlement, maar moest ze na drie jaar van chaotisch bestuur alweer het veld ruimen. Ook in 1993 wist de oppositie minder dan een jaar aan de macht te blijven. Een belangrijke oorzaak was het gebrek aan connecties met de invloedrijke Japanse bureaucratie. Dit in tegenstelling tot de LDP, die al decennia nauw verweven is met ministeries en overheidsinstanties.

Hoewel twee van de drie grootste oppositiepartijen vooraf hebben aangegeven niet met Shigeru Ishiba van de LDP te willen samenwerken, is vorming van een regering zonder de LDP bijna onhaalbaar. Dit plaatst de oppositie voor een uitdaging: als ze zonder de LDP willen regeren, moeten ze hun verschillen overbruggen en een manier vinden om een werkbaar kabinet te vormen. „We moeten in goed vertrouwen met elkaar het gesprek aangaan”, aldus CDP-leider Yoshihiko Noda. „Vooral met oog op de Hogerhuisverkiezingen volgend jaar.”