N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Roofkunst De Vereniging Rembrandt verscherpt de richtlijnen voor musea voor het aanvragen van een lening of schenking. Musea moeten voortaan expliciet melden waar het kunstvoorwerp zich tijdens het nazi-regime bevond.
Musea die een lening of schenking aanvragen bij de Vereniging Rembrandt moeten voortaan expliciet melden waar het kunstvoorwerp zich tijdens het nazi-regime (1933-1945) bevond, of wat daarover bij het museum bekend is. Eerder hoefden musea bij een dergelijke aanvraag slechts algemenere vragen over herkomst te beantwoorden.
Aanleiding voor de verscherpte aanvraag is een artikel in NRC dit najaar over het Bonnefantenmuseum in Maastricht, dat met steun van de Vereniging Rembrandt een beeldje had aangekocht met een verborgen nazi-roofkunstachtergrond. De vereniging besloot daarop „om nog eens kritisch naar haar aanvraagprocedure te kijken”, zegt directeur Geert-Jan Janse, om zo „maximaal scherp te zijn op de herkomstgeschiedenis in deze periode.”
Het NRC-artikel reconstrueerde de aankoop van twee beelden door het Bonnefanten. Naar beide aankopen deed het museum nauwelijks herkomstonderzoek, terwijl het daar volgens nationale en internationale voorschriften toe verplicht is. Het gehele herkomstonderzoek van het Bonnefanten bleek al twee jaar stil te liggen. Van een van de twee beelden, de ‘Rijk aangeklede dame’, wist het museum dat het tot 1938 in eigendom van de Oostenrijkse tak van bankiersfamilie Rothschild was.
Het niet doen van onderzoek naar een beeld dat voor de oorlog in handen was van een Joodse familie noemde kunsthistoricus Rudi Ekkart „een ernstige omissie”. Uit documenten in online archieven bleek het beeld te zijn geroofd door de nazi’s en geselecteerd voor het door Hitler geplande Führermuseum in Linz. Na de oorlog is het aan de erfgenamen teruggegeven. Janse benadrukt dat het „onderzoek naar herkomst en authenticiteit de verantwoordelijkheid van de musea zelf is en het bestuur erop moet kunnen vertrouwen dat dit onderzoek kundig en zorgvuldig wordt uitgevoerd”.
Koolstofdatering
Niet alleen de herkomst, ook de datering van de ‘Rijk aangeklede dame’ werd direct na de aankoop door kenners betwist, begin maart 2020 op de kunstbeurs TEFAF. Het beeld werd door een Amerikaanse galerie aangeboden als vroeg zeventiende-eeuws, zonder toeschrijving aan een houtsnijder. Het museum schreef het toe aan de Limburgse houtsnijder Jan van Steffeswert en dateerde het rond 1510. Het deed geen koolstofdateringsonderzoek – een eenvoudige methode om de datering van een kunstwerk te bepalen – terwijl het museum in de financieringsaanvraag voor de Vereniging Rembrandt schreef dat dit „in de rede” lag. De vereniging betaalde het beeld voor de helft mee.
De Vereniging Rembrandt heeft aan directeur Huijts van het Bonnefanten laten weten dat het „heel verstandig is in dit geval een koolstofdateringsonderzoek uit te laten voeren”, zegt Janse. Het koolstofdateringsonderzoek vindt dit voorjaar plaats, zegt Huijts. „Op dit moment zijn we in het stadium van het opvragen van offertes, dus kunnen we nog niet zeggen wie het gaat doen en wanneer precies de uitkomst wordt verwacht, maar we zullen de uitkomst hoe dan ook bekend maken.”
Lees ook: Was de ‘Rijk aangeklede dame’ gestolen door de nazi’s? Het museum had het moeten weten