Opinie | Over één ding zijn de BRICS-landen het eens: de westerse dominantie moet stoppen

Bijeenkomsten van de leiders van de BRICS-landen worden meestal afgedaan als symboolpolitiek. De term is immers ooit bedacht als een investeringscategorie door een bankier van Goldman Sachs. Critici wijzen op de enorme geografische, economische en politieke verschillen tussen de negen BRICS-landen, waarvan Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika de meest prominente zijn. China en India zijn bijvoorbeeld op veel gebieden elkaars rivalen.

Bij de BRICS-bijeenkomst deze week in het Russische Kazan, zijn voor het eerst Egypte, Ethiopië, Iran en de Verenigde Arabische Emiraten aanwezig. Zij traden dit jaar toe tot het gezelschap, waarmee de tegenstellingen alleen nog maar groter zijn geworden. Egypte en Ethiopië bestrijden elkaar over het water van de Nijl en invloed in de Hoorn van Afrika. En als Saoedi-Arabië de uitnodiging van BRICS om lid te worden accepteert, treedt het toe tot een groep waartoe ook aartsrivaal Iran behoort. Ook Turkije wil graag lid worden. Daarover is China dan weer bezorgd, omdat de twee landen strategisch ver uit elkaar liggen.

Kortom: BRICS is een zeer diverse club, met aan de ene kant autoritaire regimes die onder internationale sancties staan, zoals Rusland en Iran, en aan de andere kant gematigde democratieën als Brazilië en Zuid-Afrika.

En toch moeten we BRICS juist nu serieus nemen. Gastheer Rusland zal de bijeenkomst van deze week gebruiken om te laten zien dat het internationaal allerminst geïsoleerd is. Ook werken de leden aan het afbouwen van de afhankelijkheid van de Amerikaanse dollar. Maar het belangrijkste argument om BRICS niet te onderschatten is subtieler: de organisatie wordt hét forum voor een niet-westers en antikoloniaal wereldbeeld.

Internationaal verzet

Dat de BRICS-landen niet-westers zijn, maakt hen nog niet allemaal anti-westers. Wat hen echter verenigt, is de overtuiging dat de tijd van westerse hegemonie voorbij is. Zij vinden dat een kleine groep westerse landen niet meer zijn wil aan de rest van de wereld mag opleggen.

Internationaal verzet tegen westerse dominantie heeft een lange geschiedenis. Zo kwam in 1927 de Liga tegen Imperialisme bijeen in Brussel. Veel van de deelnemers kwamen uit door het Westen gekoloniseerde gebieden, die na de Tweede Wereldoorlog veelal onafhankelijke landen werden. Zij verenigden zich in verbanden als de Beweging van Niet-Gebonden Landen. Deze groep deed allerlei voorstellen voor internationale herverdeling. De New International Economic Order, noemden zij dat.

Het probleem was alleen dat de beweging in de decennia na WOII uit relatief zwakke landen bestond. Hun idealen verdwenen van het internationale toneel nadat het Westen de Koude Oorlog had gewonnen. Van economische herverdeling kwam weinig terecht – in tegendeel: veel ‘ongebonden’ landen raakten in de schulden en moesten daardoor gehoorzamen aan de eisen van ‘westerse’ instituties als het IMF.

Westerse prominenten miskennen de ervaring van de mondiale meerderheid

Nu is de situatie anders. De landen die voorheen streden tegen westerse dominantie, hebben een veel sterkere positie. Als economisch blok rivaliseren zij met de G7. Bovendien zijn ze belangrijke producenten van allerlei goederen en grondstoffen. Slechts 10 procent van de wereldbevolking leeft in de G7-landen – bijna de helft woont in de landen van de BRICS. Zij claimen daarmee de stem te vertegenwoordigen van de „mondiale meerderheid”.

Door die sterkere positie kan die meerderheid steeds luider haar stem laten horen. Dat is een opgave voor het Westen. In een recent artikel laat de Indiase schrijver Pankaj Mishra zien hoe weinig die stem nu nog gehoord en begrepen wordt. Hij stelt dat prominente commentatoren in de VS en Europa nog altijd de lof bezingen van westerse waarden en kritiek leveren op dictaturen in het Oosten, maar intussen zwijgen over het koloniaal geweld van afgelopen eeuwen. Daarmee miskennen zij de ervaring van de mondiale meerderheid.

Belangrijke consequenties

Het BRICS-verband wordt steeds groter en diverser en daarom is het onwaarschijnlijk dat deze landen echt nauw zullen samenwerken. Maar gezamenlijk beleid is niet de reden waarom het verband steeds belangrijker wordt. Het verband verandert in het belangrijkste forum om een niet-westers en antikoloniaal wereldbeeld uit te dragen – een forum waarop steeds meer landen zich begeven.

Dat heeft belangrijke consequenties voor Europese landen, waaronder Nederland. Die zullen meer met dit wereldbeeld geconfronteerd worden en merken hoe in de rest van de wereld naar het Westen wordt gekeken. Niet-westerse landen als Brazilië, India en Zuid-Afrika kunnen belangrijke partners voor Europese landen zijn, maar dan moet hun perspectief op de wereld serieuzer worden genomen. Als dat niet gebeurt, zullen zij makkelijker meegaan in het virulente anti-westerse perspectief dat wordt uitgedragen door landen als Rusland – een land dat op dit moment natuurlijk zelf koloniaal beleid voert. Alleen door verschillende wereldbeelden serieus te nemen kan het Westen daarop een adequaat antwoord formuleren.


Lees ook

Nederland moet inspelen op kantelende wereldorde