Het eerste telefoontje naar Netanyahu komt uit Den Haag. Maar ‘de bevolking is veel kritischer dan de regering’

Het ‘watermeloenen-incident’ – dat was hét absolute dieptepunt in het debat over Gaza en Israël, vindt universitair docent en expert op het terrein van het Israëlisch-Palestijnse conflict Peter Malcontent van de Universiteit Utrecht.

Op 18 september 2024, tijdens de eerste dag van de Algemene Politieke Beschouwingen, trakteerde de Partij van de Dieren op de fractiekamer op watermeloen. Partijleider Esther Ouwehand plaatste een foto ervan op X. Het was geen willekeurige snack: met zijn groene schil en rode vruchtvlees – de kleuren van de Palestijnse vlag – is de watermeloen een nationaal symbool geworden voor Palestijnen. Maar Dilan Yesilgöz zag er nog veel meer in. De watermeloen, zo kapittelde de VVD-leider Ouwehand, is een „hondenfluitje voor Hamas-aanhangers”. Ouwehand reageerde woedend: „Feitenvrij ophitsen!”

De woordenwisseling tussen Yesilgöz en Ouwehand is een goede samenvatting van de bedroevende staat van het debat in Nederland, vindt Malcontent. In 2018 schreef hij het boek Open Zenuw, een historische beschouwing van het Nederlandse denken over Israël en Palestina. Na het begin van de Gaza-oorlog begon hij aan een nieuw hoofdstuk, voor een nieuwe editie. Malcontent las Kamerbrieven, keek debatten terug, en analyseerde tweets en interviews van Kamerleden. De onderzoeker, die toch als geen ander weet hoe hoog de emoties rond Israël kunnen oplopen, was geschokt.

Malcontent zag debat na debat vastlopen, onoverbrugbare standpunten en politici die elkaar te pas en te onpas beschuldigen van antisemitisme of racisme. „De manier waarop sommige partijen het debat over de Gaza-oorlog voeren gaat soms alle perken te buiten.”

Israëlische vlag

Na de terroristische aanval van Hamas-strijders van 7 oktober 2023, waarbij zij bijna 1.200 Israëliërs doden en honderden anderen ontvoeren, reageert demissionair Mark Rutte razendsnel. Het eerste telefoontje dat de Israëlische premier Benjamin Netanyahu krijgt op die noodlottige dag, komt uit Den Haag. Rutte vertelt hem dat Nederland achter het Israëlische „recht op zelfverdediging” staat. Nog dezelfde ochtend wappert de Israëlische vlag bij het ministerie van Algemene Zaken op het Binnenhof.

Toenmalig demissionair premier Mark Rutte op bezoek bij collega Benjamin Netanyahu, 23 oktober 2023 in Jeruzalem.
Foto Kobi Gideon/EPA/GPO

Nederland behoort tot de trouwste bondgenoten van Israël. De Holocaust (ruim 100.000 Nederlandse joden werden gedeporteerd) speelt daarbij een belangrijke rol, net als de christelijke snit van veel partijen in Den Haag. Ook aan de linkerkant van het politieke spectrum is er van oudsher grote steun. „De PvdA heeft van oudsher een band met Israël”, zegt buitenlandwoordvoerder Kati Piri. „Vergeet niet dat daar de eerste veertig jaar links aan de macht was.”

Die vanzelfsprekende steun voor de Joodse staat is wel aan het afbrokkelen. Het Israël van Netanyahu is niet langer een underdog die het opneemt tegen de hele Arabische wereld, maar een tot de tanden toe bewapende bezettingsmacht. In veel West-Europese landen is inmiddels sympathie voor het lot van de Palestijnen gegroeid,

ziet Piri. „Als je kijkt naar opiniepeilingen in Nederland en Duitsland zie je dat de bevolking veel kritischer is over Israël dan de regering.”

Humanitair oorlogsrecht

In het demissionaire kabinet spelen ook andere overwegingen. Premier Rutte is de gedoodverfde kandidaat om de nieuwe secretaris-generaal van de NAVO te worden, en de stem van de Amerikaanse president Joe Biden geeft daarbij de doorslag. De VS blijven pal achter Israël staan, ook als binnen enkele weken duizenden Palestijnen gedood zijn door Israëlische bombardementen en de Gazastrook is afgesneden van water, elektriciteit en voedsel. Met de blokkade schendt Israël het humanitair oorlogsrecht, zo constateert de afdeling internationaal recht van het ministerie van Buitenlandse Zaken in een interne nota, waarover NRC in november schrijft.

Ook de Nederlandse ambassade in Tel-Aviv is kritisch, zo meldt NRC. In een vertrouwelijke militaire analyse schrijft de ambassade dat Israël doelbewust burgerinfrastructuur in Gaza aanvalt. Deze aanpak verklaart het „hoge aantal doden in Gaza” en vormt volgens critici „een schending van internationale verdragen en oorlogswetten”.

Ook na de publicaties in NRC verandert het demissionaire kabinet niet van houding: Rutte blijft benadrukken dat Israël het recht heeft op zelfverdediging en weigert de bondgenoot publiekelijk aan te spreken. Over Israëlische schendingen van het oorlogsrecht moet de rechter maar oordelen, verdedigt Rutte zich.

Dat is juridisch onhoudbaar, zo stelt hoogleraar Internationaal Recht André Nollkaemper.

„Er is brede consensus dat Israël zich schuldig maakt aan mensenrechtenschendingen en schendingen van het humanitair oorlogsrecht.” Zwijgen daarover is „laf”, zegt Nollkaemper: als landen aanwijzingen hebben voor schendingen, dan dienen ze meteen in actie te komen om verdere schendingen te voorkomen. „Dat is waar het internationale rechtsstelsel op is gebaseerd.” De Amsterdamse hoogleraar geeft er tekst en uitleg over in een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer in december 2023. Voor een groot deel van de Kamer zijn de adviezen van de experts echter aan dovemansoren gericht. Op 22 november heeft PVV overtuigend de verkiezingen gewonnen. PVV-leider Geert Wilders – die als 17-jarige werkstudent in een Israëlische kibboets werkte – heeft zijn carriere gebouwd op het aanvallen van de islam, die Wilders beschouwt als een ‘gevaarlijke ideologie’. Op rechts worden de studentenprotesten op Nederlandse universiteiten tegen het geweld in Gaza al snel gelijkgesteld aan steun voor de fundamentalistische en terroristische Hamas-beweging. De BBB maakt zich meer zorgen over het groeiend aantal antisemitische incidenten in Nederland dan om de tienduizenden burgerslachtoffers in Gaza. BBB-kopstuk Mona Keijzer wijst in een talkshow met een beschuldigende vinger naar Nederlandse moslims: „Jodenhaat is bijna onderdeel van de islamitische cultuur.”

Katalysator van spanningen

De oorlog in Gaza wordt zo een katalysator van de spanningen tussen bevolkingsgroepen in Nederland, ziet Kati Piri: „Voor extreem-rechts is steun voor Israël vooral ook een stok om moslims mee te slaan.”

Volgens Peter Malcontent is het politieke debat inmiddels nauwelijks representatief voor het maatschappelijke klimaat. „Natuurlijk zijn er extreme pro-Palestijnse groepen in de Nederlandse samenleving, en heel extreme pro-Israëlische facties. Maar waar de kwestie vooral een open zenuw is, is in Den Haag. Daar bestrijden partijen elkaar zo’n beetje op leven en dood als het gaat om dit thema.”

Daarbij is het niet alleen rechts dat de toon zet. Een van de luidste stemmen in het debat is Stephan van Baarle, de nieuwe fractievoorzitter van Denk. Van Baarle gebruikt elke gelegenheid aan om de oorlog in Gaza aan de orde te stellen – of het nu gaat om een debat over de volgende EU-top of de Algemene Politieke Beschouwingen.

„Van Baarle kan sinds 7 oktober alleen nog maar over dit thema praten”, zegt Peter Malcontent. „En bij hem gaat het ook echt alleen maar om wat Israël de Palestijnen aandoet.”

Van Baarle vind dat niet meer dan logisch. „Ik kom op voor het internationale recht en baseer me op de rapporten van de VN. Als ik benoem dat harde maatregelen genomen moeten worden tegen de criminele regering van Israël, dan is dat niet radicaal: dat is feiten benoemen.”

De bijdragen van Denk lokken steevast een reactie uit van Chris Stoffer, fractievoorzitter van de SGP. Volgens Stoffer is er in de Tweede Kamer te weinig aandacht voor het feit dat „Israël vecht voor zijn bestaansrecht”. Het nieuwe kabinet-Schoof zou daar veel duidelijker over zou moeten zijn: „Ik vind het nu nog iets te veel twee kanten op leunen.”

Van Baarle en Stoffer – die als voormannen van kleine fracties veel vergaderingen bijwonen – zetten veel debatten op scherp. En als de emoties weer eens oplopen, raken de middenposities vaak buiten beeld, zo zegt Kati Piri. Binnen het samenwerkingsverband tussen GroenLinks en PvdA wordt er verschillend over Israël gedacht, maar de indruk bestaat soms dat de fusiepartij alleen de Palestijnse zaak behartigt. Onterecht, zegt Piri. Zo diende GroenLinks-PvdA weliswaar met D66 een motie in om geen ‘offensieve’ wapens meer aan Israël te leveren, maar stemde de fusiepartij tégen een motie van Denk, SP en de Partij voor de Dieren voor een volledig wapenembargo – dat bijvoorbeeld leveringen voor Israëls ‘Iron Dome’ zouden blokkeren. „Dergelijke nuances krijg je als kiezer echter niet mee in alle ophef op sociale media”, zegt Piri.

Onthouding in de VN

Het kabinet-Schoof is begin juli nog maar nauwelijks aangetreden of Wilders twittert dat Jordanië „de enige Palestijnse staat” is. Minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) moet met zijn Jordaanse ambtsgenoot bellen om uit te leggen dat Nederland de tweestaten-oplossing nog altijd ziet als de beste manier om het Israëlisch-Palestijnse conflict te beslechten.

Een jaar na 7 oktober is de oorlog in Gaza overgeslagen naar Libanon, en dreigt een grootschalige oorlog met Iran, waarbij ook de VS betrokken zouden kunnen raken. Terwijl de Franse president Emmanuel Macron oproept tot het staken van alle wapenleveranties aan Israël, procedeert de Nederlandse Staat voor de Hoge Raad tegen de uitspraak van het Haagse Hof om geen F-35-onderdelen naar Israël te leveren. Het Internationaal Strafhof heeft een arrestatiebevel uitgevaardigd tegen zowel Benjamin Netanyahu als het de leiding van Hamas, het Internationaal Gerechtshof waarschuwt voor mogelijke genocide in Gaza. Nederland – gastheer van beide internationale gerechtshoven – onthoudt zich echter nog steeds van stemming bij VN-resoluties die Israël veroordelen. Nederland, zo waarschuwt Kati Piri, komt steeds geïsoleerder te staan. „Onze internationale geloofwaardigheid is tot op het nulpunt gedaald.” Dat is niet handig voor de Nederlandse diplomaten die landen in de Global South moeten overhalen om Oekraïne te steunen in zijn strijd naar Rusland. Nederlandse ambassadeurs in Noord-Afrika en het Midden Oosten waarschuwden daar vorig jaar al voor in een memo aan Den Haag: „Naarmate de oorlog voortduurt heeft de terughoudendheid van het Westen om Israël op geloofwaardige wijze aan te spreken op de humanitaire catastrofe in Gaza steeds meer (potentiële) consequenties voor onze positie.”

Het debat in Nederland, zo zegt André Nollkaemper, „is volledig bevroren.” Twee weken geleden keek de hoogleraar toevallig naar het vragenuur in de Tweede Kamer, waar Israël weer eens ter sprake kwam. De hoogleraar hoorde exact dezelfde argumenten de revue passeren als een jaar gelden: „Het is een droevige constatering, maar hoe meer het conflict escaleert, hoe irrelevanter de Nederlandse positie wordt.”

Ook Peter Malcontent is pessimistisch. „Beide partijen hebben zich zo diep ingegraven dat ze elkaar niet eens meer willen horen. Wat voor boodschap geef je daarmee af aan de samenleving?”