NRC-redacteur Bianca Stigter zal een eredoctoraat ontvangen van de Universiteit van Amsterdam. Dat meldt de universiteit woensdag. Stigter en haar echtgenoot, regisseur Steve McQueen, ontvangen een doctoraat vanwege de „grote maatschappelijke en historische waarde van hun werk” aldus de universiteit.
Eén van de werken die wordt genoemd is de documentaire De Bezette Stad. Dat is een verfilming van het boek Atlas van een bezette stad, geschreven door Stigter, waarin het leven in Amsterdam tijdens de bezetting wordt getoond aan de hand van archiefbeelden.
Ook wetenschappelijk onderzoeker Liesbet Geris heeft een doctoraat gekregen voor haar werk op het gebied van in-silico medicine. Geris ontwikkelt onder andere computermodellen van het menselijk lichaam en doet onderzoek naar het ontwikkelen van virtuele tweelingen, ofwel digitale modellen, van het lichaam van mensen. Doel daarvan is om onder andere diagnose van ziektes makkelijker te maken.
Feyenoord heeft voor het eerst sinds najaar 2002 een uitwedstrijd in de Champions League gewonnen. De Rotterdammers van coach Brian Priske versloegen Girona in Spanje met 3-2. Met de uitzege staat Feyenoord in de middenmoot in de ranglijst van de poulefase, waarin alle clubs acht wedstrijden spelen.
Feyenoord won eind september 2002 met 1-0 van Newcastle United in de groepsfase. Daarna slaagde de club uit Rotterdam er in 2017 en 2023 niet in een uitwedstrijd in de groepsfase te winnen.
Na de forse thuisnederlaag tegen de Duitse kampioen Bayer Leverkusen (0-4) won Feyenoord in de Eredivisie nog van NAC Breda, maar bleef afgelopen zaterdag tegen NEC op een gelijkspel steken. Girona, dat verrassend derde was geworden in La Liga, speelde tegen Feyenoord zijn allereerste thuiswedstrijd in het Europees voetbal.
Girona, dat begon met Donny van de Beek, kreeg de eerste kansen via Viktor Tsyhankov. In de 19e minuut opende David López de score. Hij kreeg de bal voor de voeten na een kopbal van Ladislav Krejci uit een corner en kon van dichtbij binnenschieten. Feyenoord kwam enkele minuten later op gelijke hoogte. Een vrije trap van Igor Paixão richting Quinten Timber werd door Yangel Herrera in eigen doel gewerkt.
Feyenoord kwam daarna op voorsprong doordat Paixão Antoni Milambo met een dieptepass wegstuurde. De 19-jarige middenvelder aarzelde niet en schoot de bal langs doelman Paulo Gazzaniga. De Rotterdammers kregen de kans om verder uit te lopen. Ivan Martin maakte na een fout van de doelman een overtreding op Timber. Ayase Ueda schoot de strafschop echter zwak in en Gazzaniga redde. Bij de Spanjaarden kwam Arnaut Danjuma nog in de ploeg voor de geblesseerd geraakte Tsyhankov.
In de tweede helft misten Ueda en Ibrahim Osman kansen voor Feyenoord. Girona leek gelijk te komen toen een voorzet van Van de Beek via de voet van David Hancko in eigen doel verdween. De VAR oordeel de echter dat de Nederlander buitenspel stond. Girona kreeg een volgende kans omdat doelman Timon Wellenreuther Bojan Miovski neerhaalde. Maar de keeper stopte de strafschop van diezelfde Miovski. Van de Beek zorgde daarna alsnog voor de gelijkmaker na goed voorbereidend werk van Danjuma, maar bij een schot van Hancko zes minuten later passeerde Krejci zijn eigen doelman: 2-3. (ANP)
Toen de Indonesische scheepskok Adrian Lawendatu van zijn collega’s hoorde wat zij verdienden, voelde hij zich gediscrimineerd. „Ik kreeg 64 dollar per dag”, zegt hij, iets minder dan 58 euro. „Mijn Roemeense collega kreeg 100 dollar per dag, terwijl we hetzelfde werk doen.”
„Op Nederlandse schepen proberen ze dat te verbergen”, zegt de Filippijnse scheepskok Rolan Garrido. „Terwijl er op Noorse schepen gewoon een salaristabel aan de muur hangt, zodat iedereen het kan zien.”
Een lager salaris, puur omdat je ergens anders woont, terwijl je het werk op hetzelfde schip uitvoert. Mag dat? Wel als je de cao voor de handelsvaart moet geloven. Meteen aan het begin van dat document staat dat de afspraken over loon en andere arbeidsvoorwaarden niet van toepassing zijn op werknemers die in Indonesië of de Filippijnen wonen – wereldwijd de hofleveranciers van matrozen. Ook Oekraïense zeelui vallen onder de uitzondering.
Woensdag behandelt het College voor de Rechten van de Mens de zaken die Garrido en Lawendatu hebben aangespannen tegen de Nederlandse rederijen waarvoor ze werkzaam waren. De cao mag dan algemeen bindend zijn verklaard door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de twee zeelieden vinden de uitzonderingsregel discriminerend en willen dat de cao voor alle werknemers geldt.
Lawendatu en Garrido voelden zich op meer manieren slechter behandeld dan de rest van de bemanning. Zo zegt Garrido dat hij toen hij ziek was, niet naar de wal werd gebracht voor medische hulp. „Terwijl een ziek Nederlands bemanningslid met een helikopter werd weggebracht.” Zijn werkgever wil niet inhoudelijk reageren zolang de zaak loopt, maar „verwerpt alle claims”.
Lawendatu zegt dat hij meer moest overwerken dan directe collega’s en ook taken kreeg toegeschoven die niet bij zijn functie horen. Bovendien voelde hij zich niet gerespecteerd door de Nederlandse officieren. „Mijn zeep was een keer op, dus ik vroeg om nieuwe. ‘Gebruik maar afwasmiddel’, zei de tweede officier van het schip toen, terwijl er ook andere bemanningsleden bij waren.”
Volgens de twee koks kregen hun collega’s ook een slechte behandeling. Garrido: „Op het schip hadden we veel voedsel dat over de datum was. Ik meldde dat, maar kreeg te horen dat ik het niet mocht weggooien en aan de Filippijnse crew moest serveren.”
Geen juridische consequenties
Het College doet op een later moment pas uitspraak. Aan een oordeel van het College zijn geen juridische consequenties verbonden. De zaak van de twee koks moet dan ook vooral een „hefboom” vormen, zegt Aukje van Hoek. Zij is voorzitter van Equal Justice Equal Pay. De claimstichting zegt dat 14.000 mensen zich bij hen hebben gemeld, van wie een kleine drieduizend mensen een overeenkomst hebben getekend waarmee de stichting ze kan vertegenwoordigen. „Veel mensen in deze situatie durven niet zomaar naar voren te stappen”, zegt Van Hoek. De stichting wordt gesteund door een Amerikaanse procesfinancier, die een deel van de opbrengst krijgt als er compensatie komt.
Als het mensenrechtencollege in de zaak van Garrido en Lawendatu oordeelt dat er sprake is van discriminatie, wil ze dat de cao wordt aangepast en dat er compensatie komt voor Filippijnse en Indonesische zeelieden die onder de uitzonderingsclausule hebben gewerkt.
Het loononderscheid is een „internationaal stelsel” dat het mogelijk maakt om concurrerend te zijn, zegt Annet Koster, voorzitter van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KNVR). Afschaffing „zou kunnen betekenen dat heel veel Nederlandse reders gaan uitvlaggen”, en onder de vlag van een land gaan varen waar het nog wel kan.
Koster vindt de discriminatieklacht ongegrond. „Bij discriminatie heb je het over ongelijke behandeling van gelijke gevallen, maar het gaat hier niet over gelijke gevallen. Het is waar dat er anders wordt betaald, maar voor een euro kun je in de Filippijnen en Indonesië meer kopen dan in Nederland.”
Van Hoek kan niets met dat argument. „Je doet hetzelfde werk op dezelfde plek. Het is een beetje als zeggen, ‘jij leeft in armoede, dus blijf maar lekker in armoede leven’”.
Draaien de laagste inkomens gedeeltelijk op voor de compensatie van gedupeerden in box 3? Die vraag komt deze dagen aan bod in de Tweede Kamer, waar het parlement tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen debatteert met minister van Financiën Eelco Heinen (VVD).
De afgelopen weken werd duidelijk dat de fouten die de Belastingdienst sinds 2017 heeft gemaakt bij de heffing van vermogensbelasting in totaal meer dan 14 miljard euro aan onterecht en dus te veel geheven belasting heeft veroorzaakt. Sinds de Hoge Raad in december 2021 een streep zette door de manier waarop belasting op vermogen werd geheven, wordt gewerkt aan een manier om dat geld terug te krijgen bij de mensen die te veel belasting hebben betaald. Tot nu toe met weinig succes.
In de Miljoenennota voor 2025 werd helder hoe die 14 miljard euro aan schade moet worden opgebracht. Een groot deel van de kosten (6,4 miljard euro) laat Heinen in de staatsschuld lopen: hij zoekt niet naar een dekking op de begroting maar verhoogt het financieringssaldo ermee.. Een ander, eveneens substantieel deel (5,3 miljard) wordt onder meer gedekt door de komende jaren de algemene heffingskorting minder te verhogen dan oorspronkelijk gewenst. Dat betekent een jaarlijkse lastenverzwaring van 1,5 miljard euro voor alle burgers, die het zwaarst gevoeld wordt bij de laagste inkomens.
Helft compensatie naar rijksten
Bij gebrek aan een alternatief heft de fiscus nog steeds te veel belasting, ook in 2025, 2026 en 2027. Een nieuwe wet wordt op zijn vroegst in 2028 verwacht. Mensen die aantonen dat de rendementen die de fiscus de komende jaren hanteert te hoog zijn vergeleken met de werkelijke rendementen, krijgen dan geld terug. Wat tot nu toe onderbelicht bleef, is de verdeling van die compensatie over de gedupeerden in box 3. Welke inkomenscategorieën krijgen hoeveel geld terug? Het ministerie van Financiën publiceerde eind vorige week een overzichtje waarin dat in elk geval voor de 1,7 miljard aan compensatie in 2025 inzichtelijk wordt gemaakt. Die gaat naar verwachting in totaal naar 373.400 gedupeerden, die zich wel zelf zullen moeten melden.. Wat daarin opvalt, is dat bijna de helft van de compensatie (49 procent, ofwel 831 miljoen euro) terecht gaat komen bij 44.300 mensen die meer dan drie keer modaal verdienen. Een modaal salaris bedraagt 44.000 euro bruto in 2024.
Desgevraagd bevestigt Financiën dat de verdeling zoals die voor de 1,7 miljard in 2025 geldt grosso modo ook voor de rest van de compensatie geldt. Dat betekent dat de totale som van verwachte compensatie (zowel die uit het verleden als uit de komende jaren) ongeveer op dezelfde manier zal worden over de inkomenscategorieën. In totaal gaat het dus om 14,5 miljard euro aan compensatie.
Het grootste deel van de compensatie van gedupeerden in box 3 komt maar verwachting de komende jaren dus terecht bij de relatief kleine groep mensen die drie keer modaal of meer verdienen. Van het totale aantal mensen dat sinds 2017 te veel belasting heeft betaald over hun vermogen, valt één op de acht (12 procent) in deze inkomenscategorie. Gezamenlijk krijgen zij over de hele periode (verleden én toekomst) ongeveer de helft van de in totaal 14,5 miljard euro. Dat is logisch, zij hebben veelal de grootste vermogens en worden dus ook relatief gezien het hardst getroffen door de ondeugdelijke heffing. Binnen die groep gaat 5,9 miljard naar de mensen die vier keer modaal of meer verdienen. Zij hebben een gemiddeld vermogen van 2,3 miljoen euro.
Verder blijkt dat vermogende mensen met een inkomen van minder dan het minimumloon (een kwart van het totale aantal gedupeerden) in totaal een kleine 1 miljard terugkrijgen van de fiscus. Dat is 7 procent van het totale bedrag. Hun gemiddelde vermogen is 394.000 euro, blijkt uit cijfers van Financiën. Mensen met een inkomen tussen de 44.000 en de 88.000 euro (30 procent van de gedupeerden) kunnen gezamenlijk 3,2 miljard compensatie tegemoet zien. Dat is 22 procent van het totale bedrag.
Overigens benadrukt Financiën dat de cijfers een raming zijn en dat de daadwerkelijke compensatie afhankelijk is van het rendement dat mensen in een bepaald fiscaal jaar hebben behaald. Ook moeten mensen die in aanmerking willen komen voor de compensatie zelf een formulier invullen op de site van de belastingdienst waarin ze hun werkelijke rendement opgeven. Op basis daarvan volgt dan compensatie.
Oppositie wil hoger tekort
Dat er gecompenseerd moet worden is onomstreden. En ook de verdeling van de bedragen is geen onderwerp van politiek discours. Deze zaken zijn een logisch gevolg van de foutieve heffing van de vermogensbelasting en dat moet rechtgezet worden. Waar een deel van de Tweede Kamer wél mee zit, is hoe die compensatie gefinancierd wordt. Een deel van de compensatie (2,8 miljard euro) is al in eerdere jaren uitgekeerd en gedekt door een hogere belasting voor vermogenden in box 3, maar de resterende 11 miljard moet nog worden uitgegeven.
Ruim de helft daarvan loopt in het tekort op de begroting van 2024, zo besloot Heinen al eerder. De staatsschuld loopt er door op. Oppositiepartijen in de Tweede Kamer pleiten ervoor om nu ook de rest in het tekort te laten lopen. Dat kan volgens hen omdat het kabinet een meevaller heeft, waardoor het tekort veel minder groot is dan was geraamd. In plaats van de lasten voor burgers in 2025, 2026 en 2027 jaarlijks met 1,5 miljard te verzwaren, zou het bedrag toegevoegd kunnen worden aan de staatsschuld. Dan wordt de compensatie uiteindelijk ook door alle Nederlanders betaald (via de aflossing van de staatsschuld), maar gaat het deze jaren in elk geval niet ten koste van de huishoudens met lagere inkomens, aldus de oppositie.
Minister Heinen heeft tot nu toe afwijzend gereageerd op deze voorstellen. En ook de coalitiepartijen voelen weinig voor het openbreken van de Miljoenennota. Heinen zal donderdag de Tweede Kamer te woord staan over de plannen.