Het Europese wetsvoorstel dat is bedoeld om grote techbedrijven te dwingen online kindermisbruikmateriaal op te sporen, valt slecht in het Nederlandse kabinet. Partijen NSC en BBB zijn tegen het voorstel; als de wet erdoor komt, zullen de privéchats van grote aantallen mensen namelijk worden gescand en encryptie verzwakt. De positie van de VVD en PVV is onduidelijk.
Vandaag heeft VVD-minister David van Weel van Justitie de Tweede Kamer per brief laten weten dat Nederland nog even geen standpunt inneemt. Dat is een tegenslag voor EU-voorzitter Hongarije, die probeert de wet er na twee jaar Europees debat door te krijgen en dacht twijfelaar Nederland over de streep te hebben getrokken.
1 Eerst de inhoud: waar draait dit allemaal om?
De verspreiding van (kinder)misbruikbeelden gaat grotendeels via internet en in toenemende mate via chats, zoals besloten Telegramgroepen, berichten via WhatsApp en Facebook of bijvoorbeeld de chatfunctie in games.
Dat is zowel handig als lastig voor opsporingsdiensten. Handig omdat digitale communicatie sporen nalaat. Lastig omdat het chatverkeer tussen twee personen onder het elektronische equivalent van het briefgeheim valt. Het is privé, de politie mag daar niet zomaar in kijken. Bovendien is dat berichtenverkeer versleuteld, waardoor de inhoud niet zichtbaar is als die wordt verstuurd.
De opsporing is daarom voor een groot deel afhankelijk van de bedrijven die dit berichtenverkeer faciliteren en eraan verdienen. Die hebben methoden om verdacht gedrag te detecteren, onder meer met gebruik van algoritmen die analyseren met wie een gebruiker contact zoekt en aan de hand van de meldingen die ze krijgen over gebruikers. En kunnen het uit zichzelf melden als ze vermoedens hebben of op verdacht materiaal stuiten. Op dit moment verschilt het sterk hoe bedrijven daarmee omgaan. Het contact tussen Telegram en opsporingsinstanties is bijvoorbeeld notoir slecht. Snapchat en Meta (het bedrijf achter Facebook, Instagram en WhatsApp) werkt wel mee.
De Europese wet, waarover al twee jaar wordt onderhandeld, verplicht bedrijven zich in te spannen om te voorkomen dat hun dienst wordt gebruikt voor de verspreiding van reeds bekende misbruikbeelden en om die te verwijderen. De wet wil dat bedrijven hun software zo aanpassen dat de inhoud van chats gescand kan worden voordat ze worden verstuurd. Client side scanning, heet dat in technisch jargon. Op X wordt ertegen geprotesteerd onder de hashtag #Chatcontrol.
2 Wordt dan dus ieder chatbericht van iedereen eerst gescand?
Niet per se, want in de wet staat ook dat niet meteen naar het zwaarste middel moet worden gegrepen. Maar de mogelijkheid om de inhoud van alle berichten te scannen wordt met deze wet wel gecreëerd. Bedrijven zouden de daarvoor benodigde technische aanpassingen moeten doen. En daarom zijn er grote bezwaren tegen. Een brede coalitie tegenstanders waarschuwt in een open brief voor een ‘opgeleid sleepnet’ dat op grove wijze inbreekt op privécommunicatie van honderden miljoenen Europeanen. „Een politieagent in elke slaapkamer om alle soorten misbruik te voorkomen zouden we niet accepteren, maar in het digitale domein maakt Nederland die afweging blijkbaar anders.”
De ondertekenaars – waaronder kindermisbruikbestrijders, bazen van hostingbedrijven en cybersecurityexperts en Kamerleden – waarschuwen dat miljoenen Europeanen onterecht in databases terecht zullen komen met het label ‘verdacht van kinderporno’, dat ze vervolgens hun leven lang kan achtervolgen. Er is nog veel onduidelijk over de scantechnieken en de algoritmes die op naaktfoto’s zouden worden losgelaten. Vast staat wel dat het technisch heel moeilijk om het verschil te zien tussen een foto van een bloot kindje in bad, dat tussen vertederde ouders wordt uitgewisseld, en kwalijk blootbeeld, met verkeerde intenties.
De ondertekenaars wijzen er ook op dat het bij de seksuele ontwikkeling van een tiener hoort om een beetje te experimenteren. En dat betekent tegenwoordig soms ook met wederzijdse instemming pikant beeld delen.
Opsporingsinstanties zijn bang dat ze worden overspoeld door meldingen waar ze niets mee hoeven of niets mee kunnen. Ook omdat bang gemaakte bedrijven geneigd zullen zijn voor de zekerheid te veel te melden. En dat terwijl de politie de meldingen nu al amper aankan.
3 Is er nu dan helemaal geen controle op het versturen van kindermisbruikbeelden?
Jawel. Er is een tijdelijke ontheffing (‘derogatie’) van de privacybescherming, waardoor bedrijven nu al bepaalde inbreuken kunnen maken. Maar daar is dus geen wettelijke basis voor en het werkt zeer beperkt. De meeste bedrijven voor online communicatie zijn Amerikaans. Die zijn volgens de Amerikaanse wet verplicht melding te maken van misbruikbeelden, als ze die zien. Een deel van de bedrijven doet dit bij het Amerikaanse NCMEC, een private stichting voor de bestrijding van online kindermisbruik. Die deelt de meldingen dan weer met bijvoorbeeld de Nederlandse politie. In 2023 kwamen via die route 72.913 meldingen binnen.
Het Nederlandse equivalent van die stichting is OffLimits. Verdachte beelden die door gebruikers worden gerapporteerd worden daar beoordeeld en in sommige gevallen aan de politie doorgespeeld, die deze meldingen serieus neemt, maar wel te kampen heeft met een tekort aan zedenrechercheurs. Ook heeft Offlimits contact met de meeste grote internetbedrijven om slachtoffers te helpen beelden offline te krijgen. En het doet veel aan preventie van misbruik en verspreiding. Mensen (meestal mannen) die vrezen dat ze in de verleiding komen naar beelden van seks met kinderen te kijken, kunnen bijvoorbeeld een anonieme hulplijn bellen. Daar wordt steeds vaker gebruik van gemaakt. Directeur Robbert Hoving van OffLimits is medeondertekenaar van de open brief.
4 Iedereen wil toch dat kinderen veilig zijn? Waarom moeilijk doen over een wet die handhavers wat meer instrumenten geeft?
Zeker, maar dat argument wordt ook vaak misbruikt. Politici durven zelden tegen wetten te stemmen die worden verkocht met het argument dat ze nodig zijn om terrorisme of pedofielen aan te pakken. Maar met die wetten kan in de regel meer dan alleen dat. Dat geldt nu ook voor het verzwakken van encryptie of meekijken in privéchats. Coalitiepartij NSC is er daarom geen voorstander van. Kamerlid Jesse Six Dijkstra: „Het gaat een fundamentele grens over als de overheid software-ontwikkelaars verplicht een luikje in te bouwen om de inhoud van afbeeldingen en video’s van alle gebruikers te controleren. Zeker als dit in de praktijk ineffectief zou zijn.”
Barbara Kathmann van GL-PvdA is bang voor ‘massasurveillance onder het mom van boeven vangen’. „Als je echt kinderen wilt helpen, trek er dan de stekker uit bij hostingbedrijven die niet meewerken aan het verwijderen van materiaal en die vaak in Nederland zitten.”
„De wet is met een kanon op een mug schieten. Het gaat veel te ver”, zegt ook Henk Vermeer van de BBB. Hij vreest dat het wantrouwen van burgers jegens de overheid groter wordt als mensen de indruk hebben dat in hun privécommunicatie wordt meegelezen.
De betrokken kamerleden van coalitiepartijen PVV en VVD waren niet bereikbaar voor commentaar.
Afgelopen vrijdag is in de ministerraad over het wetsvoorstel en het Nederlandse standpunt gesproken, maar lukte het niet om overeenstemming te bereiken.
5 Willen politie en justitie dan heel graag dat deze wet er komt?
Nee, in tegendeel. Zedenexperts van de politie hebben zich er meerdere keren tegen uitgesproken. Ook de AIVD is tegen. De inlichtingendienst heeft het kabinet expliciet gewaarschuwd voor risico’s voor de ‘digitale weerbaarheid’ als een scansysteem wordt opgetuigd.
6 Als alle experts tegen zijn, waarom stemt Nederland binnen de EU niet gewoon tegen?
Dat heeft te maken met de manier waarop de Europese onderhandelingen tot nu toe zijn verlopen. Nederland was daarin steeds kritisch. Nu is EU-voorzitter Hongarije aan een aantal belangrijke bezwaren van Nederland tegemoetgekomen, waaronder de eis dat in eerste instantie alleen op al bekend kinderpornografisch materiaal wordt gescand. Daardoor hebben de ambtenaren en politici het gevoel dat ze geen ‘nee’ meer kunnen zeggen en het diplomatiek onverstandig zou zijn om opeens bij het clubje felste tegenstanders binnen de EU te gaan horen. Dat spreekt uit de brief die minister Van Weel dinsdag naar de Tweede Kamer stuurde. De voorlopige uitkomst is dat Nederland zich onthoudt van stemming. Dat zou voorlopig moeten worden geïnterpreteerd als een tegenstem, staat ook in de brief. Het argument voor in Brussel? De recente kabinetswissel.