De zussen Hashimi vluchtten voor de Taliban, nu staan ze aan de start bij het WK wielrennen

Normaal gesproken halen zeges in de Tour de l’Ardèche, een middelgrote rittenkoers voor vrouwen in Zuid-Frankrijk, niet de internationale media. Drie weken geleden gebeurde dat wél – om een bijzondere reden. De vijfde etappe, een bergrit van 104 kilometer met finish bovenop de Mont Lozère in de Cevennen, werd namelijk gewonnen door Fariba Hashimi (21), geboren en getogen in Afghanistan. Het was de eerste ritzege ooit op het hoogste wielerniveau voor een Afghaanse renster.

Bijna drie jaar eerder, op 26 augustus 2021, landden Fariba en haar drie jaar oudere zus Yulduz (24) met een militair vliegtuig in Rome. Met veel geluk en hulp van buiten waren ze erin geslaagd te ontsnappen aan de Taliban, de moslimfundamentelistische beweging die twee weken daarvoor de macht had overgenomen in Kabul. In het Afghanistan van de Taliban waren ze als wielrennende vrouwen in levensgevaar.

Deze zaterdag staan Fariba en Yulduz Hashimi aan de start van de wegwedstrijd op de WK in Zürich, tussen wielergrootheden als Demi Vollering en Lotte Kopecky. Namens hun land, maar níet namens het huidige regime – ze vertegenwoordigen de Afghaanse wielerbond in ballingschap. Het is de bekroning van een bijzonder seizoen voor de zussen: vorige maand maakten ze deel uit van de Afghaanse delegatie op de Olympische Spelen in Parijs. Fariba droeg de vlag tijdens de openingsceremonie, Yulduz bij de sluiting.

Een sportieve rol van belang hadden ze op de Spelen niet: in de wegwedstrijd eindigde Fariba ondanks een lange vroege vlucht als 75ste, Yulduz reed hem niet uit. Maar dat, zo zeiden ze na afloop, was ook niet het belangrijkste. Het ging hun om iets anders: een voorbeeld zijn voor de onderdrukte vrouwen en meisjes in hun geboorteland. „We vertegenwoordigen twintig miljoen Afghaanse vrouwen”, zo zei Yulduz tegen de BBC.

De gezusters Hashimi groeiden op in Faryab, een provincie in het noorden van Afghanistan, tegen de grens met Turkmenistan. In hun late tienerjaren werden ze gegrepen door het wielrennen. Ze regelden tweedehands racefietsen en begonnen met trainingsritten op de onverharde wegen rondom hun woonplaats Maynana. Hun eerste wielerkoers reden ze onder verzonnen mannennamen, gehuld in ruimzittende kleding om niet betrapt te worden – sportende vrouwen waren in het uiterst conservatieve Faryab ook al vóór de Taliban volstrekt onacceptabel. Fariba werd eerste, Yulduz tweede.

Ook binnen hun eigen familie hielden de zussen hun wielercarriere aanvankelijk verborgen: zelfs voor de hoogopgeleide elite van Maynana – hun vader is kinderarts – waren hun bezigheden een brug te ver. Toen een journalist tijdens een wedstrijd de fietsende zussen fotografeerde, kwam hun geheime hobby aan het licht – en volgde acceptatie door de rest van het gezin.

De eerste jaren op de fiets in Afghanistan waren bijzonder moeilijk. Tijdens trainingsritten werden ze uitgescholden of bekogeld met stenen, zo vertelden de zussen eerder in interviews. Een riksjarijder ramde het stel opzettelijk, waarbij Yulduz haar pols brak. Maar hun talent was onmiskenbaar – ze werden geselecteerd voor de Afghaanse nationale vrouwenploeg in Kabul.

Zonder eten en drinken

En toen werd het 14 augustus 2021, de dag waarop de Taliban tijdens het vertrek van de Amerikaanse troepen Kabul binnentrokken. Vijfduizend kilometer verderop, in de Italiaanse regio Veneto, maakte Alessandra Cappellotto zich meteen grote zorgen. De oud-wielrenster – in 1997 de eerste vrouwelijke wereldkampioen uit Italië – bestiert een stichting die zich inzet voor vrouwelijke atleten in onvrije landen. Ze had de gezusters Hashimi dat voorjaar ontmoet tijdens het nationaal Afghaans kampioenschap in Kabul. „Ik was toen onder indruk van ze”, vertelt ze over de telefoon.

Via haar contacten bij de Italiaanse regering en strijdkrachten wist Cappellotto de zussen op een lijst te krijgen voor een evacuatievlucht. Fariba en Yulduz lieten hun familie achter en zetten koers naar Kamid Harzai International Airport. Drie dagen verbleven ze in de mensenmassa op het vliegveld, te midden van chaos, paniek en geweld. Ze wisten ternauwernood te ontkomen aan een zelfmoordaanslag waarbij meer dan 180 mensen omkwamen. „Toen ik ze later vroeg wat het allermoeilijkste was in die dagen”, zegt Cappellotto, „vertelde Yulduz dat ze meer dan een etmaal zonder eten en drinken hadden gezeten.”

Op 26 augustus kwam het verlossende berichtje binnen bij Cappellotto: Fariba en Yulduz zaten op een vliegtuig naar Italië. Hun vertrek uit Afghanistan, hoe ingrijpend ook, was écht bittere noodzaak, zegt ze: „Nadat ze Faryab hadden verlaten, kwamen meteen berichten binnen dat de Taliban huizen doorzochten op zoek naar de zussen.” Anderhalve maand later werd een voormalige speelster van het nationale volleybalteam onthoofd – waarschijnlijk door de Taliban.

Fariba (l) en Yulduz Hashimi tijdens de Olympische Spelen in Parijs Foto Thibault Camus

Levend in ballingschap

In Italië heeft Cappellotto zich als een soort tweede moeder ontfermd over de zussen: ze regelde een woning en zorgde dat ze een contract kregen bij een vrouwenploeg op het hoogste wielerniveau, Valcar Travel & Service. „Aanvankelijk had ik twijfels”, zegt Valentino Villa, de voormalige eigenaar van de ploeg. „Maar toen ik de twee meiden ontmoette en hun verhaal hoorde, was ik geroerd. Tegen mensen die zoiets hebben meegemaakt, móest ik ‘ja’ zeggen, ook al zou het een behoorlijke uitdaging worden voor ons.”

De ontwikkeling van Fariba en Yulduz in Italië „overtrof alle verwachtingen”, zegt Cappellotto. Niet alleen spraken de zussen binnen twee à drie maanden behoorlijk goed Italiaans – ze leerden ook vlot omgaan met de snelheid en nervositeit in het Europese wielerpeloton. „In het begin waren ze bang en vielen ze steeds. Maar dat hield al snel op.”

In oktober 2022, ruim een jaar na hun vlucht, deden de zussen mee aan het Afghaanse kampioenschap voor vrouwen, georganiseerd door de internationale wielerunie UCI. In het Zwitserse Aigle – thuisbasis van de UCI – verschenen vijftig rensters aan de start. Fariba won, Yulduz werd tweede. „Afghaanse meiden, wees voor niemand bang!”, riep Yulduz na afloop tegen een tv-camera.

Voor Alessandra Cappellotto werd die dag duidelijk „hoe snel hun leven veranderd is”, zegt ze. „In het begin wilden ze niet zonder bedekte benen en armen fietsen, vanwege hun geloof. Maar bij de wedstrijd verschenen ze allebei in korte broek en korte mouwtjes, ook al was het acht graden Celsius. Ik zei tegen ze: doe armstukken aan, en beenstukken! Maar dat weigerden ze. Ze wilden aan andere Afghaanse meiden laten zien: jullie leven nu in vrijheid.”

Op de zege bij het Afghaans kampioenschap volgde een verloren jaar voor de zussen. Ze verruilden de Italiaanse Valcar-ploeg voor het opleidingsteam van Israel Premier Tech, maar daar kwamen ze nauwelijks aan koersen toe. Yulduz moest zelfs een baantje zoeken bij de lokale Decathlon. Dit seizoen hebben ze onderdak gevonden bij het vrouwenteam van de UCI in Aigle, waar jonge wielrensters van over de hele wereld rijden. Ze krijgen kost en inwoning, training, fietsen en een maandelijkse toelage van 400 euro.

De deelname aan de Olympische Spelen in Parijs was voor de zussen al tijden een droom. Tot twee maanden voor de start was nog onzeker of ze mee zouden doen: het IOC bleef aanvankelijk in gesprek met het Taliban-regime, ondanks het verbod op vrouwensport na de machtsovername. Uiteindelijk werd besloten – mede onder druk van de UCI, aldus Cappellotto – dat een delegatie van sporters-in-ballingschap het land zou vertegenwoordigen in Parijs. De vlag die de gezusters Hashimi bij de openings- en sluitingsceremonie droegen, was de Afghaanse driekleur van vóór de Taliban. „Dit is ónze vlag, de vlag waarvoor we willen vechten”, zei Fariba tegen tv-zender France24.

De Spelen waren voor de zussen een kans om de aandacht te vestigen op het lot van vrouwen in Afghanistan, die niet naar school mogen, niet kunnen werken of sporten en amper nog buiten komen. Ze spraken zich uit tegenover verschillende internationale tv-zenders. Toch schuilt er achter die publiciteit ook een dilemma, zegt oud-wielerbaas Villa, die nog altijd veel contact heeft met Fariba en Yulduz. „Elke keer als ze publiekelijk over hun situatie praten, kunnen er represailles volgen voor hun familie in Afghanistan.”

Die zorg is reëel: volgens Villa en Cappellotto is de familie Hashimi in Afghanistan in de afgelopen jaren vier keer gedwongen verhuisd omdat ze gevaar liepen. Een jonger broertje liep verwondingen op aan zijn hoofd bij een mesaanval. Volgens Cappellotto riep de agressor tegen hem: „Dit is vanwege jouw zussen op de Olympische Spelen.” Wel is het inmiddels gelukt om vader Hashimi naar Italië te halen.

Er hangt „een schaduw” over het leven van Fariba en Yulduz, zegt Valentino Villa, vanwege de zorgen over hun familie en hun land. „Als ik vraag of er nog nieuws uit Afghanistan is, zie ik direct de droefheid in hun gezicht.” Gelukkig, zegt hij, geeft het fietsen hun „een gevoel van vrijheid” en helpt het „om de zorgen te verzachten.” Villa heeft de gezusters wel eens geadviseerd om wat voorzichtiger te zijn in hun uitingen over Afghanistan. „Hun oprechtheid is mooi, maar je kunt het best gematigde bewoordingen kiezen.”

Behoefte aan gezelschap

Hoewel de offers enorm zijn, blijft de toekomst van de zussen onzeker. Oud-ploegbaas Villa is ervan overtuigd dat ze genoeg talent hebben om voor een ploeg op het hoogste wielerniveau te fietsen – en etappes te winnen in grote wedstrijden. „Fariba heeft een goede sprint in de benen en kan goed tempo rijden, ook in nerveuze koersen.” Yulduz noemt hij een „sieraad dat nog tot wasdom moet komen”. „Ze is een complete renner die ook raad weet met zwaardere koersen met veel klimwerk.”

Of de zussen ook volgend jaar bij het vrouwenteam van de UCI kunnen blijven, is nog niet duidelijk. Maar voor welke ploeg ze ook gaan rijden, zegt Villa, het zou goed zijn als ze in de buurt van het hoofdkwartier gaan wonen. „Ze moeten niet thuis gaan zitten, met tabellen enzo. Erop uit moeten ze, trainen met anderen. Ze hebben behoefte aan gezelschap.”