Ruime overwinning op Besiktas is volgens Ajax-trainer Farioli geen reden voor optimisme. ‘Gevaar is dat we vergeten hoeveel er nog te verbeteren valt’

Het is bijna rust als Gabriel Paulista, de centrale verdediger van Besiktas, traag het strafschopgebied uitwandelt. De Braziliaan buigt voorover en wijst gefrustreerd met beide armen schuin omlaag, de handpalmen omhoog, in de richting van de bal die langzaam voor hem uitrolt. Alsof hij zijn medespelers erop wil wijzen: hier ligt hij, wil iemand hem nog hebben?

De frustratie van Paulista is begrijpelijk. In de eerste helft van het Europa League-duel tegen Ajax is de nummer drie van de Turkse competitie er nauwelijks in geslaagd van de eigen helft af te komen. Zodra Besiktas in de Johan Cruijff Arena in balbezit komt zet Ajax de ploeg meteen vast, dicht bij het eigen doel. Of beter gezegd: Besiktas láát zich dicht bij het eigen doel vastzetten.

Al in de openingsfase van de wedstrijd wordt duidelijk dat de bezoekers het vooral moeten hebben van de omschakeling. Besiktas speelt met een verdedigende 4-5-1-formatie, loert doorlopend op een snelle uitbraak na een slechte pass of aanname van Ajax. In de eerste minuut leidt dat meteen tot gevaar, als centrumspits Mustafa Hekimoglu wordt weggestuurd. Ajax-verdediger Josip Sutalo kan nog nét de bal voor zijn voeten over de achterlijn tikken.

Opbouwend weet Besiktas zich daarentegen zelden raad met de bal. Voortdurend zoeken de centrale verdedigers en middenvelder Jean Onana een teamgenoot om aan te spelen, maar bewegen amper uit de dekking. Uit wanhoop kiezen ze dan maar voor de lange bal. Soms met succes, maar veel vaker ook niet.

Gebrek aan gevaar

Ajax krijgt juist alle ruimte: ook in de verdediging is Besiktas afwachtend. Het maakt dat de Amsterdammers misschien wel hun eenvoudigste wedstrijd van het seizoen kennen, die eindigt in een 4-0 zege. Een enorm contrast met de vorige wedstrijd van Ajax, zaterdag in Deventer, waar de ploeg een verrassend fel Go Ahead Eagles trof. De ploegen speelden gelijk (1-1), maar het had net zo goed de tweede competitienederlaag voor Ajax kunnen zijn.

Ajax-trainer Francesco Farioli oordeelde zaterdag hard over zijn ploeg. Tegenover de camera’s van ESPN noemde hij het de slechtste wedstrijd onder zijn leiding. De Italiaan vond dat zijn spelers te gemakkelijk fouten maakten, te veel tijd nodig hadden voor beslissingen en Go Ahead te veel tijd en ruimte gaven. Maar wat hem misschien nog wel het meest verontrustte: het totale gebrek aan gevaar.

Bij Go Ahead kwam Ajax tot slechts acht schoten, minder dan Go Ahead. Maar drie daarvan waren op doel. Het is een probleem waar Ajax al het hele seizoen last van heeft, blijkt uit data van bureau Statsperform. Net als in het ongekend slechte vorige seizoen scoort Ajax laag in de expected goals, een veel gebruikte maatstaf voor hoe aannemelijk het is dat een poging ook een doelpunt wordt.

Tegen Go Ahead bereikte de graadmeter zelfs een van de laagste niveaus van de laatste tien jaar: 0,51 verwachte doelpunten. Alleen in de uitwedstrijd tegen Feyenoord van vorig seizoen (6-0) was de Amsterdamse ploeg nog minder gevaarlijk.


Lees ook

De tijd dat Ajax met transfers en Europese premies dure selecties kon financieren lijkt voorbij – net nu de selectie schreeuwt om investeringen

Technisch directeur Alex Kroes in juli tijdens de  Europa League- wedstrijd (voorronde) tussen Ajax en FK Vojvodina.

Buitenspelers

Dat gebrek aan kansen hangt nauw samen met het gebrek aan buitenspelers. Ajax verkocht vlak voor het sluiten van de transfermarkt Steven Bergwijn, maar slaagde er door gebrek aan financiële ruimte niet in een vervanger aan te trekken. Kort daarvoor was linksbuiten Steven Berghuis al voor langere tijd geblesseerd geraakt. Hun opvolgers, Mika Godts en Lassina Traoré, presteren vooralsnog zeer wisselvallig.

Ook tegen Besiktas probeert Ajax het donderdag zelden via de buitenkant. De opbouw gaat bijna telkens via het centrum, met de balvaste spits Bryan Brobbey als vaste schakel. Die lijkt liever te wachten tot de buitenste middenvelders aansluiten, Kenneth Taylor en Kyan Fitz-Jim. Met recht, want zij worden regelmatig gevaarlijk. Het levert Ajax in het eerste kwartier drie grote kansen op.

Het doelpunt valt uitgerekend via het soort aanval waar Besiktas de hele avond op loert: een Turkse doelschop wordt onderschept door verdedigend middenvelder Jordan Henderson, die de bal via-via op de rechterflank bij Taylor krijgt. Die schiet strak voorlangs. De Turkse doelman tikt de inzet in eerste instantie nog weg, maar in de voeten van Fitz-Jim, die van dichtbij kan intikken.

Voor Besiktas is dat geen reden om van speelwijze te veranderen. De ploeg van de Nederlandse trainer Giovanni van Bronckhorst blijft ook na rust hopen op een Amsterdamse fout en een snelle counter. Maar de tweede helft maakt Ajax veel minder fouten, waardoor Besiktas na 90 minuten zonder poging op doel van het veld stapt.

Ajax combineert sneller, en zoekt in de opbouw vaker de rechtervleugel. Dat heeft na vijftig minuten succes, als Traoré naar binnen trekt en de bal achter de verdediging langs speelt naar Godts, die inschiet. Drie minuten later staat Traoré opnieuw aan de basis van het doelpunt, als hij met een hakje Fitz-Jim vrijspeelt.

Balcontact

Bij al die aanvallen doet Ajax iets wat dit seizoen zelden lukte: binnen een paar balcontacten tot een kans komen. Gemiddeld had de ploeg van Farioli meer dan 34 passes nodig om tot een kans te komen, blijkt uit data van Statsperform. Per doelpunt had de ploeg zelfs 292 balcontacten nodig, het hoogste aantal in tien jaar.

Na de twee snelle tegentreffers is het geloof bij Besiktas weg, ziet ook trainer Van Bronckhorst. Krap twintig minuten voor tijd valt het vierde doelpunt, opnieuw via de rechterflank. Godts maakt zijn tweede.

Reden voor optimisme is dat niet, zegt Farioli na afloop. Het gevaar is volgens hem dat spelers, en ook fans, na een goede uitslag vergeten hoeveel er nog te verbeteren valt. „Een week geleden waren we blij (na de 5-0 overwinning op Fortuna Sittard), drie dagen geleden baalden weer. Onze grootste uitdaging is om consistentie te vinden, zorgen dat we onszelf voor elke wedstrijd mentaal goed voorbereiden.”