SP-leider Jimmy Dijk: ‘Ik laat me niet aanmeten dat ik zou heulen met rechts’

Als er één ding was dat de nieuwe SP-leider Jimmy Dijk de afgelopen maanden hoorde van partijleden en sympathisanten, dan was het: de partij moet meer lef tonen. Minder bang zijn.

Na acht verloren verkiezingen op rij werd Dijk (38) eind vorig jaar partijleider, na het opstappen van Lilian Marijnissen. Direct liet hij onderzoeken wat zijn achterban van de partij wil. „En echt, iedereen zei: de SP moet stelling nemen. Val anderen meer aan. Met ideeën, hè?”

De SP is voorzichtig geworden, zegt Dijk. Waar het begon? Toen Emile Roemer in 2012 even de grootste leek te worden, en de macht lonkte? Onder Lilian Marijnissen, die zei dat ze niet van schreeuwerige politiek houdt? Hij weet het niet, al was hij er zelf bij. Dijk is al bijna twintig jaar actief in de SP en zat jaren in de gemeenteraad van Groningen.

Begrijp me niet verkeerd als ik kritiek op mijn partij lever: ik was er zelf bij

Wel weet hij: die voorzichtigheid moet weg. Zijn felle, directe stijl viel op in het debat over de regeringsverklaring, begin deze zomer. Dijk viel vooral Geert Wilders (PVV) aan op de groeiende armoede onder kinderen, en de „gebroken verkiezingsbelofte” om het eigen risico in de zorg meteen af te schaffen. Wilders had het moeilijk met Dijk. Deze week, bij de Algemene Politieke Beschouwingen, zal er vanuit de coalitie wéér veel naar Jimmy Dijk worden gekeken.

Ook al heeft zijn partij nog maar vijf Kamerzetels. In 2006 waren dat er nog 25. Om de verloren kiezers terug te winnen, weet Dijk, moet de SP niet alleen duidelijk zijn over typische SP-thema’s als armoede en zorg. Maar ook over migratie en integratie. Onderwerpen die ingewikkelder zijn voor de SP, maar sterk leven bij kiezers die ooit SP stemden, en nu naar de PVV zijn gegaan.

Dijk keert terug naar hoe de SP in de jaren tachtig sprak over migratie, en de problemen die waren ontstaan in oude volkswijken. „Wij waren de eerste partij, en zeker de allereerste linkse partij, die deze problemen aankaartte. Toen werden wij voor xenofoob uitgemaakt.”

Over welke problemen heeft u het?

„Ik zie het zelf in Groningen. Ik bel ergens aan, de deur gaat niet open en de gordijnen zijn dicht. En door de brievenbus wordt ‘nee, nee, nee’ geroepen. Bij de volgende deur is wederom iemand de taal niet machtig. Of een moeder die op het schoolplein gevraagd wordt om overblijfmoeder te worden, en ze kan niet eens reageren. Hoe kun je dan een samenleving zijn? Om te emanciperen, moeten mensen werken en verplicht de taal leren spreken. Anders zijn er types die hen uit elkaar gaan spelen.”

Dit verhaal hebben we de afgelopen jaren niet gehoord van de SP.

„Nee. We moeten er duidelijker over zijn. Daar ben ik me erg van bewust.”

De SP is de partij van Gastarbeid en Kapitaal [een kritische brochure over migratie uit 1983]. Waarom liet de partij die ideeën los?

„We hadden dat de afgelopen jaren duidelijker naar buiten moeten brengen.”

Waarom is dat niet gebeurd?

Hij heft zijn handen de lucht in. „Niet gedaan.”

Maar waarom?

„Echt, als ik daar een antwoord op had… Ik denk dat men het ook spannend vindt. Je wil niet verkeerd begrepen worden.”

Hoe zou u verkeerd begrepen kunnen worden?

„Ik merk het aan mijzelf. Ik word óók wat fanatieker als het hierover gaat. En andere linkse partijen kunnen ons in een hoek duwen als we hier over beginnen. Dan denk je soms: ik zeg het toch maar niet.”

Wat verwijt u de linkse partijen?

„Ik zag met verbazing hoe GroenLinks-PvdA koranverbrandingen wil verbieden. Hoe het gaat over het hoofddoekje van Lahlah.” Hij doelt op Tweede Kamerlid Esmah Lahlah van GroenLinks-PvdA. „Iedereen moet dragen wat hij wil. Maar dat als symbool van ultieme vrijheid voor vrouwen neerzetten…Sorry, maar dat vind ik apart.”

Apart?

„Omdat ze dondersgoed weten dat er ook een grote groep vrouwen is voor wie de hoofddoek een vorm van onderdrukking is. Laten we dat niet gaan verheffen tot symbool van vrijheid van de vrouw. Dat is ridicuul. En over koranverbrandingen: je moet mensen niet onnodig pijn doen. Maar het is ook een vorm van vrijheid van meningsuiting. En haatzaaien is al strafbaar.”

Probeert u het verschil tussen de SP en andere linkse partijen groter te maken?

„Nee, ik begrijp dat echt niet. In de gemeenteraad van Groningen had ik het over de uitbuiting van arbeidsmigranten. Ik zei dat kennismigratie en internationale studenten een verdienmodel zijn geworden en kreeg gelijk iedereen op links over me heen. ‘Ja, maar diversiteit en inclusie!’ Ik ben potverdorie de enige die actie heeft gevoerd met asielzoekers, arbeidsmigranten, internationale studenten en kennismigranten. Ik laat me niet aanmeten dat ik zou heulen met rechts. Kom maar op.”

U richt zich veel op Wilders, maar maakt zelden een punt van zijn opvattingen over de rechtsstaat.

„We weten dat de PVV het niet nauw neemt met de democratische rechtsstaat. Je maakt het jezelf zo ongelooflijk moeilijk als je hen daar moralistisch op gaat aanvallen, zoals ik vooral GroenLinks-PvdA en D66 zie doen. Dan gaat het weer de hele dag over tweets van Fleur Agema of hoofddoekjes. Ik snapte ook de heftige reacties niet op het uitroepen van de asielcrisis, zoals minister Marjolein Faber die aankondigde. De PVV had gezégd dat ze op die manier de Eerste en Tweede Kamer wilde omzeilen. Wat dacht je dan? Het is alsof je de SP verwijt dat ze het alleen opneemt voor mensen in armoede.”

Loop je dan niet het gevaar te doen alsof dit heel normaal is?

„Nee, je moet er wat van zeggen. Maar nu voert het de boventoon. Hoe lang hebben we het wel niet gehad over de omvolkingstheorie? Wie wil je overtuigen?”

Wat is uw verklaring voor de verkiezingswinst van de PVV?

„Mensen voelen zich in de steek gelaten. Sociale voorzieningen als wonen, onderwijs en zorg werden uitgekleed en vermarkt. Er werd door de afgelopen kabinetten constant op bezuinigd. En nu worden ze wederom keihard genaaid. Het eigen risico wordt niet afgeschaft, we zien de grootste huurverhoging van de afgelopen dertig jaar, ziekenhuizen worden gesloten, ik kan nog heel lang doorgaan. Dus zoeken mensen steeds hun heil bij andere partijen.”

Dit klinkt weer als een economisch verhaal. Welke rol speelt migratie hierin?

„Jullie doen al dertig jaar buurtonderzoeken. Ik las er laatst over en werd helemaal enthousiast. Daar zie je het precies! Ongelijkheid, tweedeling en migratie kun je niet geïsoleerd bekijken. Mensen ervaren een concentratie van problemen, waaronder een slechte integratie. Dan heb ik het over lastiggevallen worden op straat, homo’s die niet geaccepteerd worden. Mensen voelen zich in de steek gelaten, ook door links.”

Het kabinet benoemt migratie als belangrijk thema, terwijl links dat volgens u laat liggen. Vindt u dat de vier partijen dat in ieder geval goed hebben gezien?

„Ja.”

Dus ze doen ook iets goed?

„Ze misbruiken het voor een andere agenda. Waarom heeft BBB het alleen over asiel? Omdat ze geen beperking voor arbeidsmigratie willen. Dat is de allergrootste groep. De druk komt terecht in de buurten en wijken, waar mensen geen woning kunnen vinden. Ik denk dat we naar een lager migratiesaldo moeten.”

Waar denkt u dan aan?

„Ik heb hier deze zomer veel over nagedacht. Het saldo is de afgelopen jaren zo’n 110.000. Wij willen inzetten op een saldo van 40.000. Daarvoor moet je arbeids-, kennis- en studiemigratie flink inperken.”

Heeft u het succes van [de conservatief-socialistische] Sahra Wagenknecht in Duitsland gevolgd? Inspireert u dat?

„Ja, natuurlijk. Dat laat zien dat dat kan. Op migratie heeft zij wel een heel stevige lijn en ik ben het niet met alles eens, maar ik vind het interessant hoe zij de verhalen van mensen omzet in een politieke boodschap.”

De nieuwe links-populistische partij Bündnis Sahra Wagenknecht (BSW) boekte succes bij Duitse deelstaatverkiezingen en staat bekend om haar controversiële Oekraïnestandpunt. De partij wil wapenleveranties direct stoppen, en bepleit goede betrekkingen met Rusland. In Nederland hoort de SP bij de partijen die het meest kritisch zijn op de militaire steun aan Oekraïne. „Wij steunen de wapenleveranties zodat Oekraïne zichzelf kan verdedigen”, zegt Dijk. „Maar wij zeggen daar wel bij dat er te weinig druk wordt opgevoerd tot vredesonderhandelingen.”

Poetin is de agressor, maar een oorlog los je alleen op via vredesonderhandelingen

Naast de SP zeggen alleen Denk en Forum voor Democratie dat.

„Ja, met een totaal andere achtergrond. Wij nemen onafhankelijk een standpunt in, wat andere partijen zeggen zal me een worst wezen. Begrijp me niet verkeerd: Poetin is de agressor, maar een oorlog los je alleen op via vredesonderhandelingen.”

Mag Oekraïne als aangevallen partij niet zelf weten wanneer de tijd rijp is voor onderhandelingen?

„Ja, natuurlijk. Maar Oekraïne is ook grotendeels afhankelijk van onze steun. Dat is goed, maar het geeft ons de mogelijkheid om te zeggen: er moet een keer een einde aan komen. Omwille van heel veel mensen in Oekraïne die al jarenlang in onveiligheid verkeren, die hun familie, net als in Gaza, dood zien gaan. En aan de andere kant de Russische kinderen die naar het front worden gestuurd als kanonnenvoer. Dat moet stoppen. Ik hoor alleen maar oorlogsretoriek: meer wapens, meer wapens, meer wapens.”

U moet deze week in debat met Dick Schoof. Heeft u al kennisgemaakt?

„Ja, twee keer al. Schoof is hier eens langsgeweest, en ik heb gisteren [het gesprek vindt op vrijdag plaats] een half uur met hem gebeld.”

Zei hij: pak me niet te hard aan?

„Hij wilde weten wat er op hem afkomt in het debat. Dus ik heb hem gezegd: ik laat nu niet het achterste van mijn tong zien. Ik zei: de kritiek zal hard zijn, maar de analyse zal scherp zijn.”

De SP koesterde altijd de status van buitenstaander, schoppen tegen het systeem. Wringt dat niet met telefoontjes achter de schermen?

„Nee, ik ben hier ook om iets voor elkaar te krijgen. Ik heb dingen benoemd die ik echt wil binnenhalen. Over private equity in de zorg bijvoorbeeld en het ziekenhuis in Heerlen dat afgeslankt wordt. Politieke verandering werkt op twee manieren: zelf voorstellen doen en de druk van buiten opbouwen. Dat is wat onze partij uniek maakt. We combineren acties buiten het parlement met analyses en alternatieven ín het parlement. Soms met twee gestrekte benen.”