Oranje lijkt bevrijd nu Depay de aanval niet meer leidt

In de mixed zone van de Johan Cruijff Arena bekijkt Ryan Gravenberch, op de telefoon van een journalist, voor het eerst de beelden van zijn pass. De bal op Xavi Simons, in de 21ste minuut tegen Duitsland, heeft hij net al „perfect” genoemd. Gravenberch, een 22-jarige middenvelder van Liverpool FC die pas voor de vierde keer in de basis begon bij Oranje, lacht voorzichtig. „Dat was wel een hele mooie bal, nu ik het zo terugzie. Beetje met een curve.”

Zijn oude maatje bij Ajax, spits Brian Brobbey (22), liet in zijn vierde interland ook zijn enorme potentie zien. Bij een lange bal van achteruit bediende hij met zijn borst handig Gravenberch, die zo de dieptepass kon geven op Tijjani Reijnders, de inleiding op de snelle openingsgoal. „Duitsland zette ons vast”, zegt Gravenberch. „We hadden maar één uitweg, en dat was Brobbey.” Die zegt: „Ik was goed voor de ploeg, daar kan ik trots op zijn.”

Links van Gravenberch staat een lange verdediger uit Zeeland nog wat onwennig om zich heen te kijken. Jan Paul van Hecke (24) van Brighton & Hove Albion heeft net als invaller een prima debuut gemaakt. „Ik had zes jaar geleden niet gedacht dat ik bij Oranje terecht zou komen”, zegt hij. In 2018 speelde hij nog bij de amateurs van VV Goes, waarna hij via NAC bijna geruisloos de weg naar de top vond. „Ik hoop dat het nog heel lang kan duren, dat ik steeds kleine stapjes kan blijven maken.”

Grenzeloos vertrouwen

In het grotere geheel van Oranje zijn het drie verrassende ontwikkelingen, deze eerste interlandperiode na de halve finale tegen Engeland op het EK. Een vernieuwd Oranje krijgt snel vorm, bleek in de Nations League-duels tegen Bosnië en Herzegovina (5-2 zege) en Duitsland (2-2). Nadat Ronald Koeman dinsdag eerst cynisch vaststelde dat het in „onze landsaard” zit „lekker te zeiken” na het resultaat op het EK, zegt de bondscoach dat het „duidelijk” is dat er deze periode „veel positieve dingen” te zien waren.

Dat deze interlandperiode door Koeman zelf goed wordt beoordeeld, duidt erop dat hij te behoudend is geweest op het EK. Zijn vaste spits Memphis Depay (30) gaf hij in Duitsland bijna grenzeloos vertrouwen. Ook was hij loyaal aan Georginio Wijnaldum (33), die drie keer inviel. Terwijl er vooraf duidelijke signalen waren dat beiden niet meer hun oude topniveau zouden halen – wat op het EK ook bleek.

Doorselecteren – nu de mantra onder Koeman – liet hij toen nog na. Gravenberch speelde niet in Duitsland, Brobbey één minuut en die andere talentvolle spits Joshua Zirkzee (23) vier minuten. Koeman had zijn redenen: Gravenberch was ondermaats in een oefenduel kort voor het EK en maakte geen goede indruk op trainingen, Brobbey raakte kort voor het toernooi licht geblesseerd en Zirkzee moest worden ‘opgetraind’ nadat hij tijdens zijn vakantie plots werd opgeroepen.

Bondscoach Ronald Koeman geeft instructies aan Lutsharel Geertruida voor zijn invalbeurt. Foto ANP / Robin van Lonkhuijsen

Dat neemt niet weg dat zij van grotere waarde hadden kunnen zijn op het EK. Vanaf de start van ‘Koeman II’, maart vorig jaar, is nooit duidelijk geworden of er een plan was voor het inpassen van deze beloftevolle spelers. Koeman sprak zich eerder kritisch uit over met name Brobbey, maar ook over Gravenberch en Zirkzee. Dat zij nu anderhalf jaar later voor het eerst een serieuze kans krijgen, lijkt niet het gevolg van zorgvuldig, doordacht selectiebeleid.

„Richting een toernooi maak je keuzes op basis van de groep die er langer is”, zei Koeman dinsdagavond. „Soms moet een jongeling dan weleens even wachten. Die tijd is nu aangebroken.”

Verversing van de selectie was onontkoombaar, mede omdat Depay ontbrak (geen club, inmiddels getekend bij het Braziliaanse Corinthians) en er een streep is gezet door Wijnaldum. Gravenberch is in de tussentijd opgeleefd bij Liverpool FC onder Arne Slot en de status van Zirkzee is gestegen door zijn transfer naar Manchester United.

‘Blijvertjes’

Onder impuls van die jonge aanwas, bloeit Oranje op. Waar Depay het aanvalsspel op het EK vertraagde en soms compliceerde, viel het soepele combineren van Zirkzee op tegen Bosnië. Brobbey blonk tegen Duitsland uit als dynamisch en sterk aanspeelpunt. Aanvallende middenvelder Reijnders lijkt meer tot zijn recht te komen in de samenwerking met beide spitsen – hij maakte twee goals in twee duels. „Ik heb met beiden een klik in het veld”, zei Reijnders. Technisch en tactisch lijkt Oranje bevrijd nu Depay de aanval niet meer leidt.

Ook de energie en agressiviteit van de tweelingbroers Quinten en Jurriën Timber (23) geven Oranje een extra dimensie. Op het EK ontbraken zij nog omdat ze herstelden van blessures. Met Gravenberch en Zirkzee ziet Koeman hen als „blijvertjes”.

In de schaduw van de snelle, recente ontwikkeling van Gravenbech is ook de transformatie van aanvaller Xavi Simons (21) interessant. Een halfjaar geleden in hetzelfde stadion speelde hij nog zeer moeizaam tegen Schotland. Deze periode oogde hij veel losser. Waar Depay veel vrije trappen en corners nam, ligt die verantwoordelijkheid inmiddels bij Simons. Het zegt iets over de veranderende hiërarchie.

Er is nog voldoende te schaven in de volgende periode half oktober, wanneer de uitduels tegen Hongarije en Duitsland wachten. De verdedigende organisatie – het collectief doordekken, wat in de eerste helft tegen Duitsland niet goed ging – blijft net als op het EK een punt van zorg. Maar het fundament voor een verjongd Oranje lijkt gelegd. „We voelen elkaar goed aan”, zei Reijnders enthousiast.