Zonder tweede assistent en ‘teamontwikkelaar’ moet Ronald Koeman nu zelf meer de regie nemen bij een vernieuwd Oranje

Met de sokken opgetrokken tot aan zijn knieën en een fluitje in de aanslag, staat Ronald Koeman druk te coachen in Zeist. „Hoge balsnelheid, twee keer raken”, roept de bondscoach bij een oefenvorm waarin de aanvalspatronen worden getraind. „Kom eronder, en ga diep”, roept hij naar de snelle Donyell Malen. „Natuurlijk! Dat is het!”

Broer Erwin, zijn assistent bij Oranje, liep een uur eerder al kriskras over het veld om pionnen en trainingspoppen klaar te zetten. Een tweede assistent-bondscoach hebben ze nog niet gevonden. „Nu gaan we het allemaal zelf doen”, zei Koeman dezelfde ochtend met een grijns, in een persconferentie in aanloop naar de Nations League-duels tegen Bosnië en Herzegovina (deze zaterdag in Eindhoven) en Duitsland (dinsdag in Amsterdam). Het zijn de eerste wedstrijden in het traject richting het WK 2026, twee maanden na de verloren halve finale op het EK tegen Engeland.

Op weg naar een nieuw tijdperk, sjokken de internationals tussen de bossen voor een opwarmronde – aanvoerder Virgil van Dijk en spits Wout Weghorst voorop. Veel lijkt hetzelfde. Vrijwel identieke technische staf, grotendeels dezelfde selectie. Er is een enkel nieuw gezicht, Brighton-verdediger Jan Paul van Hecke. En een herintreder, tweevoudig international Justin Kluivert, die het goed doet bij Bournemouth. Geanimeerd geroezemoes klinkt bij de spelers, als ze voorbijlopen.

Het ‘huis’ van Oranje

Toch wordt het in het ‘huis’ van Oranje, zoals Koeman het eerder dit jaar noemde, langzaam stiller. Dat huis werd in zijn ogen gevormd door een kerngroep met spelers diep in de twintig, begin dertig. Destijds ging het onder anderen over Marten de Roon (33) en Daley Blind (34), die geen vaste basisspelers meer waren. Koeman vond hen nog altijd van „toegevoegde waarde voor deze groep” door hun „ervaring en gedrag”. Zij hielden anderen scherp, sparden met stafleden, zorgden voor een goede sfeer en lieten zich horen als iets mis ging.

Op weg naar 2026, heeft Koeman nu een streep gezet door die twee namen, net als die van Georginio Wijnaldum (33). Met z’n drieën goed voor bijna 250 interlands. Zo komen er wat plekjes vrij – op het veld, en hoog in de hiërarchie. Ook nu de toekomst van spits Memphis Depay (30), lang een bepalende speler, onzeker is bij Oranje. Hij is niet opgeroepen omdat hij nog zonder club zit – Koeman houdt de optie van een terugkeer wel open.

Bondscoach Ronald Koeman (links) en zijn broer en assistent Erwin tijdens een training van Oranje in Zeist, woensdag.
Foto Robin van Lonkhuijsen / ANP

Hoogst in de pikorde, blijft captain Van Dijk. Koeman vloog naar Liverpool, nadat Van Dijk na de halve finale op het EK openlijk twijfelde over zijn toekomst als international. „Ga je er nog twee jaar tegenaan op het allerhoogste niveau?”, vroeg Koeman hem. Van Dijk – die met Depay, Wijnaldum en Frenkie de Jong lang het hart van Oranje vormde – nam die aarzeling weg: hij gaat door. Al kan zijn leeftijd een factor worden. Kort voor de kwartfinales op het WK, juli 2026, wordt hij 35.

Er moet bij Van Dijk wel wat veranderen. Zijn aanvoerderschap vulde hij „geweldig” in tijdens het EK, maar „voetballend gezien” haalde hij als centrale verdediger „niet het niveau” dat van hem verwacht kan worden, zei Koeman dinsdag. Met name in het verloren groepsduel tegen Oostenrijk, werd duidelijk dat Van Dijk onvoldoende deed in het doordekken. Mede daardoor sloeg het elftal uit balans.

„Hij vond dat hij gedeeltelijk te veel bezig was met anderen”, was volgens Koemand de verklaring van Van Dijk voor diens mindere spel. Die uitleg is opvallend. Bij alle tegengoals op het EK, was Van Dijk niet zichtbaar bezig met de coaching van zijn teamgenoten, blijkt uit de wedstrijdbeelden.

Hij concentreerde zich op zijn eigen positionering, maakte daarin fouten. Zoals bij het winnende doelpunt van Engeland, kort voor tijd. „Daar hielden we geen lijn als verdediging, er werd niet goed gecommuniceerd, niet goed doorgedekt”, zei Koeman deze week. Van Dijk schoof niet door toen Cole Palmer vrij opdook tussen de linies, waarna de middenvelder de assist gaf op Ollie Watkins, die door de benen schoot van Stefan de Vrij.

Zo bezien is een nieuwe periode met Van Dijk als leider van de defensie niet zonder risico. Met onder meer de razendsnelle Micky van de Ven en eenmalig Oranje-captain Matthijs de Ligt achter de hand, had Koeman voldoende opties om door te selecteren – zowel verdedigend als qua leiderschap.

Voor Van Dijk is de uitdaging zijn rol als aanvoerder en zijn spel „beter” te „managen”, zei Koeman. Dit prille seizoen laat hij onder Slot bij Liverpool FC zien wel agressief door te kunnen dekken, zoals afgelopen zondag tegen Manchester United (3-0 zege).

Evaluatie

Van Koeman wordt ook iets anders gevraagd. Kort na het EK in Duitsland verliep zijn evaluatie door Nigel de Jong, directeur topvoetbal bij de KNVB, positief. Daarom mag hij door tot het WK 2026, wat zijn laatste toernooi bij Oranje moet worden. Dat Nederland op het EK geluk had met de eenvoudige route naar de halve finale – via het povere Roemenië en het wisselvallige Turkije – als gevolg van de pijnlijke nederlaag in het groepsduel tegen Oostenrijk, is niet meegewogen in de beoordeling. Het goede eindresultaat op die manier onderuit halen, vond de KNVB-top te gemakkelijk.

Wel is gesproken over de invulling van zijn rol. Het idee is dat Koeman richting het WK 2026 duidelijker zelf de regie neemt, zowel op als buiten het veld. Dat is deze week in Zeist al af te lezen aan het feit dat zijn vertrouweling René Felen ontbreekt. Felen is een ‘teamontwikkelaar’ waar Koeman al zo’n vijftien jaar mee samenwerkt. Hij richt zich op groepsdynamiek in de sport, op aspecten als leiderschap, verantwoordelijkheden en kernwaarden die een team verbinden. Hij leidt feedbackoefeningen met spelers, spreekt met stafleden, observeert en stuurt bij. Net als in de eerste periode van Koeman (2018-2020), was Felen afgelopen termijn onderdeel van de staf. Tijdens het EK zat hij er fulltime bij.

Dat hij nu ontbreekt, heeft er volgens een betrokkene mee te maken dat Koeman zelf meer rechtstreeks in gesprek gaat met spelers over de zaken die zij anders met Felen bespraken. Daarmee komt er op gebied van teamprocessen dus meer bij de bondscoach te liggen. Felen blijft op de achtergrond wel samenwerken met Koeman, maar is niet meer lijfelijk aanwezig voor sessies en gesprekken met spelers.

Op het veld neemt Koeman ook meer het voortouw. Dat is goed zichtbaar in de trainingen deze week – deels toegankelijk voor de pers. Hij coacht veel meer dan toen hij in maart 2023 begon aan zijn tweede termijn bij Oranje. Destijds liet hij de veldtrainingen – waar de speelwijze en spelopvattingen centraal staan – voor een belangrijk deel leiden door Sipke Hulshoff, destijds ook assistent-trainer bij Feyenoord onder Slot. Koeman was liever de ‘manager’ die overziet, het leiden van veldtrainingen vindt hij niet per se het leukste onderdeel van het vak, zei hij vorig jaar nog bij sportzender ESPN.

Belangrijk is het wel. De trainingstijd bij nationale ploegen is zeer beperkt en spelers hebben bij hun clubs te maken met verschillende spelsystemen. Vastigheden inslijpen in de korte tijd die er is in de interlandperiodes, is cruciaal bij het opbouwen van een gezamenlijke spelidentiteit.

Een assistent voor de veldtrainingen heeft Koeman nu (nog) niet. Hulshoff vertrok kort voor het EK omdat hij met Slot meeging naar Liverpool FC. Hij werd in Duitsland vervangen door Dwight Lodeweges, waar Koeman in zijn eerste periode al succesvol mee samenwerkte. Lodeweges, die volgende maand 67 wordt, keert niet meer terug. Koeman zoekt nu een veldtrainer die zich kan schikken in zijn rol als assistent, wat niet eenvoudig is: ze spraken een aantal kandidaten maar vonden de „juiste” nog niet.

Een assistent met moderne, progressieve voetbalideeën kan hij goed gebruiken, nu Koeman (61) op tactisch gebied wil gaan sleutelen aan zijn ploeg – niet de eerste keer dat hij zoiets aankondigt. Hij zei dinsdag dat er in de „absolute top” bijna over het hele veld één tegen één wordt gespeeld (in de dekking). „Dat is iets waar wij ook naartoe willen.” Dus: een speelwijze met veel pressie naar voren. Iets waar Oranje op het EK niet voor koos: Van Dijk was achterin meestal de vrije man.

In de data van het EK zag Koeman dat Oranje een van de ploegen was die weinig ballen wist te veroveren diep op de helft van de tegenstander – wat duidt op een behoudende speelwijze. Dit is iets waar hij de komende tijd aan wil gaan werken. „We willen hoger, agressiever en met meer intensiteit druk zetten. Maar dat ligt ook aan spelers die je wel of niet hebt. Of die het wel of niet kunnen.” Vrijdag zei hij dat de aanvallers bij Oranje er soms „moeite” mee hebben om constant die druk te geven.

De vraag is ook of hij het als bondscoach kan. Koeman, een pragmaticus, heeft zich de afgelopen jaren geen ‘vormende’ bondscoach getoond die een specifieke speelwijze erin slijpt – zoals de innovatieve coach Ralf Rangnick bij Oostenrijk wel lukte. In feite wil Koeman iets gaan doen, wat hij in het recente verleden niet bewezen heeft te beheersen.

Opgebloeid

In het verlengde daarvan is het interessant of en hoe hij Ryan Gravenberch (22) inpast, de middenvelder die onder Slot is opgebloeid bij Liverpool. Daar is hij als controleur een belangrijke schakel, waar hij op het EK onder Koeman geen minuut speelde – terwijl veel middenvelders weg waren gevallen door blessures.

„Slot heeft een duidelijk plan, weet wat hij wil. Ook in zijn opbouw, in wat hij wil in druk zetten”, zegt Gravenberch woensdag langs de rand van het trainingsveld in Zeist. „Duidelijkheid vanaf het begin vind ik altijd het lekkerst.” Als iets niet duidelijk is geweest bij het Oranje van ‘Koeman II’, is dat het middenveld, mede een gevolg van veel blessureleed.

Gravenberch is voor de duels met Bosnië en Herzegovina en Duitsland een optie als controleur (de ‘zes’) en diepgaande middenvelder (de ‘acht’). Op welke van de twee hij zich van Koeman moet richten? Gravenberch: „Ik heb daarover nog niet met de bondscoach gesproken.”