Het uitgeven van geld uit het Europese coronaherstelfonds verloopt moeizaam en traag. Van de 724 miljard euro in het fonds was eind 2023, halverwege de looptijd van het fonds, nog maar 230 miljard overgemaakt naar lidstaten. Dat meldt de Europese Rekenkamer in een rapport dat maandag is gepubliceerd over het grootste fonds dat de Europese Unie ooit heeft gehad.
Van het geld dat is uitgekeerd, was eind 2023 ook de helft nog niet bij de partijen terechtgekomen waarvoor het fonds bedoeld is, zoals particuliere bedrijven, overheidsbedrijven in de energiesector en scholen.
Het fonds is in 2020 opgezet ten tijde van de coronapandemie toen de Europese lidstaten in economisch zwaar weer terechtkwamen. Doel is om de Europese economie met het geld te versterken en te verduurzamen.
Het fonds, waarvoor de EU-lidstaten gezamenlijk leningen zijn aangegaan, bevat 357 miljard aan directe subsidies voor lidstaten. Nederland maakt aanspraak op 5,4 miljard daarvan. Het is ingesteld na langdurige onderhandelingen in de zomer van 2020. Nederland was samen met Oostenrijk, Denemarken en Zweden – ook wel de ‘vrekkige vier’ genoemd – fel tegenstander van het fonds. Onder druk van deze landen kwamen er uiteindelijk strenge voorwaarden. Zo moest geld uit het fonds ten goede komen aan maatschappelijk relevante projecten, zoals digitalisering en klimaatmaatregelen.
Volgens het rapport van de Europese Rekenkamer hadden eind 2023 alleen Nederland en Hongarije nog geen aanvragen ingediend. Nederland kon niet aan de voorwaarden voldoen waarvoor in 2020 zo hard gelobbyd was. Dat kwam onder meer door de val van het kabinet en de lange formatie. Zo werd een wet om witwassen aan te pakken controversieel verklaard, waardoor Tweede en Eerste Kamer die niet konden aannemen zolang het vorige kabinet demissionair was.
Inmiddels heeft de Europese Commissie de uitbetaling van 1,3 miljard euro aan Nederland goedgekeurd. Dat geld gaat onder meer naar maatregelen die de overbelasting van het Nederlandse elektriciteitsnet moeten tegengaan. Ook ontvangt Nederland geld om een recent actieplan uit te kunnen voeren voor het ontwikkelen van quantumtechnologie en om omscholing te betalen, om zo de tekorten op de arbeidsmarkt te kunnen dichten.
Lees ook
Nederland krijgt eerste geld uit coronaherstelfonds: 1,3 miljard
Dat het uitbetalen van het geld zo traag verloopt komt volgens de Rekenkamer doordat projecten kampen met hoge inflatie of leveringstekorten, onderschatting van de tijd die nodig is om maatregelen uit te voeren, onzekerheden over specifieke uitvoeringsregels van het fonds en de gebrekkige administratieve capaciteit van verschillende lidstaten. De Rekenkamer doet een reeks aanbevelingen aan de Commissie om de uitbetaling te versnellen, maar ook om geld te kunnen terugvorderen als een beloofde hervormingsmaatregel niet is gerealiseerd. In dat laatste is nog niet voorzien.
De Rekenkamer gaat niet in op de risico’s van fraude met – aanvragen voor – het fonds of corruptie. In april werd bekend dat de Italiaanse politie 22 mensen had gearresteerd in Italië, Oostenrijk, Roemenië en Slowakije op verdenking van het stelen van 600 miljoen euro uit het Europese coronaherstelfonds. Volgens de politie hadden de verdachten fictieve bedrijven opgezet in de vier genoemde landen, die de subsidie hadden aangevraagd. Voor de productie van valse documenten zouden ze gebruik hebben gemaakt van geavanceerde technologie, cryptocurrencies en kunstmatige intelligentie.