N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Gezondheid Na roken is alcohol de belangrijkste vermijdbare oorzaak van kanker. „Bij angstaanjagende informatie kijken mensen liever weg.”
Alcohol is verslavend en slecht voor je lever, dat weten de meeste mensen wel. Maar dat alcohol een belangrijke oorzaak van kanker is, is veel minder bekend. Dat blijkt uit onderzoek van het Trimbos-instituut dat deze vrijdag verschijnt.
Om de kennis van Nederlanders over alcoholschade te testen, liet Trimbos een steekproef onder bijna zesduizend volwassenen doen. Op de vraag wat alcohol kan aanrichten, werd kanker het minst genoemd: door 37 procent van de ondervraagden. Of één glas alcohol per dag het risico op borstkanker verhoogt – waar of onwaar – antwoordde minder dan een derde ‘waar’. Het Trimbos-instituut vindt dit zorgelijk, omdat alcohol drinken na roken de belangrijkste vermijdbare oorzaak van kanker is.
Alcohol veroorzaakt volgens KFW Kankerbestrijding één op de tien kankergevallen bij mannen en één op de 33 bij vrouwen. Van de Nederlandse vrouwen krijgt één op de zeven borstkanker, in 7 procent van de gevallen is alcohol de oorzaak. Dat dit besef moeilijk doordringt bij Nederlanders heeft te maken met de positieve associaties die veel Nederlanders (bijna de helft) met alcohol hebben, zegt Carmen Voogt, onderzoeker bij het Expertisecentrum Alcohol van Trimbos. „Alcohol is zó normaal, het hoort bij het leven. Bij angstaanjagende informatie kijken mensen liever weg. Temeer omdat de gevolgen van alcoholgebruik pas op langere termijn opduiken.”
Wat ook meespeelt is dat de informatie over kanker en alcohol niet eenduidig is. Van zeven soorten kanker staat het verband met alcohol als een paal boven water, maar er zijn ook aandoeningen en ziekten waarbij de aanname is dat een klein beetje alcohol voor bepaalde groepen een beschermend effect kan hebben, zoals tegen een herseninfarct. „Dat laatste onthouden mensen liever. Maar voor zover er kleine gunstige effecten zijn, wegen die niet op tegen de andere risico’s en de schade die dat voor individuen en de samenleving oplevert.”
De zogenoemde J-curve, die suggereert dat mensen die geen alcohol drinken korter leven dan mensen die een glas per dag drinken, draagt bij aan de verwarring. „Maar het is de vraag of de conclusie overeind blijft als je de mensen uit de statistieken filtert die wegens gezondheidsproblemen niet drinken.”
De Wereldgezondheidsorganisatie staat op het standpunt dat er geen gezonde dosis alcohol bestaat en adviseert om niet te drinken. De Nederlandse Gezondheidsraad adviseert sinds 2015 om nul of maximaal één glas per dag te drinken.
Lees ook: Alcohol is nooit goed, ook niet een beetje
Het was al bekend dat hoogopgeleiden meer drinken dan laagopgeleiden. Dat hoogopgeleiden meer kennis over de risico’s op fysieke en mentale aandoeningen hebben, zoals uit de peiling blijkt, weerhoudt ze er dus niet van om te drinken. Hoogopgeleiden hebben vaker een positieve houding tegenover alcohol dan laagopgeleiden (45 versus 35 procent). Bovendien verwachten hoogopgeleiden vaker dat ze makkelijk kunnen minderen of stoppen – als ze dat willen.
Bingedrinken
Een kwart van de geënquêteerden wil graag minder drinken. Opvallend is dat 80 procent ervan uitgaat dat mensen in hun omgeving drinken normaal vinden. „Sociale druk speelt dus nog steeds een rol bij het beginnen en blijven drinken”, zegt Voogt.
Bijna alle deelnemers aan het onderzoek (99 procent) weten dat alcoholgebruik door jongeren schadelijk is voor de ontwikkeling voor de hersenen. Toch hoort het Trimbos nog vaak dat pubers die ‘leren’ drinken beter kunnen omgaan met alcohol. Uit onderzoek blijkt echter dat jongeren die voor hun vijftiende beginnen als volwassene vaker verslaafd zijn.
Jongeren die vroeg beginnen, gaan vaker bingedrinken (meer dan vijf glazen per keer), blijkt uit onderzoek. Na een afname van het alcoholgebruik door jongeren, is het sinds een paar jaar gestagneerd. In een aantal leeftijdsgroepen is het percentage bingedrinkers zelfs weer wat gestegen.
Uit een Amerikaanse studie onder 20-jarigen die deze week in JAMA Pediatrics verscheen, bleek dat tussen het eerste drankje en ‘hoog intensief drinken’ (meer dan 10 per keer) gemiddeld minder dan twee jaar zat. Jongeren die op hun zeventiende stevig dronken, bleken op hun twintigste vaker een drankprobleem te hebben.
Kennis leidt niet automatisch tot verandering van gedrag, zegt Voogt. „Maar het vergroot wel het draagvlak voor maatregelen, zoals een verplichte waarschuwing op etiketten dat alcohol schadelijk is voor de gezondheid.” Omgekeerd kunnen maatregelen er ook voor zorgen dat drinken minder normaal wordt. „Dat hebben we gezien nadat er een rookverbod in de horeca kwam.”
Risico’s horen bij het leven, is een argument dat Voogt vaak hoort tegen maatregelen om alcoholgebruik te beperken. Voogt vindt dat te weinig wordt gekeken welke risico’s en kosten aanvaardbaar zijn. Roken, drinken en overgewicht kosten Nederland naar schatting 9 miljard euro per jaar aan zorg. In het Nationale Preventieakkoord is afgesproken het aantal Nederlanders dat problematisch drinkt bijna te halveren tot 5 procent in 2040.