Aziatische mannelijke vuurvliegjes die verstrikt raken in de kleverige draden van een spinnenweb, gaan flikkeren als vrouwtjes. Daar spint de spin garen bij, want op dat verleidelijke lichtgeknipper komen nóg meer vuurvliegmannen af. Dat leidt tot een waar tafeltje-dekje voor de maker van het web: de wielwebspin Araneus ventricosus. Dat schrijven Chinese biologen in Current Biology. De ontdekking is bijzonder, want het gebeurt zelden dat roofdieren daadwerkelijk het gedrag van hun prooi veranderen.
Wielwebspinnen staan bekend om hun kenmerkende, ronde webben die met wat fantasie de vorm hebben van een fietswiel. Over de verticale draden – de ‘spaken’ dus – beweegt de spin zich heen en weer, maar aan de cirkelvormige, kleverige draden blijven de prooien plakken. Wereldwijd bestaan er duizenden soorten wielwebspinnen; Araneus ventricosus is veelvoorkomend in onder andere China en Japan. Elke avond rond zonsondergang bouwen spinnen van de soort nieuwe, verticale wielwebben.
Wuhan
Om te onderzoeken hoe de interactie tussen spin en prooi precies in zijn werk gaat, plaatsten de Chinese onderzoekers camera’s rond rijstvelden nabij Wuhan. Zo konden ze niet alleen de Araneus ventricosus van dichtbij volgen, maar óók zijn voornaamste slachtoffer: de vuurvlieg Abscondita terminalis.
Evenals spinnen komen vuurvliegen voor in allerlei soorten – soms kunnen alleen de mannetjes vliegen, soms geeft maar één van beide seksen licht. In het geval van Abscondita terminalis hebben beide soorten vleugels, maar zijn de vrouwtjes in principe sedentair: in afwachting van de paring zenden ze met het ‘lantaarntje’ in hun achterlijf een specifiek lichtsignaal af vanaf één plek. Ook de mannetjes zenden een knipperend lichtsignaal uit om vrouwtjes en rivalen te imponeren, en gebruiken daarvoor maar liefst twee achterlijflantaarntjes tegelijk.
Ténzij ze in het wielwebspinnenweb verstrikt raken, ontdekten de Chinese biologen nu. Zo’n onfortuinlijke man wordt dan door de spin ingesponnen en gebeten, waarop het lichtsignaal verandert in dat van een vuurvliegvrouwtje. Hoe dat kan, is nog niet precies duidelijk, maar mogelijk blokkeert het spinnengif de extra zuurstof die nodig is om twee lantaarntjes in plaats van een te laten flikkeren. Of wellicht worden neurotransmitters erdoor beïnvloed, waardoor de vuurvliegen hun lichtpatroon veranderen.
Achterlijven
Hoe dan ook heeft het veranderende lichtsignaal positieve gevolgen voor de vangst: webben mét een knipperende vuurvlieg én een spin vangen tot wel zeven mannelijke vuurvliegen. In webben zonder vuurvlieg en spin raken hooguit twee passanten verstrikt.
De wetenschappers onderzochten ook hoe de spinnen reageren als er geen lichtje te zien is. Dat deden ze door de achterlijven van sommige mannelijke vuurvliegjes zwart te maken met inkt. In dat geval aten de aanwezige spinnen de mannen zonder aarzelen op.
In een commentaar op de website van Science wordt het Current Biology-onderzoek geprezen, juist omdat een roofdier dat het gedrag van z’n prooi manipuleert zo zeldzaam is. Het dichtst in de buurt komt de parasitaire ‘zombiemierschimmel’, die mieren binnendringt en zo de controle krijgt over hun gedrag.