Op de zwemsteiger bij het Amsterdamse Bos valt altijd wel wat te beleven. Mijn man en ik horen achter ons: „Ja, je mag zeggen wat je wilt.” Er komt een moeder aanlopen met haar dochtertje van een jaar of drie. We verwachten dat er nu iets volgt over niet mogen schelden. Daarna volgt: „Maar een gans is geen eend!”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
NSC-Kamerleden Femke Zeedijk en Rosanne Hertzberger hebben hun Kamerlidmaatschap per direct neergelegd. Dat heeft waarnemend NSC-leider Nicolien van Vroonhoven dinsdag bekendgemaakt in Den Haag. Zeedijk en Hertzberger stoppen vanwege de onrust die afgelopen week ontstond naar aanleiding van de rellen in Amsterdam en het daaruit voortvloeiende vertrek van partijgenoot en staatssecretaris Nora Achahbar (Toeslagen en Douane).
Afgelopen vrijdag stapte Achahbar op vanwege de discussie in het kabinet over antisemitisme. Tijdens een eerdere ministerraad zouden bewindslieden racistische uitspraken hebben gedaan. Een kabinetscrisis volgde, en andere NSC-bewindslieden zouden hebben overwogen om Achahbars voorbeeld te volgen. De partijleiders van de vier coalitiepartijen sloten in het Catshuis aan bij de ministerraad. Uiteindelijk werd de crisis bezworen en bleven de andere NSC-ministers en staatssecretarissen aan.
Voor Hertzberger maakte het vertrek van Achahbar duidelijk dat „het kabinet ernstig uit de hand loopt”. Ze waarschuwde, zo zegt ze dinsdag, al langer voor de risico’s die een samenwerking met de PVV met zich mee zouden brengen. Ze zegt wel dat die samenwerking „onvermijdelijk” was, gezien de verkiezingsuitslag van afgelopen jaar.
Zeedijk was voor haar Kamerlidmaatschap onder meer (vervangend) raadslid voor D66 in de gemeente Geldorp-Mierlo. Ook werkte ze als adviseur voor ASML. Hertzberger had tussen 2009 en 2023 een vaste column in NRC. Daarnaast is ze microbioloog en schrijver.
Het ijle, fluitende gejodel is verstomd van Kazachstan tot het Arabisch Schiereiland en van Nederland tot de Atlantische kust van Marokko. De dunbekwulp (Numenius tenuirostris), nauw verwant aan onze gewone wulp (N. arquata) en regenwulp (N. phaeopus), is hoogstwaarschijnlijk uitgestorven. Dat schrijven Britse en Nederlandse onderzoekers deze week in IBIS – the International Journal of Avian Science.
De laatste, onbetwiste waarneming van een dunbekwulp dateert van februari 1995, in een lagune in Marokko. Het was de Nederlander Arnoud van den Berg die daar acht jaar eerder drie mannetjes had ontdekt. Er keerden jaarlijks enkele vogels terug, tot de allerlaatste in 1995. Sindsdien gingen er expedities op pad om naar de soort te zoeken. Er kwamen actieplannen om de leefgebieden te beschermen. Vogelaars bleven hopen. Maar nu is het 96 procent zeker dat de soort van de aardbodem is verdwenen, berekenden de onderzoekers.
„We zijn niet heel verrast”, zegt Justin Jansen van Naturalis Biodiversity Center en medeauteur van de studie.” Er waren al grote vraagtekens vanaf de jaren 1980. We zijn er al jaren over aan het discussiëren. Nu hebben we alle bekende gegevens gecombineerd in een model.”
Waarschijnlijkheden
Jansen werkte samen met collega’s van de Britse Vogelbescherming, University College London, BirdLife International en het Natural History Museum in Tring (VK). Hun model is een zogeheten raamwerkmodel dat verschillende schattingen van waarschijnlijkheden samenvoegt. Een eerste component beoordeelt de invloed van bedreigingen in het hele leefgebied. „In de broedgebieden in Centraal-Azië is de landbouw geïntensiveerd en zijn moerasgebieden ontgonnen”, vertelt Jansen. „Ook op de doortrekplaatsen rond de Middellandse Zee en in het overwinteringsgebied in Marokko is heel veel habitat verdwenen. En overal langs de trekroute is altijd veel op vogels gejaagd.”
Daarnaast zijn er bedreigingen zoals predatie, ziekten, vervuiling en klimaatverandering – en inteelt, aldus het artikel.
„De tweede component van het model kijkt naar de verspreiding van de waarnemingen in tijd en ruimte”, vertelt Jansen. „Zichtwaarnemingen tellen mee, maar ook beschrijvingen en exemplaren in museumcollecties.” Al die waarnemingen krijgen een wegingsfactor, waarbij museumexemplaren en onbetwiste foto’s het zwaarste wegen, en waarnemingen met onvoldoende bewijs het minst zwaar. „Samen met verdwenen museumexemplaren.” Ook telt mee hoe lang, intensief en wijdverspreid er naar de soort is gezocht op plekken waar hij zeker voorkwam.
Twijfelachtige eieren
Jansen werkte zelf vooral aan het beoordelen van de museumcollecties. „Er bestaan wereldwijd zo’n 400 museumexemplaren”, vertelt hij, „waarvan ik er 148 heb onderzocht. Er zijn diverse eieren die aan de soort zijn toegeschreven, maar die zijn allemaal twijfelachtig. We zijn er niet in geslaagd er dna uit te isoleren. Eén ei zou in 1906 zijn verzameld bij Tomsk, in Rusland. Maar isotopenonderzoek aan jonge dunbekwulpen suggereert dat de broedgebieden in Kazachstan liggen.”
Isotopen zijn zwaardere dan wel lichtere versies van atomen. Die komen in de natuur in verschillende verhoudingen voor, afhankelijk van de locatie. „Jonge vogels bouwen hun veren op in de broedgebieden”, legt Jansen uit. „De veren verraden dus waar ze zijn opgegroeid.”
De reeks waarnemingen (en vooral het uitdoven daarvan) gaf een waarschijnlijkheid van 99,4 procent dat de soort is uitgestorven. De combinatie met het bedreigingenmodel leidde tot de uiteindelijke 96 procent waarschijnlijkheid. De IUCN (de internationale natuurbeschermingskoepel die de wereldwijde Rode Lijst beheert) kan de status van de soort nu aanpassen van ‘kritiek’ naar ‘uitgestorven’, vermoedt Jansen. „Wij hebben onze exemplaren in elk geval alvast verhuisd naar de afdeling uitgestorven dieren.”
Daarmee is de dunbekwulp de eerste uitgestorven vogelsoort die broedde op het Euraziatische continent. Zijn er niet veel meer kandidaten, als je er zo’n model op loslaat? „Ja, dat denk ik wel. Maar het is zóveel werk om dit goed te onderbouwen. Voor de dunbekwulp heeft het jaren gekost.”
In Nederland is er negen maal een dunbekwulp gesignaleerd; de laatste in 1947 op Wieringen. „Duitsland heeft maar vijf waarnemingen, België één. Dat kan betekenen dat Nederland een bijzondere rol vervulde aan de rand van het doortrekgebied. Maar we weten het niet. En we zullen het ook nooit weten.”
Een stoet van 42.000 Maori’s kwam dinsdag na een negen dagen lange protestmars aan bij het parlement van Nieuw-Zeeland in Wellington. Ze demonstreren tegen een voorgestelde wet om het stichtingsdocument van het land, het Waitangi-verdag uit 1840, aan te passen. In het verdrag staat onder meer dat de Maori’s, de inheemse bewoners van Nieuw-Zeeland die nu zo’n 20 procent van de bevolking uitmaken, het ongestoorde bezit genieten van hun land, bossen en visserijgebieden.
Dat het wetsvoorstel om het vermaarde Verdrag van Waitangi te herschrijven het hoogstwaarschijnlijk niet gaat halen, maakt voor de Maori’s niet uit. Alleen regeringspartij ACT, die de wet voorstelde, steunt het plan. ACT heeft elf van de 123 zetels in het parlement. De andere twee coalitiepartijen en heel de oppositie hebben beloofd tegen te stemmen. Maar voor de inheemse Maori-bevolking is het voorstel alléén al genoeg om dagenlang met duizenden tegelijk de straat op te gaan. Ze organiseerden een hikoi; een traditionele protestmars.
De woede van de demonstranten richt zich vooral op David Seymour, de leider van de rechtsconservatieve partij en indiener van het voorstel. Hij vindt het Waitangi-verdrag „discriminerend”: Nieuw-Zeeland wordt volgens hem nu „verdeeld op basis van afkomst”. Hij wil dat de speciale positie voor Maori’s wordt verwijderd uit het document.
Lees ook
Onrust in Nieuw-Zeeland over verdrag met oorspronkelijke Maori-bevolking
Seymour was kort aanwezig bij de demonstratie bij het parlement, waar hij ontvangen werd met een oorverdovende haka, een traditionele dans met zang. Dat viel hem vorige week ook ten deel in het parlement. Bij de bespreking van de wet zette de jonge Maori-afgevaardige Hana-Rawhiti Maipi-Clarke van de Te Pati Maori-partij een haka in, waarna ze bijval kreeg van collega’s en mensen op de publieke tribune. De 22-jarige Maipi-Clarke is inmiddels een bekend gezicht van een jonge Maori-generatie, die zich hard maakt voor Maori-rechten. De beelden gingen de hele wereld over.
Achterstelling
De onrust is zo groot omdat de wet volgens veel Maori’s hun rechten ontneemt. Maar in de praktijk zijn de rechten van de Maori’s jarenlang al ingeperkt en wordt de inheemse bevolking onderdrukt. Nog altijd doet deze groep het op veel vlakken veel slechter dan de rest van de bevolking. De werkloosheid is bijna twee keer zo hoog, de gemiddelde levensverwachting ligt zeven jaar lager, een onevenredig groot aantal Maori zit in de gevangenis, en ze zijn veel minder welvarend dan de rest van de bevolking.
Bovendien is er al sinds het begin van de kolonisatie van het land onduidelijkheid over de interpretatie van het document. Er zijn namelijk twee varianten; een Engelstalige versie en een in te reo, de Maori-taal. In de Engelstalige variant staat dat de Maori’s hun soevereiniteit opgeven, in de Maori-versie ontbreekt dit cruciale punt.
Daarom buigen Maori’s, beleidsmakers en de rechtbanken zich al sinds de jaren zeventig over de tekst en de beloften die aan de Maori’s zijn gedaan. Om die na te leven, is beleid ingevoerd om de positie van de Maori’s in de samenleving te verbeteren.
Lees ook
In Aotearoa Nieuw-Zeeland beleeft de Maori-taal een opleving
Maar sinds het aantreden van de coalitieregering onder leiding van premier Christopher Luxon van de Nationale Partij, is dit specifieke beleid al gedeeltelijk teruggedraaid. Zo werd onder meer de Maori-gezondheidsraad afgeschaft. Dit wetsvoorstel is voor veel mensen de druppel, en zou mogelijk zelfs het einde betekenen van de vreedzame samenwerking tussen Maori’s en niet-Maori’s.
„Te Tiriti [het verdrag] is een overeenkomst om ons te verbinden, deze wet is erop uit om verdeeldheid te veroorzaken”, aldus Rawiri Wikuki Waititi van de Te Pati Maori-partij vorige week in het parlement. Jenny Shipley, van 1997 tot 1999 premier van Nieuw-Zeeland, vreest dat het wetsvoorstel mogelijk „een burgeroorlog uitlokt”.
Zo ver is het nog niet. De dag verliep vreedzaam en zonder ongeregeldheden. Na de demonstratie bij het parlement verplaatste de groep zich naar een nabijgelegen park, waar optredens en toespraken gehouden werden.