Oud-premier Bangladesh wil onderzoek naar ‘moorden en vandalisme’ tijdens protesten

Oud-premier van Bangladesh Sheikh Hasina heeft dinsdag opgeroepen tot een onderzoek naar de gewelddadige demonstraties, die vorige week leidden tot haar aftreden. Dat meldt ze in de eerste openlijke verklaring sinds haar vlucht naar het buitenland, schrijven internationale persbureaus.

Hasina trad op 5 augustus af na een regeerperiode van vijftien jaar, en ontvluchtte het land. Aanleiding waren wekenlange studentenprotesten vanwege een omstreden banenquotum, waarbij een deel van de overheidsbanen is gereserveerd voor familieleden van Bengalen die in 1971 streden voor onafhankelijkheid. Jongeren, die toch al moeilijk aan een baan komen, accepteerden deze voortrekkerij niet en gingen massaal de straat op om een hervorming van de arbeidsmarkt te eisen.

De protesten werden door de autoriteiten, op verzoek van Hasina, hard neergeslagen. Zo’n driehonderd mensen, vooral demonstranten en een paar politieagenten, kwamen om het leven. Hoewel Hasina zelf medeverantwoordelijk wordt gehouden voor het dodelijke geweld, eist ze in de dinsdag gepubliceerde verklaring een onderzoek naar degenen die zich schuldig hebben gemaakt aan „de moorden en het vandalisme”.


Lees ook

Vertrek van gehate premier Hasina van Bangladesh leidt tot hoop maar ook tot chaos, Nobelprijswinnaar leidt interim-regering

Demonstranten hijsen de nationale vlag bij de bestorming van het paleis van de vertrokken premier, in de hoofdstad Dhaka op 5 augustus.

Dodelijk politiegeweld

Intussen loopt bij een rechtbank in Bangladesh een zaak tegen Hasina en zes topfunctionarissen vanwege een man die tijdens de protesten zou zijn omgekomen door een politiekogel. Een naar eigen zeggen „gewone burger” spande de zaak aan, omdat de familie van het slachtoffer hiertoe niet in staat zou zijn geweest.

Hasina is van plan om terug te keren naar Bangladesh zodra de interim-regering besluit nieuwe verkiezingen uit te schrijven, aldus haar verklaring van dinsdag. Diezelfde interim-regering wordt momenteel geleid door de Nobelprijswinnaar voor de Vrede in 2006, Muhammad Yunus.