Hockeybondscoach Jeroen Delmee: ‘De snelheid waarmee dit is gegaan heeft me het meest verrast’

Het goud dat de Nederlandse hockeyers hebben gewonnen bij de Olympische Spelen, vindt Jeroen Delmee nog niet goed te bevatten. Vierentwintig jaar na zijn eigen, tweede gouden medaille als speler, werd de 51-jarige Delmee olympisch kampioen als bondscoach. Vroeg wakker, maar nog steeds beduusd over wat er donderdagavond is gebeurd, vertelt hij dat hij er „gisteren op tijd in lag, ik was helemaal op”.

Het was niet zozeer de emotie van de prestatie die mooi en uitputtend was, maar het geheel eromheen. „Het gaat om de band die ontstaat tussen de spelers en iedereen die hierbij betrokken was; die wordt nooit meer verbroken. Zelf heb ik nog steeds een goed contact met de mannen waarmee ik in Atlanta en Sydney goud won. Pieter [van den Hoogenband] krijgt veel kritiek op zijn opmerking dat het gaat om de verhalen eromheen, maar dat is hier echt het geval. Het goud staat symbool, maar het verhaal gaat om de weg erheen, het afzien met elkaar, het streven, de wedstrijden.”

Na de zesde plaats in Tokio – de slechtste prestatie van de Nederlandse hockeyers op de Olympische Spelen sinds 1984 – was het aan Delmee, voormalig recordinternational met 401 interlands, om de mannenploeg weer op te bouwen. Dat het in drie jaar tijd is gelukt, noemt hij verrassend snel. „Het ging de afgelopen jaren om: wat doen we met de bal, maar ook zonder? We hebben veel getraind op mentaliteit en focus.”

Handschoen dragen

Die mentaliteit kweekte hij door keer op keer te laten zien wat er op internationaal niveau van spelers wordt verwacht. „Als je iemand elke keer ziet opspringen voor de bal bijvoorbeeld, dan zeg ik daar iets van. Om ze het belang van verdedigen in te laten zien, dat je er alles aan moet doet om een bal te stoppen – ook al doet dat pijn. Het gaat om details, een keer opspringen kan grote gevolgen hebben. Of neem de [beschermende] handschoen die hockeyers dragen. In Tokio hadden een paar jongens die niet, omdat ze het niet prettig vonden. Nu spelen ze er allemaal mee.”

Hoewel er veel getraind is op de verdediging, speelde Nederland in de olympische finale aanvallender dan wereldkampioen Duitsland, „Zij blijven toch liever in hun eigen gebied, terwijl wij ver van de bal af al beginnen met verdedigen.” Het maakte het Nederlandse spel levendiger om naar te kijken.

De snelheid waarmee het team de afgelopen jaren alle veranderingen heeft opgepikt, ziet Delmee als de grootste verrassing. Niet alleen het hockey zelf, ook bij de hechtheid van het team. „Dat is een van de grootste krachten. Die jongens zijn vrienden van elkaar, spelen samen vanaf hun jeugd. Ze gaan ook met elkaar op vakantie, om maar wat te noemen.”

De hockeyers worden toegesproken door Jeroen Delmee tijdens de olympische finale tegen Duitsland.
Foto ANP

Jong en oud

Leeftijd speelt binnen het team ook geen rol, zegt Delmee. Dat keeper Pirmin Blaak 36 jaar is en Duco Telgenkamp, die de winnende shoot-out maakte, pas 22, is geen probleem. „Het gaat er ook om hoe oud je je voelt. Pirmin zit wat humor en geest dichterbij Duco dan andersom.”

De leeftijd van Telgenkamp speelde wel een rol in zijn actie naar de Duitse keeper direct na de beslissing, denkt Delmee. De aanvaller maakte na zijn winnende doelpunt een handgebaar naar de Duitse keeper , die op zijn knieën zat te balen, en gaf hem ook een denigrerend tikje op de helm. „Duco maakt wel vaker een ‘ssst-gebaar’ en dat tikkie op de helm was niet verstandig. Maar ik zie dat als onervarenheid en enthousiasme.” Hij staat voor het eerst op zo’n podium, benadrukt Delmee. „De Duitse bondscoach zei ook tegen me: Duco is een fantastische speler en deze actie is jeugdige domheid. Ik vind ook dat we hier niet te lang op moeten doorgaan en zoeken naar een relletje, maar ons moeten richten op het succes van de jongens.”

Gelijkwaardigheid

De sfeer in dit Nederlands team is compleet anders dan in 1996 of 2000, zegt Delmee. Dat komt ook door veranderde tijden. „Het verschil zit ’m vooral in de teamdynamiek. Er was vroeger meer hiërarchie, dat zag je ook in de maatschappij. Natuurlijk leiderschap werd sneller geaccepteerd. Nu is er meer gelijkwaardigheid, de jongens doen meer samen.”

Of dat een goede ontwikkeling is, weet Delmee niet. „Het is gewoon hoe de wereld in elkaar zit en zat – beide manieren hebben succes opgeleverd.”

De weg naar olympisch goud bij de Spelen van Los Angeles in 2028 is wat Delmee betreft vanaf vandaag alweer een beetje ingezet. „We gaan nu eerst genieten, dan de accu opladen en daarna evalueren wat straks anders en nog beter kan. Vanaf oktober beginnen we weer en gaan we verder vanaf het punt waar we zijn gebleven.”


Lees ook

Hockeybondscoach Jeroen Delmee: ‘Het is goed dat het een keertje zo fout is gegaan’

Jeroen Delmee is een van de weinigen  van zijn generatie topspelers  die op internationaal niveau actief is als hockeycoach.