Er zit nog wel wat speling in de Deltawerken om de stijgende zee te keren

De Maeslantkering in de Nieuwe Waterweg, gereedgekomen in 1997. Links het Calandkanaal.


Foto Guido Pijper/Twelve Photographic Services

Techniek Ruim 25 jaar geleden werd het laatste grote project van de Deltawerken voltooid. Maar de zeespiegel stijgt. Wat nu?

‘Soms belt iemand me met de vraag of ik een kaarsje wil branden in één van de pijlers tijdens de crematie van hun dierbare die heeft meegebouwd aan de kering. Kun je nagaan hoe diep de emotionele band met de Oosterscheldekering voor zo iemand was.”

Aan het woord is Eric van der Weegen van Rijkswaterstaat, expert op het gebied van de Oosterscheldekering. De Oosterscheldekering is het grootste van de dertien Deltawerken, het pakket aan verdedigingswerken om de kust van Zeeland, West-Brabant en Zuid-Holland te beschermen tegen overstroming vanuit zee. In 1986 is de kering voltooid, maar nog steeds leidt Van der Weegen regelmatig hoogwaardigheidsbekleders uit andere landen rond die het met eigen ogen willen zien.

De waterkering is wereldvermaard. Maar hij werd bedacht en gebouwd voordat klimaatverandering een groot probleem bleek en zeespiegelstijging in het kielzog verscheen. Hoe lang kunnen de huidige Deltawerken Nederland nog beschermen? Tot 2050 kunnen ze op min of meer dezelfde manier functioneren als nu, is de verwachting. Voor daarna lopen de scenario’s voor de zeespiegelstijging uiteen, en dus ook de scenario’s voor de Deltawerken. In theorie kunnen ze enige stijging wel tegenhouden. Maar ze zullen dan vaker dicht moeten en dat is nou net niet waarvoor ze bedacht zijn.

Kustbescherming niet in orde

Op 1 februari 1953 vond de Watersnoodramp plaats. Er overleden 1.836 mensen, 200.000 dieren kwamen om en 3.000 woningen en 300 boerderijen verdwenen in het water. Al in de jaren 30 was gewaarschuwd dat de kustbescherming niet in orde was, maar pas na de ramp was er aandacht voor. Twintig dagen na de ramp was een Deltacommissie geformeerd, een jaar na de ramp begon de bouw van de Hollandsche IJsselkering.

De Deltawerken maken de 700 kilometer lange kustlijn korter en rechter. Nu hoeft Nederland nog maar 80 kilometer kustlijn te verdedigen tegen de zee. De dertien werken sluiten op acht plekken de verbinding met zee permanent af met een dam. Vier stormvloedkeringen gaan dicht als het water er aanleiding toe geeft, en er hoort één spuisluis bij de Deltawerken.

„Ik vind de Hollandsche IJsselkering een van de mooiste Deltawerken om te zien. Met de vier torens, die als een soort wachters de ingang van de Hollandsche IJssel bewaken”, zegt Martijn Looijer, plaatsvervangend directeur van de staf van de Deltacommissaris. „Maar als je familie uit Australië overkomt, dan laat je die natuurlijk de Oosterscheldekering zien.”

Een Sahara aan zand

Niet alleen de lengte van de Oosterscheldekering – 9 kilometer, waarvan 5 kilometer met beweegbare delen – is indrukwekkend. Ook de totstandkoming. „Een pijlerdam op die plek, dat werd indertijd absoluut als technisch onmogelijk gezien. Hij zou zo weer wegspoelen”, zegt Harold van Waveren, expert waterveiligheid bij Rijkswaterstaat. „De Oosterschelde is een estuarium, waar bij elke wisseling van getij een Sahara aan zand heen en weer gaat. Op instabiele ondergrond kun je niet bouwen.”

Een groep jonge ingenieurs durfde het aan. Er werden nieuwe apparaten ontwikkeld, speciale schepen gebouwd, werkwijzen bedacht. „Het betekende een grote sprong in kennis”, zegt Van Waveren. Een apparaat met trilnaalden trilde het zand aan. Daaroverheen kwamen een soort matten van steen en textiel, honderden meters breed, die het zand op zijn plek houden. Daar bovenop staan de verzwaarde pijlers.

Het zijn 65 pijlers, de zwaarste wegen 18.000 ton. Daartussen hangen stalen schuiven, van 42 meter lang en 6 tot 12 meter hoog. Ze wegen tussen de 260 en 480 ton per stuk.

De risico’s kunnen we nu veel gedetailleerder in kaart brengen

Harold van Waveren Rijkswaterstaat

Ook de Maeslantkering in de Nieuwe Waterweg, die in 1997 als laatste is voltooid, kent indrukwekkende cijfers. Die bestaat uit twee halfronde witte deuren, van elk 210 meter breed. Dankzij een bolscharnier van 10 meter doorsnede kunnen de deuren zowel horizontaal als een stukje verticaal bewegen. Dat laatste gebeurt als de deuren na het uitschuiven vollopen met water en naar de bodem zinken. De krachten van het water tegen de deur worden via het scharnier overgedragen op een blok beton van 52.000 ton.

De Oosterscheldekering kan zeewater keren tot 5,80 meter boven NAP. Bij 3 meter boven NAP gaat hij dicht. Dat is 27 keer gebeurd sinds de voltooiing in 1986. De hoogste stand tijdens de ramp van 1953 was 5,17 meter boven NAP bij Bergen op Zoom. De Maeslantkering kan 5 meter boven NAP aan. Ook die gaat dicht bij 3 meter boven NAP, dat is op die locatie nog niet voorgekomen sinds de ingebruikname.

Genoeg speling om enige zeespiegelstijging aan te kunnen, lijkt het op het eerste gezicht. Dat ligt natuurlijk genuanceerder.

Samenspel van keringen en dijken

Of een waterkering of dam voldoet wordt uitgedrukt in normen die op hun beurt zijn gebaseerd op risico’s en probabilistische modellen. Een waterkering staat bij die normering niet op zichzelf. „Waterveiligheid is een samenspel van keringen en dijken”, zegt Van Waveren. Kennis over hoe vaak waterstanden voorkomen combineren de modellen van Rijkswaterstaat met gegevens over welk stuk land er bij welke gebeurtenis overstroomt en hoe snel, hoe snel het water weer weg kan, hoeveel mensen er wonen, hoeveel economische waarde er is, de kans dat een waterkering niet dicht gaat als je het wel wil, et cetera.

„De risico’s kunnen we nu veel gedetailleerder in kaart brengen dan bij de start van de bouw van de Deltawerken mogelijk was”, zegt Van Waveren. In 2017 zijn de normen vernieuwd. Voordien was Nederland onderverdeeld in 95 dijkringen en voor de gehele dijkring gold dezelfde norm, gebaseerd op de waterhoogte die gekeerd moest kunnen worden. „Maar het maakt nogal uit aan welke kant een dijk het niet houdt. Als er een vloedgolf door een laaggelegen stad gaat, is dat erger, dan wanneer de hoger gelegen landbouwgrond verderop in een lager tempo overstroomt”, zegt Van Waveren.

Dijkringen zijn vervangen door trajecten, waarbij elk stukje van de primaire waterkering een eigen norm heeft. Het traject waar de Oosterscheldekering in ligt heeft nu bijvoorbeeld een norm van 1 op 30.000. Dit is de kans op een dijkdoorbraak met overstroming tot gevolg per jaar.

Hoe past zeespiegelstijging in dit plaatje? Klimaatverandering doet de zeespiegel stijgen – ijskappen smelten en warmer wordend water zet uit. Die stijging gaat niet overal ter wereld even snel. Nederland ligt op een relatief gunstige plek op aarde, voor de kust van Japan stijgt de zeespiegel bijvoorbeeld sneller.

De hele reden dat we stormvloedkeringen hebben gebouwd en geen dam, is dat we willen dat ze open zijn

Harold van Waveren Rijkswaterstaat

Tot 2050 is er weinig onzekerheid over het verloop van de zeespiegelstijging. Nederland moet rekening houden met 15 tot 45 centimeter stijging, schrijft het KNMI in het recentste klimaatscenario, de belangrijkste bron voor Rijkswaterstaat als het gaat om zeespiegelscenario’s. Voor na 2050 lopen de scenario’s verder uiteen. Weet de wereld de CO2-uitstoot te beperken, dan zal in het jaar 2100 de zeespiegel vermoedelijk 30 tot 80 centimeter zijn gestegen. Lukt het niet om de uitstoot te beperken, dan zal dat tussen de 55 en 120 centimeter zijn. Hoe snel het na 2100 zal gaan, is nog onzekerder. In een heel slecht scenario kan het meer dan 10 meter zijn in 2300.

De Oosterscheldekering is voor 200 jaar gebouwd. „De verwachting was toen dat de zeespiegel met 20 centimeter per eeuw zou stijgen”, zegt Van Waveren. „Nu houden we dus rekening met een bandbreedte van 50 tot 120 centimeter tot het einde van deze eeuw. Dat is in beide gevallen meer dan waar hij voor ontworpen is.”

Kering slijt sneller

Op dit moment gaat de Oosterscheldekering gemiddeld eens per jaar dicht. De Maeslantkering is gebouwd met het idee dat hij een of twee keer per tien jaar dicht moet. „Stel de zeespiegel stijgt met één meter dan kunnen we dat technisch best keren, misschien met wat aanpassingen, maar dan zullen ze vaker dicht moeten”, zegt Van Waveren. Ze slijten dan ook sneller dan beoogd was. „Stijgt het water twee meter, dan moeten ze nog vaker dicht. Maar de hele reden dat we stormvloedkeringen hebben gebouwd en geen dam, is dat we willen dat ze open zijn.”

De Oosterscheldekering is er gekomen omdat het getij in de Oosterschelde moest blijven omwille van de natuur. Oorspronkelijk was er een dam gepland. Als de kering het halve stormseizoen dicht moet, gaat dat alsnog ten koste van de ecologie. De Maeslantkering sluit de Nieuwe Waterweg af, die naar de haven van Rotterdam leidt. Vaker dicht, betekent vaker geen scheepvaart van en naar Rotterdam.

Het is niet nodig meteen een oplossing voor drie meter stijging te bouwen

Harold van Waveren Rijkswaterstaat

„Ik acht de kans dat de Oosterscheldekering het in de huidige vorm nog doet bij drie meter zeespiegelstijging niet heel groot”, zegt Van Waveren. „De vraag gaat worden, wat vinden we nog acceptabel? Als je de sluitfrequentie niet te veel wilt aanpassen, dan kun je achterliggende dijken misschien wel aanpassen. Dat wordt allemaal uitgezocht in het Kennisprogramma Zeespiegelstijging. We zien de stijging gelukkig aankomen. Het is niet nodig meteen een oplossing voor drie meter stijging te bouwen, je kunt per stukje stijging aanpassen. Maar we moeten de tijd wel goed gebruiken.”

Een hele trukendoos

„Voor de lange termijn maakt het enorm veel uit in welk scenario je zit”, zegt Looijer. „Omdat het zo onzeker is, proberen we dingen te maken die uitbreidbaar zijn. Dat komt nu neer op ruimte vrijhouden, om water te bergen of dijken te vergroten.”

Er kan nog een hele trukendoos open aan extra maatregelen. „Je kunt de kust en de duinen versterken met zandsuppleties, je kunt een tweede Maeslantkering bouwen vóór de huidige, je kunt verder de zee in en daar een tweede kustlijn bouwen… Er bestaan zelfs ideeën om een heel grote dam te bouwen tussen Noorwegen en Schotland en een in het Kanaal waarmee heel Noordwest Europa beschermd wordt”, zegt Looijer.


Lees over het afsluiten van de Noordzee: Honderd jaar bouwen aan een dijk rond de Noordzee

Nederland ligt nu al deels onder zeeniveau, muren bouwen om de zee tegen te houden is nog lang vol te houden. „Maar je kunt de zee niet los zien van al het andere water”, zegt Looijer. „Je kunt niet naar de Maeslantkering kijken zonder ook naar de andere kant te kijken, naar het water dat uit de rivieren komt. Dat loopt nu vanzelf weg. Wegpompen wordt een hele toer als de zeespiegel stijgt.” Onderdeel van de huidige verbouwing van de Afsluitdijk – geen Deltawerk – is daarom bijvoorbeeld meer pompcapaciteit.

Verhuizen is ook een scenario. Maar wel het allerlaatste, denkt Looijer. „Ik zit hier in Delft met zijn historische kern. Als ik ook denk aan Rotterdam, Den Haag, Amsterdam. Dat gaat Nederland echt niet zomaar opgeven. Met de kennis van nu kunnen we niet verzinnen hoe je het land zo ophoogt dat je er bij acht meter zeespiegelstijging nog woont. Maar kennis groeit. Onze nakomelingen zullen moeten nadenken.”