Nick Persiani had tot vorig weekeinde nooit gehoord van J.D. Vance – laat staan dat hij wist dat de kersverse Republikeinse vicepresidentskandidaat slechts één huizenblok verderop is opgegroeid. „Ik wist niet eens dat hij senator voor Ohio is”, vertelt de Amerikaan, terwijl hij, gezeten op zijn veranda en de klamme julihitte ten spijt, een fleecedeken strakker om zijn bijna volledig getatoeëerde, blote bovenlichaam trekt.
Op deze woensdagmiddag is het rustig aan McKinley St, de straat in het armere deel van Middletown, waar Vance het grootste deel van zijn jeugd doorbracht. Persiani wrijft in zijn ogen, grabbelt in een blikken emmertje dat dienst doet als asbak en weet er nog een halve sigaret uit te vissen. Zijn vrouw Lacey Burke geeft ondertussen de plantjes in de voortuin water.
Dat Donald Trumps nieuwe running mate blijkbaar in hun straat woonde, vinden ze „best wel cool”. „Dat soort dingen overkomt ons hier niet zo vaak”, zegt Persiani. Hij hoopt ook dat het Trump zal helpen het Witte Huis te heroveren. „Het ging prima, de vorige keer dat hij president was. Ik zou nu weer hetzelfde verwachten. Met de economie en alle gedoe in het buitenland en zo. Het was beter toen Trump er nog was. De wereld leek kalmer. Althans, volgens mij dan hè? Ik ben geen Mr. Politics.”
Maar gevraagd of ze ook op Trump en Vance zullen stemmen, in november, antwoorden beiden ontkennend. „Nee. Het maakt voelt alsof het toch geen verschil maakt”, zegt Persiani, die voor de kost hekwerken aanlegt. „De keuze wordt voor je gemaakt. Bij elke verkiezingen wordt gesjoemeld of geknoeid met de stemmen – dus wat maakt het eigenlijk uit.”
„Ik stem niet. Ik heb nog nooit gestemd”, zegt ook Lacey Burkey, terwijl hun blonde peutertje wankel naast haar rondstapt en zijn eerste woordjes brabbelt. „Het voelt gewoon alsof onze stem er niet toe doet, dat wij er alleen maar voor de bühne zijn. Maar ik zou het geweldig vinden als het weer Donald Trump wordt. Joe Biden sucks. Hij heeft de economie in de shit laten draaien.”
Mamaw en Papaw
Het is dit soort fatalisme dat Vance (39) fraai optekende in Hillbilly Elegy, zijn in 2016 verschenen autobiografie die een enorme bestseller werd. Vance beschrijft tot in pijnlijk detail zijn getroebleerde gezinssituatie – verslaafde, agressieve moeder, elkaar snel opvolgende stiefvaders. Hoe hij daaruit weet te ontsnappen dankzij zijn twee lieve, godvrezende en hardwerkende grootouders, ‘Mamaw’ en ‘Papaw’. En hoe hij na een korte tijd als marinier en een rechtenstudie aan elite-universiteit Yale in de hoogste kringen van het Californische durfkapitaal belandt – waarbij zijn connecties met techmiljardairs en politieke donoren als Peter Thiel en David Sacks zijn latere politieke opmars bespoedigden.
Uit dit persoonlijke rags-to-riches-relaas trekt hij vervolgens genadeloze culturele conclusies over het milieu waarin hij opgroeide. Deze hillbillies (‘bergtokkies’), een geuzennaam van Schots-Ierse Amerikanen uit de Appalachen, verlaten dat uitgestrekte gebergte begin vorig eeuw massaal als in stadjes als Middletown fabrieken opengaan. Als vanaf de jaren zeventig deze industrie langzaam maar zeker instort, zinken zij weg in chronische armoede. Daarvan geeft de doorsnee hillbilly sindsdien iedereen behalve zichzelf de schuld, analyseert Vance. Zijn buren zwelgen liever in zelfmedelijden dan – zoals hij – wél iets van hun leven te maken.
Het boek slaat dat verkiezingsjaar in als een bom. Vooral progressieve, welvarende Amerikanen lezen het om te begrijpen hoe rechts-populist Donald Trump zowel de Republikeinse Partij als het landsbestuur kon kapen. Deze elites uit de rijkere steden aan de oost- en westkust omarmen het boek als een uniek inkijkje in een voor hen totaal onbekend, guur ‘heartland’ vol wrokkige Trump-kiezers. NRC vindt het boek zo goed dat het zelfs twee recensies afdrukt: een keer in het boekenkatern (4 ballen) en een half jaar later – na Trumps winst – nogmaals, in het wetenschapskatern (5 ballen).
Wat onmiskenbaar óók bijdraagt aan Vances literaire succes: de auteur is bij verschijning nog uitgesproken kritisch over Trump. Hij duidt diens populisme als ‘culturele heroïne’ en de man zelf in een sms’je aan een vriend als ‘Amerika’s Hitler’. Een volkstribuun die slechts simplistische schijnoplossingen biedt voor de ingewikkelde structurele problemen waarmee zijn aanhang kampt.
Crystal meth en wietsnoepjes
In Middletown (51.229 inwoners) zelf krijgen het boek en de latere verfilming door regisseur Ron Howard een meer gemengde ontvangst. Zo windt Adriana Scherrer (75), die in het verpauperde downtown van het stadje een voorlichtingscentrum over drugs bestiert, zich er nóg over op. „Ik heb zijn boek gelezen en de film gezien en ze maakten me echt woest”, vertelt ze. „Het wordt gepresenteerd als het verhaal van Middeltown, maar dat ís het niet. Het is J.D. Vances verhaal. Er zijn echt wel interessantere dingen te vertellen over Middletown dan een goede grootmoeder en een junkiemoeder.”
Via A4’tjes op de etalageruit waarschuwt Scherrer momenteel vooral voor gummies met THC, die verpakt worden als gewone snoepjes maar waar de gebruiker knetterstoned van wordt. „Onze jeugd is er nooit slechter aan toe geweest!”, staat op de posters. Het drugs- en alchoholgebruik van moeder Bev Vance is allesbehalve uniek in deze regio, beaamt ze.
Maar die verslavingsproblematiek escaleerde pas echt toen de in 1922 geopende staalfabriek na een fusie met het Japanse megaconcern Kawasaki in de jaren tachtig plots een onbetrouwbare werkgever werd. Scherrer: „Er moest zogenaamd geautomatiseerd worden. Mensen werden voor twee jaar naar huis gestuurd. In werkelijkheid moest de macht van de vakbonden worden gebroken. Toen de fabriek weer werd opgestart, waren er veel minder goedbetaalde banen over.”
Hij is een overloper en een leugenaar. Maar dat word je nu eenmaal, als je in Ohio de politiek ingaat
Alcohol kreeg gezelschap van pijnstillers, gevolgd door heroïne en weer later fentanyl. „Maar aan fentanyl stierven te veel mensen door overdoses. Dus vijf jaar geleden zijn de lokale dealers begonnen crystal meth te pushen. Daar raak je razendsnel aan verslaafd, maar je gaat er niet van dood.” Het resultaat? Een enorm aantal mensen dat nooit meer kan werken, zegt ze. „Die van minimumloonbaantje naar minimumloonbaantje springen en steeds ontslagen worden omdat ze niet van de meth af kunnen blijven.”
Scherrer vervolgt: „En nu komt Vance dus uit voor een partij die de vakbonden alleen maar verder wil breken. Die via de belastingen de middenklasse wil slopen. Hij is een overloper en een leugenaar. Maar dat word je nu eenmaal, als je in Ohio de politiek ingaat.”
Voedselbonnenfraude
In zijn boek – ondertitel: Kroniek van een familie en cultuur in crisis – behandelt Vance de diepere economische oorzaken van Middletowns neergang maar zijdelings. Boven alles signaleert hij een cultureel probleem. Te veel mannen „zijn immuun voor hard werk”, stelt hij. Met vrouwen gaat het niet veel beter. Zo schrijft hij over ‘welfare queens’, een neerbuigende term die Amerikanen normaal bewaren voor zwarte bijstandsmoeders. „Ik heb er veel leren kennen, sommigen waren mijn buren – en ze waren allemaal wit.”
Zijn eerste baantje bestaat uit boodschappen inpakken bij de lokale Dillman’s supermarkt. Daar ziet de tiener Vance klanten frauderen met voedselbonnen om bier en sigaretten te kopen. „Ik zou nooit begrijpen waarom onze levens zo zwaar voelden, terwijl degenen die op overheidssteun leunden van extraatjes profiteerden waar ik alleen van kon dromen.”
De Dillman’s aan Centrale Ave is tegenwoordig een vestiging van Dollar General, een winkelketen die zijn naam eer aan doet door tegen de klippen van de inflatie op nog zoveel mogelijk producten van 1 dollar (92 eurocent) te verkopen. De clientèle arriveert rond lunchtijd in afgeragde auto’s voor vooral kleine inkopen: een witbrood, een halve gallon ijsthee, een pak fabrieksworst. De meeste klanten zeggen nog nooit van Vance gehoord te hebben. De paar die zijn naam wel kennen, reageren totaal onverschillig als ze horen dat Trumps nieuwe kroonprins hier ooit boodschappen inpakte. „Uh-huh.”
Gemeenteraadsvergadering
Zack Ferrel (31) wordt wél enthousiast van Vances levensloop. Als locoburgemeester gebruikt hij zijn spreektijd tijdens de tweewekelijkse gemeenteraadsvergadering dinsdagavond om diens promotie tot vicepresidentskandidaat „opwindend” te noemen. „Het is inspirerend om te zien wat iemand uit Middletown kan overkomen.” Al maakt hij bij dat compliment ook een voorbehoud: „Ik heb zijn boek gelezen en was het niet met alles eens als het gaat over Middletown. Maar het is zíjn verhaal.”
De volgende dag legt Ferrel, die naast lokaal politicus ook vastgoedmakelaar is, uit wat hij bedoelde. Hij herkent een deel van zijn eigen jeugd in die van Vance. „Ik had een geweldige vader, maar hij kampte ook met verslaving, was een alcoholist. Hij overleed toen ik nog wat jonger was. Mijn grootouders moesten me overal heen rijden, terwijl mijn moeder aan het werk was.”
Hij denkt dat Vance adequaat beschrijft „dat de mensen in deze regio, een beetje in het verleden zijn blijven hangen. We willen ons allemaal de goeie oude tijd herinneren. En dat was de tijd van de staalfabriek, van voor de globalisering, toen de wereld nogal anders was. Nu, met goedkope arbeid in China en Mexico, is alles anders geworden. Maar mensen blijven hangen in het verleden.”
Als vierde generatie Middletonian begrijpt Ferrel dat veel stadsgenoten er aanstoot aan namen om dan als ‘lui’ te worden beschreven. En hij erkent dat het voor veel witte Amerikanen in het roestende ‘heartland’ de afgelopen halve eeuw moeilijker is geworden om hun kinderen het beter te laten hebben dan zijzelf. „Maar het was ook weer niet zo dat mijn grootouders te horen kregen: jij gaat astronaut worden of chirurg. Nee, je moest ook toen gewoon hard werken, dan kreeg je misschien een keer een vaste baan, kon je een gezin stichten en op een dag met pensioen gaan.”
En Vances verhaal bewijst – heel Amerikaans – ondertussen dat het ook deze eeuw niet compleet onmogelijk is grotere sprongen op de sociale ladder te maken. Ferrel: „Ja, hij is bovengemiddeld slim. Maar hij heeft het toch zelf geflikt; uit deze mal van armoede en verslaving breken. Hij had ook een uitkering kunnen trekken. Maar hij besloot het leger in te gaan en wat van zijn leven te maken.”
Bekering tot het trumpisme
Shelly Black Abrams was bij verschijning van Hillbilly Elegy ook meteen geïntrigeerd door haar stadsgenoot. Als bestuurslid van Think Regional, een clubje dat probeert de plaatselijke economie vooruit te helpen, besloot ze zeven jaar geleden Vance via LinkedIn een berichtje te sturen. Of hij wilde komen praten over het omscholen van werkloze fabrieksarbeiders. „Hij schreef heel snel een eenregelig berichtje terug: ‘I can do that’”, vertelt de gepensioneerde vrouw bij een glas cranberrysap in de bar van haar golf- en tennisclub.
Een video-opname van het praatje dat Vance destijds hield, staat nog op YouTube. Het is een soepel betoog over ‘harde’ talenten als intelligentie en zachte vaardigheden als woedebeheersing en sociaal kapitaal. Net als in zijn boek vertelt hij hoe hij op een Yale-borrel de termen chardonnay en sauvignon blanc eerst niet begreep en aan tafel niet snapte wat hij toch aan moest met al dat bestek. Ook waarschuwt hij dat aanhoudende diepe economische malaise uiteindelijk kan leiden tot politieke chaos en zelfs tot politiek geweld. Dat mensen hulp nodig hebben om te ontsnappen uit armoede. „Als iedereen om je heen arm is, ga je internaliseren dat dat ook jouw voorland is.”
Deze week plaatste Shelly Abrams de bijeenkomst opnieuw op haar Facebook-pagina. „Wat is zijn denken sindsdien veranderd, realiseer ik me”, schreef ze erbij. Daarmee bedoelde ze dat Vance, sinds hij in 2021 de politiek inging en zich bekeerde tot het trumpisme, niet langer de bruggenbouwer is waarvoor ze hem destijds aanzag. „Het lijkt bij hem niet langer om samenwerking te gaan, en alleen nog maar om politiek, om de partijlijn volgen.”
Economisch populisme
In zijn toespraak woensdagavond op de Republikeinse conventie greep Vance zijn jeugd in Middletown meermaals aan om president Joe Biden frontaal aan te vallen. Voor elke neergang van het stadje – en van de rest van Amerika – is de Democraat direct verantwoordelijk, zette hij uiteen. Van het vrijhandelsverdrag NAFTA met Mexico en de toelating van China tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO) tot de slepende oorlogen in Irak en Afghanistan.
Op economisch vlak sloeg Vance woensdag een bijna links-populistische toon aan. Met harde sneren naar Wall Street en ‘big business’ en de belofte van meer Amerikaans protectionisme, lijkt hij duidelijk gerekruteerd om de industriestaten terug te winnen die in 2020 van Trump naar Biden overgingen. In die populistische missie lijkt Vance – net als de hillbillies in zijn bestseller – nu allereerst de boze buitenwereld de schuld te geven van welke tegenslag dan ook.
Voor een bewonderaar als locoburgemeester Zack Ferrel maakt dat Vance niet tot een windvaan. Voor hem illustreert het vooral een flexibiliteit van geest die hij mist bij bejaarde politici als Biden en Trump. „Dat is ook wat J.D. politiek zo gevaarlijk maakt, in de goede zin dan. Hij is superslim. Hij gebruikt woorden, waarvan ik niet eens weet wat ze betekenen. Maar hij kan ook hier naast ons komen zitten en vertellen over de Smac die hij op brood at. De verscheidenheid die Middle-town hem in zijn leven bood, helpt hem daar zeker bij.”