De leider van het onderzoek kijkt terug, tien jaar na de ramp: ‘Ik zeg altijd: MH17 is van iedereen, van alle Nederlanders’

Voormalig rechercheur Gerrit Thiry herinnert zich hoe hij tijdens de wintersportvakantie omhoog keek, naar de verkeersvliegtuigen die lange witte strepen trokken langs de strakblauwe Alpenhemel.

Op zulke momenten gingen zijn gedachten naar het oosten van Oekraïne. „Vanaf de lancering tot het exploderen van de Boek-raket zat 42 seconden. Op het moment dat iemand de beslissing nam om op de knop te drukken, was er geen ontsnappen aan.”

Op 17 juli 2014 was vlucht MH17, een Boeing 777 van Malaysia Airlines, onderweg van Amsterdam naar Kuala Lumpur toen het toestel om 15.20 uur Nederlandse tijd boven Oost-Oekraïne werd geraakt door een luchtafweerraket die was afgevuurd door een Russische Boek-lanceerinrichting. Het vliegtuig viel in stukken uiteen, alle 298 inzittenden – onder wie 196 Nederlanders – kwamen om het leven.

225 rechercheurs

Gerrit Thiry (67) werkte bij de Landelijke Recherche in Amsterdam, maar had een paar dagen vrij. Na zijn vakantie zou hij beginnen aan onderzoek naar een enorm wapenarsenaal dat was aangetroffen in twee opslagboxen in Nieuwegein. Onderzoek ‘26Koper’ zou uiteindelijk uitmonden in het liquidatieproces tegen Ridouan Taghi, maar Gerrit Thiry zou daar nooit aan meedoen. Op 18 juli werd hij gebeld of hij het onderzoek naar de vliegramp met Malaysia Airlines zou willen leiden. „In al mijn onnozelheid heb ik toen ja gezegd, niet wetende dat ik acht jaar van mijn leven bezig zou zijn met MH17. Ik ben nog één keer terug geweest naar Amsterdam om mijn kastje leeg te halen.”

De keuze voor Thiry lag voor de hand. De Amsterdamse rechercheur had niet alleen jarenlange ervaring met liquidatiezaken, maar had ook internationale ervaring. In 2002 onderzocht hij in opdracht van de VN de moord op de Nederlandse journalist Sander Thoenes op Oost-Timor – en vond de daders. Daarna speelde hij een rol in het opsporen van oorlogsmisdadigers in Liberia.

De cockpit van de Boeing toen Nederlandse en Australische experts de crashplaats bezochten.
Foto Pierre Crom/ANP

Maar MH17 was anders – al was het maar omdat in die eerste dagen, toen bijna 225 rechercheurs bijeen waren geroepen, het nog niet duidelijk werd wát er precies moest worden onderzocht. „We wisten alleen dat er een groot aantal Nederlanders aan boord zaten. Daarom was er behoefte om alvast zo goed mogelijk vast te leggen wat er was gebeurd.”

Thiry herinnert zich de werkdagen van „zestien, achttien uur”. „Er was natuurlijk grote druk van bovenaf en er kwamen veel vragen. Vragen die wij niet konden beantwoorden.”

In al mijn onnozelheid heb ik toen ja gezegd op de vraag om het onderzoek te leiden

Thiry stelde alvast een aantal hypotheses op: een ongeluk, een terroristische aanslag. Het zou nog drie weken duren voordat het Joint Investigation Team (JIT) werd geformeerd. Nederland, Australië (27 slachtoffers), Oekraïne en Maleisië maakten vanzelfsprekend deel uit van de internationale samenwerking, de keuze voor België was een pragmatische. „Voor een JIT zijn twee EU-lidstaten nodig. Groot-Brittannië zei: wij willen jullie onderzoek niet belasten, wij hebben een heel slechte relatie met de Russen vanwege Litvinenko [de Russische ex-spion Aleksandr Litvinenko werd in 2006 door de Russische dienst FSB in Londen vergiftigd met het radioactieve polonium, red.]. Duitsland wilde niet aansluiten. België was een plezierige partner, omdat we elkaar goed kennen.” Maleisië waseerst alleen ‘waarnemer’ en trad pas toe tot het JIT nadat het beloofd had dat eventuele daders niet de doodstraf zouden kunnen krijgen – dat de verdachten in Nederland zouden worden vervolgd, zou pas in 2019 worden besloten.

Om enigszins „grip te krijgen” op de materie knipte Thiry het onderzoek op in verschillende ‘projecten’: luchtvaart, het gebruikte wapen, getuigen, sociale media, hightech-crime (hackoperaties), forensische opsporing, slachtoffers. Hij zette verschillende disciplines van het recherche-vak bij elkaar aan één tafel – een aanpak die inmiddels een blauwdruk is geworden voor grote onderzoeken.

Spanningen met OVV-onderzoek

Niet alles ging van een leien dakje.

Meteen na de ramp had ook de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) een onderzoek ingesteld. Dat leidde soms tot spanningen met het recherche-team, vertelt Thiry. „Op persoonlijke titel: ze gingen vrij ver om niet alleen onderzoek te doen naar de oorzaak van de crash, maar ook naar het gebruikte wapen en de afvuurlocatie.” Experts die door de OVV waren geraadpleegd in het kader van onafhankelijk onderzoek konden daarna niet meer worden gehoord door het JIT. „Daar hebben we soms best last van gehad.”

Dat het acht jaar zou duren voordat drie van de vier verdachten zouden worden veroordeeld, kon niemand bevroeden. „Als de Russische Federatie had gezegd: het was een fout, dan was een onderzoek van deze omvang niet opgestart”, zegt Thiry. In 2020 schoot de Iraanse luchtafweer per ongeluk een Oekraïense Airbus uit de lucht. Teheran nam snel de verantwoordelijkheid op zich. „Geleerd hebbende van MH17 is er waarschijnlijk besloten met de billen bloot te gaan, om de angel eruit te halen.”

Moskou ontkent echter tot op de dag van vandaag verantwoordelijk te zijn voor de ramp. Sterker nog: het Kremlin heeft de afgelopen jaren een enorme hoeveelheid desinformatie de wereld in gebracht. Zo zou MH17 zijn neergehaald door een Oekraïense Soechoj Soe-25, een jachtvliegtuig dat veelvuldig werd ingezet in de dagen voor de ramp. Probleem van deze theorie: de Soe-25 is een grondaanvalsvliegtuig dat niet erg hoog kan vliegen. Maar toen rechercheurs nog eens Wikipedia raadpleegden, was het vliegplafond ineens verhoogd tot 10 kilometer – de kruishoogte van een Boeing 777. „Toen we uitzochten wie de pagina had aangepast, kwamen we uit op een IP-adres in het Kremlin”, grijnst Thiry. Omdat Moskou de geloofwaardigheid van het JIT in twijfel trok, werd al het bewijs drie, vier keer geverifieerd – waardoor het onderzoek uiteindelijk zes jaar in beslag zou nemen. „Als ze mij vragen wat de kern is geweest, dan zeg ik: validatie. We hebben niets zo maar aangenomen.”

De reconstructie van het toestel op vliegbasis Gilze-Rijen, als onderdeel van het strafproces.
Foto Sem van der Wal/ANP

Thiry herinnert zich nog een bezoek aan Moskou in 2015, in gezelschap van Fred Westerbeke, de toenmalige hoofdofficier van het Landelijk Parket. „We werden uitgenodigd voor een diner, op het menu stond korhoen, en beer. Zélf geschoten, zei de leider van de Russische delegatie. Dat is nou jammer, zei ik tegen hem: ‘we are all vegetarians’. Die grap werd niet echt begrepen. ‘Als ik ga jagen’, vervolgde die man, ‘dan zit ik negen uur in het vliegtuig en dan ben ik nog steeds in Rusland!’ Daarop zei ik: ‘als ik negen uur in het vliegtuig zit, dan land ik op Curaçao, het Caribisch gebied. Dan ben ik nog steeds in The Kingdom of The Netherlands’.” Onderkoeld: „Ze proberen je natuurlijk toch een beetje te imponeren.”

Ik merk dat er ontzettend veel bewondering en waardering is voor ons onderzoek

Aan Thiry hadden de Russen wat dat aanging een verkeerde. ‘Een gesprek met Gerrit is nooit wazig’, zei het oud-hoofd van de Nationale Recherche Wilbert Paulissen op Thiry’s afscheidsreceptie. En de voormalige onderzoeksleider is nogal vasthoudend. Thiry had bedacht dat het een goed idee zou zijn om zélf een Boek-raket te laten ontploffen, om te kijken wat de effecten zouden zijn. „Die is knettergek dachten ze. Maar een pistool dat mogelijk is gebruikt bij een moord laat je toch ook nog een keertje afvuren bij het NFI?”

Duizenden telefoongesprekken

Sommige collega’s zeiden: Gerrit, waar ben je aan begonnen. Maar zelf heeft Thiry nooit getwijfeld aan de goede afloop. Van het onderzoek naar de moord op journalist Sander Thoenes had hij geleerd dat waarheidsvinding minstens even belangrijk is als het opsluiten van de daders. Het JIT kon beschikken over duizenden telefoongesprekken van pro-Russische separatisten, opgenomen door de Oekraïense geheime dienst SBOe. Verschillende belangrijke getuigen meldden zich. Een voormalige strijder had de lancering vanaf een landbouwveld bij Snizjne gezien. Een separatist in Oekraïense krijgsgevangenschap was betrokken bij het transport van de Boek-installatie terug naar Rusland. En soms had het JIT zeldzaam geluk. De SBOe had vlak na de vliegramp al verschillende tapgesprekken op YouTube gezet – bepaald niet tot genoegen van het JIT. In één daarvan belt een rebel met commandant Igor Bezler in Horlivka, ten noordwesten van de rampplek. „Er vliegt een vogeltje in uw richting”, krijgt Bezler te horen. Het leek een belangrijke aanwijzing, maar het JIT concludeerde na onderzoek dat het telefoontje geen rol heeft gespeeld. Daarbij kregen de rechercheurs hulp van Bezler zélf. „We dachten dat we benaderd werden door zijn vrouw”, vertelt Thiry. „Maar toen ik de telefoon opnam was het tot mijn verbazing meneer Bezler die belde.” Volgens Thiry heeft de rebellencommandant de nodige nuttige informatie verstrekt – zoals de namen van krijgsgevangenen die meer wisten van de ramp.

In 2018 besloot het Openbaar Ministerie dat het onderzoek zich zou richten op vier leidinggevenden van de separatisten: de Russen Igor Girkin (ex-FSB), Sergej Doebinski en Oleg Poelatov (voormalige medewerkers van de Russische militaire inlichtingendienst GROe) en de rebellencommandant Leonid Chartsjenko, een Oekraïner. Voorafgaand aan de bekendmaking van het JIT – met foto’s – belde Thiry zelf met Doebinski om hem in kennis te stellen. De voormalige GROe-commandant reageerde verbaasd, maar was niet in paniek. Geen van de vier verdachten is ooit verschenen voor de rechtbank Den Haag, die vanaf het voorjaar van 2020 zich op het Justitieel Complex Schiphol over de zaak boog. Girkin, Doebinski en Chartsjenko werden in november 2022 bij verstek veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf – Poelatov werd vrijgesproken.

Thiry is tevreden met dat resultaat – al zullen de veroordeelden waarschijnlijk nimmer een Nederlandse cel van binnen zien. „Ik zeg altijd: MH17 is van iedereen, van het Openbaar Ministerie tot de chauffeurs van de lijkwagens die de lichamen hebben vervoerd, tot alle Nederlanders die zich betrokken voelen bij de ramp. Als je ziet hoe duidelijk het vonnis is van de rechtbank, dan denk ik dat we met de bv Nederland een internationale prestatie hebben neergezet. Als je er middenin zit, merk je dat niet direct. Maar elke keer als ik een buitenstaander vertel over wat we hebben gedaan, dan merk ik dat er ontzettend veel bewondering en waardering is.”

Eén vraag blijft: waaróm?

Eén vraag blijft onopgehelderd: waaróm de Russische militairen in het lanceervoertuig op de knop hebben gedrukt. Een vergissing?

„Die vraag kunnen we pas beantwoorden als we de bemanning van de Boek hebben kunnen spreken. Objectief kun je vaststellen: die lanceerinrichting stond récht onder een doorgaande luchtvaartroute, een soort ‘snelweg’ voor internationaal vliegverkeer. En MH17 kwam in een rechte lijn, met een constante snelheid aanvliegen.”

Dus toch opzet? „Soms gaat iets ons voorstellingsvermogen te boven. En ik denk dat we intussen wel kunnen vaststellen dat de Russische regering nogal cynisch te werk gaat – om het zachtjes uit te drukken.”

Het JIT is inmiddels opgeheven, maar het onderzoek is niet officieel beëindigd, het is ‘slapende’. Gerrit Thiry geniet – na een politiecarrière van 48 jaar – van zijn pensioen. „Maar je weet nooit wat er gebeurt. Internationale misdrijven worden soms pas 25 jaar na dato opgelost. Stel: er wordt ineens een toenmalig bemanningslid van de Boek aangehouden bij de gevechten in Oekraïne.”

Thiry pauzeert even. „Dan mogen ze mij bellen.”