Parodieën op bekende gedichten: in de poëziespeeltuin van Joke van Leeuwen

De tuinman en de dood

Een Perzisch Edelman:

Van morgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,

Mijn woning in: „Heer, Heer, één ogenblik!

Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,

Toen keek ik achter mij. Daar stond de dood.

Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,

Maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.

Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,

Voor de avond nog bereik ik Ispahaan!” –

Van middag (lang reeds was hij heengespoed)

Heb ik in ’t cederpark de Dood ontmoet.

„Waarom,” zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,

„Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht gedreigd?”

Glimlachend antwoordt hij: „Geen dreiging was ’t,

Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,

Toen ’k ’s morgens hier nog stil aan ’t werk zag staan,

Die ik ’s avonds halen moest in Ispahaan.”

P.N. van Eyck

De topman en de dood

Een ondergeschikte spreekt:

Vanmorgen gaf mij onze topman door:

Kom ogenblikkelijk naar mijn kantoor.

Ik heb de dood gezien. Hoe komt die hier?

Dit moet je doen. Het staat al op papier.

Zet hem op straat, want ik ben zeldzaam goed

Waardoor ik dus in leven blijven moet.

Ik wilde toch al naar het buitenland

Vanwege dat gezwatel in de krant

Over vermogens die die linksen zwaar

Willen belasten. Ligt mijn jacht al klaar?

Weg was hij. Bij de koffieautomaat

Zag ik de dood. We hebben wat gepraat.

Dit hoort niet, zei ik, dit is ongepast.

Glimlachend zei hij: Ach, ik was verrast

Toen ’k ’s morgens bezig zag uit alle macht

Die ’k ’s nachts uit zee moest halen naast zijn jacht.

Joke van Leeuwen