Vaccinatiegraad daalt niet verder, maar heel zeker weet het RIVM dat niet

Hoe hoog de vaccinatiegraad precies is, dat weet het instituut voor de volksgezondheid (RIVM) niet. Dit komt doordat sinds 2022 een deel van de vaccinaties tegen bijvoorbeeld mazelen en kinkhoest anoniem wordt geregistreerd.

Dit staat in het RIVM-rapport over de vaccinatiegraad dat donderdag is gepubliceerd. Wel lijkt het er volgens het instituut op dat de vaccinatiegraad bij zuigelingen en kleuters het afgelopen jaar niet verder is gedaald.


De vaccinatiegraad blijft onwenselijk laag. De Wereldgezondheidsorganisatie streeft ernaar dat negen van de tien jonge kinderen wordt ingeënt. Tot 2022 is dit ieder jaar gehaald, al is sinds de coronapandemie sprake van een daling. Dit jaar rapporteert het RIVM dat 83,1 procent van de tweejarigen alle prikken van het rijksvaccinatieprogramma heeft gehaald, vorig jaar was dit 83,6 procent.

Privacyregels

Het werkelijke getal ligt dit jaar waarschijnlijk iets hoger: er zijn kinderen die wel gevaccineerd zijn, maar van wie de ouders voor anonimiteit hebben gekozen. De registratie van de prik wordt dan niet aan het RIVM doorgegeven. Kinderen van twee jaar krijgen onder meer de DKTP-prik (difterie, kinkhoest, tetanus, polio) en de BMR-prik (tegen de bof, mazelen en rode hond).

Nederland kende afgelopen voorjaar een mazelenuitbraak in Eindhoven, ook zijn vier baby’s overleden aan kinkhoest – waarschijnlijk een gevolg van de gedaalde vaccinatiegraad. De Tweede Kamer debatteerde dit voorjaar over maatregelen, maar zag vooralsnog af van wetgeving die het mogelijk maakt om ongevaccineerde kinderen te weigeren in de kinderopvang. De gemeente Den Haag publiceerde de vaccinatiecijfers per wijk om meer zicht te krijgen op de oorzaken van achterblijvende vaccinaties.

Dit zicht is minder geworden door Europese privacyregels, die het sinds 2022 mogelijk maken om vaccinaties anoniem te laten doorgeven. „Jammer genoeg kunnen we daardoor de kleine veranderingen in de trends niet meer precies in cijfers weergeven”, zegt Jeanne-Marie Hament, programmamanager Rijksvaccinatieprogramma bij het RIVM. „Dat is voor een vaccinatieprogramma niet ideaal.”


Cocktails

Het RIVM kijkt voor zijn jaarrapporten steeds hoeveel kinderen die in een bepaald jaar zijn geboren, de vaccinaties hebben gehad. Voor het verslagjaar 2024 heeft het RIVM onder meer gekeken naar de vaccinatiegraad van de kinderen die in 2021 werden geboren. Het RIVM kan zien hoeveel prikken met de DKTP- en BMR-cocktails werden gezet, maar niet altijd precies bij wie. Een anonieme prik kan bij een kind uit 2021 zijn gezet, maar ook uit een ander jaar. Ook negenjarige kinderen krijgen een BMR-prik.

Sinds 2022 wordt gemiddeld 3 tot 4 procent van de prikken anoniem gezet. Het aandeel anonieme vaccinaties verschilt sterk per vaccin en per regio. Zo was bijvoorbeeld 8 procent van de vaccinaties bij consultatiebureaus in Capelle aan den IJssel anoniem. In Kennemerland was dat slechts 0,5 procent. Het RIVM weet overigens ook niet precies hoeveel kinderen helemaal geen prik hebben gehad. Want in de groep die nu op papier geen enkele vaccinatie heeft gehad, zitten waarschijnlijk ook kinderen die wel gevaccineerd zijn maar van wie de vaccinatiegegevens niet werden doorgegeven.


Lees ook

Grote verschillen in vaccinatiegraad per wijk: ‘In mijn ervaring zijn er drie soorten weigeraars

Kinderen krijgen bij de GGD in Utrecht onder meer een vaccinatie tegen bof, mazelen en rode hond. Het aantal gevallen van mazelen loopt op. In Nederland daalt de vaccinatiegraad.

De onzekerheid over de cijfers leidt er volgens Hament bijvoorbeeld toe dat ouders van wie de kinderen al zijn gevaccineerd toch uitnodigingen en herhaalbrieven krijgen. Aan de andere kant is het lastiger om te bepalen „waar je een tandje moet bijzetten” om te zorgen dat voldoende kinderen worden gevaccineerd. Het RIVM zou met dat doel graag meer inzoomen op bijvoorbeeld de wijken in de steden, zegt Hament: „Om beter te zien welke groepen we nu niet zo goed bereiken en waarvoor we meer moeten doen.” Er zijn bijvoorbeeld aanwijzingen dat met name mensen met een laag inkomen hun kinderen minder vaak laten vaccineren. Hament: „Hier speelt ongelijkheid. Terwijl alle kinderen evenveel recht hebben op een gezonde start en dus op een vaccinatie.”