De ministersploeg van het eerste kabinet van Dick Schoof is compleet, als het aan de formerende partijen ligt. De PVV zal bij haar eerste kabinetsdeelname vijf ministers leveren, waaronder die voor Migratie. De VVD zorgt voor de ministers van Justitie en Financiën. NSC mag zowel Binnenlandse Zaken als Buitenlandse Zaken bestieren, BBB Landbouw en Wonen.
„We zijn eruit”, meldde Geert Wilders dinsdagmiddag bijna terloops. In de ochtenduren had de PVV-leider opnieuw vergaderd met de leiders van VVD, NSC en BBB over de samenstelling van het kabinet. Aanvankelijk hielden de partijen de lippen stijf op elkaar over de precieze verdeling van posten, maar die lekte tegen de avond alsnog uit, via de NOS.
De PVV krijgt behalve Migratie ook de ministers voor Volksgezondheid, Economische Zaken, Infrastructuur en Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking. De VVD mag naast Financiën en Justitie de portefeuilles Defensie en Klimaat doen in het kabinet-Schoof. NSC levert straks ook ministers voor Sociale Zaken en Onderwijs, BBB levert als kleinste coalitiepartij slechts twee ministers.
Maximale Haagse ervaring
Lang niet alle bewindslieden voor deze ministeries zijn bevestigd, maar de eerste namen duiden op een grote aanwezigheid van Haagse expertise. Zo zou de PVV een aantal zeer ervaren Kamerleden voordragen: Gidi Markuszower als minister voor Migratie, Fleur Agema als minister voor Zorg en Barry Madlener als minister voor Infrastructuur. Ook de VVD put voor zijn ministers uit de eigen fractie, met Eelco Heinen (Financiën) en Sophie Hermans (Energie, de nieuwe naam voor de portefeuille Klimaat en Energie) als veelgenoemde namen.
Ogenschijnlijk hebben ook nieuwkomers NSC en BBB, die de afgelopen jaren slechts met één Kamerlid in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren, gezocht naar maximale ervaring in de selectie. NSC heeft volgens Haagse bronnen bijvoorbeeld gekozen voor Eddy van Hijum (voormalig CDA-Kamerlid en Overijsselse gedeputeerde) als minister van Sociale Zaken en voor topdiplomaat Caspar Veldkamp op Buitenlandse Zaken. BBB’er Mona Keijzer, de beoogde minister voor Wonen, was eerder staatssecretaris voor het CDA in Rutte III.
De coalitie, met een voorkeur voor bestuurders ‘van buiten’, kiest verrassend veel bestuurders uit eigen gelederen
Er zullen nog bewindspersonen van buiten de politiek bij komen, zo valt bij de partijen te horen. Toch is het aantal bekende namen verrassend. Bij herhaling zeiden PVV, VVD, NSC en BBB tijdens de formatie dat ze een voorkeur hadden voor een ministersploeg met veel bestuurders ‘van buiten’. Dat zou passen bij de plannen voor een extraparlementair kabinet. De keuze voor bestuurders uit eigen gelederen kan de partijen echter wel helpen om hun eigen politieke profiel in het kabinet beter te bewaken.
De vier partijen benadrukten al vaak dat ze als coalitie meer ruimte willen creëren voor onderlinge verschillen. Een ervaren partijfiguur in het kabinet kan bij zulke profilering goed van pas komen. Bovendien kan lang niet elke apolitieke buitenstaander goed aarden in het Haagse politieke mediacircus.
Minister én staatssecretaris
De verdeling van de posten past bij de speerpunten van de vier partijen. Op twee ministeries mag zelfs één partij zowel de minister als de staatssecretaris leveren. Dat geldt voor BBB op Landbouw en voor de PVV op Infrastructuur. In kabinet-Rutte IV, dat ook bestond uit vier partijen, was zo’n combinatie bij geen enkel ministerie het geval.
Met Landbouw, Infrastructuur en daarnaast BBB’er Mona Keijzer als minister voor Wonen zullen BBB en PVV een hoofdrol krijgen bij vraagstukken over de ruimtelijke ordening.
NSC en VVD hebben daarentegen de rol als hoeders van de schatkist naar zich toegetrokken. In de zogeheten sociaal-economische driehoek van Financiën, Sociale Zaken en Economische Zaken (inclusief Energie) leveren zij zes van de zeven bewindspersonen. De PVV levert er slechts één, BBB nul.
Met Schoof erbij bestaat het nieuwe kabinet straks uit zestien ministers. Dat zijn er vier minder dan Rutte-IV en evenveel als het kabinet-Rutte III. Het aantal staatssecretarissen ligt dan weer fors hoger.
Eerst nog een hoorzitting
Het nieuwe kabinet kan niet zomaar morgen beginnen. Alle kandidaten moeten worden gescreend en zullen zich daarna moeten onderwerpen aan een individuele hoorzitting door de Tweede Kamer. Dat is een noviteit: de Kamer stemde vorig jaar, al voor de verkiezingen, in met een initiatief van D66 om alle kandidaten voor een nieuw kabinet te verhoren voordat ze aan de slag gaan.
Ongetwijfeld zal de oppositie zijn tanden zetten in de nieuwe bewindspersonen. Zo werd Markuszower, de beoogde minister voor Migratie, ooit opgepakt voor verboden wapenbezit. Bovendien werd hij drie jaar geleden als Kamerlid door de voorzitter gekapitteld nadat hij opriep tot de vorming van een tribunaal voor de Nederlandse politici die volgens hem verantwoordelijk waren voor het ,,zelfhatende’’ immigratiebeleid.
“Het huidige Nederlandse immigratiebeleid is één grote misdaad tegen het Nederlandse volk’’, zei Markuszower toen. ,,Jullie zouden allemaal voor een tribunaal gedaagd moeten worden en verantwoording afleggen voor jullie misdadige opengrenzenbeleid, want jullie maken Nederland kapot.”
Zonder voorgeschiedenis is het tegelijkertijd onzeker of deze hoorzittingen de kandidaten daadwerkelijk in grote problemen kunnen brengen.
Afgesproken is bijvoorbeeld dat iedere fractie slechts één vraag per bewindspersoon mag stellen, zonder een mogelijkheid tot verder doorvragen. Bovendien kan de Tweede Kamer niemand wegstemmen: hooguit kan een beoogd minister of staatssecretaris de eer aan zichzelf houden.
Schoof wordt als kandidaat-premier overigens niet verhoord. Zijn ‘verhoor’ vindt plaats als hij later, na de presentatie van het kabinet, in de Tweede Kamer de regeringsverklaring verdedigt.
Met medewerking van Lamyae Aharouay en Pim van den Dool