Ineens vindt premier Modi dat ‘consensus’ nodig is om India goed te leiden

‘Ik, Narendra Modi, zweer in naam van God dat ik oprecht geloof en trouw zal tonen aan de grondwet van India zoals vastgesteld bij wet.” De scène in het centrum van de Indiase hoofdstad New Delhi, zondag, verliep zoals al ruim voor de verkiezingen was verwacht: een derde premierstermijn voor Modi, die al tien jaar zijn stempel op het land drukt. Maar de beëdiging van de overige regeringsleden toonde een andere en gemengdere cast dan verwacht. Modi’s BJP is dit keer niet de enige leverancier voor de nieuwe regering. Er komen ook kabinetsleden uit andere partijen. Die coalitiepartners steunden de regering eerder alleen vanuit het parlement.

Ten opzichte van 2019 verloor Modi’s hindoe-nationalistische partij veel zetels in het parlement – hij zakte van 303 naar 240 zetels. Dat resultaat ligt heel ver af van de vierhonderd die hij zelf had voorspeld. Nadat woensdag de zetelaantallen voor de politieke partijen definitief waren vastgesteld, lijkt Modi’s aura wat gedimd. Indiase politicologen en tegenstanders van de BJP spreken van een land dat ‘lichter aanvoelt’, waar misschien religieuze minderheden en progressieven meer lucht krijgen.

‘Oppositie schitterde’

De grote krant Hindustan Times kopte na de verkiezingen dat de oppositiepartijen en vooral de grootste rivaal van Modi, de National Congress Partij, hadden ‘geschitterd’, een analyse die wordt gedeeld door andere Indiase media. De premier moet daaruit lessen trekken voor zijn toon en beleid, is de teneur. De BJP moet nu ineens de aandacht delen: terwijl Modi vorige week zijn benodigde meerderheid probeerde rond te krijgen, werden ook de persconferenties van de oppositiepartijen uitgezonden. Dat gebeurde eerder amper.

Die voorkeursbehandeling van de media voor Modi, is een voorbeeld van het ‘ongelijke speelveld’ waarop deze verkiezingen plaatsvonden. De BJP leek oppermachtig, Congress en andere oppositiepartijen hadden te maken met tegenwerking: ze kregen amper zendtijd en campagnegelden werden bevroren, waarschijnlijk op last van financiële onderzoeksdiensten. De verkiezingsuitslag wordt gezien als bewijs van de kracht van de Indiase rechtsstaat en democratie. De grootste verkiezingen ter wereld bleken toch te draaien om de stem van de kiezer.


Lees ook
zorgen over de democratie en burgerlijke vrijheden

Verkiezingsfunctionarissen lopen met stemmateriaal naar een stemhokje in een afgelegen berggebied aan de vooravond van de eerste stemronde van de zes weken durende nationale verkiezingen in het dorp Dessa in het noordelijke Indiase unieterritorium Jammu en Kasjmir.

De winst van Congress, dat het zetelaantal in het parlement bijna heeft verdubbeld (van 52 in 2019 naar 99) is gezien de tegenwerking nog indrukwekkender, stelde de bekende politicoloog en activist Yogendra Yadav op televisiezender NDTV. Yadav was een van de weinigen die van tevoren niet overtuigd was van een overgrote meerderheid voor de BJP. Vorige week dinsdag legde hij op rustige toon aan een hijgerige tv-presentator uit: „We moeten inzien dat de realiteit is veranderd, ook al is er weer vijf jaar premier Modi. Er is een verschil tussen de regering vormen en het electorale mandaat hebben.”

De Indiase academicus en publicist Pratap Bhanu Mehta beschreef in The Indian Express hoe „de balans is teruggebracht”: Modi bleek toch „gewoon als elke politicus, precies zo groot als het volk hem wil hebben”.

Zo’n normale politicus moet onderhandelen over zijn macht. De BJP kwam samenwerking overeen met vijftien andere partijen, opnieuw onder de noemer National Democratic Alliance (NDA). Meer partijen leveren nu kabinetsministers, samen heeft de coalitie 292 van de 543 zetels van het parlement.

Yadav zette uiteen wat er verder uit de resultaten voort kan komen: misschien zullen de oppositiepartijen, aangevoerd door Congress, in het parlement meer van zich laten horen, met zelfs open debat. Misschien zien de media het belang in van kritische ondervraging van de regering. Nu Indiërs weten dat hun stem een verschil kan maken, durven zij wellicht meer te eisen en te protesteren.

Opgejut door nepnieuws

Tot nu toe was Modi alomtegenwoordig. Zijn gezicht was te zien op elk billboard in de stad. En zijn wil was ook min of meer – een ongeschreven – wet. Woonwijken waar protesten tegen overheidsbeleid werden gehouden werden met de grond gelijkgemaakt. Moslims werden over de kling gejaagd door woedende buren die waren opgejut door nepnieuws dat werd verspreid in BJP-gezinde WhatsApp-groepen.

„Deze tirannie zal nog verder gaan”, stond in mei in felrode letters op de cover van het progressieve tijdschrift The Caravan. In deze editie van het kritische maandblad zetten auteurs uiteen dat de vermoede plannen van het Modi 3.0-bewind voor een Indiase hindoe-natiestaat de „verwoesting van de republiek” zou betekenen. Ook NRC hoorde van activisten en bezorgde burgers meermaals: „Het gaat nog erger worden.”

Die vrees ging samen met de verwachte getalsmatige overmacht. Voor de derde regeringstermijn zou de BJP vergaand, expliciet hindoe-nationalistisch beleid voorbereiden. Daarvoor zou de grondwet worden gewijzigd. Zo zouden de deelstaten zeggenschap verliezen. Regelingen voor islamitische, christelijke of andere religieuze huwelijken wilde hij schrappen. In de hindoe-natiestaat die Modi voor ogen heeft, gelden mensen uit andere geloofsgroepen als tweederangsburgers.

Maar voor zulke ingrijpende aanpassingen is een twee derde meerderheid nodig. Die heeft de BJP niet. Sterker nog, sommige NDA-partners in het kabinet hechten zeer aan het seculiere karakter van de Indiase staat. Nu is er dus voorzichtig hoop op democratisering. „Dankzij de verkiezingsuitslag hoef ik me als niet-praktiserende hindoe niet te schamen om oranje te dragen”, stelde een jonge vrouw opgelucht tijdens een bruiloft in de stad Hydrabad, wijzend op haar luxueuze sari. Oranje, saffron, is de kleur die hindoepriesters dragen en die ook de BJP en Modi gebruiken.

Hoe het nieuwe bewind er precies uit gaat zien, is nog niet bekend. Onder de ministers die zondag werden beëdigd, waren Modi-getrouwen zoals Amit Shah en Subrahmanyam Jaishankar, die eerder belangrijke posten hadden (minister van Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Betrekkingen). Zij hebben die cruciale ministeries gehouden, maar voor de andere kabinetsposities was dat maandagmiddag nog niet bekend. De verdeling kan nog impact hebben op het beleid dat deze regering gaat doorvoeren.

Beginnerscursus

In India zijn vaker coalities geweest, maar in het afgelopen decennium lag de macht bij één partij en één man. Op sociale media gingen dit weekend veel posts rond met een ‘beginnerscursus’, vooral voor jongeren die dit systeem niet gewend zijn: „Op elk moment kan een coalitiepartij bepalen het toch niet eens te zijn met het beleid. Dan valt het kabinet. Dus als Modi een regering vormt, moet hij blijven overleggen met de anderen.”

Er wordt veel gespeculeerd over de vraag of de premier dat kan. Op economisch vlak wordt hij pragmatisch ingeschat. En Modi heeft direct enig aanpassingsvermogen laten zien. Op de avond van de verkiezingsuitslag sprak hij weinig over zichzelf – of over Ram, de hindoegod die hij vaak aanhaalt, maar roemde hij NDA. Over de onderhandelingen zei hij vrijdag: „Om de overheid te leiden, is een meerderheid nodig. Maar om de natie te leiden, is consensus noodzakelijk.”

Ondanks zijn milde publieke optreden is niet uitgesloten dat Modi achter gesloten deuren op wraak zint op de ‘anti-nationals ’ in de pers, activisten en oppositiepolitici. De BJP wendde in de vorige twee termijnen andere mechanismen aan om zijn macht te laten gelden: politie- en belastingdiensten die formeel onafhankelijk behoren te zijn, pakten politieke vijanden aan en rechters werden onder druk gezet of juist beloond. Het lijkt onwaarschijnlijk dat de partij zulke methoden helemaal zal opgeven.

Tijdens de beëdiging zondagavond was Modi zichtbaar emotioneel, terwijl hij uitkeek over de duizenden mensen die naar de ceremonie waren gekomen. Bij de emoties zat waarschijnlijk ook trots op het wapenfeit waaraan hij zich ongeacht de zetelaantallen kan vastklampen: alleen India’s eerste premier ooit, Jawaharlal Nehru, wist drie termijnen te winnen.