We vertellen graag kleine, persoonlijke verhalen die symbool staan voor iets groters. Allegorieën maken al vanaf het begin deel uit van de geschreven geschiedenis. Ook in de krant, op radio en tv doen persoonlijke verhalen en portretten het altijd beter dan grote statistieken.
Zo was er vorige maand te lezen dat de laatste gletsjer van Venezuela is verdwenen. La Corona was de laatste van zeven gletsjers die het land vorige eeuw nog had. Maar het is inmiddels te warm voor gletsjers. Voor het rivierbeekje waar het smeltwater in uitmondt maakt het niet veel uit. Ook de zeespiegel merkt niets: het vlekje ijs dat verdween levert een halve nanometer zeespiegelstijging op, een laagje van twee watermoleculen dik over alle wereldzeeën.
Dit flintertje ijs staat voor iets groters. Gletsjers overal ter wereld worden kleiner. Sterker nog, dat gletsjers overal krimpen is een regelrecht bewijs dat de opwarming wereldwijd is, en in de gehele atmosfeer plaatsvindt. Van de Arctische kusten tot de bergtoppen van de Andes en de Himalaya. In Slovenië zijn inmiddels ook alle gletsjers verdwenen. Nederland verloor zijn gletsjers in Irian Jaya in 1949 met de onafhankelijkheid van Indonesië, maar ook dat land is ze nu bijna helemaal kwijt. Dit keer door de opwarming van de aarde, niet in de laatste plaats door de sterke El Niño van vorig jaar, die Indonesië hoge temperaturen en weinig sneeuw bracht.
De massale gletsjersterfte roept interessante vragen op, waar glaciologen al lang mee bezig zijn. Wat is een gletsjer? Hoeveel gletsjers zijn er eigenlijk? Hoeveel ijs zit er in al die gletsjers? En hoe snel smelt het allemaal? Makkelijke vragen, moeilijk te beantwoorden.
Alle 215.547 gletsjers
Gletsjers komen overal voor waar het koud genoeg is om de wintersneeuw een zomer lang te laten overleven. Eeuwige sneeuw. Op die plekken ontstaat een stapeling van sneeuwlagen die zich samenpersen tot ijs. Een grote plak ijs gaat vervormen onder zijn eigen gewicht, het ijs begint bergafwaarts te stromen. Dat is essentieel: de beste definitie van een gletsjer is dat het ijs moet stromen. Omdat dat niet altijd goed vast te stellen is wordt er in de praktijk een ondergrens van 0,1 vierkante kilometer aaneengesloten ijsoppervlak gehanteerd.
Zulke koude plekken zijn hoog in de bergen, of in verlaten poolgebieden. Daarom is een goede schatting van de totale hoeveelheid gletsjerijs nog niet makkelijk. Pas sinds de komst van satellieten (en een groep zeer toegewijde onderzoekers) zijn werkelijk alle 215.547 gletsjers ter wereld in een database beland: de Randolph Glacier Inventory. Deze database bevat alleen de oppervlakte maar voor het ijsvolume hebben we ook de dikte nodig. Die is voor maar een handvol gletsjers goed bekend. Daarom bestaan er verschillende methodes, die slim gebruik maken van hellingshoek, sneeuwval en breedte van de gletsjer, om daarmee de dikte te schatten van al die andere honderdduizenden gletsjers.
Alles bij elkaar zit er in al die gletsjers genoeg ijs om de oceaan wereldwijd met ruim 30 centimeter te laten stijgen. Het is niets vergeleken met de Groenlandse en Antarctische ijskappen, waar samen voor ruim 63 meter aan zeespiegelstijging ligt opgeslagen als bevroren water. Maar gletsjers zijn klein en kwetsbaar, en passen zich razendsnel aan de huidige hitte aan. Ondanks hun geringe volume dragen ze toch voor een belangrijk deel bij aan de huidige zeespiegelstijging.
En dan de vraag hoe snel het smelten gaat. Dat is de lastigste van allemaal, zeker als je wilt achterhalen hoeveel er sinds het pre-industriële tijdperk is verdwenen. Een in Utrecht bedachte techniek gebruikte foto’s, ansichtkaarten, schilderijen en oude landkaarten om een reconstructie te maken van de lengte van honderden gletsjers, sommige tot 1600 terug. Met een slimme truc is te schatten hoe representatief die gletsjers zijn voor het mondiale geheel, een daar komt dan uit dat sinds halverwege de negentiende eeuw ongeveer 20 à 25 procent van alle gletsjerijs is verdwenen.
Menselijke stupiditeit
Omdat de opwarming nu harder gaat dan ooit eerder in de moderne tijd, gaat momenteel ook de afsmelting van gletsjers een stuk sneller. Hoeveel er aan het einde van de eeuw nog over is hangt af van de mate van menselijke stupiditeit. Valt dat nog enigszins mee, dan verdwijnt in een gunstig geval deze eeuw nog ongeveer een derde van al het gletsjerijs. In kleine gebieden zoals Scandinavië en de Alpen gaat het dan eerder over ongeveer de helft van het ijs. Als we niet in staat blijken het klimaatprobleem op te lossen dan verdwijnt deze eeuw nog ongeveer 60 procent van al het ijs, bijna 90 procent in de Alpen. Na de laatste gletsjer van Venezuela zullen er wereldwijd nog vele volgen.
Stilstaan bij het verhaal van een plak ijs in Zuid-Amerika is belangrijk. Het is een van de ontelbare frases in het grote verhaal van klimaatverandering. La Corona illustreert een van de vele manieren waarop we ons leefgebied beïnvloeden, aantasten, verminken en uiteindelijk verwoesten als er niets verandert.
Peter Kuipers Munneke is glacioloog bij de Universiteit Utrecht en weerman bij de NOS