Uitkeringsinstantie UWV wil zeker tienduizenden lage uitkeringen verhogen tot het bestaansminimum. Maak uitkeringen hoog genoeg om van rond te komen, is het voorstel van UWV in een dinsdag aan de Tweede Kamer gestuurde brief met ‘knelpunten’. Zo’n aanpassing kost al snel enkele honderden miljoenen euro’s.
„Mensen hebben zekerheid over hun inkomen nodig”, zegt bestuurslid Nathalie van Berkel. „Alleen dan is er ruimte in je hoofd om zo snel mogelijk werk te vinden en te behouden.”
Onlangs meldde de Arbeidsinspectie dat ruim 62.000 ontvangers van een lage UWV-uitkering in armoede leven. Zij mogen bij UWV inkomensaanvulling aanvragen, maar doen dat niet. Deze aanvulling tot het bestaansminimum is zo onbekend dat bijna de helft van de rechthebbenden er geen gebruik van maakt. Een deel van hen zit ver onder bijstandsniveau, sommigen zelfs 80 procent eronder.
Het gaat bijvoorbeeld om mensen die werkloos of arbeidsongeschikt raken na een laagbetaalde baan in deeltijd, en daardoor ook een lage uitkering krijgen. De inkomensaanvulling die deze mensen kunnen aanvragen, wil UWV nu overbodig maken door alle uitkeringen zélf op te hogen naar het bestaansminimum. Uitzondering zijn mensen die, voordat zij werkloos of arbeidsongeschikt raakten, ook al een salaris onder het bestaansminimum ontvingen. Hun uitkering zou volgens het UWV zo hoog moeten zijn als dat laatste salaris.
Als je niet genoeg geld hebt, gaat je energie vooral naar hoe je de rekeningen kan betalen
Het onderzoek van de Arbeidsinspectie was volgens Van Berkel „een duwtje in de rug” om deze oproep te doen. Financiële stress belemmert mensen weer aan het werk te gaan, zegt Van Berkel. „Bij een sollicitatiegesprek moet je een goede versie van jezelf zijn. Maar als je niet genoeg geld hebt, gaat je energie vooral naar hoe je de rekeningen kan betalen.”
Het nieuwe kabinet zal moeten bepalen of het gehoor geeft aan dit verzoek, dat weleens duur kan zijn. Vooral omdat die hogere uitkering óók terecht zal komen bij mensen met een lage UWV-uitkering die een partner met een prima inkomen hebben. Zij krijgen de inkomensaanvulling nu niet.
Het UWV vult het inkomen van alleenstaanden nu aan tot bruto 1.470 euro per maand, en van stellen tot 2.070 euro per maand. Het bestaansminimum wordt altijd op huishoudensniveau berekend. Maar dat levert een hoop complexiteit op, zegt Van Berkel, en stress.
Mensen moeten allerlei extra gegevens aanleveren over de samenstelling van hun huishouden en het inkomen van hun partner. En ze moeten het direct doorgeven als er iets verandert. „Mensen wonen niet hun hele leven in dezelfde samenstelling”, zegt Van Berkel. „Daar zien we tegenwoordig veel wisselingen in. En mensen hebben vaak niet scherp dat ze dat moeten doorgeven.” Dat leidt tot terugvorderingen, die de financiële problemen kunnen vergroten.
Daarom wil UWV dat er één minimaal bedrag komt voor alle UWV-uitkeringen, of je nu een partner hebt of niet. Van Berkel: „Het moet zo simpel mogelijk zijn.”
Is dit niet een heel politiek verzoek voor een uitvoerder?
„Wij zeggen niet zomaar: hoog alle uitkeringen maar op. Dat zou buitengewoon politiek zijn. Wij vragen voor de korte termijn om deze inkomensaanvulling eenvoudiger te maken, zodat meer mensen er gebruik van maken. Voor de lange termijn stellen we de vraag: als het nodig is dat wij zulke aanvullingen verstrekken, waarom zouden we dan niet de uitkeringen zélf hoog genoeg maken? Hoe dat uitgewerkt wordt, is aan de politiek.”
Jullie hebben dit al besproken met het ministerie van Sociale Zaken. Wat was de reactie?
„Wij vragen één knelpunt te verhelpen, maar het ministerie moet bekijken hoe dat past in het bredere stelsel van inkomensregelingen. Dus we bespreken hoe deze verandering invloed zou hebben op andere regelingen. En hoe kansrijk en hoeveel werk het is om dit op te lossen.
„Het ministerie vraagt ook wat we zelf kunnen doen, door bijvoorbeeld betere voorlichting te geven over de inkomensaanvulling en het aanvraagproces makkelijker te maken.”
***
Wat niet helpt: in zijn communicatie met burgers noemt UWV de inkomensaanvulling een ‘toeslag’, de wettelijk correcte term. „Dat is verwarrend”, zegt Van Berkel. „Want het heeft niks te maken met de toeslagen van de Belastingdienst.” UWV wil dat het kabinet de naam verandert. De huidige naam roept „door de Toeslagenaffaire angst en onrust op”, schreef bestuursvoorzitter Maarten Camps eerder, in reactie op het rapport van de Arbeidsinspectie.
Als ik denk dat het makkelijk is, blijkt dat lang niet altijd het geval
Zo’n naamswijziging klinkt simpel: noem het geen toeslag meer, maar een aanvulling.
„Ik werk nu bijna vijf jaar bij UWV en heb inmiddels ontdekt: als ik verwacht dat iets simpel is, gaat daar nog een wereld achter schuil. Er zijn in de sociale zekerheid zóveel verschillende regelingen met hun eigen uitgangspunten, begrippen en berekeningen. Ze worden door verschillende instanties uitgevoerd, met verschillende ict-systemen. Dat maakt het vaak moeilijk er één onderdeel uit te pikken en te zeggen: dit gaan we nu helemaal oplossen.”
Zelfs als je alleen een naam wilt veranderen? Wat zit daar in de weg?
„Dat weet ik niet. Ik zeg alleen dat ik inmiddels heb ervaren dat als ik denk dat het makkelijk is, dat dat lang niet altijd het geval is.”
Is het écht altijd moeilijk of wordt het ook weleens moeilijk gemaakt?
„Allebei, denk ik. Vaak is het complex, maar kan het wel. Wij denken dat onze voorstellen haalbaar en noodzakelijk zijn: mensen komen gewoon in de knel.”
***
UWV wil ook dat het nieuwe kabinet de regelingen voor arbeidsongeschikten simpeler en menselijker maakt. Die zijn „onuitvoerbaar en niet meer uitlegbaar”, schrijft de instantie in haar ‘knelpuntenbrief’.
Ook deze regels zijn te complex, zegt Van Berkel. Gedeeltelijk arbeidsongeschikten hebben soms geen idee of het wel lonend is meer te gaan werken. „We hebben een stelsel dat mensen belemmert om aan het werk te gaan.”
De arbeidsmarkt is heel krap. We hebben iedereen die kan werken heel hard nodig
Verandering is daarmee ook in het belang van de samenleving, vindt Van Berkel. „De arbeidsmarkt is heel krap. We hebben iedereen die kan werken heel hard nodig. Ik vind het echt superbelangrijk dat iedereen mee kan doen.”
Daarmee omarmt UWV recente aanbevelingen van de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel, ingesteld door het nu demissionaire kabinet. Verbeteren van de regelingen is duur, volgens deze commissie: het kost al snel 1 à 2 miljard euro per jaar. Daarom is het opvallend dat de nieuwe coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB hier geen geld voor vrijmaakt, en het onderwerp niet benoemt in haar akkoord.
Lees ook
Ziek in de bijstand: ‘Het voelt onrechtvaardig’
Dat maakt het erg onzeker of regelingen voor arbeidsongeschikten simpeler gaan worden. Hoe zien jullie dat?
„Nou, er worden allerlei belangrijke onderwerpen niet genoemd. Het heet niet voor niets een hoofdlijnenakkoord. Wij zien dat juist als een gelegenheid om met voorstellen te komen.”
Dus het was geen teleurstelling dat arbeidsongeschiktheid onbenoemd bleef in het coalitieakkoord? En dat de nieuwe minister hier geen geld voor heeft?
„Nee, want zoals ik zei: heel veel dingen zijn niet genoemd in het hoofdlijnenakkoord. Wij concluderen daaruit dat er ruimte is om voorstellen te doen. Het is aan de nieuwe minister creatieve oplossingen te zoeken en daar helpen wij graag bij.”
De nieuwe coalitie wil wel bezuinigen op werkloosheidsuitkering WW. Wat vinden jullie daarvan?
„Op het eerste oog lijkt het uitvoerbaar om de periode dat je recht hebt op een WW-uitkering in te korten. Maar ik wil wel benadrukken dat het dan nóg belangrijker wordt om vanaf het begin in te zetten op terugkeer naar werk.”
En de bezuiniging van 22 procent op rijksambtenaren? Uitvoerders blijven buiten schot. Kan dit jullie alsnog raken?
„Wij vinden het fijn dat de directe interactie tussen burgers, ondernemers en overheid ontzien wordt. Maar we gaan dit wel merken, denk ik. Als we de menselijke maat willen vergroten, bijvoorbeeld met simpeler inkomensregelingen, zijn vaak wetswijzigingen nodig. Dat vraagt om capaciteit op de ministeries, waar de druk nu al hoog is.
„Hoe meer wetsvoorstellen het nieuwe kabinet de komende jaren bedenkt, hoe minder tijd ambtenaren overhouden om de knelpunten in bestaande wetten en regels op te lossen. Ik zou de politiek willen oproepen daar heel goed naar te kijken.”
Lees ook
Uitvoerders zijn het zat: politiek moet einde maken aan complexe wetten en regels. ‘Kijk eerst wat je simpeler kunt maken’