Rwandese ambassade in Den Haag intimideert en bedreigt critici van regime-Kagame in Nederland

Wat is het nieuws?

De Rwandese ambassade in Den Haag speelt een sleutelrol bij het intimideren en bedreigen van in Nederland woonachtige critici van het regime van de Rwandese president Paul Kagame. Dat blijkt uit onderzoek van NRC, onder leiding van onderzoeksconsortium Forbidden Stories.

De Belgische justitie doet onderzoek naar de huidige Rwandese ambassadeur in Nederland, Olivier Nduhungirehe. Hij wordt verdacht van laster, smaad en intimidatie. Uit dat onderzoek blijkt dat Nduhungirehe achter een account op X zit. Via dit account werden dreigingen geuit tegen de in 2023 onder verdachte omstandigheden omgekomen Rwandese journalist John Ntwali.

Twee betrokkenen brengen daarnaast tegenover NRC de Rwandese ambassade in verband met een moordcomplot. Voormalig ambassadeur Jean Pierre Bizimana zou in 2009 de opdracht hebben gekregen vijf critici van het Rwandese bewind te vermoorden. De ambassadeur vroeg in 2010 politiek asiel aan in Ierland.

John Ntwali, journalist in Rwanda, leest in oktober 2021 een dreigement op X, de afzender is anoniem. In het bericht staan rode kruizen achter de namen van journalisten die gevangenzitten en soms gemarteld worden. Johns naam staat ook in het rijtje, vooralsnog zonder rood kruis. Als journalist bericht hij kritisch over het regime van president Paul Kagame. De boodschap is duidelijk: Ntwali moet oppassen.

John Ntwali (1979) gaat ervan uit dat Olivier Nduhungirehe schuilgaat achter het account, de Rwandese ambassadeur in Nederland. In de zomer van 2022 vertelt Ntwali aan tv-zender Al Jazeera te vrezen voor zijn leven.

Ruim een half jaar later is hij dood. Ntwali is op een motor aangereden door een auto, maakt de Rwandese politie op donderdag 19 januari 2023 bekend, zonder de plek te noemen of foto’s van het ongeluk vrij te geven. Mensenrechtenorganisaties noemen het ongeval „verdacht”. Ntwali’s met vraagtekens omgeven dood past in een patroon. Een reeks tegenstanders van Kagames regime is vermoord, of onder verdachte omstandigheden gestorven.

Lange arm

NRC zette de afgelopen maanden samen met zestien internationale media, onder leiding van onderzoeksconsortium Forbidden Stories, het onderzoek voort dat journalist Ntwali was begonnen. Uit dat onderzoek blijkt dat tegenstanders van het regime van Kagame vanuit de Rwandese ambassade in Den Haag worden geïntimideerd. Twee betrokkenen zeggen zelfs dat in 2010 via de ambassade moordaanslagen werden beraamd, tegen vijf critici van het regime.

Nederlandse ministeries zijn op de hoogte van de mensenrechtenschendingen in Rwanda en de lange arm van het regime, die reikt tot in het buitenland. Nederland heeft 144 miljoen euro geïnvesteerd in onder meer de opbouw van onafhankelijke rechtspraak, bijvoorbeeld voor trainingen van rechters en advocaten. Volgens mensenrechtenorganisaties en onafhankelijke waarnemers heeft dat weinig effect gehad. Toch probeert Nederland paspoorten af te nemen van Rwandese oppositieleden of hun familieleden, om ze daarna als genocideverdachten op het vliegtuig te zetten naar Rwanda. Daarbij gebruikt het verklaringen van getuigen uit het Afrikaanse land.

De Belgische justitie doet intussen, naar aanleiding van een aangifte, onderzoek naar Olivier Nduhungirehe, sinds november 2020 de ambassadeur van Rwanda in Nederland. Nduhungirehe wordt verdacht van laster, smaad en intimidatie. Volgens de Belgische justitie gaat hij inderdaad schuil achter het account @ndoligitare op X, zoals journalist Ntwali al vermoedde. In 2017 verstuurde Nduhungirehe binnen enkele minuten, vermoedelijk per ongeluk, vanaf zijn officiële account én zijn schuilaccount exact dezelfde lastertweet.

In november 2021 komt journalist John Ntwali op Twitter in gesprek met de ambassadeur via diens schuilaccount: „Als je stopt met het verspreiden van geruchten zal je geen problemen krijgen”, schrijft Nduhungirehe. „Meneer de ambassadeur”, reageert Ntwali. „Ik kan mijzelf niet van de dodenlijst verwijderen. Die macht hebben alleen diegenen die mij erop hebben gezet.”

Gezien de mensenrechtensituatie in Rwanda zegt oud-minister voor Ontwikkelingssamenwerking Jan Pronk niet te begrijpen dat Nederland critici van het regime blijft terugsturen. „Ik heb geen idee waarom de Nederlandse regering hieraan mee blijft werken”, aldus Pronk.

Intimidatie

Iedereen had gewaarschuwd: doe het niet. Maar ze doet het toch. Het is 2010 als Victoire Ingabire in het vliegtuig terug naar Rwanda stapt, om mee te doen aan de presidentsverkiezingen van later dat jaar. Ze is in 1994 uit Rwanda vertrokken, net voor de genocide. Ingabire, die geen Nederlands paspoort had maar wel een verblijfsvergunning, werkte als boekhouder in Nederland, waar haar kinderen veilig opgroeien.

De man tegen wie Ingabire het opneemt, is Paul Kagame, hij sluit zich in 1990 aan bij een rebellenleger dat Rwanda binnenvalt om de Hutu-regering af te zetten. In 2000 wordt Kagame president. In het buitenland wordt hij geprezen omdat hij stabiliteit brengt na de genocide van 1994, waarbij zo’n 800.000 Tutsi’s en gematigde Hutu’s om het leven kwamen.

Het Rwanda van Paul Kagame is een westerse steunpilaar. Rwanda is militair aanwezig in Oost-Congo, van waaruit het een mineralenstroom beheert die van belang is voor de productie van smartphones en elektrische batterijen. Het Verenigd Koninkrijk gaat asielzoekers naar Rwanda sturen, een idee waar een meerderheid in de Tweede Kamer vorig jaar ook voorstander van bleek. De BBB prees het plan deze week nog aan.

Rwanda nodigt regelmatig internationale bekendheden uit. Louis van Gaal kreeg er, in Rwandese klederdracht en schouder aan schouder met Paul Kagame, een bord met ‘Visit Rwanda’ in zijn handen gedrukt.

Victoire Ingabire heeft nooit geaarzeld om terug te gaan. „Het is en blijft mijn volk”, zegt ze tegen NRC via een beveiligde verbinding vanuit de Rwandese hoofdstad Kigali. „Dus ik wilde wat doen.” Vrijwel meteen nadat ze in 2010 arriveerde, kreeg ze huisarrest en werd ze veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf. Onder meer voor samenzweren tegen de regering en het bagatelliseren van de genocide.

De straf wordt internationaal gezien als politiek gemotiveerd. In 2018 komt ze vervroegd vrij, maar ze mag het land niet verlaten.

Ik heb onderschat dat het regime iedereen om mij heen wil pakken. Of ze nu in Rwanda wonen, of Nederlander zijnVictoire Ingabire UDF-voorzitter, een coalitie van Rwandese oppositiepartijen

Ze weet inmiddels dat iedereen om haar heen ook gevaar loopt. In 2019 wordt een politiek medewerker van haar dood aangetroffen, terwijl een andere medewerker door onbekende mannen wordt doodgestoken. Ook haar familieleden en politieke medestanders in Nederland komen in de problemen. „Ik heb onderschat dat het regime iedereen om mij heen wil pakken. Of ze nu in Rwanda wonen, of Nederlander zijn.”

De risico’s voor de familieleden begonnen al kort voor Ingabires vertrek, vertellen betrokkenen aan NRC. Vanuit de Rwandese ambassade zegt Ingabire in 2009 te zijn getipt dat het regime haar wilde vermoorden. Ze meldt het bij de politie, waarna zij en haar familie worden beveiligd. Dat bevestigt een familielid.


Rwanda via rebellengroep M23 militair aanwezig in Oost-Congo

Zwart busje

Ook anderen die aandacht vragen voor Ingabires situatie in Rwanda worden in Nederland geïntimideerd. Aan zijn keukentafel vertelt Frans Zwanenburg dat hij Victoire Ingabire al kent sinds halverwege de jaren negentig, toen ze in Zevenhuizen (Zuid-Holland) kwam wonen. Hij trekt zich het lot van Ingabire aan. Sinds 2010 is Zwanenburg voorzitter van de FFDR: de Foundation for Freedom and Democracy in Rwanda.

Al jarenlang demonstreert hij met zo’n twintig mensen – vooral Rwandezen – elke twee weken in Den Haag. Zwanenburg vertelt dat er tijdens die demonstraties „met enige regelmaat” mannen komen opdagen die foto’s maken. Mededemonstranten herkennen de fotografen als werknemers van de Rwandese ambassade. De intimidatietactieken werken. „Uit angst werd het aantal demonstranten steeds minder.” Ook wordt Zwanenburg in 2021 achtervolgd door „een zwart busje, met meerdere donkere mannen erin”. Ze vroegen hem, in het Engels, waar hij mee bezig is.

Elk jaar organiseert de regering van Paul Kagame de zogeheten ‘Rwanda Day’, voor Rwandezen in het buitenland. Eind 2015 is de beurt aan Amsterdam, Kagame ontmoet er onder meer koning Willem-Alexander. Binnen in de RAI, tijdens een manifestatie georganiseerd door de Rwandese ambassade, is Kagame eregast.

Als buiten de RAI een journalist aanhangers van Kagame wil fotograferen, wordt ze door grote mannen ‘tegen de grond gewerkt’ die ook haar telefoon afpakken

Buiten worden journalisten belaagd. Een van hen is de Nederlandse freelance journaliste Anneke Verbraeken, bekend vanwege haar kritische stukken over het regime van Kagame en de laconieke houding van Nederland. Sinds 2010, toen ze Victoire Ingabire volgde tijdens de presidentsverkiezingen, komt Verbraeken Rwanda niet meer in. Bij de RAI houden mannen – volgens haar veiligheidsmensen van de regering – haar tegen. „Kennelijk hadden ze mijn foto op hun telefoon, want daar wezen ze naar en daarna renden ze op me af”, zegt Verbraeken. „Het was eng”, zegt ze. Andere journalisten kunnen gewoon naar binnen.

Verbraeken: „Ik werd tegen de grond gewerkt en mijn mobieltje werd uit mijn handen gerukt. Die heb ik nooit meer terug gehad”, vertelt ze. In haar telefoon staat gevoelige informatie, onder meer van vertrouwelijke bronnen in Rwanda die kritiek uiten op de Rwandese overheid. Potentieel levensgevaarlijk. „Ik vind het absurd dat dit op Nederlands grondgebied kon gebeuren.” Aangifte bij de politie leidde volgens haar tot niets.

Een andere journalist die in Amsterdam wordt lastiggevallen, is de Belg Peter Verlinden. Ook hij komt Rwanda sinds 2008 niet meer in. Een hoge Belgische overheidsfunctionaris zou hem destijds hebben geadviseerd: „Zelfs als je wel een visum krijgt: niet gaan.” België kan niet instaan voor zijn veiligheid.

Tijdens Rwanda Day in Amsterdam wordt ook Verlinden gefotografeerd en geweigerd door dezelfde mannen die Verbraeken aanvallen. Volgens Verlinden gaat het om medewerkers die in het verleden voor de ambassade in België of Nederland werkten. Het verbaast hem dat de Nederlandse politie hem daarna verzoekt om afstand te houden. „Dat dit soort mensen deze dingen in West-Europa ongestraft kunnen doen, daar ben ik van geschrokken.”

Peter Verlinden is tegenwoordig politicus bij de Vlaamse christen-democratische partij CD&V. In 2021 onthult Forbidden Stories dat zijn iPhone is aangevallen met spionagesoftware Pegasus. De Belgische inlichtingendienst ADIV meent dat de spionage „zeer waarschijnlijk is geïnitieerd door Rwanda”.


Lees ook
Hoe daders en slachtoffers samen de genocide in Rwanda verwerken

Hoe daders en slachtoffers samen de genocide in Rwanda verwerken

Sterfgevallen

Ook elders in West-Europa worden tijdens bezoeken van Kagame tegenstanders van het regime aangevallen. Charles Ndereyehe bijvoorbeeld, die sinds 1997 in Nederland woont en in 2003 een Nederlands paspoort kreeg. In 2010 werkt hij als adviseur voor Victoire Ingabire.

Ndereyehe demonstreert in 2018 in Brussel als Kagame België bezoekt. Drie mannen vragen in het Kinyarwanda, de Rwandese taal, of hij voor de demonstratie komt. „Kort daarna kreeg ik een klap op mijn gezicht, op mijn oog”, zegt Ndereyehe. De mannen rennen weg. Ndereyehe laat een foto zien van zijn rode oog en van een van de vermeende daders.

Hij doet aangifte bij de Nederlandse politie, die heeft NRC ingezien. Hij zegt tegen de politie dat hij het „van groot belang” vindt dat de mannen worden opgepakt, omdat het „alom bekend is” dat de Rwandese regering oppositieleden vermoordt. Hij zegt twee jaar lang oogheelkundige behandelingen te hebben moeten ondergaan. Voor de mishandeling is niemand opgepakt.

De vrees van politieke opposanten in het buitenland voor het Rwandese regime wordt gevoed door een reeks mysterieuze sterfgevallen. Een 27-jarige Belg van Rwandese afkomst, Thomas Ngeze, wordt in 2018 dood gevonden in een hotelkamer in Zuid-Afrika. Als de Belg Pieter-Jan Staelens hem achterna reist om zijn dood te onderzoeken, wordt ook hij levenloos aangetroffen in zijn auto. De familie van Ngeze verdenkt de Rwandese inlichtingendiensten. Uit onderzoek van het Belgische weekblad Knack en Forbidden Stories blijkt dat de Rwandese ambassade in België toezicht houdt op een netwerk van agenten die acties ondernemen tegen Rwandese diaspora. Dat gaat van monitoring tot gewelddadigheden.

Sommige Nederlanders van Rwandese afkomst zijn extreem op hun hoede. Een familielid van Victoire Ingabire, dat om veiligheidsredenen niet met naam in de krant wil, durft nauwelijks in de achtertuin te zitten en blijft liever binnen.

Gloria Uwishema: „Ik neem mijn kinderen nooit mee naar bijeenkomsten van de Rwandese gemeenschap. Ik wil niet dat ze aan mij gelinkt worden.”
Foto Frank Ruiter

Iemand die zich wel openlijk uitspreekt, is de 42-jarige Gloria Uwishema. Zij is een van de dochters van Charles Ndereyehe, die werd aangevallen bij de demonstratie in Brussel. Uwishema is vanuit Nederland politiek actief voor de partij van Ingabire. Ze krijgt te maken met online aanvallen en bedreigingen. Haar foto werd gepost naast die van haar vader, met de beschuldiging dat hij tijdens de genocide bijna duizend Tutsi’s zou hebben vermoord. „Zo vader, zo dochter”, staat erbij. In een ander bericht staat dat Gloria’s „knieën gebroken” zullen worden, omdat ze haar vader blijft steunen.

Het heeft Uwishema voorzichtig gemaakt. „Ik neem mijn kinderen bijvoorbeeld nooit mee naar bijeenkomsten van de Rwandese gemeenschap. Ik wil voorkomen dat ze aan mij gelinkt worden.” Ook voelt ze zich schuldig. „Wij hebben vanuit Nederland John Ntwali ook gepusht door te gaan met zijn journalistiek. Soms voel ik me medeplichtig aan zijn dood”, bekent ze.

Ongeluk

Incidenten in Nederland voeden de angst binnen de Rwandese gemeenschap. In de zomer van 2021 verongelukt in Flevoland een jonge vrouw. Ze is van Rwandese afkomst, de dochter van een in Nederland wonende, politieke tegenstander van het Rwandese regime. Vier ingewijden die NRC spreekt willen uit angst niet met hun naam in de krant, wel overhandigen twee van hen NRC een verklaring op papier.

Kort voor het ongeluk werd de vader van de jonge vrouw volgens betrokkenen uitgenodigd op de Rwandese ambassade in Den Haag. Als hij weigert, wordt zijn dochter benaderd. Op de avond van het ongeluk zou ze twee personen – die gelinkt worden aan de ambassade – hebben ontmoet. Kort voor de afspraak stuurt een familielid haar nog een appje, zo schrijft ze in haar verklaring. „Ga niet met die mensen zitten. […] Je kan ze niet vertrouwen.” Het Openbaar Ministerie Midden-Nederland laat weten dat het dossier uit 2021 nogmaals tegen het licht is gehouden, maar dat aanwijzingen voor een strafbaar feit of de betrokkenheid van derden bij het ongeluk ontbreken.

Een zaak die wel in onderzoek is, is die tegen de huidige Rwandese ambassadeur in Nederland. Tegen deze Olivier Nduhungirehe werd in België aangifte gedaan. Nduhungirehe, van 2015 tot 2017 ook ambassadeur in België, noemt in 2019 op zijn officiële Twitteraccount journalist Peter Verlinden onder meer een „beruchte genocideontkenner” en beweert dat Verlinden „in bed ligt” met „Congolese en Rwandese boeven”. Verlinden doet in 2019 samen met zijn Rwandese vrouw aangifte van intimidatie, belediging, laster en smaad.

Vlucht

Er zijn eerder problemen geweest met Rwandese ambassadeurs in Nederland. In 2010 komt de toenmalige ambassadeur Jean Pierre Bizimana niet opdagen voor de jaarlijkse terugkomdagen voor gezanten in Kigali. Bizimana heeft politiek asiel aangevraagd in Ierland, onthult NRC. Hij keert niet terug naar Den Haag.

Tijdens een hoorzitting in 2017, in het kantoor van de IND, vertelt Pierre-Claver K. wat mogelijk die vlucht motiveerde, zo blijkt uit een verslag dat NRC inzag. K., die door het Nederlandse OM wordt vervolgd vanwege betrokkenheid bij de genocide, zegt dat ambassadeur Bizimana hem in 2009 heeft verteld dat hij de opdracht heeft gekregen om Pierre-Claver K., Victoire Ingabire en drie anderen te vermoorden. Onder meer middels vergiftiging, op een kennismakingsfeest voor Rwandezen in Nederland. Pierre-Claver K. verklaart dat hij destijds de politie heeft ingelicht.

Victoire Ingabire herinnert zich dat ambassadeur Bizimana haar eind 2009 benaderde voor een ontmoeting vlak bij een Haags hotel. „Daar vertelde hij dat hij was benaderd om te helpen mij te vermoorden.” Volgens Ingabire zei de ambassadeur dat huurmoordenaars waren ingehuurd. NRC heeft Bizimana niet kunnen traceren voor dit verhaal.

Ook rond een opvolger van Bizimana ontstaat onrust binnen de Rwandese gemeenschap in Nederland. Het gaat om Jean Pierre Karabaranga, die in 2013 aantreedt als ambassadeur in Den Haag. Beatrice Umuhoza, die via sociale media kritisch is op de Rwandese regering, is ervan overtuigd dat deze ambassadeur heeft geprobeerd haar zoon in 2014 naar Rwanda te halen, om haar onder druk te zetten.

Beatrice Umuhoza komt in 1995 naar Nederland en werkt hier jarenlang in de zorg. Een van haar kinderen voetbalt in 2014 als twintiger bij een Nederlandse club op het vierde amateurniveau. In die tijd bekritiseert ze via Facebook het bewind van Kagame. Bij toeval hoort ze dat de ambassadeur haar zoon heeft gepolst of hij wil meespelen in een kwalificatiewedstrijd voor de Afrika Cup van Rwanda tegen Libië. „Ik wil graag dat je voor Rwanda komt spelen”, schrijft de ambassadeur in het Engels in een mail die NRC inzag. Hij voegt eraan toe dat hij goede contacten heeft met de Rwandese voetbalbond. „De voorzitter is mijn vriend.”

Umuhoza vertrouwt het niet. Waarom zou Rwanda via de ambassadeur een amateurvoetballer halsoverkop naar het land willen halen? Veel waarschijnlijker, vindt Umuhoza, is dat Rwanda haar onder druk wil zetten vanaf het moment dat haar zoon in het land arriveert. Dat denkt ze omdat de ambassadeur tegen haar zoon had gezegd dat hij het niet tegen zijn moeder mocht vertellen. Uiteindelijk weet ze haar zoon te overtuigen om niet te vertrekken. „Ik denk nog steeds dat ik toen enorme ellende heb weten te voorkomen”, zegt Umuhoza.


Lees ook
Rwanda verwerkt nog altijd zijn trauma. Wat helpt? Als de daders oprecht berouw tonen

Rose Mukarusagara,  (rechts) en Ezechiel Niyibizi.

Terug naar Rwanda

Een van de grote zorgen van criticasters van Rwanda is dat ze, ondanks hun West-Europese paspoort of verblijfsvergunning, op valse gronden teruggestuurd worden naar Rwanda. Die vrees is niet ongegrond, zo blijkt eind 2022 uit een publicatie van onderzoekscollectief OCCRP, gespecialiseerd in georganiseerde misdaad en corruptie. Volgens een geheim FBI-rapport heeft Rwanda jarenlang valse informatie verstrekt aan Amerikaanse instanties over in Rwanda geboren Amerikaanse inwoners. Ook wordt Interpol volgens de FBI misbruikt om mensen internationaal te signaleren. Dat gebeurt via een zogeheten red notice, een verzoek om een persoon te arresteren in afwachting van uitlevering.

De in Brussel aangevallen Charles Ndereyehe zegt dat hij in 2009 bij een alcoholcontrole tussen Gouda en Rotterdam wordt aangehouden en te horen krijgt dat hij wordt gezocht door Interpol. Hij moet overnachten op het politiebureau van Gouda. Acht jaar later bevestigt Interpol aan Ndereyehe dat hij een red notice heeft en dat Rwanda een arrestatiebevel heeft uitgevaardigd. Hij wordt daarin beschuldigd van deelname aan de genocide.

In 2019 vraagt Rwanda Nederland opnieuw om Ndereyehe uit te leveren. Dit leidt ertoe dat hij in 2020 een nacht wordt vastgehouden door de politie. De officier van justitie gaat ervan uit dat zijn Nederlanderschap is ingetrokken en dat hij uitgeleverd kan worden. De Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND) blijkt het OM verkeerd te hebben geïnformeerd. Ndereyehe heeft een Nederlands paspoort en een dag later is hij weer vrij. In 2023 oordeelt de bestuursrechter dat het Nederlandse paspoort van Ndereyehe niet afgepakt mag worden.

Jean Bosco Rukundo werd in Zambia op het vliegveld aangehouden op aangeven van de Rwandese overheid.
Foto Frank Ruiter

Ook de 53-jarige Jean Bosco Rukundo vertelt over een registratie op zijn naam. Rukundo heeft een Nederlands paspoort, nadat hij midden jaren negentig uit Rwanda is gevlucht. Hij woont in Utrecht, en draait nachtdiensten in de zorg. Zijn broertje vlucht in 1998 naar Noorwegen, waar hij in 2013 in de cel belandt omdat hij betrokken zou zijn bij de genocide van 1994. Die zaak wordt in 2023 geseponeerd.

Volgens Rukundo heeft Rwanda daarna de pijlen op hem gericht. November 2021 reist hij naar Zambia voor een bruiloft. Omdat tijdens zijn verblijf daar de Omikronvariant van het coronavirus rondwaart, wil Rukundo eerder naar huis. Maar nadat hij is ingecheckt, mag hij niet boarden. „Er was een probleem in het systeem rond mijn naam, en dat moest eerst worden opgehelderd.” De volgende dag zegt hij naar het hoofdkantoor van de Zambiaanse politie te zijn gebracht.

Aangezien Rukundo, vanwege de situatie rond zijn broertje, uitlevering aan Rwanda vreest, houdt zijn vrouw vanuit Nederland contact met de Nederlandse consul in Zambia.

Uiteindelijk kan Rukundo terugreizen naar Nederland. In een brief die hij later van de Zambiaanse politie ontvangt, staat dat hij is onderschept door de Zambia Immigration Office, omdat op hun checklist een „rode vlag” stond. Daarna, schrijft de politie, is contact opgenomen met de „Rwandese autoriteiten”. Die konden geen opsporingsbevel overleggen of een strafbaar feit waarvan Rukundo verdacht zou worden. Het ministerie van Buitenlandse Zaken zegt met de arrestatie bekend te zijn, en stelt consulaire bijstand te hebben verleend.


Lees ook
Rwanda wacht al twee jaar op asielzoekers uit het VK

Het Hope Hostel in Kigali is klaar om asielzoekers uit het Verenigd Koninkrijk te ontvangen.

1F-procedure

Nederland speelt ook regelmatig een actieve rol bij het uitzetten van Rwandezen, op basis van verklaringen van getuigen uit het Afrikaanse land. De Unit 1F van de IND doet onderzoek naar verdachten van oorlogsmisdrijven of genocide. Als de IND concludeert dat iemand verantwoordelijk is voor internationale misdrijven, kan diens Nederlandse paspoort worden afgepakt, of een verblijfsvergunning worden ontnomen.

De IND baseert zich in zaken waar Nederlanders met een Rwandese achtergrond bij betrokken zijn vrijwel altijd op een zogeheten ‘individueel ambtsbericht’ van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken. Voor zo’n bericht wordt onderzoek gedaan in Rwanda door een vertrouwenspersoon, die wordt aangesteld door de Nederlandse ambassade in Kigali. Die persoon – vaak een Rwandese advocaat – spreekt met Rwandese getuigen en schrijft een rapport. De vertrouwenspersoon en de getuigen blijven anoniem voor advocaten, wel kunnen rechters het onderzoek ongelakt inzien.

Op deze manier in Rwanda onderzoek doen, is riskant. Complicerende factor is dat in Rwanda het ontkennen van de genocide al kan leiden tot een forse straf, waardoor getuigen zich niet vrij voelen om ontlastend te verklaren over genocideverdachten. Begin dit jaar gelastte de procureur-generaal bij de Hoge Raad dat er nieuw onderzoek komt naar de veroordeling van Joseph Mpambara, die in Nederland tot levenslang werd veroordeeld voor zijn rol bij de Rwandese genocide. Getuigen bleken in andere zaken te hebben gelogen, zo onthulde NRC.

Als Nederlandse rechter-commissaris verhoorde Martin Witteveen in Rwanda tientallen getuigen. Daarna werd hij een jaar naar Rwanda uitgezonden als adviseur van de justitie aldaar. Witteveen heeft herhaaldelijk betoogd dat genocideverdachten in Rwanda geen kans hebben op een eerlijk proces, onder meer als getuige-deskundige in een Engelse uitleveringszaak.

In 2018 stelde de toenmalige hoofdanalist van de Zweedse veiligheidsdienst SÄPO dat de dienst over informatie beschikt waaruit blijkt dat het Rwandese regime „beschuldigingen van genocide valselijk gebruikt als een manier om zich te ontdoen van oppositiefiguren”. In Nederland valt op dat meerdere familieleden van Kagames uitdager Victoire Ingabire op basis van beschuldigingen vanuit Rwanda uitgezet dreigen te worden naar het Afrikaanse land.

Piepklein

Over het asielzoekerscentrum in het Limburgse Echt loopt een man in een iets te groot zwart colbertje, op witte gympen. Het is de 66-jarige Jean, die sinds 1999 in Nederland woont, en in 2003 een verblijfsvergunning kreeg. Uit angst voor het Rwandese regime wil hij niet met zijn volledige naam in de krant.

In 2013 wordt Jeans verblijfsstatus vernietigd, waardoor hij vanaf 2016 in azc’s verblijft. Een douche deelt hij met tien anderen, de wc met zes. Zijn kamer is een piepklein hokje, met een eenpersoonsbed. Elke vierkante centimeter van het kamertje wordt gebruikt – voor pannen, een stoel, een klerenkast en plastic tassen met bezittingen. Het bed is ook een bureau: met een oude laptop en de muis op het dekbed. De vrouw van Jean is een nicht van Victoire Ingabire. Samen met haar verzette hij zich jaren tegen de regering van Paul Kagame. Hij is een van de familieleden van Ingabire die op basis van een individueel ambtsbericht in de problemen komt.

Dat geldt ook voor de moeder van Ingabire, Thérèse Dusabe. Ze is tachtig jaar oud en ontvluchtte in 1994 Rwanda. Ze krijgt in 2009 de Nederlandse nationaliteit. Zowel haar paspoort als verblijfsstatus raakte ze kwijt, ook op basis van een individueel ambtsbericht. Daardoor ontvangt ze geen pensioen. Medicijnen voor haar bloeddruk moet ze zelf betalen, omdat ze geen zorgverzekering meer heeft. Zonder financiële steun van familie en kennissen redt ze het niet.

Thérèse Dusabe: „Ik besta niet meer voor Nederland. Ik heb geen identiteitsbewijs, geen paspoort. Ze hebben me uitgegumd.”
Foto Frank Ruiter

NRC bestudeerde de individuele ambtsberichten van Jean en Thérèse Dusabe. In beide zaken sprak een vertrouwenspersoon op verzoek van het ministerie van Buitenlandse Zaken met getuigen in Rwanda.

In de zaak van Jean wordt in Rwanda gesproken met dertien mensen. Zeven verklaren hem niet te kennen of geen relevante informatie te kunnen overleggen. Anderen zeggen zich te baseren op informatie van derden. Een van hen: „Hij was op bijeenkomsten waar ze de genocide gepland hebben. Ik weet dit van [weggelakt].” Vaak blijft onduidelijk welk deel van de getuigenissen rust op eigen waarneming, en welk deel op van horen zeggen.

Drie tot vier getuigen stellen relevante zaken met eigen ogen te hebben gezien: zo zegt een getuige Jean gezien te hebben in een uniform van een politieke partij en bij een partijbijeenkomst, een ander zegt te hebben gezien dat Jean iemand aanviel. Jean ontkent alle betrokkenheid, omdat hij destijds in een ander deel van het land zou zijn geweest.

In de zaak van Thérèse Dusabe concludeert het ministerie van Buitenlandse Zaken dat ze volgens bronnen verantwoordelijk zou zijn voor het „martelen en doden van slachtoffers van de genocide”. Zo zou Dusabe bij een vrouw een miskraam hebben geforceerd en de foetus vervolgens tegen de muur hebben gegooid, waarna het slachtoffer overleed. Dat is gebaseerd op de verklaringen van zeven anonieme getuigen, die de vertrouwenspersoon sprak. Het blijft onduidelijk hoe getuigen aan deze kennis komen. Zelf zegt Dusabe onschuldig te zijn.

‘Bizar en niet eerlijk’

De ambtsberichten hebben gevolgen voor de familieleden van Ingabire. Nadat Jeans verblijfsvergunning in 2013 is ingetrokken, wordt deze maatregel in 2014 bekrachtigd door de Raad van State. Sindsdien verblijft hij niet meer rechtmatig in Nederland. Jean is ernstig ziek, daarom wordt hij voorlopig niet teruggestuurd naar Rwanda. Thérèse Dusabes Nederlandse paspoort wordt in 2017 ingetrokken, de Raad van State sluit zich later bij dit oordeel aan. Aanvankelijk moet ze op het vliegtuig terug naar Rwanda, maar dat wordt later herzien omdat dit gevaarlijk voor haar zou zijn.

Zowel Thérèse Dusabe als Jean zitten nu in een uitzichtloze situatie. Jean zegt dat het „bizar en niet eerlijk” is dat Nederland hem op basis van „valse getuigen” in deze situatie heeft gebracht. „Ik heb hier altijd gewerkt, in een huis gewoond, me thuis gevoeld en keurig gedragen.”

Volgens Dusabe wil de Rwandese overheid familieleden van haar dochter Victoire in diskrediet brengen om haar dochter te destabiliseren. Ze snapt niet dat Nederland daaraan meewerkt. „Voordat mijn dochter vertrok, heb ik nooit problemen gehad. Nu ben ik tachtig jaar, maar ben ik niemand meer. Ik heb geen identiteitsbewijs, geen paspoort. Ze hebben me uitgegumd.”

Rwanda vraagt ook om de uitlevering van de zwager van Victoire Ingabire. Ook deze Gabriël zou betrokken zijn geweest bij de genocide. De IND heeft het Nederlanderschap van de man afgepakt. Hiertegen kan alleen via een bestuursrechtelijk traject beroep worden aangetekend. „Dan merk je dat aan de bewijslast in het bestuursrecht veel minder hoge eisen worden gesteld dan in het strafrecht”, zegt zijn advocaat Jarinde Temminck. „Een strafrechter kan niet veroordelen op basis van alleen ernstige vermoedens, voortkomend uit anonieme getuigenissen die een anonieme vertrouwenspersoon van de Nederlandse ambassade ergens in een totalitair regime als Rwanda jaren na dato heeft verzameld.” Het ministerie van Justitie en Veiligheid laat in een reactie weten dat het volgens het bestuursrecht niet wettig en overtuigend bewezen hoeft te worden dat een vreemdeling zich schuldig heeft gemaakt aan een internationaal misdrijf, maar dat „ernstige redenen” om dat aan te nemen voldoende zijn.

Medicatie gegarandeerd

Ten minste drie personen zijn inmiddels door Nederland uitgeleverd aan Rwanda. Het gaat om Jean Baptiste M., Jean Claude I. en Venant R. Een van hen, Venant R., wordt in 2021 naar Rwanda teruggestuurd en daar meteen gearresteerd.

Zijn rechtszaak loopt nog steeds. In een zogeheten ‘monitoringsrapportage’, die het ministerie van Justitie en Veiligheid om de zoveel maanden openbaar maakt, staat dat Venant R. tegen de rapporteur zegt dat zijn toestand achteruitgaat, mogelijk vanwege „gebrek aan medicijnen die nooit beschikbaar zijn geweest in Rwanda”. Dat is opvallend: Venant R. is ernstig ziek en in de uitleveringsprocedure garandeert Rwanda aan Nederland dat hij zijn noodzakelijke medicatie ook daar zou krijgen.

De Nederlandse Joost Brouwer is een oud-collega en heeft regelmatig contact met Venant R. Hij deed veel onderzoek naar uitzettingszaken. Volgens Brouwer krijgt R. die medicijnen nog steeds niet. Het laat volgens hem zien dat de uitleveringsvoorwaarden in Rwanda worden geschonden. Het ministerie van Justitie en Veiligheid zegt zich „niet te herkennen” in het beeld dat aan Rwanda uitgeleverde personen geen medische zorg ontvangen.

Ten minste drie personen werden al door Nederland uitgeleverd aan Rwanda: Jean Baptiste M., Jean Claude I. en Venant R.

De Belgische oud-journalist Peter Verlinden, die op verzoek van advocaten als deskundige in enkele zaken van Rwandese Nederlanders optrad, blijft zich verbazen over de opstelling van Nederland. Het regime in Rwanda, zegt hij, is net zo’n politie- en afluisterstaat als Oost-Duitsland voordat de muur viel. Vertrouwen op getuigen die in Rwanda werden gehoord, zegt hij, is te vergelijken met het vertrouwen van informatie uit Rusland over de in gevangenschap gestorven oppositiepoliticus Aleksej Navalny. Verlinden: „Ik heb er geen woorden voor dat Nederland zich zo op blijft stellen.”

Victoire Ingabire zegt dat ze door alle intimidaties, bedreigingen en rechtszaken waarmee haar familieleden en politieke medestanders te maken krijgen, soms overweegt te stoppen. Ze voelt zich verantwoordelijk. „Het is een moeilijke balans”, zegt ze. „Als je niks doet, dan blijft er onrecht. Als je iets doet, verandert er misschien iets, maar lijden mijn vrienden en familie.” Nederland, zegt ze, moet niet langer vertrouwen op informatie uit Rwanda en stoppen met samenwerken met het Afrikaanse land. „Anders zal de geschiedenis Nederland veroordelen. En, geloof me, het staat nu aan de verkeerde kant.”


Lees ook
‘Rwanda is geen vrij land, en zeker niet voor vluchtelingen’

De Britse en de Rwandese ministers van Buitenlandse Zaken op 5 december, als ze de afspraak ondertekenen dat Rwanda geen migranten uit het Verenigd Koninkrijk naar andere landen zal overbrengen