De Amsterdamse politiechef Frank Paauw is heel wat gewend, maar zo vijandig als zijn publiek op woensdagavond 22 mei maakt ook hij het niet vaak mee. Zo’n vijftig mensen – bestuurders van supportersverenigingen, medewerkers van profclubs op gebied van supporterszaken en afgevaardigden van het Supporterscollectief – ondervragen hem fel in een zaaltje op de KNVB Campus in Zeist, zo is te horen op een opname in bezit van NRC.
„Ik ben ervan overtuigd dat de pleuris uitbreekt als u bondsvoorzitter wordt. Wilt u dat zichzelf en het betaald voetbal aandoen?”
Paauw: „Het antwoord is natuurlijk nee.”
Vraagsteller: „Ik proef wel dat dat gaat gebeuren.”
Een ander uit de zaal: „Ja, ik denk wel dat het gaat losbreken.”
Paauw: „Ik heb daar niet gelijk een antwoord op. Het is een waarschuwing die ik zeer ter harte neem.”
Tegen het einde, vanuit de zaal: „Je moet gewoon een pensioentje doen!”
Dat Frank Paauw (65) hier vanavond zit tegenover een groep voetbalfans had hij een paar maanden geleden niet kunnen bevroeden. Eind februari werd de politiechef door het bestuur van de KNVB naar voren geschoven als opvolger van bondsvoorzitter Just Spee, die om gezondheidsredenen stopt. De benoeming van Paauw zou vier weken later worden bekrachtigd tijdens een stemming door in totaal zestig leden: dertig clubdirecteuren uit het profvoetbal, dertig ledenraadsleden uit het amateurvoetbal. Supporters hebben geen rol in de zoektocht naar een nieuwe bondsvoorzitter, die zich ook niet of nauwelijks met supporterszaken bezighoudt.
Hij had eerder ook niet kunnen vermoeden dat zich in de uren vóór zijn ‘kennismaking’ met de voetbalfans nog twee kandidaten zouden melden. Oud-international en voormalig Tweede Kamerlid Jeanet van der Laan (D66) en voormalig FC Groningen-directeur Hans Nijland. Beiden dingen mee naar de functie waarvan Paauw begin dit jaar nog verzekerd leek.
Dat het toch is gebeurd, laat zien dat de top van de KNVB de regie over de benoeming van een van de invloedrijkste functies in het voetbal is verloren. Deze maandag valt alsnog de beslissing, tijdens de bondsvergadering in Zeist. Wie het wordt, durft niemand te voorspellen. Zeker is wel dat het ontspoorde proces bij veel betrokkenen tot wrevel heeft geleid. En dat de invloed van voetbalsupporters is onderschat. Iets wat een formaliteit had moeten zijn, een hamerstuk, is een populariteitspoll geworden.
Hoe kon dat gebeuren?
Vacature in de krant
Het lukt Frank Paauw niet de gezichten tegenover hem te lezen. Het is 29 januari, de politiecommissaris zit in een zaaltje van hotel Oud London in de bossen bij Zeist, op een paar honderd meter van het KNVB-hoofdkwartier. Hij praat over de diepe verbondenheid die hij met voetbal voelt. Beroepsmatig: Paauw gaat bij de nationale politie al twee decennia over de portefeuille voetbalvandalisme, hij was ‘stadioncommandant’ in de Kuip tijdens het EK in 2000 en treedt op als veiligheidsadviseur voor de UEFA. Maar óók als liefhebber.
Paauw heeft altijd gevoetbald. En hij voetbalt nog steeds, vroeger als laatste man, nu al een tijdje als rechtsback in het veteranenteam van Graaf Willem II VAC in Den Haag. „De laatste plek voor de uitgang”, grapt de politiechef, die zich omschrijft als „een schoffelaar met weinig techniek.” Hij vertelt over zijn mooiste jaren bij het Rotterdamse XerxesDZB, waar hij twee keer kampioen werd met het zevende en zelfs nog een keer samenspeelde met Feyenoord-icoon Coen Moulijn. De snelle buitenspeler van weleer kwam nauwelijks nog de middencirkel uit, vertelt Paauw.
Neutrale blikken aan de andere kant van de tafel. Daar zitten leden van de achtkoppige selectiecommissie die met hulp van het chique werving- en selectiebureau Egon Zehnder een voorkeurskandidaat zoeken voor de functie van KNVB-voorzitter. Het gezelschap bestaat uit vertegenwoordigers uit het betaald voetbal, (onder wie Eredivisie CV-directeur Jan de Jong), het amateurvoetbal (onder anderen Jill Eekhart, lid van de ledenraad van de amateurtak) en topfunctionarissen van de voetbalbond (directeur Marianne van Leeuwen en president-commissaris Jan Albers).
Paauw gaat er niet vanuit dat de selectiecommissie zonder meer enthousiast is over hem. Vaak wordt topkandidaten gevraagd te solliciteren voor zo’n functie. Hij heeft zelf een brief gestuurd, nadat een vriendin hem had gewezen op de vacature in de krant. Het leek hem wel wat.
Zijn tijd als politiechef loopt ten einde, november volgend jaar wordt hij 67. De rol van bondsvoorzitter past hem goed, denkt Paauw. Hij heeft een groot netwerk en verstaat zowel de taal van bestuurders als de straat. Hij kan diplomatiek zijn, maar ook hard en duidelijk. Zijn zwakke plek, denkt Paauw: hij heeft ervaring met voetbal, niet ín het voetbal.
De selectiecommissie vindt dat geen bezwaar. Er zijn nóg drie kandidaten uitgenodigd voor de laatste ronde, vandaar de uitdrukkingsloze gezichten. Per kandidaat zijn er twee gesprekken, met steeds vier commissieleden, over verschillende thema’s. Eind februari komt de commissie bij elkaar en maakt een keuze. Die valt unaniem en, zoals ze later schrijven, „met groot enthousiasme” op Frank Paauw.
Als bondsvoorzitter moet je de ene dag met FIFA-baas Gianni Infantino dineren, om de volgende dag een toespraak te houden bij het honderdjarig jubileum van een amateurclub of te lobbyen in Den Haag. Gemiddeld twee dagen in de week ben je er mee bezig. Je hebt invloed, geen formele macht. „Een subtiele rol”, zegt de huidige bondsvoorzitter Just Spee, waarin diplomatie en presentatie heel belangrijk zijn. Paauw is daar bij uitstek geschikt voor, denkt de selectiecommissie.
Over zijn slechte reputatie bij een deel van de supporters – de invloedrijke harde kernen van profclubs – spreekt niemand. De selectiecommissie heeft in december al het mandaat gekregen van de zestig afgevaardigden die straks gaan stemmen. Er is een uitvoerige sollicitatieprocedure doorlopen, waarin een lijst van 184 kandidaten na meerdere rondes is teruggebracht tot een shortlist van vier, waarmee meerdere gesprekken zijn gevoerd. Dus, redeneren de commissieleden, zullen clubs zich achter de voorkeurskandidaat scharen.
Een communicatiestrategie om te anticiperen op eventuele weerstand bij voetbalfans ontbreekt. Op 29 februari publiceert de KNVB een persbericht op de eigen website waarin de voordracht van Paauw bekend wordt gemaakt. Een maand later zal zijn benoeming tijdens een buitengewone bondsvergadering worden bekrachtigd. Een formaliteit, is de verwachting. Dat blijkt een grote inschattingsfout.
The Passion
Opeens duiken ze op in de stadions, begin maart. Spandoeken, gericht tegen Frank Paauw. Het is een paar dagen nadat hij naar voren is geschoven. ‘Frank P., oppleuren!’, staat er. Of, creatiever: ‘Met Paauw aan de macht is zelfs m’n moeder nog verdacht’. Wekenlang zijn ze in vrijwel ieder stadion te zien.
Het is een sentiment waar het bondsbestuur een blinde vlek voor heeft. Dat bestuur bestaat, naast de voorzitter, uit directeur betaald voetbal Marianne van Leeuwen en directeur amateurvoetbal Jan Dirk van der Zee. Paauw is iemand uit ‘hun’ wereld, een bestuurlijk zwaargewicht die zich senang voelt in politiek Den Haag en daar het belang van de sport kan vergroten. Supporters zien dat heel anders. In hun ogen is Paauw tegen uitfans. Hij symboliseert repressie. Ze zien hem als vijand.
In het bondsbestuur leidt het protest tot verbazing en ongeloof, vertelt een betrokkene. „Ze zagen hem alleen maar als die geweldige kandidaat, wie kan er nou tegen zijn?” Het bondsbestuur verwachtte dat Paauw omarmd zou worden. Dat politie en harde kernen water en vuur zijn, is bekend in de voetbalwereld. Dat zijn voordracht daarmee weerstand kon oproepen, voorzien anderen dan ook. Maar niemand spreekt het hardop uit.
Wat ook niet helpt, is dat het Supporterscollectief niet is gepolst hoe Paauw bij hun achterban ligt. Terwijl de KNVB eind januari, kort voor zijn voordracht, nog de samenwerking heeft versterkt met deze organisatie, die vijftig supportersverenigingen vertegenwoordigt. De „belangen” van supporters zijn „een belangrijk onderdeel binnen de besluitvorming van de KNVB”, zegt Van Leeuwen bij de ondertekening van een samenwerkingsdocument.
Het blijft niet alleen bij spandoeken. Het verzet tegen Paauw krijgt een georganiseerd karakter. Directeuren van profclubs worden door supportersgroepen flink onder druk gezet om niet op hem te stemmen, ze dreigen onder meer met acties waardoor wedstrijden moeten worden stilgelegd.
Sommige directieleden zijn opgelucht omdat ze niet hoeven te kiezen. Doordat maar 30 van de 34 profclubs mogen stemmen, worden vier clubs uitgeloot: Sparta, PEC Zwolle, NEC en FC Groningen. „Dolblij” zijn die directeuren, vertelt een ingewijde.
Toch lijkt alle onrust de keuze voor Paauw aanvankelijk niet in de weg te staan; er zijn geen tegenkandidaten. Maar dat is buiten The Passion gerekend. De muzikale paasvertelling, een tv-spektakel dat duizenden toeschouwers trekt, vindt plaats op donderdagavond 28 maart, in Zeist. Gelijktijdig met de buitengewone bondsvergadering waar Paauw zal worden gekozen, gevolgd door een ‘bedankavond’ voor de afzwaaiende Just Spee.
De vrees is dat harde kernen de verkiezing van Paauw gaan verstoren. Dat in combinatie met de drukte rond The Passion, maakt dat de burgemeester van Zeist het niet aandurft. Zij verzoekt de KNVB om de bijeenkomst te verplaatsen (naar 27 mei). Een korpschef die door een veiligheidskwestie niet gekozen kan worden: de ironie is nauwelijks te missen.
Clubs komt het goed uit. Bij hen bestond de angst dat het kon escaleren als Paauw zou worden gekozen. Nu dat voorlopig is uitgesteld, kan de competitie normaal worden uitgespeeld. Door alle commotie schrikken sommigen in de voetbalwereld wakker. Iedereen was in een eerder stadium ook vrij zich te kandideren, maar nu ontstaat het gevoel: het kán. En er is nog tijd.
‘Achterkamertjespolitiek’
Met zachte stem en op rustige toon vertelt Paauw wat zijn achtergrond is, wat hij met voetbal heeft, wat zijn motivatie is geweest om te solliciteren. Hij is deze dinsdag 26 maart niet in uniform – zoals hij in al zijn gesprekken over het KNVB-voorzitterschap kiest voor casual kleding. Hij is vandaag uitgenodigd voor een kennismaking met alle directeuren van de profclubs, op hun jaarlijkse tweedaagse sessie in het Fletcher-hotel De Wageningsche Berg. Net als zijn benoeming, die twee dagen later bekrachtigd had moeten worden, zou dit een formaliteit zijn.
Door alle ophef van de weken ervoor krijgt de ontmoeting een andere lading. Enkele clubs, gevoed door hun achterban, stellen kritische vragen over zijn aanpak van supporters in zijn rol als korpschef. Paauw legt uit dat hij niet tegen uitfans is, zoals vaak wordt verondersteld. Hij is juist een van de medebedenkers van een KNVB-plan voor ‘gastvrij en veilig voetbal’. En hij benadrukt dat hij zich in politiek Den Haag, tijdens de pandemie, hard heeft gemaakt voor het weer toelaten van publiek bij wedstrijden. Hij is geen vijand – vindt hij.
Maar AZ-directeur Robert Eenhoorn begint in Wageningen over een incident in Amsterdam dat hem dwarszit. Mei vorig jaar, kort na Dodenherdenking, worden 154 AZ-supporters opgepakt in de metro voor antisemitische liederen, op weg naar een wedstrijd tegen Ajax. De Amsterdamse driehoek, met korpschef Paauw, besluit daarop de helft van de uitsupporters niet toe te laten voor het volgende duel van AZ bij Ajax. De strafzaak wordt geseponeerd, vanwege gebrek aan bewijs voor individuele vervolging. Dus is ook de sanctie voor het halveren van het uitvak onterecht, vindt Eenhoorn. Iets wat Paauw een vreemde redenering vindt, maakt hij duidelijk in een tv-interview. Dat er antisemitische spreekkoren klonken staat vast, de politie waarschuwde de groep, een collectieve straf is gerechtvaardigd.
Dat Paauw hier op tv over spreekt, vindt Eenhoorn niet netjes. Hij kreeg een brief met de sanctie van burgemeester Femke Halsema, daarmee was het voor hem klaar. „Bij mij is dat als autoritair leiderschap overgekomen”, zegt Eenhoorn volgens een aanwezige in Wageningen tegen Paauw. Een houding die volgens de AZ-directeur, die wel vaker botst met de KNVB, niet hoort bij een bondsvoorzitter. „Het is een dienende functie.” Daar is Paauw zich bewust van, zegt hij desgevraagd tegen NRC. „Het is een hele andere functie dan mijn huidige baan.”
Het illustreert de gespannen verhoudingen. Vast staat dat de KNVB in die weken de grip verliest over het proces. Tegenkandidaten staan op en lobbyen om een steunverklaring van een van de zestig bondsafgevaardigden – minimaal tien handtekeningen zijn nodig. Hans Nijland stelt zich kandidaat na een telefoontje van het Supporterscollectief, waar Van der Laan veel steun vindt bij de ledenraadsleden uit het amateurvoetbal. Half april hebben ze de vereiste handtekeningen binnen. Tot genoegen van de profclubs valt er nu echt iets te kiezen.
In de top van de KNVB wordt het met verbazing aangezien: de profclubs, die eerder een mandaat gaven voor de zoektocht naar een nieuwe voorzitter (via Egon Zehnder en de selectiecommissie), zetten nu hun handtekeningen voor tegenkandidaten. Zo steunen AZ en FC Utrecht Nijland, terwijl Van der Laan een krabbel krijgt van MVV en ADO Den Haag. Waarom roept Van Leeuwen, die de relaties onderhoudt met profclubs, de directeuren niet tot de orde, vraagt een KNVB-bestuurder zich gefrustreerd af.
Tegelijkertijd bestaat er bij clubs irritatie dat Paauw niet beter gepositioneerd wordt door het bondsbestuur. Waarom is niet meteen bij zijn voordracht duidelijk gemaakt dat hij als voorzitter niet over supporterszaken gaat? In het eerste persbericht stond daar geen woord over. In Wageningen wordt opgeroepen dit alsnog te doen. Ook willen de clubs dat het bondsbestuur regelt dat Paauw met supporters gaat zitten. „Want het is jullie kandidaat.”
Maar Van Leeuwen springt niet publiekelijk in de bres voor Paauw – ze wil neutraliteit uitstralen. Dus geeft hijzelf half maart een interview in het AD. Met een boodschap waar de KNVB achter staat. De kop boven het artikel: ‘Ik verzet me tegen het beeld dat ik alleen maar zaken wil verbieden’.
Want niet alleen de KNVB wordt overvallen door het verzet, Paauw zelf ook. Hij was niet van plan campagne te voeren, daar heeft hij ook geen tijd voor met zijn veeleisende baan, zoals recentelijk met de demonstraties bij de Universiteit van Amsterdam. Maar nu hij in de verdediging wordt gedrukt, moet hij iets. Waar nodig, probeert hij zelf het beeld bij te stellen.
Als chef-voetbal Valentijn Driessen van De Telegraaf half april in een column schrijft dat de voordracht van Paauw via „achterkamertjespolitiek” tot stand is gekomen, nodigt de politiechef hem uit op het hoofdbureau in Amsterdam. Dat beeld, van onderling bekonkelen, frustreert Paauw – en hij is niet de enige.
In zijn werkkamer aan de Marnixstraat maakt hij Driessen duidelijk dat niemand hem bij de KNVB op de functie wees, hij solliciteerde zélf. „Het was geen gesprek waarin hij mij heeft proberen te overtuigen dat hij de beste kandidaat zou zijn”, zegt Driessen desgevraagd.
Dat heeft ook geen zin: de invloedrijke voetbalcolumnist schrijft dat hij Nijland de beste kandidaat vindt. Het is een scenario waar ze bij de KNVB voor vrezen – Nijland als nieuwe voorzitter.
Nijland is het tegenovergestelde van Paauw. Ongepolijst, slechte beheersing van het Engels en ondiplomatiek, is het heersende beeld in Zeist. De bond heeft een ambitieuze strategie voor het organiseren van grote toernooien, wil graag serieus genomen worden in het internationale voetbal. Goede relaties opbouwen, invloed uitoefenen bij de UEFA en de FIFA, de betekenis van voetbal beter overbrengen in politiek Den Haag: dát wil de KNVB. Met Nijland wordt dat lastig, is de vrees.
Los daarvan, is er nog een andere interessante kandidaat.
Stemmetje
„U bent van D66.” Even is het stil in de zaal als een supporter Jeanet van der Laan aanspreekt. Is het een vraag of constatering? „Dat zullen we maar niet meer zeggen”, antwoordt ze, tot hilariteit van de aanwezigen.
„Blijft u in de Kamer zitten?”, vraagt een ander. „Nee, wij zijn volledig afgeslacht met de verkiezingen.”
Jeanet van der Laan (44) heeft zich zorgvuldig voorbereid op de bijeenkomsten met voetbalbestuurders en supporters. Rond haar kandidaatstelling neemt ze contact op met Van Ede & Partners, een bureau voor loopbaancoaching. Ze wil haar verhaal zo goed mogelijk neerzetten in aanloop naar de bondsvergadering.
De gesprekken met de loopbaancoach zijn pittig, persoonlijk. Van der Laan, eerder beoordeeld door de selectiecommissie en toen te licht bevonden, vertelt dat ze af en toe last heeft van ‘een stemmetje’ in haar hoofd. Waar haalt ze het lef vandaan om een door mannen gedomineerde wereld uit te dagen? Is ze wel representatief genoeg voor de voetballende mannen en jongens? Van der Laan ervaart soms ook druk als mensen zeggen dat ze snakken naar een nieuwe wind – naar háár dus.
Samen met de loopbaancoach zoekt ze uit waar dat stemmetje vandaan komt en hoe ze het beste om kan gaan met haar verontschuldigende houding: ik ben maar een gewoon meisje uit Lisse. ‘De beperkende overtuiging’ noemen ze dat in de psychologie. Soms geworteld in de vroege jeugd, maar ook uitwas van een maatschappij waarin vrouwen niet altijd op waarde worden geschat.
Als die overtuiging geactiveerd wordt – bijvoorbeeld tijdens bijeenkomsten in de aanloop naar de verkiezing – is het niet makkelijk jezelf stevig neer te zetten, zegt haar coach. „Het is een mindfuck, een kluwen van shit. Ga niet in de verdediging.”
Van der Laan oefent hoe ze zich kan herpakken. Ook als mensen haar vrouw-zijn benoemen. Zo spreekt oud-Feyenoord-voorzitter Jorien van den Herik, die zich nog even mengt in de voorzittersstrijd, bij ESPN geringschattend over Van der Laan. „Twee vrouwen in de top van de KNVB wordt oorlog”, zegt hij. Van der Laan heeft „geen enkele bestuurservaring in het voetbal” en zou „op haar tenen” moeten lopen.
Bij bijeenkomsten met vertegenwoordigers van amateur- en profclubs komt haar vrouw-zijn meermaals ter sprake. Een bestuurder uit de amateurtak wil weten hoe ze het voor zich ziet: als vrouw tussen al die oudere mannen op UEFA-meetings. De directeur van een profclub citeert Van den Herik en constateert dat de selectiecommissie Paauw geschikter vond dan háár. Maar de supporters hebben duidelijk andere prioriteiten: wat vindt ze van collectief straffen, weet ze wat zich in een uitvak afspeelt, wat vindt ze van fakkels in stadions?
Van der Laan zegt eerlijk dat ze niet altijd een antwoord paraat heeft, stelt wedervragen en geeft nu en dan een draai aan dingen. Als ex-voetbalster weet ze hoe het is om niet voor vol te worden aangezien, net als de supporters. „Ik werd uitgelachen.” En haar politieke verleden kan haar, mocht ze bondsvoorzitter worden, juist van pas komen. „De fracties bepalen, dan helpt het als een oud-collega belt.”
De steun voor haar kandidatuur groeit, voelt Van der Laan, zowel bij de amateurs als de profclubs. Maar of het voldoende is?
Hans Nijland, die bij de kennismaking met de supporters na Van der Laan aan de beurt is, voelt ook veel steun. Vooral van de fans. Hij is hoorbaar op zijn gemak tijdens de bijeenkomst, maakt grappen, presenteert zich als bondgenoot van fans.
Nijland haalt anekdotes op uit de tijd dat hij nog directeur van FC Groningen was. Zoals toen hij na een nederlaag tegen Ajax eens de veiligheidscoördinator aan zijn bureau had staan omdat een Groningen-fan stenen had gegooid naar de bus van de tegenstander. „Meteen een stadionverbod geven, zei ik. Maar er is een probleem, zegt die man. Het was je zoon.” Hard gelach in de zaal.
Nijland (64) is „niet van de ivoren toren” en staat „verrekte graag tussen de mensen”, vertelt hij de supporters. Bij uitwedstrijden begaf hij zich regelmatig tussen de Groningen-fans in het uitvak. Problemen met supporters? Natuurlijk, die heeft hij ook meegemaakt. Dan scandeerden vijfhonderd fans na een slechte wedstrijd dat hij moest oprotten, waarna de veiligheidscoördinator voorstelde hem veilig thuis te brengen.
Nijland: „Ik zeg: niks ervan, ik ga voor die groep staan. Dan pik ik er zes of zeven uit, die neem ik mee naar mijn kamer, biertje en een bitterbal en dan gaat het wel weer. En dat is ook weer het mooie: dan rij ik naar huis en denk ik, je moet het ook relativeren allemaal.”
Nijland is hier niet om „de popiejopie uit te hangen”, zegt hij, maar hij wil wel graag laten blijken dat hij het Supporterscollectief dankbaar is en het een „hele grote eer” vindt dat ze hem hebben uitverkoren als hun voorkeurskandidaat. En dat ze dat, begrijpt hij, in gesprekken met clubbestuurders ook hebben laten blijken. „Een heel hard applaus voor jullie allemaal”, sluit hij zijn verhaal af.
Applaus is er niet voor Paauw. „Je bent een smeris”, is het eerste wat hij te horen krijgt, bij een vraag over collectieve straffen, afgelopen woensdag bij de kennismaking met supporters.
„Als bondsvoorzitter met een netwerk binnen de politie, denk ik nou niet echt van: welkom”, zegt een ander in het zaaltje in Zeist.
Paauw: „Je mag gerust weten: er zijn vrienden en collega’s die vragen: waarom ga je dit doen? Waarom ga je hier staan? Waarom wil je die discussie aangaan? Intrinsiek ben ik wel van de politie, maar zometeen heb ik geen politietaak binnen de KNVB. Je hebt in mij geen tegenstander.”
Maandagavond zal blijken hoe groot de invloed van de supporters daadwerkelijk is.
Met medewerking van Thijs Niemantsverdriet