Compenseer de boeren voor gestegen brandstofkosten en maak diesel voor hen goedkoper. BBB-leider Caroline van der Plas vraagt er al jaren om in debatten, moties en Kamervragen: de herinvoering van de zogeheten ‘rode’ diesel, waarover minder accijns wordt geheven dan gewone, ‘witte’ of ‘blanke’ diesel. Maar in het Hoofdlijnenakkoord heeft ze haar zin doorgedrukt: het is een van de maatregelen waarmee de nieuwe coalitie van PVV, VVD, BBB en NSC boeren, tuinders en loonwerkers wil „koesteren”.
Tot 2013 kende Nederland een systeem met lager belaste brandstof voor onder meer boeren, bouwbedrijven en wegwerkers. Herinvoering zou de agrarische sector volgens BBB nu ook helpen in de concurrentie met boeren in België en Duitsland, die eveneens brandstofkortingen genieten.
Als de maatregel wordt ingevoerd, overigens pas in 2027 en alleen voor de agrarische sector, levert dat daar een besparing van ruim 100 miljoen euro per jaar op. En het Rijk eenzelfde inkomstenderving uit accijnzen, waarbij ook nog zogeheten ‘uitvoeringskosten’ komen van 5 miljoen per jaar in verband met logistiek, administratie en toezicht. Bij elkaar geen astronomische bedragen, maar een potentieel prijsverschil van – volgens Van der Plas – tot 28 cent per liter maakt wel een verschil in het huishoudboekje van een boer.
‘Douceurtje voor de boeren’
Toch moet je dat ook niet overdrijven, zegt Petra Berkhout, landbouw-econoom aan Wageningen University & Research (WUR). „Het is een douceurtje voor de boeren, maar in een gemiddeld boerenbedrijf vertegenwoordigen de energie- en transportkosten maar 5 tot 7 procent van de totale kosten. Het is dus de vraag of dit echt zoden aan de dijk zet.”
Sommige boeren vinden dat ook. „Ik rij best wat en het zal wel iets schelen, maar het betekent ook meer gedoe en dit is het laatste waar ik aan gedacht had”, zegt Gert van Middendorp, kalverboer in Kootwijkerbroek desgevraagd. Maar voor een loonbedrijf, dat veel tractoren en landbouwmachines in het veld heeft, zou het voordeel sterker oplopen.
Brandstofaccijns bestaat sinds het begin van de twintigste eeuw; het Verenigd Koninkrijk kwam er in 1909 als eerste mee: 3 pence per Britse gallon (4,5 liter). De eerste brandstof met belastingvrijstelling dateert uit de economische crisis van de jaren dertig in de Verenigde Staten. Uit brandstofaccijns werd het onderhoud aan de openbare wegen betaald, maar wie daar geen gebruik van maakte, zoals boeren, hoefde er vanaf 1932 niet aan mee te betalen.
Om belaste en onbelaste dieselolie van elkaar te onderscheiden werd aan de laatste een rode kleurstof toegevoegd, die sindsdien bekend staat als ‘off-road’, ‘cherry red’ of ‘red’ diesel. Verder zijn ze identiek. Sommige landen hanteren andere kleuren; zo is ‘landbouwdiesel’ in Ierland groen en in Portugal blauw.
Nederland heeft sinds 1962 zo’n systeem. Behalve kleurstof wordt er nu ook een ‘herkenningsmiddel’ toegevoegd, Euromarker yellow. Kleur plus marker blijven ook in nagenoeg homeopatische verdunningen detecteerbaar als iemand eenmaal rode diesel heeft getankt, dus ook na vele tankbeurten met witte diesel. De douane controleert steekproefsgewijs. Op illegaal gebruik van rode diesel, belastingontduiking, staan hoge boetes.
In veel landen is laagbelaste diesel uitgegroeid tot een doolhof van beperkingen, vrijstellingen en uitzonderingen daarop. Zo mochten Nederlandse vrachtauto’s niet op rode diesel rijden, maar het aggregaat van een koelwagen mocht er weer wel op draaien. In 2008 besloot het kabinet dat er geen „doorslaggevende reden [was] om rode diesel blijvend te bevoordelen”, uit milieu-oogpunt, en omdat verschillende tarieven en regels leidden tot fraude, bureaucratie, kosten en arbeidsintensieve controles.
Maar het zou tot 2013 duren voor het werd afgeschaft. Alleen de beroepsmatige scheepvaart mag sindsdien nog rode diesel tanken, die volgens internationale verdragen volledig van accijnzen is gevrijwaard. Grootverbruikers van diesel (gasolie) zoals binnenvaart en visserij scheelt dat nu 52 cent per liter. Voor landbouwgebruik geldt alleen een verlaagde accijns.
Fraude
Met de rode diesel keert ook de fraudegevoeligheid terug. Aan de pomp is er een pas voor nodig en wie in het groot bestelt voor het vullen van een tank op het eigen terrein moet ook een vergunning tonen. Maar daarna is de drempel lager. Wie zo’n tank heeft, kan die diesel immers voor verschillende doeleinden (laten) gebruiken. Tot 2013 hield de douane jaarlijks achtduizend controles, waarbij in 2 procent van de gevallen illegale diesel werd gevonden, wat neerkomt op vele tienduizenden voertuigen.
Het is vermoedelijk een kwestie van tijd voordat criminelen er ook in Nederland in slagen laagbelaste brandstof chemisch te ‘wassen’ en te verkopen als witte diesel. De techniek is bekend; voordat de grens tussen de Ierse Republiek en het (Britse) Noord-Ierland in 1998 openging, hebben smokkelaars goudgeld verdiend aan fuel laundering op industriële schaal.
Als je het internet mag geloven kunnen doe-het-zelvers ook aan de slag, door rode diesel door kattenbakkorrels te filteren. Dat is echter bewerkelijk en duur, en wie, zeg, duizend kilo van die korrels bestelt valt wel op. Maar bovenal leidt het zowel tot vervuilde korrels als vervuilde diesel, waarvan je motor kapot gaat.
Landbouw-econoom Petra Berkhout gelooft niet dat de maatregel zal leiden tot grote veranderingen in het verbruik, of dat boeren „opeens meer gaan rijden omdat de brandstof goedkoper is”. Van het BBB-argument dat rode diesel een ‘gelijk speelveld’ schept tussen concurrenten, gelooft ze weinig. „Die vergelijking is sowieso moeilijk, omdat allerlei factoren, zoals arbeidskosten of grondprijzen, tussen lidstaten verschillen.”
Voor sommige boeren in Limburg of Brabant zal het invoeren van rode diesel in elk geval geen verschil maken. Zij tanken sinds 2013 – legaal – net over de grens in België.