Het Centraal Planbureau ziet veel hindernissen in het coalitieakkoord

Het Centraal Planbureau plaatst grote vraagtekens bij veel plannen in het coalitieakkoord dat PVV, VVD, NSC en BBB vorige week sloten. Desondanks verwacht het CPB dat het akkoord in economisch opzicht licht positief uitpakt voor de meeste huishoudens, lage inkomens voorop.

Bovendien blijft het begrotingstekort volgens het CPB binnen de Europese afspraken. De werkloosheid en staatsschuld, die zich nu allebei op een uiterst laag niveau bevinden, nemen amper toe.

Het Planbureau publiceerde dinsdagavond zijn doorrekening van het ‘onderhandelingsakkoord’ dat de vier rechtse partijen verleden week gezamenlijk presenteerden. Bij dat akkoord zat al een budgettaire bijlage, maar die was door de partijen zelf opgesteld. Het CPB is een stuk kritischer in zijn analyse, zowel over de financiële degelijkheid als over de haalbaarheid van politieke plannen.

Zo geloven de rekenmeesters van het Planbureau weinig van de coalitie-ambitie om in Brussel een lagere Nederlandse financiële bijdrage aan de Europese Unie af te dwingen en gelijktijdig om coulance of een uitzonderingspositie te vragen bij het maken van regels rond asiel, stikstof, mest en de visserij.

Waar het akkoord al uitgaat van een korting van 1,6 miljard euro vanaf 2028, voorziet het Planbureau dat Nederland hooguit alle nieuwe financiële afspraken met een veto kan blokkeren. Dat zou een kleinere besparing van 500 miljoen euro opleveren en verzwakt bovendien de positie van het kabinet in Brussel fors, zo waarschuwt de analyse. „Het uitspreken van een veto heeft mogelijk negatieve consequenties op andere beleidsterreinen waar Nederland afhankelijk is van Europese samenwerking.”

Scepsis voert boventoon

Een ander terrein waarop het CPB de ambities van de coalitie wil temperen, is de ambtenarij. Ook daar willen de vier partijen een besparing van 1,6 miljard euro doorvoeren, door 22 procent te bezuinigen op het ambtenarenapparaat en alle ambtenaren één jaar op de nullijn te zetten.


Lees ook
Op een rij gezet: dit zijn de plannen uit het coalitieakkoord

Op een rij gezet: dit zijn de plannen uit het coalitieakkoord

Wederom stuiten ze daarbij op de twijfels van de rekenmeesters: „De veronderstelde ombuiging van 22 procent op de kerndepartementen acht het CPB niet plausibel, zolang niet nader is ingevuld welke overheidstaken komen te vervallen.” En: „In het verleden is gebleken dat de loonontwikkeling in de overheidssector niet duurzaam achter kan lopen op de loonontwikkeling in de marktsector.”

Een generieke bezuiniging is volgens het CPB onhaalbaar en een nullijn voor ambtenarensalarissen wordt op den duur vanzelf weer ingelopen. Van deze gehoopte bezuiniging blijft in de doorrekening minder dan de helft overeind staan.

Scepsis voert in meer dossiers de boventoon. Het schrappen van het stikstoffonds kan leiden tot „beperkingen op de economische activiteit als gevolg van de stikstofproblematiek”, merkt het Planbureau op. „Hiermee is geen rekening gehouden.”

Bij de omvangrijke asielplannen gaat het CPB op basis van een ruwe schatting uit van „een ingeschatte daling van de instroom van 10 procent, die met grote onzekerheid is omgeven” en waarschuwt het op voorhand voor „juridische risico’s”.

Niet overal leidt het fileermesje van het Planbureau tot extra kosten of vraagtekens. Zo valt de voorgenomen verlaging van het eigen risico in de zorg vanaf 2027 – een kostenpost van ruim 4 miljard euro – in de doorrekening 500 miljoen euro goedkoper uit dan de coalitie zelf verwachtte. En in de hele optelsom van het CPB geeft de nieuwe coalitie nog altijd minder uit.

„Ik snap hun voorzichtigheid vanuit hun verantwoordelijkheid”, zegt Henk Vermeer, BBB-Kamerlid en onderhandelaar. Hij verwacht dat het akkoord „nog veel gunstiger gaat uitpakken” dan de doorrekening laat zien.

Daarmee vertolkt Vermeer een geluid dat al vaker te horen was vanaf de formatietafel: het CPB is veel te terughoudend in zijn financiële voorspellingen en zijn verwachtingen van wat er mogelijk is. Normaliter begint de formatie met de door het CPB doorgerekende verkiezingsprogramma’s van de formerende partijen als startpunt. Nu leverde alleen de VVD het programma in voor zo’n doorrekening.

Zo zullen de vier partijen een deel van de kritiek uit linkse hoek pareren als de Tweede Kamer woensdag debatteert over de formatie en formeel een formateur – informateur Richard van Zwol – zal aanwijzen. Maar bovenal kunnen ze wijzen op de gunstige cijfers die de doorrekening laat zien voor de laagste inkomens.

Lagere inkomens hebben meer profijt van het voornemen om de huurtoeslag en het kindgebonden budget te verhogen. En hoewel de zorgpremie omhooggaat om het lagere eigen risico te bekostigen, krijgt deze groep dat deels vergoed via de zorgtoeslag. De grootste plus is zelfs voor uitkeringsgerechtigden. „De lagere inkomens hebben meer voordeel van het hoofdlijnenakkoord dan hogere inkomens”, stelt het Planbureau dan ook vast.