De extra beveiliging mocht niet baten: weer werd de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering van Shell dinsdag in Londen meerdere keren verstoord door klimaatactivisten. President-commissaris Andrew Mackenzie was nét begonnen met praten, toen de vergadering minutenlang werd stilgelegd omdat de beveiliging enkele tientallen betogers afvoerde. De activisten zongen daarbij een variant van het nummer Jolene van Dolly Parton. In plaats van ‘Jolene, Jolene’ zongen zij „Shell kills, Shell kills”.
Even later verwijderden vijf beveiligers een demonstrant die schreeuwde dat Mackenzie schuldig was aan greenwashing. De extra veiligheidsmaatregelen hadden er al voor gezorgd dat de bijeenkomst vijftien minuten te laat begon: alle bezoekers moesten worden gecontroleerd.
Voor Shell zijn demonstraties tijdens aandeelhoudersvergaderingen geen verrassing meer. Ook tijdens de vergaderingen van de afgelopen twee jaar klonk veel rumoer – al verliep de bijeenkomst nu iets rustiger dan toen. Vorig jaar kwam het zelfs tot schermutselingen tussen de beveiliging en betogers, toen die laatsten het podium met Shell-bestuurders bestormden. Het jaar daarvoor zaten demonstranten vastgelijmd aan hun stoel, waarna de vergadering vier uur werd geschorst.
Schone energie
Een veel pikantere kwestie voor Shell was in hoeverre de klimaatrebellie onder zijn eigen achterban, de aandeelhouders, dit jaar zou groeien – of misschien juist wel verder tot bedaren zou komen. Shell ligt al langer onder vuur van een deel van zijn aandeelhouders, die eisen dat het oliebedrijf sneller ‘vergroent’. De Nederlandse activistische aandeelhoudersclub Follow This dient elk jaar een motie in waarin het Shell oproept meer werk te maken van de verduurzaming.
Megabeleggers kan Shell minder makkelijk wegzetten als ‘gekke klimaat-Henkies’
Maar de laatste paar jaar verloor die motie steeds een beetje steun bij de Shell-beleggers. Vorig jaar kreeg Follow This nog maar 20 procent van de stemmen, tegenover 30 procent het jaar daarvoor. Shell leek daarbij te profiteren van het gekantelde maatschappelijke sentiment sinds de energiecrisis: een veilige en betaalbare energievoorziening was ook belangrijk, klonk het toen overal, en hernieuwbare energie was er duidelijk nog niet genoeg om ‘fossiel’ te vervangen. Dus daarvan moest je ook weer niet te snel afscheid willen nemen.
Dit jaar was die stemming nog meer beladen dan anders. Eerder dit jaar heeft Shell zijn vergroeningsplannen bijgewerkt, en daarbij werd een aantal klimaatdoelen geschrapt of afgezwakt (al werd er ook een nieuw doel ingevoerd). De aandeelhoudersvergadering was dus een belangrijk ijkmoment voor Shell om te zien of die stap de onvrede een nieuwe impuls zou geven – of dat de beleggers het juist prima vinden. Follow This zelf verhoogde dit jaar de inzet door zijn resolutie samen met 27 andere grote beleggers, waaronder het Franse Amundi, in te dienen. Dat soort megabeleggers kan Shell minder makkelijk wegzetten als ‘gekke klimaat-Henkies’.
Uit de uitslag bleek wederom iets minder steun voor Follow This: 18,6 procent. Voor de herziene ‘transitiestrategie’ van Shell was er juist bijna 80 procent steun. Bij Shell zullen ze dat als een overwinning interpreteren. Maar Mark van Baal van Follow This ziet er zelf geen verlies in. „Shell kan deze beleggers niet blijven negeren. Met 19 procent van de stemmen kunnen we spreken van een aandeelhoudersopstand, aangezien 99 procent van de aandeelhouders meestal met het management meestemt.”
De bestuurders van Shell kregen ruime steun voor herbenoeming, richting de 100 procent. Alleen MacKenzie viel op, omdat hij ‘slechts’ 90 procent kreeg. Aan het einde van de vergadering bood hij zijn excuses nog eens aan voor het laten verwijderen van een belegger vorig jaar die achteraf bezien toch een heel „beschaafde vraag” stelde. Nu ging het bijna weer fout. De beveiliging probeerde de enige zwarte vrouw die aan het woord kwam af te voeren toen zij vertelde over hoe Shell de Nigerdelta vervuilt met lekkende pijpleidingen. Mackenzie hield de beveiligers tegen.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik vooraf wat sceptisch was. 133 (ouwe) mannen die samen hun nieuwe opvolger moeten benoemen. Ik had er een hard hoofd in. Maar kijk eens. Amper twee daaggies vergaderd en er is al witte rook. Als ik dat gepruts in Nederland zie, waar in al meer dan 14 jaar nog geen enkel dossier is opgelost – stikstofcrisis, asielcrisis, toeslagenschandaal, woningcrisis, Gordon, het Groningse compensatieschandaal, Willem II in of uit de eredivisie – dan doen die knarren in het Vaticaan het toch een stuk beter. Ik kijk daar met grote bewondering naar.
Dat zouden we hier in Den Haag ook eens moeten proberen. Dan zetten we ze met z’n allen in een hok met een mooi plafond , en moet je eens opletten hoe snel de witte rook dan ook hier zal kringelen.
Vroeger werden tijdens het conclaaf zelfs de toiletten niet geleegd tot er een besluit was, en stond de kist met het lichaam van de vorige paus pontificaal naast de vergadertafel, zo las ik in m’n eigen krant – nóg beter!
Doen we hier in plaats van een kist met een lichaam een portret van Pieter Omtzigt aan de muur, en dan halen we het toiletpapier, de mobieltjes en de Smintjes weg. Ik durf te wedden dat al onze problemen binnen een week zullen zijn opgelost.
Tuurlijk, er ging in het verleden ook weleens een conclaafje wat minder soepel. Zo duurde de langste drie jaar – een soort bedrijfsuitje from hell – werd er soms gevochten en vielen er zelfs weleens doden.
Maar zelfs dat heeft toch nog wel iets? Dat je moet vechten, of nog mooier: dat je stérft tijdens de besluitvorming. Dat stukje commitment mis ik toch wel een beetje bij het huidige kabinet.
Ik vind het ook mooi dat alleen mannen mogen beslissen in het Vaticaan. Dat scheelt zo een paar weken geneuzel over kinderopvang en work-life balance. En dan ook nog eens mannen tussen de 70 en de 80 jaar, zodat je er ook weer niet te lang aan vast zit mochten de besluiten en de benoemingen tegenvallen. Zou het eigenlijk sowieso niet veel beter zijn als hier in Nederland ook één oude (witte) man de baas zou zijn? Gewoon één oude witte man die álles regelt. Scheelt ook een hoop andere oude witte mannen.
Maar het grootste voordeel van het Vaticaanse model is toch wel: al die besluiten kunnen nemen zonder inspraakavonden, zonder dialoogtafels en zonder Raad van State die weer iets moet zeggen over de verstoring van het paringsgedrag van de blauw-wit gestreepte mestkever. Dat er niet eerst een beleidsnota of aantekeningen wie een functie elders moet krijgen, hoeven te worden geformuleerd, geen kardinalen die in talkshows alvast hun standpunt gaan toelichten, en geen moties en amendementen. En niks remote werken op Bali, maar gewoon allemaal wonen op kantoor. Dat zou hier toch ook een verademing zijn?
Die poppenkast ook – prachtig. De rook, de gewaden, de koorzang – iedereen kijkt ademloos naar die schoorsteen, en niemand weet wat er gebeurt. In Nederland proberen we nog altijd uit te leggen hoe een stikstofkaart werkt of hoe je je nieuwe pensioen moet invaren – stop daar toch mee.
Organiseer gewoon een jaarlijkse processie voor de woningmarkt of het nieuwe pensioenstelsel. Laat Mona Keijzer en Dick Schoof door een straat lopen met een maquette van een Vinexwijk, een spaarvarken en een rijtje stemmige mannen erachteraan, en het volk zal geloven dat er iets zal gaan gebeuren.
Resumerend. Nederland blijft maar prutsen met coalities, oppositie, en fractiediscipline. En ondertussen bewijst het Vaticaan dat je met één ouwe man en een tweeduizend jaar oud verhaal prima een miljoenenorganisatie kunt aansturen met wereldwijde invloed. Zonder tegenmacht, zonder sorry te zeggen voor misbruikschandalen, zonder debat, en geen gezeik over inclusie. En als het écht misgaat? Gewoon wierook branden en alles ruikt weer lekker fris.
Eigenlijk het enige minpuntje dat ik heb: de bedrijfskleding. Misschien wordt het eens tijd voor een andere outfit? Maar dat heeft geen haast, hoor. Kan ook prima als het over twee-, drieduizend jaar per ongeluk tóch een keer, God verhoede, een vrouw wordt, die nieuwe paus. Gewoon in een broek, in plaats van zo’n jurk?
Jullie?
Heb je een vraag van de week, taboe, of ‘kwestie’ voor deze rubriek? Mail dan naar [email protected]
Zzp’ers die hun werkgever voor de rechter dagen omdat ze vinden dat er sprake is van schijnzelfstandigheid, krijgen in de helft van de gevallen gelijk. Dat blijkt uit een rondgang van Nieuwsuur langs arbeidsrechtdeskundigen en de Raad voor de Rechtspraak. De schadevergoeding die de werkgevers moesten betalen aan deze zzp’ers – voor onder meer misgelopen vakantiedagen, ziektedagen en reiskostenvergoeding – liep op tot tienduizenden euro’s per persoon.
Nieuwsuur baseerde zich daarnaast op alle 47 relevante uitspraken die sinds maart 2023 openbaar werden gepubliceerd op Rechtspraak.nl. In 24 van die zaken werd de zzp’er in het gelijk gesteld.
Het is geen toeval dat het aantal rechtszaken van zelfstandigen sinds maart 2023 toeneemt. Toen bepaalde de Hoge Raad dat maaltijdbezorgers van Deliveroo schijnzelfstandigen waren. Op basis van hun werkzaamheden hoorden ze in loondienst te worden genomen. Deliveroo was ten tijde van de uitspraak al niet meer actief in Nederland, maar de bezorgers konden met terugwerkende kracht via de rechter hun gemiste inkomsten terugeisen.
Die uitspraak gaf zzp’ers in andere sectoren, die vermoedden dat ze eveneens in een verkapt dienstverband werkten, jurisprudentie om hun schijnzelfstandigheid mee aan te vechten.
Lees ook
Ook Hoge Raad oordeelt dat Deliveroo-koeriers geen zzp’ers waren. Heeft dat grote gevolgen?
Grijs
Volgens Mijke Houwerzijl, hoogleraar arbeidsrecht aan de Tilburg University, is in de meeste gevallen klip-en-klaar of sprake is van loondienst of werken als zelfstandige. Ze wijst op de website van de Rijksoverheid, waar in grote lijnen de kenmerken staan van zzp-werk en werk in loondienst. Zo duiden het zelf kunnen bepalen van de werktijden en hoe het werk wordt uitgevoerd op zelfstandigheid. Evenals het beschikken over specifieke kennis of ervaring die niet aanwezig is binnen de organisatie. En het ontvangen van een vergoeding die aanzienlijk hoger is dan het bedrag dat binnen de sector normaal gesproken aan werknemers wordt betaald.
„De laatste tijd is er zo veel discussie over schijnzelfstandigheid, dat je haast zou denken dat de grens altijd onduidelijk is, maar slechts in een minderheid van de gevallen is dat zo”, zegt Houwerzijl. Draai het eens om, stelt ze voor: „Het overgrote deel van de mensen in loondienst zal niet twijfelen of ze éígenlijk een zelfstandige zijn.”
Naar schatting telt Nederland zo’n 1,6 miljoen zzp’ers, van wie 200.000 tot 300.000 werken in schijnzelfstandigheid
Waarom werd afgelopen twee jaar dan slechts enkele tientallen keren geprocedeerd tegen een opdrachtgever? „Zelfstandigen maken zichzelf natuurlijk wel kwetsbaar als ze hun opdrachtgevers voor de rechter dagen”, zegt Houwerzijl. „Ruzie met de opdrachtgever zou ze hun werk kunnen kosten. Daarom spannen de meeste mensen pas een rechtszaak aan wanneer de arbeidsrelatie al verstoord is.”
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid schat dat Nederland zo’n 1,6 miljoen zzp’ers telt, van wie 200.000 tot 300.000 in schijnzelfstandigheid werken. De overheid heeft ervoor gekozen tussen 2005 en 2016 de opdrachtgever geen risico te laten lopen door het afgeven van een VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) en niet te handhaven op zulke verkapte dienstverbanden.
Sinds 1 januari van dit jaar gaat de Belastingdienst wel weer handhaven. Werkgevers die werk laten doen door zzp’ers die schijnzelfstandigen blijken, kunnen een boete krijgen en moeten naheffingen betalen. Die procedure verloopt via het bestuursrecht. 2025 is wel een overgangsjaar. De Belastingdienst gaat pas vanaf 2026 boetes uitdelen en naheffingen innen, zodat werkgevers nog een jaar de tijd hebben om hun personeelsbestand op orde te krijgen.
Failliet
Houwerzijl sluit niet uit dat vanaf 2026 ook het aantal civiele rechtszaken van zzp’ers tegen hun opdrachtgever zal toenemen, mits de Belastingdienst ook daadwerkelijk gaat handhaven. „Als een opdrachtgever eenmaal door de Belastingdienst op de vingers is getikt, omdat sprake is van schijnzelfstandigheid, heeft de schijn-zzp’er meer handvatten om via het civielrecht met terugwerkende kracht bijvoorbeeld vakantiedagen te claimen.”
In een aantal van de 47 aangespannen rechtszaken ging de werkgever al failliet nadat één schijnzelfstandige in het gelijk werd gesteld. De werkgever kon de tienduizenden euro’s dan niet betalen. Zo ging handbalclub Limburg Lions failliet toen een van de spelers met succes naar de rechter stapte en 50.000 euro zou krijgen van de club.
Indien de Belastingdienst vanaf 2026 daadwerkelijk gaat handhaven, acht Houwerzijl het mogelijk dat meer bedrijven omvallen, zeker wanneer die niet heel groot zijn en meerdere werknemers blijken te hebben die ze lange tijd ten onrechte als zzp’ers behandelden en betaalden. „Als je als zzp’er daarna nog een civiele zaak wilt aanspannen, vis je bij zulke bedrijven achter het net”, zegt Houwerzijl. „Veel interessanter zijn de grote bedrijven en organisaties die wél overeind blijven als ze straks werknemers blijken te hebben die ze eerder als zzp’ers behandelden. Door die bedrijven kan daadwerkelijk worden terugbetaald.”
Lees ook
Onrust rond schijnzelfstandigheid groeit: ‘Opdrachtgevers vragen aan mij: hóé dan?’
Als Saartje de Wit (17) was afgegaan op het advies van haar leerkracht in groep 8 van de basisschool, had ze havo gedaan. Dan was ze misschien vorig jaar, in de vijfde klas, geslaagd voor het eindexamen en wie weet zat ze dan nu op de pabo, een hbo-opleiding waar ze destijds aan dacht. Maar ze koos voor een middelbare school met gemengde brugklassen, de Copernicus Scholengemeenschap in Hoorn. Pas na twee jaar zou de klas worden opgesplitst. In de tussentijd werden alle leerlingen beoordeeld op havo- én vwo-niveau.
In haar eerste jaar leek het er nog op dat ze uiteindelijk zou doorstromen naar havo, vertelt ze. „Toen was ik vooral bezig met de gezelligheid in de klas.” Maar in het tweede brugjaar begon het te kriebelen. „Ineens wilde ik toch vwo doen, dus ik ging harder werken.” Nu doet ze eindexamen vwo en als ze slaagt, begint ze in september met de studie geschiedenis aan de Universiteit Leiden. „Achteraf ben ik blij dat ik op school wat langer de tijd kreeg om uit te vinden wat ik kon en wat ik wilde”, zegt ze.
„Met een gemengde of brede brugklas bedien je vooral de laatbloeiers”, zegt schooldirecteur Pol Hinke. „Dat kunnen kinderen zijn die nog heel speels zijn en aan de middelbare school moeten wennen, maar ook kinderen die thuis geen Nederlands spreken en weinig hulp krijgen.” Van hem hoeft echt niet iedereen naar het vwo. „Zeker niet. Waar het om gaat, is dat alle leerlingen genoeg tijd moeten krijgen om erachter te komen welk niveau bij hen past.”
Subsidie
In de onderwijswereld en in politiek Den Haag wordt al langere tijd gediscussieerd over de vraag of leerlingen niet te vroeg worden ingedeeld in verschillende schoolniveaus, op basis van hun leerprestaties op de basisschool. Dat zou volgens wetenschappers in het nadeel zijn van kinderen die zich in een achterstandspositie bevinden. De Onderwijsraad, die de regering adviseert over onderwijsbeleid, stelde in 2021 voor om te stoppen met het schooladvies dat leerlingen krijgen in groep 8 van de basisschool. In plaats daarvan zouden alle middelbare scholen driejarige, brede brugklassen moeten krijgen waar leerlingen met uiteenlopende capaciteiten bij elkaar zitten.
Toenmalig minister van Onderwijs Dennis Wiersma (VVD) reageerde instemmend maar wilde de brede brugklas niet verplicht stellen, dat vond hij te ingrijpend voor het voortgezet onderwijs. In plaats daarvan kwam er vanaf 2022 subsidie voor scholen die vrijwillig een ‘heterogene’ (gemengde) brugklas wilden invoeren, van twee of meer niveaus. Dat geld, 100.000 euro per aanvraag, konden ze bijvoorbeeld besteden aan het bijscholen van leerkrachten om les te geven op verschillende niveaus of het ontwikkelen van aangepast lesmateriaal.
Het vorige kabinet wilde deze regeling permanent maken en had daar ook geld voor uitgetrokken: 55,5 miljoen euro per jaar. Maar het kabinet-Schoof bezuinigt op onderwijs en heeft deze subsidie stopgezet. De coalitie is er niet van overtuigd dat een brede brugklas goed is voor álle leerlingen. Vmbo’ers biedt het misschien een kans zich op te trekken aan klasgenoten, maar leerlingen met een duidelijk vwo-profiel remt het af, denken zij.
Dakpanklassen
Sinds dit jaar krijgen scholen dus geen subsidie meer voor het mengen van leerlingen met verschillende schooladviezen in een brugklas. Belangenorganisaties voor het onderwijs, zoals de VO-raad, vreesden dat scholen er dan snel mee zouden stoppen. Niet zonder reden: voor de subsidie werd ingesteld, was de gemengde brugklas, die al decennia bestond, op haar retour. Dankzij de subsidie nam het aantal gemengde brugklassen weer toe, bleek uit cijfers van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).
De Copernicus Scholengemeenschap heeft geen plannen om met de gemengde brugklassen te stoppen, zegt schooldirecteur Hinke. Zijn school had die al lang voor de subsidieregeling. Elk jaar melden zich op de school, die nu zo’n 1150 leerlingen telt, 240 nieuwe leerlingen aan. Ze worden verdeeld over zo’n tien zogenoemde ‘dakpanklassen’: mavo/havo en havo/vwo. Hinke: „Alle leerlingen in zo’n brugklas krijgen dezelfde lesstof aangeboden, maar die is deels wel gedifferentieerd naar niveau. Ze maken allemaal dezelfde toetsen en vervolgens worden hun cijfers berekend op twee niveaus. Voor vwo moet je bijvoorbeeld meer inzicht laten zien in de stof.”
In de mavo/havo-brugklas ziet hij veel leerlingen ‘opstromen’. „We hebben relatief veel leerlingen die met een mavo-advies binnenkomen maar uiteindelijk op havo-niveau hun diploma halen.” Al komt ook het tegenovergestelde voor. „We proberen bij elke leerling het maximale eruit te halen, wat het dan ook is”, zegt Hinke.
Naast de dakpanklassen is er een aparte vwo-brugklas voor leerlingen die op de basisschool een ‘enkelvoudig’ vwo-advies hebben gekregen. Eigenlijk vindt Hinke zo’n aparte vwo-brugklas niet echt nodig, maar er is nu eenmaal vraag naar, zegt hij. „De gedachte van sommige ouders is dat je als vwo-leerling tekortgedaan wordt als je in een bredere brugklas zit.” De „echte vwo-plus-leerlingen”, zoals hij ze noemt, kiezen niet voor het Copernicus. Die gaan naar een van de twee gymnasia in Hoorn.
Risicootje
Soms redt een leerling die vanuit de gemengde brugklas doorstroomt naar het vwo het uiteindelijk toch niet op dat niveau. Hinke: „Wij willen leerlingen die gemotiveerd zijn een kans geven. Dat betekent dat je soms een risicootje neemt. Dat maakt onze vwo-afdeling wat kwetsbaarder dan op andere scholen.” Hij vindt het jammer dat scholen er door de Onderwijsinspectie op afgerekend worden als leerlingen een keer blijven zitten of ‘afstromen’ naar een lager niveau. „Wij vinden het belangrijker om de best passende plek te vinden voor onze leerlingen.”
In de tijd dat Saartje de Wit in de havo/vwo-brugklas zat, duurde die nog twee jaar. Inmiddels heeft de Copernicus zelfs een derde brugjaar ingevoerd. De school kreeg daarvoor subsidie toen die regeling er nog was. „We hebben dat budget vooral gebruikt om de docenten uren te geven om hun lessen op twee niveaus te ontwikkelen”, vertelt Hinke.
Voor een deel van de derdeklassers is zo’n extra brugjaar nuttig. Hinke: „Vaak zijn het leerlingen van wie wij denken dat ze prima vwo kunnen, maar die daar zelf nog onzeker over zijn. En soms zijn het leerlingen die heel graag vwo willen doen maar dat nét niet halen. Die mogen het nog een jaar proberen.”