N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Israëlische troepen zouden donderdag ten minste negen Palestijnen hebben gedood tijdens een inval op een vluchtelingenkamp bij Jenin op de bezette Westelijke Jordaanoever. Dat melden Palestijnse gezondheidsfunctionarissen. Het is een van de dodelijkste vuurgevechten na maanden van broeiende onrust. Een woordvoerder van de Palestijnse president Mahmoud Abbas beschreef de gebeurtenissen in Jenin als een „een bloedbad temidden van internationale stilte”.
De Palestijnse minister van Volksgezondheid Mai al-Kaila sprak van een „kritieke” situatie in het vluchtelingenkamp. Zeker twintig anderen zouden gewond zijn geraakt, waarvan vier in kritieke toestand zijn. Al-Kaila zei dat paramedici tijdens de gevechten moeite hadden om de gewonden te bereiken. Ze beschuldigde het leger ervan traangas af te vuren op de kinderafdeling van een ziekenhuis. Het Israëlische leger bevestigde, zonder verdere details vrij te geven, dat er een operatie aan de gang was. Inmiddels zou Israël haar troepen hebben teruggetrokken.
Het kamp bij Jenin geldt als militant bolwerk op de Westelijke Jordaanoever en was afgelopen jaar meermaals het middelpunt van Israëlische invallen. De gevechten komen weken na het installeren van de nieuwe Israëlische regering, de meest rechtse regering ooit. Die beloofde een harde lijn in te nemen tegen de Palestijnen en de bouw van nederzettingen op te voeren op Palestijns grondgebied. Met het dodental van deze inval komt het totale aantal Palestijnse doden op de Westelijke Jordaanoever van dit jaar op 29. Vorig jaar werden in totaal 172 Palestijnen gedood, het hoogste aantal sinds 2006.