Hoe de PVV van Wilders naar het centrum van de macht schoof

Woensdag 15 mei, om half vijf in de middag, zal de geschiedenis ingaan als het moment waarop radicaal-rechts definitief de grootste machtsfactor in de Nederlandse politiek werd. Toen maakte PVV-leider Geert Wilders voor een haag aan journalisten in de Tweede Kamer bekend dat er een onderhandelaarsakkoord is tussen zijn partij, de VVD, NSC en BBB. Daarmee is een einde gekomen aan de decennialange dominantie van het politieke midden.

Vanaf nu ligt het zwaartepunt in Den Haag bij radicaal-rechts, dat lange tijd niet mee mocht doen. In heel korte tijd, de verkiezingen waren bijna een half jaar geleden, maakten VVD, NSC en BBB mogelijk wat jarenlang onmogelijk werd geacht. De PVV, sinds 2012 breed uitgesloten van regeringsdeelname, gaat het landsbestuur in. Het eerste kabinet onder leiding van de PVV kan worden gevormd.

Voor Wilders komt een langgekoesterde wens uit. De PVV-leider heeft jarenlang naar regeringsdeelname toegewerkt, en was daar open over. Hij noemde het woensdagochtend niet voor niets „een historische dag”. „Regeren is een hele andere rol, we moeten het nu gaan bewijzen aan onze kiezer”.

In kleine kring zegt Wilders al jaren dat hij met zijn verhaal – anti-islam, anti-migratie – ooit de grootste zou kunnen worden. Hij zag radicaal-rechts in Europa groeien, en in sommige landen de grootste worden. Maar onderdeel worden van de macht leek in Nederland jarenlang uitgesloten, ondenkbaar. Dat lag niet alleen aan de radicale, anti-rechtsstatelijke en anti-grondwettelijke plannen, maar ook aan de veroordeling van Wilders wegens groepsbelediging.

Yesilgöz hief blokkade op

De VVD sloot sinds 2012 de PVV expliciet uit. Daar kwam in juli vorig jaar een einde aan, toen Mark Rutte als partijleider plaatsmaakte voor Dilan Yesilgöz. Zij hief de blokkade op, regeren met de PVV moest mogelijk zijn. Dat deed ze in navolging van Tweede Kamerlid Ruben Brekelmans, die al in juli vorig jaar in EW zei: „Het kan nodig zijn met Geert Wilders tot oplossingen te komen.” Daarmee opende de VVD voor veel rechtse kiezers de deur naar de PVV. Het leidde tot onrust die nog voortduurt. Europarlementariër Bart Groothuis zei woensdag, terwijl de VVD-fractie het akkoord nog aan het lezen was, dat hij niet te spreken is over de samenwerking met de PVV. Ook onder jongeren en oudgedienden van de VVD leeft veel verzet.

Ook de jonge partij NSC ging om. Partijleider Pieter Omtzigt, die van goed bestuur een belangrijk verkiezingsthema probeerde te maken, had in de campagne gezegd dat hij alleen wilde regeren met „partijen die de rechtsstaat heel laten”. Hij sprak vaak over anti-grondwettelijke plannen in het verkiezingsprogramma van de PVV.

Al op verkiezingsavond veranderde de boodschap van Omtzigt. En hoe langer de formatie duurde, hoe minder vaak hij begon over zijn aanvankelijke bezwaren. De principiële boodschap maakte steeds vaker plaats voor de pragmatische: het land moet bestuurd worden, de problemen opgelost.

Tekenend was het moment dat de partij in februari de gesprekken beëindigde. Financiële doemscenario’s waren daarvoor de reden, en niet zorgen over de Grondwet of de democratie. Daarover waren de vier formerende partijen tot een rijtje afspraken gekomen. Daar bleef Omtzigt naar verwijzen als Wilders op X of elders de grenzen van die afspraken opzocht


Lees ook
JOVD roept VVD op: stop met populisme

Dilan Yesilgöz (VVD).

Principiële bezwaren

Dat NSC na de breuk in februari toch weer aanschoof aan de formatietafel, liet zien dat de principiële bezwaren die ook in de fractie leven niet zó zwaar wegen. Wat ook een rol speelt: uit onderzoeken blijkt al een tijdje dat kiezers van de vier formerende partijen willen dat ze er samen uit komen. Hoe langer de formatie duurde, hoe meer consensus er werd gevonden aan de onderhandelingstafel, hoe moeilijker het in NSC werd gevonden om níet verder te praten. Omtzigt zelf bleef achter de schermen bezwaren tegen de PVV uiten, en hij bleef zoeken naar redenen om tóch niet met Wilders te hoeven regeren.

VVD en NSC probeerden na de verkiezingen lange tijd enige afstand tot de PVV te bewaren. Ze wilden allebei het liefst een kabinet onder leiding van de PVV gedogen, en daar niet voluit aan meedoen. NSC wilde geen ‘gewoon’ kabinet, maar een extraparlementair kabinet, met grote vrijheid voor de coalitiefracties, en slechts beknopte afspraken.

Nu het onderhandelaarsakkoord er ligt, lijkt er toch een min of meer conventioneel kabinet te komen: gebaseerd op een ruime Kamermeerderheid, met een regeerakkoord dat hooguit wat dunner is dan dat van voorgaande kabinetten. De ministersploeg, waarover de partijen nog afspraken moeten maken, wordt geen zakenkabinet. Het zal, zo is de bedoeling, voor de helft uit mensen buiten de fracties bestaan. Het opvallende aan het eerste kabinet onder leiding van de PVV is juist het onopvallende eraan. Dat laat zien dat de radicaal-rechtse stroming is ingekapseld in de Nederlandse politiek.

Naar rechts opgeschoven

De vorming van deze nieuwe coalitie onder leiding van Elbert Dijkgraaf en Richard van Zwol, een SGP’er en een CDA’er, is het sluitstuk van een proces dat al enkele jaren speelt, maar in de afgelopen maanden tot een versnelling kwam. Al jaren wordt Wilders door gevestigde partijen veel minder aangesproken op zijn radicale ideeën. Deels uit de overtuiging dat hij door hun aandacht alleen maar zou groeien. Deels omdat ze punten van de PVV herkenden of overnamen. Dilan Yesilgöz keerde zich in de HJ Schoolezing in 2022 tegen het ‘wokisme’, net als de PVV, en onder haar leiding is de VVD verder naar rechts opgeschoven.

NSC ontwikkelt zich in cultureel-conservatieve richting, bijvoorbeeld in het verzet tegen verruiming van de transgenderwet, en vindt daar overlap met de PVV. Ook BBB is opgeschoven: de partij benadrukte altijd vooral het belang van de agrarische sector, maar richt zich inmiddels vooral op het terugdringen van immigratie.

Wilders, op zijn beurt, benadrukte in steeds frequentere mediaoptredens altijd zijn ruime ervaring in Den Haag en zijn bereidheid radicale standpunten (tijdelijk) opzij te zetten. In de verkiezingscampagne ging het vaak over ‘Geert Milders’. Op X, waar hij 1,4 miljoen volgers heeft, en tijdens zijn optreden op de CPAC-conferentie Hungary in april, laat Wilders zijn oude geluid nog wel horen.


Lees ook
Alles gaat totaal anders. Ook het voordragen van de premier

Pieter Omtzigt (NSC) en oud-informateur Ronald Plasterk tijdens het debat over de geklapte formatie van februari.

Felicitatie uit Vlaanderen

Veel is nog onzeker over het nieuwe kabinet onder leiding van de PVV. Wat er in het akkoord staat, vertellen de vier partijen nog niet. De fracties buigen zich er eerst nog over, en mogen nog aanpassingen voorstellen. Daar praten de vier partijleiders vervolgens over. Over de vraag wie premier wordt van het nieuwe kabinet is nog geen duidelijkheid. Daar, zei Pieter Omtzigt, moet nog over verder gesproken worden.

Wat wel zeker is, is dat Nederland zich in een steeds langere rij Europese landen zal voegen waar radicaal-rechts regeringsverantwoordelijkheid draagt. Vanuit Vlaanderen, waar nog altijd een cordon sanitaire geldt voor het Vlaams Belang, kwam al na een uur op X een felicitatie voor Wilders. „Je wijst de weg! Nederland opnieuw het gidsland voor Vlaanderen.” De afzender: partijprominent Filip Dewinter.