Veel universiteitsmedewerkers hebben last van hoge werkdruk en ongewenst gedrag

Ruim 70 procent van het onderwijzend en wetenschappelijk personeel van Nederlandse universiteiten heeft last van werkdruk en 54 procent van ongewenst gedrag. Dat blijkt uit dinsdag gepubliceerd onderzoek van de Nederlandse Arbeidsinspectie. De ervaren werkdruk en het ongewenste gedrag kunnen leiden tot ernstige gezondheidsklachten, ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Het probleem is al langer bekend, maar universiteiten slagen er volgens de Arbeidsinspectie onvoldoende in werkende maatregelen te nemen.

Werknemers geven in een enquête aan dat ze structureel meer taken en verantwoordelijkheden krijgen dan waarvoor ze zijn aangenomen. Gemiddeld werken ze zes uur per week meer dan in hun contract is afgesproken. Ze noemen de regel- en verantwoordingsdruk, prestatiedruk, ambities en de wijze waarop het onderzoek en onderwijs wordt gefinancierd als belangrijkste oorzaken van de ervaren werkdruk.


Lees ook
Racisme en intimidatie op TU Delft: universiteit heeft sociale veiligheid medewerkers ‘ernstig verwaarloosd’

De bibliotheek van de TU Delft (op de voorgrond) met erachter het EWI-gebouw van de technische universiteit.

Het ongewenste gedrag bestaat vooral uit pesten en discriminatie. De docenten en onderzoekers aan universiteiten noemen de hiërarchische structuur en de prestatiedruk als belangrijkste oorzaken voor het structurele ongewenste gedrag. Behalve de 54 procent die aangeeft in de afgelopen twee jaar zelf last te hebben gehad van ongewenst gedrag, zegt 69 procent te zien dat collega’s er last van hebben.

Onvoldoende maatregelen

Volgens de Arbeidsinspectie nemen de universiteiten wel maatregelen tegen de al eerder geconstateerde werkdruk en het ongewenste gedrag, maar zijn die vooral gericht op individuele werknemers en veel minder op het wegnemen van onderliggende oorzaken, zoals de hoeveelheid taken en verantwoordelijkheden.

De Arbeidsinspectie geeft universiteiten tot volgend jaar de tijd om zelf orde op zaken te stellen en zal daarna „handhavend” op gaan treden als de benodigde maatregelen dan niet of onvoldoende genomen zijn.