Een niet zo verleidelijke blote Apollo, met toga en klein penisje

Jaren geleden op een snoeihete dag in juli liepen wij door Herculaneum, de stad die, samen met Pompeï, in 79 voor onze jaartelling onder de as verdween. Wij waren vier van de drie miljoen mensen die daar jaarlijks uit de trein stappen, in de hoop het verleden aan te raken.

Misschien was het de warmte en kinderen die smeekten om een ijsje, maar wat ik ervoer was, naast respect voor al die oude stenen, teleurstelling. Ik ben niet goed in het lezen van ruïnes. Ik luister naar de gids, lees en kijk nog eens, maar mijn verbeelding faalt om er echt leven in te blazen.

Wel vind ik het boeiend om er thuis over te lezen. Zoals het bericht, begin dit jaar, van de ontdekking van een Pompeiaanse bakkerij, waar slaven zij aan zij werkten met geblindeerde ezels, getuige de slijtagesporen van de rondjes die ze draaiden om het meel te malen. De ramen waren afgezet met tralies. Slavernij was in de stadjes bij de Golf van Napels anno 79 voor Chr., net zo gangbaar als badhuizen en bordelen.

En nu was er kortgeleden het bericht van nieuw ontdekte fresco’s, opgegraven in dezelfde wijk. Ik heb ze meteen bestudeerd in The Art Newspaper die met het nieuws kwam. Bij het artikel staat een foto van een zaal met zwarte wanden. Het midden van elke wand toont een tafereel van twee, drie gestalten in conversatie. Ook de initialen van de oorspronkelijke eigenaar zijn gevonden: ARV voor Aulus Rustius Verus, een welgestelde politicus.

De fresco’s worden in The Art Newspaper beschreven als ‘stunning’ (‘verbluffend mooi’).

Turend naar het tafereel waarop Apollo bezig zou zijn de Trojaanse priesteres Cassandra te verleiden, overvalt mij toch iets van twijfel. Wat we zien is een jongeman, bloot weliswaar, die steunend op zijn lier een gesprek voert met een vrouw op een troon. De jongen doet denken aan de manier waarop ze in de achttiende eeuw geloofden dat goden eruitzagen, heel glad met een klein penisje en een toga over zijn linkerschouder. Verleiding? Het ziet eruit alsof zij een probleem bespreken waar geen oplossing voor is. Wat ook wel klopt, wanneer je bedenkt dat de arme Cassandra, na te hebben toegegeven aan de blote Apollo, de ondergang van Troje moest voorzien zonder dat iemand haar geloofde. Waarna zijzelf eindigde als slavin.

Oud-Romeinse schilderkunst is schaars. We moeten het hebben van verhalen plus die paar fresco’s die soms uit de as worden getild. En waarom zouden die fresco’s het beste van hun tijd vertegenwoordigen?

Wat ik bedoel is: als dit fresco een beetje teleurstelt, is dat misschien niet per se vreemd. Stel, over tweeduizend jaar graaft iemand het huis op van een wethouder van Zoetermeer. De zorgelijke Apollo in Pompeii ziet eruit alsof vele andere Apollo’s hem voorgingen. Als een sjabloon. Een duur sjabloon misschien, maar toch. Vermoedelijk is hij familie van een oud meesterwerk zoals het handgeschilderde Melkmeisje op Funda dat is.