Opinie | Activistische academici dragen bij aan de erosie van het vertrouwen in de wetenschap

Sinds de wrede aanvallen van Hamas in Israël op 7 oktober en het begin van de daaropvolgende oorlog teisteren controverses de universiteiten. Op sommige Amerikaanse universiteiten klinken zelfs openlijke uitingen van antisemitisme.

Zoals mijn collega Pepijn Brandon eind april in NRC schreef, hebben universiteitsbestuurders moeite met de gevolgen ervan. Brandon had gelijk toen hij schreef dat universiteiten hypocriet zijn, omdat ze in sommige gevallen academisch activisme bevorderen, en in andere juist niet. Waar ik vermoed dat hij en ik van mening verschillen, is de kwestie van het academisch activisme zelf. Deze vorm van activisme verheft politieke of ideologische doelen boven de zoektocht naar complexiteit en begrip, en ondermijnt daardoor wat het doel van een universiteit zou moeten zijn.

Op het eerste gezicht klinkt academisch activisme aantrekkelijk – vandaar ook dat universiteiten het aanmoedigen. Onder het mom van termen als ‘maatschapelijke betrokkenheid’ zijn wij wetenschappers uit onze ivoren torens gehaald om ons bezig te houden met ‘echte’ problemen. We worden aangespoord om de wereld ten goede te veranderen. ‘Betrokkenheid’ is nu het mantra van de academie. Vooral voor geesteswetenschappers, zoals ikzelf, geldt het als enigszins beschamend als je je niet met uitdagingen uit de ‘echte wereld’ bezighoudt.

Pretentie van neutraliteit

Wetenschappelijk activisme is vaak geworteld in marxistische ideologieën die kennis inherent als een vorm van macht beschouwen. Activistische wetenschappers verbinden hun werk over het algemeen met kwesties als ras, klasse en identiteit, en positioneren zichzelf als bruggenbouwers tussen de academische wereld en de kansarme gemeenschappen die zij proberen te dienen. Zij beweren dat het zinloos en zelfs onwenselijk is om de pretentie van neutraliteit aan te nemen. Niemand is immers echt neutraal: al het academisch onderzoek wordt onvermijdelijk beïnvloed door de ervaringen, zorgen, interesses en vooroordelen van de mensen die het uitvoeren.

De universiteiten staren in een morele afgrond die ze zelf hebben gecreëerd

De afgelopen jaren zijn er niet alleen meer activistische wetenschappers bij gekomen; hun toon is ook extremer geworden. Sommigen roepen op alle academische arbeid te gebruiken als politiek middel. Zie bijvoorbeeld de verklaring van Dutch Scholars for Palestine, halverwege oktober vorig jaar, dat „de eerste prioriteit van universitaire medewerkers, studenten en anderen is om in actie te komen voor de Palestijnen”. Nergens maakt de verklaring melding van de wreedheden begaan door Hamas.

Een deel van de activistische academici beweert dat we politiek moeten opnemen in onze functieomschrijving, zodat ons werk betekenis en consequenties zal hebben die verder gaan dan onze collegezalen. Dat is verkeerd. Zulke standpunten dragen bij aan de erosie van het vertrouwen in de academische wereld, en kunnen ertoe leiden dat wetenschappers ideeën bagatelliseren of negeren die niet passen bij hun vooropgezette conclusies.

Nergens zijn de gevaren van wetenschappelijk activisme duidelijker zichtbaar dan in het Israëlisch-Palestijnse conflict. Daar wordt een notoir complexe politieke strijd – een strijd die diplomaten heeft gefrustreerd, mensen van goede wil heeft verdeeld en aan beide zijden tientallen jaren aan lijden heeft veroorzaakt – teruggebracht tot een eenvoudig moraliteitsspel, waarbij Israël de rol van slechterik speelt. Activistische academici hebben een leidende rol op zich genomen bij het creëren van deze karikatuur, waarbij ze vaak weigeren enig bewijs te erkennen dat het gewenste resultaat niet ondersteunt.

Al lang vóór 7 oktober was duidelijk dat de activistische wetenschappers de volledige context van het Israëlisch-Palestijnse conflict niet willen zien. Op mijn eigen universiteit stond bijvoorbeeld in een stuitend eenzijdige cursusbeschrijving dat Israël een „apartheidsstaat” is.

Hetzelfde geldt voor de vele petities die op universiteiten circuleren en waarin het hele conflict wordt geïnterpreteerd door de bril van het ‘settler colonialism’, kolonialisme waarbij de oorspronkelijke bevolking moet verdwijnen. Deze visie maakt het onmogelijk om Israëliërs en Joden als iets anders dan witte suprematistische kolonisten te beschouwen. Binnen het paradigma van het settler colonialism is men de onderdrukker óf de onderdrukte, de kolonisator óf de gekoloniseerde. Mensen worden onderverdeeld in goed en slecht.

Slachtofferschap

Wie Israëliërs steevast als witte onderdrukkers neerzet, negeert willens en wetens de inheemse identiteit van de Joden in Israël, hun etnische heterogeniteit, hun geschiedenis van slachtofferschap en migratie, de afwijzing van vrede door generaties Palestijnse leiders – en ook dat Israël een raciaal, etnisch en religieuze diverse samenleving heeft die veel Arabieren en mensen met uiteenlopende afkomst en achtergrond als volwaardige burgers omarmt.

Over de definities van apartheid en genocide bestaan legitieme vragen. Net als over hoe ver het recht van een land reikt om zich te verdedigen, en de verdeling van land tussen Israël en Palestina. Het Israëlisch-Palestijnse conflict is niet voor niets het moreel meest uitdagende in de moderne wereld. Toch zou je die indruk niet krijgen als je luistert naar de huidige retoriek van mijn activistisch-wetenschappelijke collega’s.

De chaotische protesten aan de Universiteit van Amsterdam laten zien dat universiteiten nu in een morele afgrond staren die ze zelf hebben gecreëerd. Dit gebeurt er als activistische academici complexe problemen behandelen als een simpele zaak – als een kwestie van slachtoffer versus slechterik. Dergelijke karakteriseringen dragen bij aan de polarisatie die vrede – zowel op campussen als in de rest van de wereld – steeds ongrijpbaarder zal maken.

De verwarring tussen belangenbehartiging en onderzoek laat zien dat universiteiten hun doel moeten verduidelijken. Om ons uit deze afgrond te redden, is hernieuwde inzet nodig voor het hoofddoel van de universiteit: het ontdekken en delen van kennis. Kortom: de missie van de wetenschapper.


Lees ook
Israël verdeelt de Harvard-campus. ‘Jullie steunen terroristen’

Studenten protesteren op 2 november voor Harvard om steun te betuigen aan de Palestijnen.