De trein stopt op 4 mei om 20.00 uur bij een natuurgebied. Na twee minuten vertrekt hij weer, om na een paar meter opnieuw te stoppen. We zien de machinist en de conducteur de trein verlaten. Een moedereend is voor de stilstaande trein de rails overgestoken. Met kuikentjes die wel de eerste rail over konden, maar niet de tweede. Ze kunnen geen kant op. De machinist en de conducteur vangen de eendjes één voor één en zetten ze neer aan de goede kant van de rails, bij de kwakende moedereend. Even later rijdt de trein verder, met vier minuten vertraging.
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Zestien jaar was Vincent Karremans (38) toen zijn moeder overleed. Zijn vader stond in de overlevingsstand met de zorg voor drie jonge kinderen op zijn schouders. „Ik zie hem nog zo zitten aan zijn bureau, zwoegend op de erfbelasting.” Thuis werd daarom niet over de dood van zijn moeder gesproken, vertelt Karremans. „Met als gevolg dat je dat niet goed verwerkt. Ik ben gaan praten met een lerares van de middelbare school, dat heeft mij erg geholpen. Ik ga nu nog af en toe bij haar langs.”
Hij is haar dankbaar, maar hij had het er ook thuis meer over willen hebben. „Niemand die ons aanbood erover te praten, ook niet van de gemeente. Er werd eten gebracht, heel lief, maar er werd verder niet gepraat. We weten dat mentale problemen bij kinderen vaak ontstaan bij dit soort heftige momenten: verlies, vechtscheiding, overlijden van ouders. Als ze dan volwassen zijn, en de problemen niet direct zijn aangepakt, komen ze vaak alsnog in een lang behandeltraject. Dat zie ik ook in mijn omgeving.”
Karremans was eerder wethouder in Rotterdam en wordt gezien als groot politiek talent, met veel fans binnen zijn eigen VVD. De pijnlijke periode uit zijn jeugd leverde hem een inzicht op dat hem nu drijft als staatssecretaris van Jeugd, Preventie en Sport: de samenleving moet een veel grotere rol spelen bij het aanpakken van mentale problemen van kinderen. Ouders, familieleden, buren, sportcoaches, leraren. Niet gelijk naar de jeugdzorg kijken. „We moeten toe naar een maatschappelijke dialoog daarover. Een vreselijk woord trouwens, ik heb het niet zelf bedacht. Misschien moet ik iets nieuws verzinnen, iets Rotterdams: ‘We motte prate’ ofzo.”
U bent van de VVD, maar u klinkt net als uw voorganger Maarten van Ooijen van de ChristenUnie, die ook een maatschappelijke discussie wilde.
„Ik heb Maarten onlangs hier uitgenodigd en we hebben uitgebreid gesproken. Dit is voor een heel groot deel hetzelfde als wat hij wilde. We waren het helemaal eens.”
Een grotere rol voor de samenleving is niet alleen goed voor de kinderen zelf, vertelt Karremans, het is ook noodzakelijk om de „vastgelopen jeugdzorg” weer op gang te krijgen. Die kent lange wachtlijsten, vooral voor kinderen die zwaardere, complexere zorg nodig hebben zoals bij zware depressies, anorexia of suïcidale neigingen. Snel hulp is dan belangrijk, omdat de problemen anders alleen maar groter worden. Te veel zorgaanbieders richten zich nu op ‘lichte’ zorg, zoals hulp bij tentamenstress, ziet hij. Karremans: „We moeten er zijn voor de kinderen die echt in nood zitten. En dat zijn we nu niet. Ons systeem werkt niet voor hen.”
Intussen lopen de kosten alsmaar op. Vorig jaar kostte de jeugdzorg 7,2 miljard euro, dit jaar wordt dat naar schatting 8,1 miljard, schreef Karremans eerder in een Kamerbrief. „Dat kan zo niet langer”, zegt hij nu.
470.000 van de 3,3 miljoen kinderen tot achttien jaar maken nu gebruik van jeugdzorg – dat is een op de zeven. In Rotterdam, vertelt Karremans, „zijn klassen waar zelfs een op de vier kinderen in de jeugdzorg zit. Een kwart van de klas!”
Wat dacht u toen u dat hoorde?
„Ik schrok me helemaal te pletter.”
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
„Er wordt steeds makkelijker doorverwezen naar jeugdzorg, professionals vinden het moeilijk om nee te zeggen, en aanbod creëert vraag. Ouders spelen ook een rol, die eisen vaker hulp voor hun kind. Die nemen geen genoegen met ‘nee’ en denken ‘ik heb alles geprobeerd, ik weet het ook niet meer, ik wil dat het nu opgelost wordt’.”
Logisch toch? Je wil het beste voor je kind.
„Het is maar de vraag of dat medicaliseren van problemen het beste is voor het kind. We moeten ophouden met stickertjes plakken op elk kind dat iets ander gedrag vertoont. Als iemand een beetje druk is, of als een kind proefwerken eng vindt, is het tegenwoordig gelijk adhd of faalangst. En daar moet je dan voor behandeld worden. Tsja. Hoort erbij toch? Ik had vroeger ook faalangst, ik was ook heel onzeker. Bij opgroeien hoort vallen en opstaan. En dus ook faalangst als je een proefwerk hebt.”
Lees ook
Het leven is soms verrekte lastig, zegt hoogleraar Levi van Dam
Wat zou u tegen die ouders willen zeggen?
„Accepteer het als je kind niet in het perfecte plaatje past. Ren niet gelijk naar een professional toe. Praat met je kind. Een kind van twaalf gaat niet uit zichzelf naar een psycholoog toe, dat organiseren de ouders.”
Kinderen van nu leven in een lastige tijd. De invloed van sociale media, klimaatcrisis, oorlogen, prestatiedruk…
„Dat wordt altijd maar gezegd: de jeugd van nu heeft het heel zwaar. Maar elke generatie kent zijn eigen uitdagingen. Dat gold voor mijn ouders, mijzelf en mijn kinderen.”
Wat waren uw uitdagingen dan?
Het blijft even stil. „Pfff…goeie vraag. Nou ja, ik heb in een heel groot deel van mijn jeugd ook met sociale media te maken gehad. En we hadden de kredietcrisis in 2007, 2008. Toen heerste heel erg het gevoel ‘de wereld gaat eraan’. Wat veel kinderen nu met de klimaatcrisis hebben, hadden wij toen ook al. Het gaat om het kweken van weerbaarheid, dat je ergens tegen kan. Het leven zit nu eenmaal vol tegenslagen.”
We moeten ophouden met stickertjes plakken op elk kind dat iets ander gedrag vertoont
Karremans wil dat in 2028 nog maar een op de tien kinderen naar jeugdzorg gaat, zegt hij. Hij noemt het „een eerste stap”. „Uiteindelijk wil ik nog veel minder, bijvoorbeeld een op de vijftien. Het liefst zo min mogelijk.”
Zegt u het maar, wat gaan we dan niet meer doen? Dyslexie? Adhd?
„Dat kan van alles zijn. De lichtere problematiek. De inperking van de jeugdzorg betekent voor veel mensen straks echt een ‘nee’. Kinderen met zwaardere problematiek krijgen sneller een ‘ja’, waardoor ze minder lang hoeven te wachten.”
Maar wat valt er dan af?
„Laat ik een voorbeeld geven. In Utrecht was een groep meiden met faalangst. Normaal gaan die allemaal individueel naar een psycholoog en krijgen ze een behandeltraject op maat. Nu hebben ze daar een collectieve faalangst-workshop gedaan. Daarna had bijna niemand meer jeugdzorg nodig.
„Of neem vechtscheidingen. Je kan die ouders meer begeleiding geven en zich bewust laten worden van hun keuze. Bijvoorbeeld door iemand van de gemeente langs te sturen om een gesprek te voeren: ‘Pas op, je gaat nu scheiden, geen ruzie maken want dat heeft dit en dat soort gevolgen voor je kinderen’. Dan voorkom je dat een kind later op de wachtlijst voor jeugdzorg komt.”
Bent u niet bang dat hogere inkomens straks zelf hun jeugdhulp inkopen? Lagere inkomens, die het meest gebruikmaken van jeugdzorg, hebben daar geen geld voor.
„Dat is natuurlijk altijd lastig. Het zou niet moeten gaan om je inkomen, maar dat onderscheid hou je altijd. Dat geldt nu bijvoorbeeld al met bijles. Dus als jij geld hebt en je kiest ervoor je kind op een luxe zorgtraject te zetten; ik vraag me af of dat goed is voor je kind, maar ik kan je niet tegenhouden.”
Kabinet, gemeenten, zorgaanbieders en cliëntenorganisaties presenteerden in het voorjaar van 2023 de Hervormingsagenda Jeugd. Daarin staat dat gemeenten maatregelen moeten nemen om de jeugdzorg in te perken en de komende jaren honderden miljoenen moeten besparen, oplopend tot 1,1 miljard euro vanaf 2028. Onderdeel van die plannen is de Wet reikwijdte, die duidelijk moet maken wanneer straks wel en wanneer geen jeugdhulp ingezet moet worden. Maar die wet is vertraagd, bleek deze maand tijdens een Kamerdebat, en komt pas eind volgend jaar naar de Tweede Kamer.
De oppositie in de Kamer verweet Karremans daarop „een gebrek aan urgentie”. Onzin, vindt hij zelf: „Ik ben hier letterlijk elke dag mee bezig. Echt elke dag. Maar dit is een heel ingewikkelde vraag. Je kan niet even snel een lijstje maken van ‘dit wel en dit niet’. Het gaat ook over kinderen met multiproblematiek, bijvoorbeeld én een eetstoornis, én een angststoornis, én een trauma. Daar kan je niet even snel één ding uittrekken.”
Gevolg van de vertraagde wet is wel dat de jeugdzorgkosten bij gemeenten blijven oplopen en tot grote financiële tekorten leiden. Vorig jaar ging het om 628 miljoen euro, dit jaar naar schatting om 828 miljoen. In gemeenteraden wordt nu gesproken over sluiten van zwembaden of de bibliotheek om de tekorten op te vangen.
Wat zegt u tegen die gemeenten?
„Gemeenten moeten de mouwen opstropen. Ze kunnen nu al veel doen. Zorg voor stevige wijkteams met hulpverleners die in een vroeg stadium bij mensen met problemen thuiskomen, zodat je voorkomt dat kinderen later in de jeugdzorg belanden. Zorg ervoor dat huisartsen niet te snel doorverwijzen naar jeugdzorg. Een aantal gemeenten heeft al goed draaiende wijkteams, maar heel veel gemeenten hebben dat nog niet.”
Dat is wel heel makkelijk over de schutting gooien.
„Het is een decentraal stelsel. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de jeugdzorg, maar ik ben natuurlijk verantwoordelijk voor het stelsel. Dit is een gezamenlijk opgave. Ik zie ook wel dat er een probleem is. Maar dat is wat anders dan dat gemeenten denken: ‘Wij hebben een probleem en het Rijk lost het wel op’. Al die facturen naar mij sturen? Allemaal leuk en aardig, maar zo werkt het niet.”
Vlak voordat Karremans staatssecretaris werd, rondde hij als wethouder de Rotterdamse voorjaarsnota af. De stad was vele miljoenen extra aan jeugdzorg kwijt. Dat ging ten koste van onderhoud aan wegen, onkruidbestrijding, vrijwilligersorganisaties en zelfs de grote vuurwerkshow – dat leverde toch weer 1 miljoen euro op. „We moesten overal schrapen. De kinderboerderij sluiten stond ook op de bezuinigingslijst, maar die hebben we weten te redden.”
In Rotterdam had Karremans jeugdzorg niet in zijn portefeuille – wel mobiliteit, handhaving, buitenruimte, integratie en samenleven. Maar elke dinsdag bespraken de wethouders alles uit alle portefeuilles. „Omdat jeugdzorg zorgde voor grote tekorten, ben ik daar ingedoken. Ook uit eigenbelang. Want als je dat niet beteugelt, heb je ook in je eigen portefeuille een probleem.”
Wat hij maar wil zeggen: „Ik wéét wat bezuinigen betekent. Dat snap ik echt.”
Hij wijst ook op de deskundigencommissie onder leiding van Tamara van Ark, die nu de uitvoering van de Hervormingsagenda Jeugd en de financiële consequenties evalueert, en begin volgend jaar met een advies komt.
Als die commissie zegt dat gemeenten er geld bij moeten krijgen, komt dat er dan? Gemeenten stemmen vrijdag tijdens een vergadering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten over een voorstel om u daar zo nodig juridisch toe te dwingen.
„Dat moeten we zien bij de Voorjaarsnota. Er zijn veel bewindslieden die daar een financiële claim neerleggen, ik natuurlijk ook als er iets uit de commissie komt. Maar elke keer geld erbij is uiteindelijk geen oplossing. We zullen toch harde keuzes moeten maken.”
Lees ook
Hervormingen in de jeugdzorg: ambities volop, maar wie gelooft er in?
De scholieren zijn al lang naar huis als Lucien Schoonwater (53), rector- bestuurder van het ds. Pierson college in Den Bosch, op maandagmiddag via WhatsApp berichtjes van ongeruste collega’s ontvangt. Op Snapchat is die middag een foto van een „revolver” geplaatst met de oproep het plaatje te delen. In het begeleidende tekstje staat „morgen schietpartij” met de namen van de vier scholen die het doelwit zijn, waaronder die van Schoonwater.
Schoonwater zit al dertig jaar in het onderwijs, maar heeft nog nooit een pistool in het echt gezien – laat staan op zijn school aangetroffen. Maar de bedreiging neemt hij „bloedserieus”. De veiligheidscoördinatoren van de scholen leggen contact met de politie, die de dreiging in beeld brengt. „Een directeur moet geen rechercheur gaan spelen”, zegt Schoonwater.
Zelf richt de directeur zich op de leerlingen, hun ouders, en het personeel, want daar zit heel erg veel „ongemak en angst”.
Via de socials
Het Pierson College voegt zich in een illuster rijtje dat de afgelopen paar maanden te maken heeft gehad met online bedreigingen. Sinds oktober was dit het geval bij scholen in Amsterdam, Deventer, Almere, Lelystad, Breda, Woerden en Papendrecht. En het jaar ervoor waren (middelbare) scholen in Rotterdam, Zwolle, Zaandam, Meppel, Oss en wederom Amsterdam de pineut.
De meeste bedreigingen gaan via de ‘socials’, zoals Snapchat, of per mail. Er worden foto’s van pistolen en bommen gestuurd en er wordt gedreigd met schietpartijen, aanslagen of ontploffingen. Een echte aanslag is er tot nu toe nooit geweest.
„Maar wij adviseren de dreiging uiterst serieus te nemen”, zegt Lynn Louwe, crisisadviseur bij Stichting School & Veiligheid. Louwen adviseert scholen bij acute dreigingen. De scholen vinden het, zegt ze, lastig om in te schatten hoe serieus een dreiging nou echt is. „Ze hebben goed zicht op hun eigen leerlingen, maar niet op de anonieme online bedreiger.” Politierechercheurs onderzoeken of de bedreiging serieus is, zegt een woordvoerder van de politie.
Lees ook
Politie vermoedt kopieergedrag bij hausse aan schoolbedreigingen
Op bijna alle bedreigde scholen gaan de lessen deze week door. In Lelystad wordt in samenspraak met de politie een school dichtgehouden. Dit besluit is altijd lastig, zegt Louwe van Stichting School & Veiligheid. Ook als uit politieonderzoek blijkt dat er weinig gevaar is, kan een school dichtblijven, legt ze uit.
Heftige bedreigingen
Dichtblijven: dat besluit namen Nico van Brenk en Wilma van Roomen, directeuren van vmbo-school Yuverta in Montfoort, in mei vorig jaar. Online circuleerden heftige bedreigingen. De eerste bereikte leerlingen van een Yuverta-school in Amsterdam. De volgende ochtend waaiden de dreigementen over naar Montfoort.
Terwijl de politie volop onderzoek deed, nam de onrust in Montfoort toe, zegt Van Roomen. Ouders belden naar school, kinderen gingen naar huis. „Sommige ouders reden door rood om hun kind op te halen.” De directeuren besloten daarop de leerlingen naar huis te sturen.
Dat kwam de school op kritiek te staan. Had de school te paniekerig gereageerd? Volgens de directeuren niet, ze konden niet anders. „Lesgeven was niet meer zinvol” zegt Van Roomen. De les die ze geleerd hebben, is dat het belangrijk is direct heel helder te communiceren dat er contact is met de politie en dat die de zaak onderzoekt. „Zo laat je zien dat de leerlingen in goede handen bij je zijn”, zegt Van Brenk.
De rector van het Pierson College in Den Bosch, Lucien Schoonwater, krijgt een paar uur na het dreigement al te horen dat zijn school gewoon open kan blijven. Dat communiceert hij met de ouders van de kinderen en benadrukt daarbij dat dit blijkt uit politieonderzoek. Dinsdagochtend krijgt hij nog wat telefoontjes van bezorgde ouders. Daarna „ebt de onrust weg”.
‘Copycatgedrag’
Vaak tast de politie in het duister over de aanstichter van de bedreigingen. Als er wel iemand gepakt wordt, is dat vaak een jongere. Zo is in België maandag een veertienjarig meisje aangehouden dat gelinkt wordt aan het schooldreigement in Breda. En eerder deze maand is een veertienarige jongen aangehouden die een middelbare school in Maasland zou hebben bedreigd met een „schietpartij”, volgens Omroep West. En er zijn nog meer tieners opgepakt. De politie vermoedt dat de online dreigingen leiden tot „copycatgedrag” onder andere jongeren.
Ze zetten zich af: tegen ons, de school, de maatschappij – dat zit in jongeren. Ze kunnen de consequenties niet overzien
De bedreigingen aan de Yuverta vmbo-scholen van vorig jaar kwamen ook van een minderjarige, zegt schooldirecteur Nico van Brenk: „Tijdens de examenperiode.” Collega-directeur Van Roomen: „Jongeren zoeken een reden om niet naar school te hoeven.” Van Brenk: „En ze zetten zich af: tegen ons, de school, de maatschappij – dat zit in jongeren. Ze kunnen de consequenties niet overzien.” Inmiddels heeft hun school een conceptbericht klaarliggen voor als er een online bedreiging is.
Hoe vaak er inmiddels iemand veroordeeld is voor online schoolbedreigingen is niet bekend. Vijf jaar terug zat een tiener bij de rechter, omdat hij via YouTube had gedreigd met een „school shooting” in Amsterdam. De (jonge)man werd veroordeeld voor een poging tot bedreiging – de rechter kon niet vaststellen of de bedreiging daadwerkelijk iemand bereikt had. Hij kreeg een maand jeugddetentie opgelegd van de rechter.
Vroeger kregen we dreigtelefoontjes
Nieuw zijn de schoolbedreigingen niet, volgens Schoonwater van het ds. Pierson College in Den Bosch. „Vroeger kregen we dreigtelefoontjes.” Of per brief, zegt directeur Van Brenk. Het grote verschil: de impact online is veel groter, een bericht verspreidt zich sneller.
Volgens Van Brenk en Van Roomen raken leerlingen, hun ouders en het schoolpersoneel inmiddels minder snel in paniek na online intimidatie. Eerder deze week zagen ze hoe een leerling van een bedreigde school koeltjes de pers te woord stond. Van Roomen: „We nemen bedreigingen serieus. De politie doet onderzoek. Maar we laten het onderwijs er niet meer door gijzelen.”
Lees ook
Wie bedreigde de kinderen van de basisschool in Oss die in juni moest sluiten?
De coalitiepartijen die in de gemeente Den Haag het college van B en W vormen, kunnen niet meer rekenen op een meerderheid in de gemeenteraad. Twee fractieleden van respectievelijk PvdA (Mairan Sewtahal) en CDA (Ismet Bingöl) maakten woensdag bekend dat zij overstappen naar de grootste oppositiepartij, Hart voor Den Haag, van oud-PVV’er, Richard de Mos.
Die had de greep uit de fracties van de twee partijen uit de Haagse coalitie goed voorbereid. Bij de twee partijen wisten ze intern tot woensdagochtend van niets. De fractieleiding van de PvdA dacht dat hun fractiegenoot Sewtahal ziek thuis zat. Begin november had hij aangegeven dat hij om gezondheidsredenen een tijdje rust moest nemen. Woensdag gaf Sewtahal op een gezamenlijke persconferentie met De Mos aan dat hij al geruime tijd met Hart voor Den Haag in gesprek was over zijn overstap.
In 2022 wist Sewtahal 1.418 stemmen binnen te halen (van de 11.764 stemmen op de PvdA), hij kwam dus met voorkeursstemmen in de gemeenteraad. Hij had al langer een moeizame relatie met zijn partij. In 2021 vond de PvdA-top nog dat zijn vastgoedpraktijken niet bij de kernwaarden van de PvdA pasten. Na een succesvolle lobby van partijleden kwam hij alsnog op de kieslijst en wist hij zijn plek in de gemeenteraad alsnog binnen te halen. De CDA’er, Ismet Bingöl, haalde 928 van de 11.455 stemmen op het CDA binnen.
Het vergt moed om zo’n grote stap te zetten, je eigen partij te verlaten en de coalitie haar meerderheid te ontnemen
Hindostaanse stemmen
De Mos wil bij de raadsverkiezingen in 2026 15 zetels binnenhalen, zo liet hij op de persconferentie weten. Met hulp van Bingöl (Turkse wortels) en Sewtahal wil hij dan meer stemmen van Hindostaanse inwoners uit Den Haag binnenhalen. De Mos noemde zijn nieuwe fractiegenoten „ronduit dapper. Het vergt moed om zo’n grote stap te zetten, je eigen partij te verlaten en de coalitie haar meerderheid te ontnemen.” Maar, in tegenstelling tot in 2023, zegt de Mos nu niet uit te zijn op de val van het college of een rol als wethouder voor zichzelf. „Er zijn altijd gesprekken mogelijk met de burgemeester of de gemeenteraad. Maar de koers moet echt anders. Ik ga anderhalf jaar voor de verkiezingen niet in een lekkend schip stappen”, zegt hij nu. „Er zit nu een college dat tegen de koers van de Haagse bevolking invaart.”
De PVV valt hem daarin bij: „Er zit hier een links college dat de stad in haar activistische wurggreep had”, aldus de partij op X. „En dat college is nu ter ziele. Er is nu weer hoop op een frisse wind op het stadhuis.”
Het is sinds de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 de tweede keer dat de coalitie haar meerderheid kwijt raakt. Beide keren speelde de partij van De Mos daar een grote rol in. In 2023 stapte de VVD uit het college nadat De Mos voor de eerste keer was vrijgesproken.
GroenLinks en PvdA wilden echter niet met hem samenwerken zolang er geen uitspraak in hoger beroep was in de strafzaak op verdenking van omkoping en corruptie die toen nog liep. D66, GroenLinks, PvdA en CDA deden toen voor een nieuw college zaken met de Partij voor de Dieren en Denk. Samen vormen ze sindsdien het Haagse college van burgemeester en wethouders.
‘Meer dualisme’
Na de ontwikkeling van vandaag wordt er vanuit de collegepartijen nog niet over een crisis gesproken. „Het maakt meer dualisme in ons gemeentelijke politieke systeem mogelijk”, zegt wethouder, Robert van Asten (D66) en eerste loco-burgemeester. Hij moest, net als de kopstukken van PvdA en CDA via een livestream de persconferentie van De Mos over de nieuwe politieke ontwikkelingen volgen om te weten wat er speelde. „Wij hebben een mandaat van de gemeenteraad om het coalitieprogamma uit te voeren”, aldus Van Asten. „Twee raadsleden zijn nu vanuit het coalitiekamp overgestapt naar de oppositie, maar het is de vraag of daardoor dat programma niet meer uit te voeren is.”
In de gemeenteraad kunnen de collegepartijen nog steun zoeken bij kleine fracties als die van de ChristenUnie, de Haagse Stadspartij of de SP. Aan de andere kant van het politieke spectrum in de Haagse gemeenteraad valt van Hart voor Den Haag, PVV, Forum voor Democratie of VVD weinig steun voor het collegebeleid te verwachten.
Op korte termijn moet blijken of het college nog voldoende spankracht in de gemeenteraad heeft. Donderdag staat een door Hart voor Den Haag ondersteund referendum om invoering van betaald parkeren in de hele stad te voorkomen. Vorige maand dreigde het college nog uit elkaar te vallen over omstreden milieuzones die begin volgend jaar in het centrum worden ingevoerd. Met name het CDA dreigde toen met een collegecrisis, ondanks afspraken daarover in het coalitie-akkoord. Die besluitvorming is inmiddels alsnog afgerond, maar het politieke gevaar is nog niet geweken. Het college wil die zero-emissiezones daarna verder uitbreiden richting Scheveningen en Kijkduin. Het is de vraag of daar nog een meerderheid in de gemeenteraad voor te vinden is.
Lees ook
Het OM krijgt harde verwijten van de rechtbank bij volledige vrijspraak Richard de Mos