„Hier staan de namen van mijn vrienden”, gebaart Ivan uit Odesa naar zijn scherfvest. Een van de namen is Vidma – heks. „Zij zijn al bij God. Vidma is er niet meer”. Op een trainingsterrein bij Kyiv, waarvan de precieze locatie geheim moet blijven, staan 41 potentiële rekruten voor de Derde Aanvalsbrigade gekleed in een ratjetoe aan zelf samengestelde legeroutfits.
De afgelopen weken boekt Rusland zijn grootste terreinwinst in Oekraïne sinds de eerste maanden van de invasie. Na maanden politiek gesteggel is de inkt eindelijk droog onder het Amerikaanse militaire steunpakket ter waarde van 61 miljard dollar voor Oekraïne. De eerste leveringen zijn onderweg. De wapens geven Kyiv een kans om de frontlijn weer te stabiliseren.
Maar nu dringt Oekraïnes tweede, mogelijk nog grotere, militaire probleem zich naar de voorgrond: het tekort aan manschappen. De druk op Oekraïense mannen om zich aan te melden voor het leger, neemt toe.
Toestroom moet verbeteren
Een nieuwe mobilisatiewet, die op 18 mei ingaat, moet de toestroom naar de strijdkrachten verbeteren, verlaagt de minimumleeftijd met twee jaar naar 25, vereist dat álle mannen van 18 tot 60 jaar zich registreren en zal ontduikers harder straffen. Zo wordt het rijbewijs opgeschort voor mannen die zich niet registreren, en raken zij het recht op kinderbijslag kwijt. De nieuwe aanwas moet de mannen die nu al twee jaar onafgebroken vechten, de kans geven op vakantie. En moet ervoor zorgen dat Oekraïne overeind blijft tegenover de talrijkere Russische troepen.
Het manschappentekort is naast de wapennood ook één van de belangrijkste redenen dat het Oekraïense tegenoffensief is gestokt, legde de plaatsvervangend commandant van de vijfde brigade, Mychajlo Onufer, deze week uit aan de Oekraïense publicatie Pravda. Om een offensief uit te voeren heb je reserves nodig: „Zodra je een positie veroverd hebt, moet de volgende aanvalseenheid onmiddellijk jouw posities passeren en doorbreken.” Zijn brigade werd geconfronteerd met het feit dat de aanvalseenheden gewond raakten en dat er geen vervanging voor hen was. Toen konden de Oekraïners niet verder vooruit.
Eerste uitleg over de opleiding voor rekruten bij een brigade van de nationale garde, eind januari Foto Kostyantyn Chernichkin
Een heikel punt in de nieuwe mobilisatiewet is het opschorten van consulaire diensten voor Oekraïense mannen van gevechtsleeftijd in het buitenland die niet staan ingeschreven bij het militaire registratiekantoor. Dit betekent bijvoorbeeld dat paspoorten van deze mannen niet verlengd kunnen worden. Het doel: Oekraïense mannen terug zien te krijgen naar Oekraïne.
Ivan heeft er begrip voor: „Ik vind dat iedereen die over de grens is vertrokken, terug moet komen en zich moet aansluiten bij de verdediging.” Bovendien: „Iedereen die hier is trouwens ook, het is een burgerplicht. Wie gaat je geboortehuis beschermen als je het zelf niet doet?”
Wat doet Europa?
De vraag blijft hoe Europese regeringen zullen omgaan met gevluchte Oekraïners zonder geldig paspoort. Duitsland heeft al gesteld dat de mannen binnenkort een eigen reis- en identificatiedocument kunnen krijgen. Ook Estland, waar zo’n 6.500 Oekraïense mannen in de gevechtsleeftijd verblijven, heeft „geen plannen” om Oekraïense burgers te dwingen tot repatriatie, en wijst op de mogelijkheid om op andere manieren te identificeren.
Tot nu toe heeft alleen Polen zich bereidwillig geuit. Volgens de minister van Defensie, Władysław Kosiniak-Kamysz, staan de buren klaar om te helpen de Oekraïense mannen naar het thuisland te bewegen. „Ik denk dat veel Polen verontwaardigd zijn als ze jonge Oekraïense mannen in hotels en cafés zien en horen hoeveel moeite we moeten doen om Oekraïne te helpen”, zei Kosiniak-Kamysz vorige week tegen persbureau Reuters.
Twijfelachtig is of mannen die zo onvrijwillig bij de strijdkrachten terechtkomen, wel goede militairen zullen zijn. Bij sommige brigades deserteert tot wel tien procent van de gemobiliseerden, schreef The Economist afgelopen weekend. Die mannen vluchtten veelal naar het westen van Oekraïne. De meeste aanhoudingen die dienstplichtambtenaren verrichten, betreffen geen dienstplichtontlopers, maar deserteurs, zei een Oekraïense parlementariër.
‘Ben je met ons?’ staat op een bord waarmee de Derde Aanvalsbrigade burgers oproept om te solliciteren naar een plaats bij deze elite-eenheid. Foto Kostyantyn Chernichkin
De Derde Aanvalsbrigade is een unieke elite-eenheid. Terwijl bijna alle brigades hun best moeten doen om te zorgen dat rekruten zich bij hén aansluiten en niet elders, kiest de derde brigade zijn rekruten zelf. De 39 mannen en twee vrouwen op het trainingsveld doorlopen eerst drie maanden training. Pas als ze fit en goed genoeg zijn bevonden, krijgen ze een contract aangeboden.
„Zet je voeten uit elkaar, anders verlies je snel je evenwicht”, zegt de instructeur op het trainingsveld. Ingespannen staan de rekruten in gevechtshouding. Kalasjnikovs tegen de schouder, turend door het vizier. „Zak door je knieën, leun naar voren.” De trainer loopt aandachtig kijkend rond. Met een duw tegen het wapen laat hij sommigen voelen hoe snel ze omkukelen als ze de instructies niet opvolgen.
Rekruten leren dat ze stabiel moeten staan voordat ze een schot lossen. Foto Kostyantyn Chernichkin
Mykola – bijnaam: de chirurg – is pas 19. Op zijn kin groeien enkele blonde haartjes. „Toen de oorlog begon zat ik nog op school. Ik wilde me op mijn achttiende aansluiten, maar mijn moeder vond het niet goed.” Mykola moest tenminste één jaar naar de universiteit, zodat zijn moeder erover na kon denken. Tot de leeftijd van 21 is toestemming van de ouders vereist.
In het tweede jaar van de oorlog ging Mykola naar de regio Donetsk, als hulpverlener. „Toen had mijn moeder minder zorgen. Toen zei ze: Oké, het is jouw besluit.”
De brigade staat onder commando van de rechts-nationalistische Andriy Biletsky, die ook de befaamde Azov Brigade oprichtte – die onder meer naam maakte bij de laatste verdediging van de havenstad Marioepol. Biletsky’s eerdere uitingen over witte-suprematie maken van hem een aantrekkelijk doelwit voor Russische propaganda. Maar deze opvattingen zijn al vóór de oorlog op de achtergrond geraakt, en irrelevant voor de populariteit van de Derde Aanvalsbrigade.
De brigade is in Oekraïne beroemd. Deels vanwege successen op het slagveld: dankzij zijn strenge selectieprocedure wordt de derde brigade ingezet bij belangrijke missies, zoals de terugtrekking uit industriestad Avdiivka. Deels door een slimme PR-strategie.
„De Derde Aanvalsbrigade krijgt veel media-aandacht”, zegt Mykola. Voor hem was het een reden om zich hier te melden, en nergens anders: „Je ziet overal de advertenties, ze zijn op iedere sociaal medium. Ze maken veel YouTube video’s van gevechten van aanvallen. Je kunt zien hoe het daar gaat. Dus je weet waar je naartoe gaat.”
De Oekraïense gevechtsvideo’s, vaak opgenomen met drones, laten de brute werkelijkheid van de oorlog zien. Geruststellend zijn ze niet. Vooruitblikkend op de toekomst in de frontlinies zegt Ivan: „Het wordt eng. Ik verwacht een overwinning, maar ik weet dat het heel moeilijk wordt.”
Het eerste punt is misschien wel het moeilijkst: een woning. Een gemiddelde studentenkamer kost 683 euro, volgens de laatste cijfers van verhuurplatform Kamernet. In Amsterdam ligt het gemiddelde nog hoger: 979 euro. Daarnaast loopt de kamernood op, volgens dataonderzoek van NRC: in het tweede kwartaal van 2024 werden nog zo’n 45.000 woningen aangeboden, dit voorjaar waren dat er minder dan 26.000 – een afname van 40 procent.
Die cijfers stemmen niet hoopvol. De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) geeft tips: schrijf je in op betrouwbare verhuurplatforms, zoals op room.nl en Kamernet, of antikraakorganisaties zoals Ad Hoc. Ook is het een goed moment om je Facebookprofiel af te stoffen of er eentje aan te maken: in ‘Kamer Gezocht/Aangeboden’-groepen komen veel kamers langs.
Illustratie Pam Werlotte
Pas wel op voor scams: op sociale media kan iedereen zich voordoen als verhuurder. Als het te mooi lijkt om waar te zijn, is het dat meestal ook, waarschuwt LSVb. Betaal geen borg voordat je de kamer hebt gezien en deel niet zomaar persoonlijke documenten, zoals een scan van je paspoort. LSVb heeft een overzicht samengesteld van betrouwbare (Facebook)groepen en platforms per studentenstad.
Wil je reageren op een huis? Wees niet te standaard in je berichtje, tipte Maja van Casteren (20), tweedejaars archeologie in Leiden, vorig jaar aan NRC. Vertel welke bands of festivals je leuk vindt, of welk recept je goed kan maken. Sommige huizen krijgen namelijk zeventig, tachtig mailtjes. „Je moet origineel zijn, maar het niet te gek maken.”
Lees ook
Succesvol hospiteren, hoe doe je dat? ‘Je moet origineel zijn, maar het niet te gek maken’
Als je een contract voor je neus krijgt vol rare termen, kun je terecht bij de Housing Hotline van de studentenvakbond, vertelt LSVb-voorzitter Maaike Krom. Twee juristen van het LSVb behandelen alle vragen rondom huisvesting, huurbazen en huurrecht.
Kamer gevonden? Vergeet je niet in te schrijven bij je nieuwe gemeente. Het komt vaak voor dat studentenkamers worden aangeboden waar ‘inschrijving niet mogelijk’ is; weet dat dat niet zonder risico is: je ontvangt geen officiële post, kan toeslagen mislopen en riskeert een boete van maximaal 325 euro.Als je een zelfstandige woning hebt bemachtigd – met een eigen toegangsdeur, keuken en wc – heb je wellicht recht op huurtoeslag.
2Regel je zorgverzekering én toeslag
„Vaak vergeten studenten dat ze een zorgverzekering moeten afsluiten”, ziet Sam de Jong, bestuurslid bij het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO).
Tot je achttiende ben je meeverzekerd bij de zorgverzekering van je ouders, daarna ben je verplicht om een eigen verzekering te regelen. Doe dat binnen een maand na je verjaardag, anders riskeer je een boete. Zorgverzekeringen beginnen dit jaar vanaf 141,40 euro per maand met een eigen risico van 385 euro; met een hoger eigen risico wordt je maandelijkse premie lager. Ook goed om te weten: zodra je 18 bent, worden tandartskosten niet meer vergoed via de basisverzekering, en heb je daarvoor een aanvullende verzekering nodig.
Het goede nieuws is dat je ook aanspraak kan maken op zorgtoeslag. Hoeveel je krijgt is afhankelijk van je situatie, dit jaar kun je maximaal 131 euro ontvangen. Ook als je ouders je zorgpremie nog betalen, heb je recht op zorgtoeslag.
Als je uit huis gaat, regel dan meteen ook een huisarts, tandarts, en apotheek in je nieuwe stad. „Want als je dat pas bedenkt als je het echt nodig hebt, is het vaak al te laat”, zegt De Jong, die uit eigen ervaring weet dat het niet ideaal is om pas een huisarts te regelen als je daadwerkelijk ziek bent.
3Studieboeken: liever lenen dan kopen
Zodra je de literatuurlijst hebt, is het slim om zo snel mogelijk te checken waar de boeken beschikbaar zijn, tipt LSVb-voorzitter Maaike Krom. „Soms heeft de universiteitsbibliotheek maar 1 of 2 exemplaren, en dan grijp je er snel naast.”
Volgens Krom zijn studieverenigingen of Facebookgroepen van de studie ook goede opties. „Dat zijn typische plekken waar tweede-of derdejaars hun boeken verkopen.” Een stuk goedkoper dan een gloednieuw boek, en duurzamer.
Voordat je alle titels op de literatuurlijst aanschaft, is het goed om even te controleren hoeveel hoofdstukken je daadwerkelijk moet lezen, tipt Emma Mouthaan, oprichter van Skere Student, een blog met budgettips voor studenten. „Soms lees je maar één hoofdstuk of gaat het om aanbevolen in plaats van verplichte literatuur. Dan is het zonde als je het hele boek koopt.”
4…en haal je neus soms uit de boeken
Veel universiteiten en hogescholen bieden goedkope sportfaciliteiten aan voor studenten. Maar dit voorjaar dreigden die abonnementen wel drie keer zo duur te worden: het – inmiddels demissionaire – kabinet wilde dat universiteiten belastinggeld uitsluitend zouden besteden aan onderwijs, en niet om sporten voor studenten te subsidiëren. Na ophef beloofde de minister het in ieder geval komend jaar te gedogen.
„Maak er dus volop gebruik van dit jaar”, adviseert De Jong van ISO. „Al hoop ik wel dat het ook na dit jaar niet wordt doorgevoerd.”
5Studiefinanciering
Studiefinanciering (‘stufi’) is een parapluterm voor een vijftal potjes:
Basisbeurs. De hoogte van de basisbeurs hangt af van het type onderwijs – mbo of hbo/wo – en of je thuis woont of op kamers. Thuiswonende mbo-studenten krijgen 103,78 euro per maand, thuiswonende hbo-en wo-studenten krijgen 125,99 euro. Uitwonende studenten krijgen meer, respectievelijk 338,68 euro bij een mbo-studie en 314 euro bij hbo en wo.
Aanvullende beurs. Als de draagkracht van je ouders lager ligt, kom je in aanmerking voor een aanvullende beurs van maximaal 475,17 euro. Het bedrag hangt af van hun inkomen, hun eventuele studieschuld en het aantal studerende broers of zussen. DUO neemt voor komend studiejaar de inkomensgegevens van de Belastingdienst uit 2023. Is het inkomen flink gedaald sindsdien (meer dan 15 procent)? Geef dan een ander peiljaar op. „Met een zo realistisch mogelijke schatting”, waarschuwt Warner Bargboer, adviseur bij DUO. „Anders riskeer je dat je het later weer moet terugbetalen.”
Studentenreisproduct. Met je studenten-OV mag je niet alleen gratis reizen met de trein, maar ook met de tram of bus, ook als je nog geen 18 bent. Je kiest tussen een week- of weekendabonnement; wisselen mag twee keer per jaar. Doe je hbo of universiteit? Dan gaat het studenten-ov vanaf 1 september in. Voor mbo-studenten is het geldig vanaf 1 augustus, maar reis je tot en met 15 augustus met korting in plaats van geheel gratis.
De basisbeurs, aanvullende beurs en het studentenreisproduct zijn alle drie een prestatiebeurs: als je binnen tien jaar je diploma haalt, wordt het bedrag, inclusief de opgebouwde rente, kwijtgescholden.
Rentedragende lening. Mbo-studenten kunnen maximaal 226,08 euro per maand lenen, hbo en wo-studenten 304,95 euro. Over deze schuld betaal je rente. Terwijl je studeert, geldt ieder jaar een ander rentepercentage, dat elk jaar in oktober wordt vastgesteld. Nadat je je studiefinanciering hebt stopgezetof er geen recht meer op hebt, wordt het percentage voor 5 jaar vastgezet. Bij de invoering van het leenstelselin 2018 was het rentepercentage nog 0 procent, inmiddels is dat gestegen naar 2,57 procent.
Collegegeldkrediet. Daarnaast kunnen hbo- of wo-studenten ook aanspraak maken op het collegegeldkrediet, wederom een lening waarover je rente betaalt. Als je het wettelijke collegegeld betaalt van 2.601 euro, komt dat neer op 210,83 euro per maand. Vraagt jouw opleiding meer collegegeld? Dan kan je collegegeldkrediet oplopen tot maximaal 1.054 euro per maand. Je hoeft niet te verantwoorden dat je het bedrag uitsluitend voor collegegeld gebruikt.
Pas op: ook als je aanspraak maakt op maar één aspect van de studiefinanciering, gaat de teller voor álle potjes lopen. „Voor de meeste studies heb je bijvoorbeeld 48 maanden recht op studiefinanciering,” zegt Bargboer. „Stel, je vraagt alleen het studentenreisproduct aan, dan loopt de teller ook voor de basisbeurs en de aanvullende beurs.”
Als je nog niet zeker weet of je bent toegelaten tot je opleiding, adviseert DUO toch om alvast de studiefinanciering aan te vragen. Dan weet je zeker dat het op tijd klaarstaat. Ga je toch niet studeren, zet het stop voor 1 september. Zo bouw je geen schuld op.
Alles ingevuld maar twijfel je of het allemaal klopt? Bargboer: „Je kan DUO altijd bellen om het even na te lopen.”
6Budgetplanning
Maximaal lenen is aantrekkelijk, zegt Mouthaan van de blog Skere Student, maar, zo weet ze uit eigen ervaring, een torenhoge schuld is makkelijk gemaakt. „Studenten zien een studieschuld als een probleem voor de verre toekomst, dat is natuurlijk niet zo, maar het is voor jongeren moeilijk om de consequenties goed in te schatten.”
Volgens Mouthaan heb je twee opties: vooraf bedenken hoe hoog jij wil dat je schuld isals je afstudeert, en vanuit daar terugrekenen óf een inschatting maken van je inkomsten en uitgaven en het bedrag dat je tekortkomt, lenen. Je kunt hiervoor bijvoorbeeld de maandbegroting vanNibud gebruiken.
Lees ook
Hoe komt de student rond? ‘Ik wil niet eens weten hoe hoog mijn schuld nu is’
Het is slim om maandelijks een moment te plannen om terug te kijken op je uitgaven, zegt Mouthaan, om te zien waar je kan besparen. „Als je ziet dat je 100 euro per maand kwijt bent aan, stel, koffietjes-to go, probeer het de volgende maand dan naar 80 euro te krijgen, de maand daarop naar 70.”
Je DUO-lening kan je maandelijks aanpassen, wat fijn is als je een maand krapper bij kas zit. Maar pas op, zegt Mouthaan: „Je ziet vaker dat mensen hun lening steeds verder omhoogzetten, in plaats van naar beneden bijstellen.”
7Een fiets die tegen een stootje kan
Voor je studententijd wil je een fiets die een beetje hufterproof is en tegen een stootje kan in de overvolle fietsenrekken bij de universiteit.
Illustratie Pam Werlotte
Swapfietsen, met hun herkenbare blauwe voorbanden, zijn niet weg te denken uit het straatbeeld. Maar zijn ze voordelig? Je bent – met studentenkorting – 17,90 euro per maand kwijt, wat neerkomt op 214,80 euro per jaar. Reparaties en onderhoud zijn gratis. Maar, zonder extra verzekering van Swapfiets, kunnen de kosten toch oplopen: een gestolen Swapfiets kost je 40 euro, mits hij op slot stond, 250 euro als je geen sleutel meer kunt inleveren. Ook betaal je 25 euro voor een nieuwe sleutel en 40 euro voor ‘schade die verder gaat dan normaal gebruik’.
Je betaalt dus voor het gemak. Maar je bent waarschijnlijk voordeliger uit met een tweedehands exemplaar van de fietsenmaker of Marktplaats. Beknibbel niet op een extra kettingslot, en een bel is in de Randstad ook geen overbodige luxe, om toeristen aan de kant te jagen als je je college moet halen.
8Een bijbaan
Maar liefst 88 procent van de hbo- en wo-studenten heeft een bijbaan en/of een betaalde stage, bleek vorig jaar uit het Het Studentenonderzoek van het Nibud. Gemiddeld werken ze dertien uur per week en verdienden ze 560 euro per maand.
Zo hoef je als student minder te lenen, maar het is belangrijk om een goede balans te bewaken tussen werken en studeren, aldus Mouthaan. „Het moet niet zo zijn dat je niet meer aan studeren toekomt.”
Hoe komt de student rond? ‘Ik wil niet eens weten hoe hoog mijn schuld nu is’
9Van INKOM tot Eureka: introductieweken zijn een aanrader
De Eureka in Rotterdam, de HOPweek in Den Haag, de KEI-week in Groningen, of de INKOM in Maastricht: eind augustus organiseren studentensteden introductieweken om de eerstejaars welkom te heten. Elke stad heeft zijn eigen titel en programma. Tweede-of derdejaarsstudenten zijn mentorouders en nemen je mee op sleeptouw naar barbecues in het park, activiteitenmarkten en feesten. Via-via lukt het vaak om een logeerplekje te regelen in een studentenhuis. Emma Mouthaan: „Je leert op een laagdrempelige manier de stad kennen: iedereen gebruikt op dat moment nog Google Maps om van a naar b te komen.”
Illustratie Pam Werlotte
„Het is de perfecte mogelijkheid om te verkennen of je je op je gemak voelt bij een studie-, studenten- of sportvereniging”, zegt ISO-bestuurslid De Jong. „Het is de tijd waarin ik de meeste van mijn vrienden heb ontmoet.”
De introductieweken zijn goed om „in het studentengevoel te komen”, zegt LSVb-voorzitter Maaike Krom, maar skip ook de introductie van je studie niet. Die vindt vaak later plaats, in de eerste week van je studie. „Het is slim om bij alle eerste informatiemomenten te zijn zodat je weet bij wie je in de klas of werkgroep komt,hoe het rooster werkt en je kunt dan ook vragen stellen tweede- of derdejaars.”
10Wees een beetje lief voor jezelf
De overgang van middelbare school naar studie is een „hele veranderlijke tijd”, zegt Sam de Jong van ISO. „Je stapt in een volledig nieuwe wereld. In de eerste weken komt er een waslijst van dingen op je af.”
Dat kan zijn tol eisen op je mentale gezondheid: als je je eenzaam voelt of veel last hebt van prestatiedruk, kun je binnen je opleiding terecht bij een studieadviseur of studentenpsycholoog; via de huisarts kan je een verwijzing krijgen voor de praktijkondersteuner of psycholoog. Ook zijn er bij meerdere onderwijsinstellingen student support groups om met medestudenten te praten.
Wees lief voor jezelf en probeer tussen de colleges en hospiteeravonden door ook wat rust te pakken. Nog één essentiële tip van De Jong: „Bij de supermarkt zijn eens in de zoveel weken de instantnoedels één plus één gratis. Dat is een ideale snack als je ’s ochtends bent vergeten dat je ontbijt op is.”
Illustratie Pam Werlotte
<dmt-util-bar article="4900959" data-paywall-belowarticle headline="De Studentenchecklist: wat je moet regelen als eerstejaars” url=”https://www.nrc.nl/index/slim-leven/de-studentenchecklist-wat-je-moet-regelen-als-eerstejaars-a4900959″>
De blauwe klinkers zijn weer echt blauw, precies zoals bedoeld, en de witte klinkers wit. Sinds een grote opknapbeurt van de Blauwe Golven in Arnhem twee jaar geleden ligt dit omgevingskunstwerk er weer stralend bij. In 1977 ontwierp Peter Struycken deze blauwe en witte banen waar auto’s op mogen parkeren, met een fontein die het ook weer doet. Ga er vooral heen en als u met de auto bent, kunt u daarna doorrijden naar het noorden en parkeren langs de IJntzelaan, buiten het Friese dorp Mildam. Het ligt wat verscholen, maar naast de weg loopt u zo de Ecokathedraal van Louis le Roy binnen: een tuin waar grillige muurtjes en stenen stapelingen al een halve eeuw worden overgroeid tot één groot groen kunstwerk. Daarvandaan is het iets meer dan een uur tot Farmsum, waar volop parkeerplek is bij het Eemsmondgebouw: een kantoorpand met reusachtige grillige gevelreliëfs uit 1969, ontworpen door Jaap van der Meij.
Waarom zou ik dat doen, denkt u nu. Het antwoord is: dit is topkunst, waar u waarschijnlijk nog nooit bent geweest. Ze behoren tot de Post65-periode (1965-1990), een nu nog wat onbekende term voor een toch gezichtsbepalend tijdvak. En daarin maken deze drie kans om in de toekomst een Rijksmonument te worden.
Ecokathedraal van Louis le Roy (1966) bij Mildam.
Foto Wouter van der Sar/RCE
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) laat onderzoek doen naar die jaren, en vroeg architectuurhistoricus Wijnand Galema om zich te verdiepen in de Post65-kunst. „Het begint aan het einde van de wederopbouw,” vertelt hij. „Rond 1965 wordt wandkunst aan buitengevels groter, wandvullend, in plaats van een broche op een vlak. In de jaren zeventig gaat de kunst echt los. Kunstenaars gaan zich bemoeien met de inrichting van de openbare ruimte en krijgen daar opdrachten voor. Het loopt erg uiteen. Er is groot ruimtelijk werk als van Lon Pennock en ecologisch werk in de geest van Le Roy, met restmateriaal, veel groen. Landschapsarchitecten en land artists vinden elkaar daarin. Er zijn nadrukkelijke statements nagelaten. De Blauwe Golven is een bijzondere manier van hoe je een plein onder infrastructuur inricht. Het gaat ook over de relatie van het rivierlandschap naar de Veluwe toe, er zit verhaal in.”
Dit kunstrapport verschijnt later dit jaar online bij de RCE. Dat kreeg in 2016 al opdracht van De Tweede Kamer om onderzoek te doen naar Post65-erfgoed, zowel naar architectuur als naar kunstwerken. In het land buigen erfgoeddeskundigen zich er intussen over. Gemeenten schrijven vacatures uit voor adviseurs, bijeenkomsten worden belegd, lijsten met beschermenswaardige gebouwen gaan rond. Twaalf objecten, waaronder negen gebouwen en de drie genoemde kunstwerken, zijn deze maand voorgedragen als Rijksmonument.
Er is zó veel sloop. Gebouwen halen de vijftig jaar niet meer
Er gebeurt veel, terwijl Post65 al jaren achter ons ligt. Dus, waarom nu ineens die belangstelling? En, wat is Post65-erfgoed precies? Kunnen we ervan houden?
Om te beginnen met de reden waarom nu: het verdwijnt. „Er is zó veel sloop. Gebouwen halen de vijftig jaar niet meer, wat vroeger de termijn was om voor monument in aanmerking te komen,” legt Simone Vermaat, conservator rijkscollectie van de RCE uit. En bij de kunst is het nog erger. „Omdat het letterlijk niet als kunst herkend wordt, zoals met de plastiek van Willem Hussem in Raalte.” In 2017 zag de sloper van het oude postkantoor een aluminium beeld van Hussem voor oud ijzer aan. Het ging de shredder in. Zelfs Blauwe Golven was op een haar na een parkje geworden. „Zo verdwijnt deze kunst sneller dan de wederopbouwkunst uit de periode ervoor”, zegt Vermaat.
Ze ziet dat de liefde achterblijft doordat er weinig bewustzijn over dit tijdvak is – de term ‘Post65’ bestaat nog maar net. Terwijl het een gezichtsbepalende, want bouwlustige tijd was. Tal van kantoren verschenen en maar liefst een kwart van de huidige woningvoorraad is toen gebouwd, met vernieuwingen. Er ontstonden groeikernen, bloemkoolwijken, woonerven, kubuswoningen, overdekte winkelcentra, heel Hoog Catharijne, half Zoetermeer, de zitkuil en kunst. Soms hield die kunst gelijke tred met de schaalvergroting van al die bouwopgaven. Op de Maasvlakte verrees in 1979 het grootste land art-kunstwerk van Europa: door Teun Jacob en Kees Verschuren rond een elektriciteitscentrale ontworpen, ingenieus bedacht met wallen van asfalt, zichtassen, groene zones. Ongekend. Vanuit de lucht zijn nog wat contouren zichtbaar, de rest van het oorspronkelijk titelloze kunstwerk (dat later de bijnaam Steen in Water kreeg) is een paar jaar geleden gesloopt.
Dit werk komt niet voor in het rapport van Galema, dat zich richt op wat er wel nog is, en vijftig kenmerkende Post65-kunstwerken uitlicht. Zoals Hans Petri’s fonteinlandschap in Dordrecht en het cortenstalen Groot Landschap van Wessel Couzijn in Amsterdam. Ook het hele Traianusplein in Nijmegen, ontworpen door Bas Maters en Jan Hein Daniëls, zit erbij. Rijswijk sloopt nu de sporthal met een gevelplastiek van Theo van Amstel uit 1970, dat was aangewezen als topstuk. En toen waren er nog maar 49.
Het Torentje van Drienerlo (1979) van Wim T. Schippers op de campus van de Universiteit Twente in Enschede.
Foto Kees van de Veen
Kunst voor de verzorgingsstaat
Het is relatief veel omgevingskunst, gemaakt als reactie op de kilte van de gebouwde wereld. In de ‘kritiese’ jaren zestig en zeventig uitten wetenschappers hun zorgen over sensorische deprivatie: de gebouwde omgeving was te eenvormig, de stadsmens zou vereenzamen. In 1974 schreef de Raad voor Cultuur een rapport annex radicaal pleidooi voor het inzetten van kunst: om het onbehagen in die naoorlogse woonwijken te bestrijden. Kunstenaars mochten het oplossen. Er verscheen kunst bij ziekenhuizen, scholen, nutsbedrijven: zelden was kunst zo dienstbaar aan de verzorgingsstaat.
Vermaat benadrukt dat meer onderzoek nodig is, en dat gebeurt. Achter de Nieuwe Binnenweg in Rotterdam zit OMI, dat bij zijn architectuurtentoonstellingen over deze periode steeds meer belangstellenden ziet. „De wederopbouw geldt als cruciaal voor Rotterdam, maar nu zie je dat Post65 heel veel heeft bepaald”, vertelt directeur Pieter Kuster. „In die tijd kreeg de stad een totaalvisie. Het werd beleid om van Rotterdam een aantrekkelijke stad te maken. Dus toerisme, musea, Tropicana, een modepromenade in de Overblaak, de architectonische gekte rond de Blaak met de kubuswoningen. Post65 heeft veel meer variatie, is veel meer aan een plek gelinkt dan de wederopbouw.”
Lees ook
Ook de moderne monumenten van Rotterdam verdienen bescherming
OMI gaf dit jaar het fotoboekje ‘Nieuw Rotterdam / Post65-files’ uit, exposeert oorspronkelijke ontwerpen, en vraagt nieuwe ontwerpers om hun kijk op die periode te geven. Zoals recent op het Schouwburgplein. „Daarvoor waren de meest waanzinnige dingen bedacht, zoals een tribune, een raket, hooibalen. OMA had een plan en ook Hertzberger bedacht er een, dat nét niet doorging. Zulke niet uitgevoerde ontwerpen exposeren we omdat ook die ideeën veel over een tijd vertellen.”
Bij de exposities wordt het drukker merkt Kuster, en enthousiasme is heel bepalend. Een tekort eraan ook. Dat geldt voor nu, maar bleek ook in ‘Beeldenjaar’ 1994. Het museum in Arnhem organiseerde de tentoonstelling ‘25 jaar Arnhemse School’ over omgevingsvormgeving, dat de academie als eerste was gaan doceren. Maar de tentoonstelling werd neergesabeld. ‘Omgevingskunst, een visuele fopspeen’, kopte bijvoorbeeld NRC. „Scheve stadhuizen en politiebureaus met gele, rode en oranje hoeken, uitkijkend op een pleintje waar sadistische stratenmakers een hindernisbaan voor voetgangers lijken te hebben aangelegd.”
Kunstenaars niet meer nodig
Dit kwam hard aan, zegt Vermaat. „‘Ik doe dit niet meer’, dachten toen heel wat kunstenaars”, zegt ze. „Die zaten bovendien al langer met een dilemma: ontwerp je conform de eisen, dan past die kunst niet in je oeuvre van autonome kunst. En op papier leek het mooier dan in de praktijk, waar zoveel concessies worden gedaan, toch andere stenen of kozijnen waardoor je ontwerp niet meer paste. Dus dan ga je je eigen ding doen.” Het enthousiasme verdampte, en daarmee het idealisme.
Dat was niet het enige. In de jaren negentig kwamen de starchitects op, die hun iconische gebouwen al genoeg kunst vonden, daar hoefde geen kunstenaar meer bij. Dat vonden ook de projectontwikkelaars, die de bouwmarkt van de overheid overnamen. Bij de Rijksoverheid waren ook veranderingen. In 1965 was het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk opgericht, waardoor cultuur bijna vanzelf een sociaal-maatschappelijke functie kreeg, opgevolgd door Welzijn en Volksgezondheid (WVC). Maar in 1994 werd WVC opgeheven en kwam OCW (onderwijs, cultuur en wetenschap), dus kunst ging weg van het welzijnsbeleid en kreeg weer een grote K. Autonome topkunst werd het nieuwe adagium, zonder dienstbaarheid. In hoeverre we daar nog steeds in zitten, of dat er alweer een nieuw tijdperk is: time will tell.
Want, afstand in de tijd helpt. Pas dan kun je een tijdperk definiëren. Post65 kunnen we alvast kenmerken als een tijd van saamhorigheid, experimenteel denken, van staatskunst, ideologisch gedreven, een mannenwereld ook – vrouwelijke kunstenaars kregen weinig voet aan de grond.
Lees ook
Burgers denken mee over welke gebouwen in hun stad behouden moeten blijven en welke juist niet. ‘Lelijk is geen argument’
Dat er meer onderzoek nodig is, is niet alleen voor erfgoedbehoud, zegt Vermaat: „Het gaat ook om duurzaamheid. Dat gebouwen de vijftig jaar niet meer halen, dat kan niet meer. De bouwsector ziet nieuwbouw als een automatisme, maar sloop is kapitaalvernietiging. Het is niet voordeliger, dat is een misvatting, en het is zeker niet goed voor de voetafdruk. Soms wordt een school gesloopt om er weer een school neer te zetten. Dat kan anders.”
Maar voor behoud is meer waardering nodig. In kaart brengen, de goede voorbeelden benoemen, moet die liefde aanwakkeren. Na de twaalf voorbeeldobjecten komt een groter aanwijzingstraject voor meer monumenten, waarbij burgers via allerlei platforms inspraak hebben.
Later dit jaar wil de RCE het kunstrapport, dat je als toeristische gids kunt gebruiken, online publiceren. En ga vooral kijken buiten, zegt Galema. Ook bestrating werd vaak met zorg ontworpen, zoals betontaluds in Zwolle door Jo Pessink – ook een van de vijftig. Vermaat adviseert hetzelfde: „In elke gemeente moet wel iets zijn, of zijn geweest, al is het op de achterkant van een sporthal. Ga eropuit en ga met een drone over het landschap, zie je nog ergens bepaalde contouren? Het kan zomaar een kunstwerk zijn.”
Hoe sla je munt uit je schandaal? Softwarebedrijf Astronomer leek grote reputatieschade te lijden toen zijn getrouwde voorman Andy Byron op 16 juli tijdens een concert van de band Coldplay door een Kiss Cam in omhelzing met zijn hoofd personeelsbeleid Kristen Cabot werd gefilmd. Toen ze op het scherm verschenen, dook Byron weg en draaide Cabot zich om, waarna Coldplay-voorman Chris Martin zei: „Of ze hebben een affaire, of ze zijn gewoon heel verlegen.” Het eerste bleek het geval, het koppel nam ontslag.
Dat ‘Kiss Cam-schandaal’ was goed voor een weekje memes en opiniestukken over privacy en surveillance, seks op de werkplek en sociale media-hypes. Maar Byrons opvolger bij Astronomer, Pete DeJoy, klonk al snel opgetogen over de mondiale naamsbekendheid „waaraan weinig bedrijven, laat staan een start-up in ons kleine hoekje van data en AI, kunnen tippen.”
En dus lanceerde Astronomer vrijdag een video onder de ironische titel Thank you for your interest in Astronomer, waarin actrice Gwyneth Paltrow (52) blijkt ingehuurd als ‘tijdelijk woordvoerder’. „We zijn opgetogen over de plotse belangstelling voor dataworkflow-automatisering”, zegt ze met pokerface. Paltrow kondigt aan de meest gestelde vragen te beantwoorden, waarna „OMG! What the actual f—” in beeld verschijnt en ze als bedrijfsdrone neuzelt: „Ja! Astronomer is de beste plek voor Apache Airflow.”
Media-imperium
Goedkoop kan dit niet zijn: Paltrow is beroemd en steenrijk, met name door haar media-imperium Goop, dat een verwende Californische levensstijl uitdraagt en elke esoterische trend omarmt. Niet zonder humor overigens: zo ventte Paltrow in 2020 ‘vaginakaarsen’ uit met haar veronderstelde intieme geur. Dat bracht ze als ‘punkmarketing’ om vrouwelijke schaamte over intieme geuren te lijf te gaan. Wat Paltrow met name geschikt maakt als ‘tijdelijk woordvoerder’ is haar status als beroemde ex – van Brad Pitt, maar vooral van Coldplays voorman Chris Martin, van wie ze in 2014 na elf jaar huwelijk scheidde. Dat verkocht ze op Goop als ‘conscious uncoupling’, een spirtueel voorbeeld voor de mensheid – en nu wellicht voor Byron.
Lees ook
Na de controverse tijdens Coldplay-concert: de geschiedenis van de Kiss Cam was altijd al ongemakkelijk
Astronomer, een nichebedrijf met ruim driehonderd werknemers, beseft ongetwijfeld dat je in een vlek niet moet wrijven en dat zelfspot twijfel kan zaaien over competentie en ethiek. Maar wat helpt is dat veel mensen de Kiss Cam als sneu ervoeren. De arme Byron en Cabot zijn beide vijftigers, topmanagers en op het oog smoorverliefd. Dat is tegelijk een risicofactor: er munt uit slaan kan als trap na worden ervaren.
De makers vonden evenwel de juiste toon van impliciete ironie: marketingexperts prijzen de video, die in drie dagen 675.000 maal werd bekeken. Tot vorige maand trok een Astronomer-clip hooguit op drie- tot zeshonderd hits.
Toch komt het zelden voor dat een bedrijf via humor munt durft te slaan uit eigen schandaal. In 2015 laveerde snoepbedrijf Reese’s zich handig uit een virale storm toen kerstchocolaatjes in de vorm van een kersboom door een fabricagefout meer op drollen van kerstmans trouwe eland leken. Grappen daarover gingen viraal, waarna Reese’s counterde met foto’s van zijn vormloze snoepgoed onder de hashtag #AllTreesAreBeautful. De chocolaatjes werden een verzamelobject.